HET ROODS VAMBEL. blijft mijne aandacht aanhoudend gevestigd. Tot uitvoering der wet op het hooger onder wijs en tot invoering der nienwe wet op het lager onderwijs zal op uwe medewerking beroep worden gedaan. De algemeene gesteldheid onzer Oost-Indische bezittingen mag bevredigend worden genoemd. Werd de rust elders niet gestoord, de goede verwachting werd niet verwezentlijkt, die in het vorige jaar scheen te mogen worden gekoes terd omtrent den loop der zakeu in het Noorden van Sumatra. De handhaving van ons gezag aldaar vorderde opnieaw buitengewone maatregelen. Voor Suriname werd voorloopig de gelegenheid tot het vermeerderen der werkkrachten weder geopend. Zoowel hier te lande als in Neder- landsch-Indië bracht de weldadigheidszin milde offers tot leniging der ramp, welke het eiland Curacao getroffen heeft, dat zwaar door een orkaan werd geteisterd. Wetsontwerpen van verschillenden aard zullen U worden aangeboden Belangrijke werkzaamhe- den, Mijne Heeren, wachten U. Mogen Uwe beraadslagingen, onder God's zegen, in het algemeen belang lot gewenschte uitkomsten leiden. Ik verklaar de'gewone vergadering der Staten- Generaal geopend. De brievengaarder te Anna Paulowna is in hechtenis genomen wegens verduistering van gelden. Gepasseerden Zondag middag zouden eenige onervaren zeelui te Callantsoog een proeftogtje met de reddingboot maken; elf man gingen aan boord, ook de burgemeester die zich juist daar ter plaatse bevond schijnt een oogeublik het plan gehad te hebben de togt mede te maken Het was bij Z. W. wind, vrij stormachtig weer, nauwelijks 5o ellen van de wal verwijderd, liep de boot met hevige kracht tegen een zandbank, met het ongelukkig gevolg dat ze om sloeg en van de elf man tien er onder bedolven werden; de elfde had gelukkig kracht en tegenwoordig heid van geest genoeg de boot te kantelen. Het geheele dorp snelde ter hulp, doch de branding was zoo hevig dat inen zich niet anders dan niet paarden in zee kon begeven, op die wijze weiden 'allen, doch in bewusteloozen toestand gered; in den beginne echter bestond er vrees voor het behoud van het leven van drie hunner waarvan één vrij ernstige kwetsuren bekomen heeft, thans is die vrees grootendeels geweken. - Door de te Pnrmerende bestaande hard draverij vereeniging. waarover Prins Hendrik onlangs het beschermheerschap heeft aanvaard, werd Zaterdag, den verjaardag van Prins Hendrik, de aangekondigde harddraverij met paard en chais gehouden, waaraan door 26 paarden werd deelgenomen. De prijs bestaande uit 12 paar zilveren cou verts in lederen étui, werd behaald door de bruine merrie »Suzanna«, van C. Paarlberg teZijpe berijder J. Koster, terwijl de premie, een mar meren pendule met bronzen groep, ten deel viel aan de zwarte witvoetmerrie »Tom« van C. Laan te Binnenwijzend, bereden door den eigenaar. De nationale driekleur, die van nabij alle huizen wapperde, schonk aan de stad een recht feestelijk aanzien, waartoe het buitengewoon I. Op zekeren ochtend der maand November van 1652, lag, in eene kamer van het stadhuis van Bethel, een jongeling met een hoogmoedig golaaton een koninklijken adelaarsneus, met lange, over zijne schouders neêr- golvende haren, en gehuld in een met slijk bemorst en aan deD elleboog gescheurd kleed van goud laken, op een rustbed uitgestrekt, terwijl een goneesheer bezig was eene kleine wonde aan zijne regterhand te verbinden. Is het gereed, mijnheer? vraagde hij met een ongeduldig gebaar. Ja, monseigneur, en over een dag of vier a vijf zal uwe Hoogheid den degen weder kunnen opvatten. Het is goed laat mij alleen. De geneesheer verliet het vertrek, en de alleen ge bleven jongman vestigde een neerslagtigen blik op twee groote zilveren sleutels, welke op een blad van hetzdfde metaal aan het