Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao. 1878 22ste Jaargang, Ho. 1122 ZONDAG Bekendmaking. UITSTEL-AFSTEL. Gemengde berichten. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt twee maal per week: IFoens- dag- en Zatiirdaq avond. Bij inzending tot 's mid dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuitko- mend No. geplaatstingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.6o Afzonderlijke nummers f 0.07 J. Advertentiën van een tot vijf regels ƒ075; iedere regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil onder deugd te dingen, Is arbeid aan een rots te biên. Het gemeentebestuur van Schagen, brengt ter voldoening aan de bestaande voorschriften ter openbare kennis, dat door JOHANNES HO NING te Heldervergunning is verzocht, het Jierceel aan dp Loet in deze gemeente, kadastraal lekend in sectie E, nummer 252 te mogen inrichten tot KOEK- en BANKETBAKKER IJ. De voor dat verzoek gevorderde stukken lig gen van af heden ter gemeente secretarie ter inzage, terwijl het bestuur op den I October o. s., des voormiddags van 10 tot 12 ure, ten raadhuize aldaar, zitting zal houden ter kennis neming van de bezwaren tegen dat verzoek in- gebragt. Schagen 27 September 1878. Het gemeentebestuur voornoemd, Cs. DE PATER, Weth. DENIJS, Secretaris. «Komaan, ik kan dat immers morgen nog wel doen, zoo'n baast is er toch niet oij.» Wie onzer geachte lezers, heeft deze of dergelijke woorden nimmer op de lippen gehad? Zeer zeker zijn er weinigen die dit inet grond kunnen ontkennen. Iets uit te stellen, 't Is als of het in ons bestaan is ingeweven, of het instinct is. Reeds op school legden we het er op toe 't werk te verschuiven, tot morgen, of onbepaald uit testellen; immers we konden er nog wel komen! Onze buurman iechts of links, of we hem vooruit waren! en hij was toch even Oud als wij. Er aan te denken dat we niet voor onze onderwijzers maar voor ons zei ven werkten, neen, we waren nog te jong daartoe, bovendien 't was zoo pleizierig eens uit te stellen. Wel ondervonden we dan later de onaangename gevolgen wanneer «de meester» kwam, maar toch het goede voornemen om een volgenden keer meer tijdig aan 't werk te gaan. bleef bij 't voornemen: de uitvoering werd uitgesteld.-* In onze jongelingsdroomen stelden we ons voor werkzaam aan het heil der Maatschappij, strijd voerende tegen alle onrecht, alle schurken te vuur en te zwaard vervolgende, strijdende en lijdende voor het beginsel waarop we voor ons zeiven een duren eed hadden gezworen. Eindelijk naderde ook voor ons den leeftijd waarop men de kinderschoenen verwisselt voor die van den man. Eene schoone toekomst lacht ons tegen: we zijn door onze positie in de gelegenheid de leemten onzer Maatschappij van nabij te leeren kennen. e weten betdeze of gene toestand kan en mag zoo niet blijven bestaan. Daarin moet verandering, verbetering worden gebracht, dus de handen uit de mouw en aan t werk Maar, zoo we de zaak niet m de hartader aantasten zal het niet baten en is bet wel geraden dat wij, die nog zoo jong zijn en toch ook gaarne eene goede carrière zouden maken, de zaak ter hand nemen? Het feit bestaat 't is niet tegen te spreken, er wordt onrecht gepleegd tot schande van tal van menschep, maar de hoog geplaatste pieheer X is er bij betrokken, en hem tot vijapd te hebben zou mij benadeelen kunnen, dus we zullen de affaire maar eens tot later «uitstellen» misschien ontstaat er gunstiger gelegenheid. En wat is het gevolg weder van bet uitstellen de mensch dien we onder het juk des onrechts wilden wegnemen, hij blijft zuchten, de gelegen heid waarop we hoopten bleef uit en tot op dezen dag bestaat nog het onrecht dat reeds gepleegd werd toen we tot uitstel, dat nu afstel zal worden, besloten. Morgen of overmorgen zal ik mijn grootboek eens bijwerken, zegt de koopman die minder stipt in zijn zaken is. Eigenlijk ware het beter het dadelijk te doen, maar mijn dagboek is vrij goed in orde dus het kan ook nog wel een paar dagen uitgesteld worden. Intusschen wordt de man ziek en de dood maakt een einde aan onzen uitstellenden vriend. Het blijkt nu dat hij sinds een paar jaren zijn zucht tot uitstellen den vrijen teugel heeft doen vieren en zijne boeken in verwarden toe stand heeft achtergelaten. Der weduwe die meen de een rijk boek te hebben blijkt dat de over ledene de boeking der ontvangsten had «uitge steld" 't Is wel niet in den baak, 't strijdt wel met de wet" verklaart deze of gene autoriteit, «tnaar och het is zoo lastig, zoo moeijelijk, daarin verandering te brengen, wat zal de man die er bij betrokken is wel zeggen 't heeft al zoo lang zóó bestaan, onze voorgangers hebben er ook geen werk Yan gemaakt en dus wij zullen het ook maar uitstellen. Was