hoofdeneinde van zijn rust bed lagen. Het waren de sleutels van de stad Bethel, en ziehier hoe die daar gekomen waren. Den vorigen dag was er een groote veldslag onder de wallen der stad geleverd. Deze was bezet en werd verdedigd door Turenne en de soldaten van Lodewijk XIV. De aanvallers waren de Frondeurs, de troepen van den hertog van Lotharingen, en het spaansche leger, onder aanvoering van Fuenseldana. In weêrwil van de overmagt der belegeraars had Turenne's moed de stad weten te behouden, hoewel er in de laatste tien dagen reeds twintig maal op storm geloopen was, toen een in schijn zeer nietig vooral de overwinning aan de belegeraars had verzekerd. Een ruiter die in het veld verdwaald was, een rei ziger, die door de koninklijken werd vervolgd, was, onder een hagel van kogels, tot in het kamp van Fuenseldana gekomen. Daar had hij zich tot zijne vervolgers omgekeerd, en alleen tegen twintig strij- prachtige weder, dat velen tot bijwoning van bet volksfeest had uitgelokt, niet weinig mede werkte. De kapel van het 7e reg. inf., onder directie van den Heer Sonnenian, schonk het publiek, dat de Doelenzalen vulde, een genotvollen avond terwijl het feest werd besloten met het afsteken van eenig vuurwerk op het Noord-Hollandsch kanaal. Benoemd tot hoofdonderwijzer te Oosterblokker de heer S. Baert, hulponderwijzer bij de gemeente scholen te Helder. Stel u een plaats voor die 2200 inwoners telt, die na verloop van een enkele week slechts 200 daarvan overig ziet en onder deze slechts 3o of 4o die gezond zijn, dan hebt gij den toe stand, waarin Grenada verkeert. Hoe deze ver andering heeft plaats gegrepen, dit vormt een eentoonig verhaal van ellendein den buiselijken kring en van overhaaste begraving. Van 1218 Augustug ging geen uur voorbij, waarin niet een begrafenis plaats had. Uit ieder huis door een gezin bewoond zijn lijken zonder eenige plech tigheid weggedragen naar het kerkhof, waar een aantal negers gedurig bezig waren met het del ven van grafkuilen, die, zoodra zij gereed waren, een bestemming erlangden. Geen vreemdeling be zoekt Grenada; ieder schuwt de aanraking met de inwoners van deze plaats en de spoortreinen vliegen baar voorbij met een snelheid van 3o mijl in het uur terwijl ieder raauije zorgvuldig wordt gesloten en een overvloed van carbolzuur wordt aangewend oin zich te beveiligen tegen besmetting. Zooveel der inwoners daartoe in staat zijn,ontvluchten zij hun woonplaats, zonder hunne huizen te sluiten of maatregen te nemen ter be scherming van hun bezittingen; de winkelszijn gesloten en buiten de lijkdienaars, geneesheeren verplegers ziet men niemand op straat. Toen ook verplegers werden aangetast en de negers, van wie men gelooide dat zij niet vatbaar waren voor gele koorts, niet gespaard bleven, bereikte de paniek haar toppunt. De negers verloren de de kalmte, die zij tot dusver hadden weten te bewaren en nainen in allerijl de wijk. Een ge neesheer, die de epidemie van 1875 had bijge woond, verklaarde nooit iets te hebben gezien, wat met den tegenwoordigen toestand te verge lijken is. Te Menphis is de ellende niet minder. Daar hebben de achtergebleven negers zich meester gemaakt van de bezittingen der gevluchte blan ken en maakten zij bet noodzakelijk dat de over gebleven burgerij zelve de baud aan't werk sloeg om een veiligheidsdienst te organiseeren. Kruide niers volgden bet voorbeeld van de ijshandelaren en verhoogden de prijzen hunner artikelen, waar door verscheidene middelen tot verkwikking der zieken inoeielijk te verkrijgeu waren en de ver- bitteriog zoozeer steeg, dat een versterking der politie dringend noodig was. Te New-ürleans zijn ernstige klachten aan geheven wegens de stremming van het postver keer. De besmette plaatsen zijn als 't ware in staat van beleg gebracht. Up sommige plaatsen is een verbod uitgevaardigd aan spoorwegmaat schappijen om personen uit de besmette streken afkomstig te vervoeren. Men schrijft bet uitbreken van de ziekte te Grenada toe aan den slechten toestand van een riool. Daardoor was een groote boeveelheid vuil dunde, had hij er vijf van neêrgeveld en de overigen op eon na op de vlugt gedreven. Aan dezen eeuen had hij lijfsgenade geschonken en tegen hem gezegd: Stijg weder te paard, soldaat van Mazarin, en ga Turenne zeggen, dat hij van nacht niet in Bethel zal slapen, want ik ben Gunde en heb besloten er in zijne plaats te rusten. De verschijning van Jupiter den Dondergod zou geen erger indruk gemaakt hebben op deu soldaat, die in galop naar het koninklijk legerkamp terugreed terwijl zijn overwinnaar zich naar het spaansche kamp begaf Een nur later had de naam van Condé aan weêr- zijden zijn invloed uitgeoefend: de ontmoediging en de vlugt bij de koning sgezinden, die als een stortvloed de stad uitstroomden; de opgewondenheid en de zege praal bij de Frondeurs, die in den persoon van hun nieuwen bevelhebber de sleutels der door zijne mude werking veroverde stad ontvingen. Zóó was de held van Bocroy en van Lens, de on tembare arm der Fronde, de overwonnene van den fauboorg Saint-Antonie, uit Parijs weggeijld om zijne wederwraak in de provincie te zoeken, met de snelheid van een storm de helft van Frankrijk doortrekkende, als een kanonskogel voor de muren van Beihei neer gevallen, alwaar hij nu in het stadhuis, naast de sleutels der stad, zijne trofee van den vorigen dag, uitrustte. En echter aarzelde hij in zijne wraak, en de wroe ging vergiftigde zijne zegepraal. Hij had aan de Span jaarden, aan de vijanden van Frankrijk, eene Fransche stad iu handen geleverd Was dat niet zijn haat tegen den kardinaal tot het misdadige jegens zijn vaderland drijven Zoodanig waren zijoe gepeinzen, toen er twee per sonen bij hem binnentraden. Deze personen waren Karei van Lotharingen, en de hertog van Fuenseldana, de spaansche opperbevelheb ber. Deze laatste naderde tot bij het rustbed van Condé maakte drio zeer diepe buigingen voor hem en zegde opgehoopt, waardoor toen het riool oin te worden hersteld geopend was, de lucht bedorven werd en aldra een ziektegeval zich voordeed, dat als gele koorts wordt herkend. De gele koorts is een ziekte uit Amerika af komstig, naar het schijnt uit Mexico. De oevers van de Mexicaansche golf, en vooral Vera Cruz, zijn altijd zwaar door deze ziekte geteisterd' In moerasstreken, waar de tropische plantengroei welig tiert en waar de gestorven planten gemak kelijk to* verrotting overgaan, schijnen de kiemen der ziekte zich het gemakkelijkst te ontwikkelen. Van de 16e eeuw af was de ziekte aan zulke streken zoo in Mexico als op West Afrika, ge durig eigen. In de 18e eeuw rekende men, dat een schip hetwelk een reis maa kte naar Mexico, dooreengenomen de helft van ziju bemaning aan gele koorts verloor. Nog geen eeuw geleden, verbreidde deze ziekte zich over Noord-Amerika tot New-York toe, terwijl zij ook sommige plaat sen van Spanjeals Gibraltar en Malaga herhaaldelijk heeft geteisterd. Men beweert echter dat, waar de temperatuur onder de 72 graden daalt, de ziekte verdwijnt en thans ook voorspelt men in Mississippi zich van de eerste nachtvorsten het ophouden der epidemie. In koeler streken verliest de ziekte grootendeels haar kwaadaardig karakter. Te Southamton is meermalen een gele koorts door een schip aangebracht, maar de ziekte bleek daar nimmer besmettelijk- Er is reeds dikwijls op aangedrongen, dat mili tairen van minderen rang buiten dienst ongewapend zoudon zijn; vele ongelukken en vechtpartijen hebben dien aandrang voortdurend versterkt. Thans w.jst men