men wellicht niet in de mogelijkheid een einde te maken aan het onrecht, aan den onwettigen toestand Och, waarde lezer, als men wet en recht vóór zich heeft is er weinig on mogelijk, maar het is veel gemakkelijker uit te stellen en daarom koos men het laatste. Men bedenkt daarbij niet dat anderen door ons ver zuim lijden, neen, men sust zijn geweten in slaap en stuurt de zaak met een kluitje in het riet. «Meneer de behandeling uwer zaak is uit gesteldhooren we met verbazing van onzen pleitbezorger. Waarom? We begrijpen niets van de vele en zeer zeker geleerde termen waarop we door onzen advocaat worden onthaald, alleen dit begrijpen we dat we ons geduld kunnen oefenen, want de zaak is uitgesteld We zouden de voorbeelden in 't oneindige kunnen vermenigvuldigen, doch we zullen dit zeker tot uw genoegen, maar uitstellen. Alleen dit nog: zooveel in ons is zij het ons pogen het goede voornemen dadelijk te vol brengen, en niet uit te stellen tot een tijd waar over we niet kunnen beschikken; wanneer we het goede bedoelen is bet steeds tijdig, en elk uitstel is dan niet te verantwoorden, bovendien van uitstel komt zoo ligt afstel. En wee u zoo ge eene gelegenheid laat voorbijgaan oin goed te doen goed te doen aan uwen inedeinensch, aan uwen armen natuurgenoot, die behoefte heeft, dadelijke behoefte, aan uwe hulp, uwe ondersteuning. Stel het dus niet uit tot «later» ge weet niet of ge gelegenheid en lust zult heb ben dan te doen waf nu uw voornemen is. Het uitvoeren van kwade voornemens stelt dat uit, denkt er eerst nog eens goed over, voor ge aan uw zucht tot wraak voldoet, wellicht volgt op uitstel afstel. Wordt dit het geval, dan wenschen we u daarmede geluk. Geloof het, het kwade te doen dit kan niet te lang worden uitgesteld, daarentegen behooren goede daden welke strekken tot veraangenaming van het leven, tot verzachting van den nood onzer arme na- tuurgenooten, tot bestrijding van al wat onrecht, onedel en onbillijk is, niet te worden uitgesteld maar ten spoedigste uitgevoerd. Z M. heeft den heer G. Langenberg, ge- gepensioneerd kapitein van het leger in Oost- indië, benoemd tot burgemeester der gemeente Schagen. I11 de jl. Maandag te Anna Paulowna gehou den raadsvergadering is tot wethouder herbe noemd de heer Th. J. Waller. Door de werking der aardappelmeelfabrie ken in de Veenstreken, prov. Groningen, zijn de kanalen vrij wel bedorven. Het water is niet helder en niet groen, maar letterlijk zwart, be dekt met afval uit de fabrieken, die dit onhe- gr\jpelijkerwijze in de hoofdvaarten mogen loo- zen. Een der tl fabrieken te Veendam verwerkt dagelijks IOOO hectoliters aardappels. De «Hi- hernia,» te Meeden, beeft zooveel aardappels opgekocht, dat aleen om te rooien aan 800 men- I schen gedurende 6 weken werk verschaft werd. Tal van opkoopers zijn in de weer om tegen f i.5o per hectoliter den noodigen voorraad voor de fabrieken op te doen. Jl. Maandag avond per trein van Haarlem had" te Alkmaar een aardig voorval plaats. Een korporaal en een soldaat, belast met een transport van oen gede serteerd matroos naar den Helder, waren in beschonken toestand geraakt en wel zoodanig dat de matroos: gelegenheid heeft gehad te Uitgeest to ontvlugten Bij aankomst te Alkmaar werden de geleiders wakker, misten den arrestant en kregen met elkander oon ho vigen twist, die op een vechtpartij uitliep. De dienstdoende politieagent kwam tusschenbeide en de geleiders werden aangehouden en in bewaring gebragt om uit te slapen Een Belgische bruidegom, die zijn huwe lijksreis naar Parijs zou maken, hoorde van zijn bruid dat zij voornemens was voor vele duizen den franken kant inede te nemen, om van de winst van den verkoop te Parijs de reiskosten te dekken. Hij smeekte haar dit niet te doen, opmerkende, dat hij smokkelen haatte als dief stal en dat het tevens gevaarlijk was, daar de douane soms argwaan heeft of inlichtingen krijgt 1 en dan door een vrouwelijke beambte de klee ding van dames laat onderzoeken. De bruid ver klaarde, dat de douane dit nooit deed, maar ze beloofde intuschen geen kant te zullensmok- I kelen. De bruidegom geloofde haar en toen ze I de Fransche grenzen naderden, bedacht hij zich i dat, als ze de kleederen van zijn bruid nieton- d er/och ten, zijn gezag van jongen datum dade lijk ondermijnd zou worden. Voor zijn prestige was het onontbeerlijk, dat het onderzoek zou plaats hebben en de zaal der douane binnentre dende, fluisterde hij een der beambten in «ik geloof dat ge kant zult vinden als ge die dame visiteert!" De beambte knipte met het oog en de jonge bruid werd uitgenoodigd naar een nabijge legen kamer te gaan, waar men haar kleeding

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1878 | | pagina 1