weêr op oen nieuw ongeval, dat een zeer tr>-urigon afloop had. In de Plantage, te Amsterdam, heeft on langs een beschonken militair aan een zeventienjarig jongeling zoodanige wondoc toegebracht, dat de knaap blijkens een ingezonden stak in het A. Hbld., aan do gevolgen overleden is. Een sinds lange jaren onbekende slapte van werkzaamheden vindt men volgons de werkmans bode tegenwoordig in onze hoofdstad. In schier alle vakken is dit merkbaar, 't Meest in bet oog loopend is het in de vakken van scheepstimmeren, optuigen en laden. Wat het eerstgenoemde vak aan treft, zijn van de 6 a 700 werklieden die van de K. N Marine er buiten gerekend geen honderd man meer aan 't werk. Op de grootste werven is tot zelfs de laatste commandeur bedankt. Op de fabrieken waar de timmerlieden aan den ijzeren scheepsbouw werken, worden ze bij ploegen van omstreeks 30 man aan den dijk gazet. Voor een Engelsch schip, dat dezer dagen in het droge dok is gehaald, om gekalafaterd te worden, waren 50 a 60 man noodig on er stonden meer dan 400 op de kaai om naar het werk te dingen. Do toestand is hopeloos en de vooruitzichten zijn in dit jaargetijde voor duizenden niet bemoedigend. Do beruchte Theresa, die een zestien jaar ge leden haar carrière begon met het zingen in cafés chantant, is thans milionnaire en is verledeD week ge trouwd. De liederen die zij zong, waren weinig poë tisch, noch stichtelijk, maar de eigenaardige manier, waarop zij ze met een zuivere stem van verbazenden- omvang en onder allerlei gemeene gebaren voordroeg, beviel den Parijzenaars zoo zeer, dat zij haar ver klaard hebben tot de diya populaire. Keizerin Eugènio liet haar nu en dan aan het Hof komen om haar lie deren te hooren, tot groote ergernis van 't fatsoenlijk Parijs Van daar dat Thoresa, toen zij niet te Parijs maar in een kleiu dorpje getrouwd is, heeft kunnen antwoorden op de vraag, waarom zij dat gedaanj had: „Als ik te Parijs getrouwd ware, had ik mevrouw de hem met veel woordenpraal dank voor de verovering der staddaarop legde hij op de sleulels eene roodo sjerp, de kleur zijner natie en eene staf van fluweel en goud, met de wapens van Philips IV neder, en bood aan den neet des konings van Frankrijk den titel van generalissimo van zijne katholieke Majesteit aan De overwinnaar van Bocroy sidderde, wendde zijn blozend voorhoofd af, en leverde met zichzelven een heviger veldslag dan al de vorige, welke hij gewon nen had. Eindelijk behield de eer de bovenhand; hij strekte zijne hand uit om de sjerp on de waardigueidsteekeneu zijner vroegere vijanden, zijner tegenwoordige bond- genooten aan te wijzen. Maar het gebaar was nog niet voltooid, toen men een derden bezoeker aandiende: Mijnheer de baron d'Altomar. Laat binnenkomen, sprak de prins levendig. U, mijne heeren, zal ik binnen een nur antwoord geven. Hij zal het niet aannemen, zuchtte de Spanjaard. Misschien voegde de hertog van Lotharingen er bij. Een groot en welgemaakt persoon, met een rood aangezigt, met een glinsterenden doch woesten blik met lange, zwarte doch met grijze strepen doorploegde haren, kruisde zich met de hertogen van Fuenseldana en van Lotharingen. Laatstgenoemdo herkende den barieade-held, de deelgenoot in zijn lotgevallen en zijn leerling op het oorlogsveld. Ik dacht dat gij dood waart, zeide hij aan zijn oor, en ik dacht er niet aan dat het uwe gewoonte is altijd juist van pas weder op te staannimmer hebt gij dit beter dan nu bewezen, kameraad. En op de Spaansche sjerp en den veldheerstaf wijzende, voegde hij er bijAls gij nog een knap man zijt, dan hebt gij daar iets om Mazarin op te hangen of te verja gen! Altomar begreep en drukte de hand van den ko ning der partijgangers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1878 | | pagina 2