De Erfgenaam van Hornegg.
anderlijk inkomen, bestaande in 75 pCt. der
schoolgelden van het meer uitgebreid lager
onderwijs in den laatsten tijd merkelijk was
verminderd, en hem op dat verzoek was te ken
nen gegeven, dat de Raad de beslissing daarop
wenschte aantehouden, tot het bedrag van 1878
bekend zou zijnwordende dat bedrag door hem
thans medegedeeld.
Na eenige discussie verklaarde zich de verga
dering [eenstemmig in beginsel tegen verhooging
der jaarwedde, terwijl overeen voorstel van een
der leden, tot toekenning eener gratificatie, de
stemmen staakten, en dit adres werd aangehouden
tot eene volgende vergadering.
Daarna werd, met algemeene stemmen, gunstig
beschikt op een verzoek van den aannemer der
herstellingen aan den gemeentetoren, 0111 betaling
alsnog van den tweeden [termijn der aannemings
som, welker betaling eerst later zou moeten
geschieden, wegens te late oplevering van het
werk.
Vervolgens werd overgegaan tot benoeming
van een lid der Commissie voor het rietbosch.
Herbenoemd werd het aftredend lid de Heer
Schenk, terwijl weder voor het loopend jaar
werd gecontineerd, de benoeming van den veeatts
C. Raven, tot keurmeester van het ter markt
aangevoerd wordend wolvee.
Vervolgens werd besproken, de wijze van
voorziening in de voldoening, der som van f
1601,76 welke de herstellingen van den gemeen
tetoren meer hebben gekost dan daarvoor bij
begrooting was geraamd. Omtrent welke voorzie
ning geen besluit werd genomen, zullende na het
inkomen der verschillende vorderingen ten laste
der gemeente over het afgeloopen jaar, woiden
beslist of het opmaken eener suppletoire begroo
ting voor die voorziening noodig is.
Door den voorzitter werd alsnu mededeeling
gedaan, dat het dagelijksch bestuur, door den
hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool was
geinformeerd, van het bij den heer inspecteur
voor het lager onderwijs, en den lieer school
opziener in dit district bestaand voornemen 0111
te Schagen ten dienste der vermeerdering van
onderwijzend personeel, van 's Rijkswege eene
normaalmrigting te stichten, wanneer daartoe
van gemeentewege werd medegewerkt, en welke
medewerking zou moeten bestaan, in het ver
strekken van een locaal benevens vuur en licht.
Naar aanleiding van welke mededeeling werd
besloten, op voorstel van een der leden, dat
vóór deze zaak, verder wordt behandeld, zal
worden onderzocht, of er ook gelegenheid zou
zijn dat, aan die inrigting, ook door 11 iet leerlingen
meer uitgebreid lager onderwijs kan worden
ontvangen.
Toegekend worden vervolgens:
1. Een vergoeding ad ƒ10,over 1878 aan
den pachter der belasting op de schapenhokken
wegens door dezen betaald bergloon, voor de
der gemeente behoorende hekken.
2. Een gratificatie ad f 2.60 aan den Rijks
veldwachter I). Itlad, voor verleende politiedienst
bij gelegenheid der veulentnarkt in de maand
November.
3. Eene vergoeding van 3o.aan de Com
missie voor de Departementale Bewaarschool
alhie-, oin, ten behoeve der gemeentelijke gvm-
nastiekschool, te verstrekken verlichting en
verwarming gedurende het loopend jaar.
Nadat nog ten slotte door den voorzitter
mededeeling was gedaan van den uitslag dd. 27
December II. ten behoeve der gemeente gehouden
verpachtingen, en waaruit bleek dat deze voor
het loopend jaar bedragen de som van 3566
werd de vergadering gesloten.
Dingsdagavond jl. werd, in de Kolfbaan
van den heer A. Knikker, het 5 of laatste num
mer, van den door dien heer uitgeschreven
XI.
De gevoelens dier twee menschen waren volstrekt
niet te vereenigen en omdat de een alleen den hartstocht,
de andere alleen de koele berekening zich ten doel
•telde, moest de laatste zwichten. Eindelijk stemde
Ada toe de zijno te worden, maar zij stelde volstrekte
geheimhouding als voorwaarde van hare verloving.
Hij moest eerst, zoo 6prak zij, eene andere positie in
de maatschappij, een naam hebben. Zij wilde niet,
wanneer zij hem voorstelde als haren bruidegom, in
de trekken der mensehen lezen: hoe, deze vrouw, die
«00 vele schitterende partijen heeft afgeslagen, huwt
zulk een armen, lesgevenden musicus. En 'zouden do
menschen hem niet verwjjten, dat hij zulk eene vrouw
om haar geld had geboeid en genomen.
Leonhard liet zich in het begin de, voor hem ver
nederende, voorwaarde der geheimhouding welgevallen
en zocht naar eene betrekking. Tot dusTer had hij
niets verkregen, dan de leiding van eene bijzondere
muziekvereeniging, die vrij aanzienlijk was en over
goede krachten beschikte, maar volstrekt geen waar
borg had voor langdurig bestaan en waarvan deont
binding hem tevens van het geringe inkomen van
400 thaler, dat hij van haar trok, zou hebben beroofd.
In de oogen van mevrouw Ada was deze positie op
verre na niet toereikend, en zulks te minder, omdat
eedert hare verloving, in Ada's liefde tot hem zich
een zelzaam element van scherpheid en vitzucht en
wreedheid gemengd had. Zij nam revanche. Zij kon
tooneelwedstrijd opgevoerd, en wel door de
rederijkers Kamer Vooruitgang zij ons doel
van Barsingerhorn.
Zij voerde ten tooneele John de Bedelaar, en
kweet zich meesterlijk van hare taak, het was
jammer dat de zaal niet zoo goed bezet was als
de beide vorige keeren.
De uitspraak van de jurij, die wij binnen kort
te gemoet zien, houdt aller verwachting gespan
nen.
Berlijn 14 Januari- Prins Fnedrich Karl
is gisterenavond te 10 uren naar zijne dochter,
prinses Hendrik der Nederlanden, die zich op
het kasteel Walferdange bevindt, vertrokken,
Op het station van Postdam bevond zich de
kroonprins om prins Friedrich Karl te condo-
leeren,
Voor het gerechtshof te s, Gravenhage
werd Zaterdag een lavterproces behandeld. In
hooger beroep stond terecht zekere T S. land
bouwer en lid van de gemeenteraad te Bruinisse
De zonen van dezen appellant schenen zich nog
al dikwerf aan jachtovertreding schuldig te
maken en verkeerden tengevolgen daarvan niet
op een al te goeden voet met de rijksveldwachter
van der L., want deze had niet minder dan
zevenmaal proces verbaal tegen hen opgemaakt
Evenmin als zijne zoons was de vader bijzonder
gesticht, dit gaf hij den veldwachter herhaaldelijk
te kennen. Op den 3tsten October jl stond hij
met iemand bij de haven zijner gemeente te
praten, en toén hij den veldwachter in de nabijheid
zag, zou hij volgens dezen hem toegevoeg 1 heb
ben de woorden, «Zoo ben je daar mijn
eedigde veldwachter?» Deze had zich hierop
omgewend en gezegd: »ja, ik ben het, maar
mijneedig hen ik niet,» waarop de appellant
reide:» ik kan het je bewijzen, dat je tegen mijn
zoon Cornelis valsch getuigd hebt.»
Te dier zake was proces verbaal opgemaakt
cn de rechtbank te Zierikzee veroordeelde den
ontevreden vader wegens laster tot tien dagen
eenzame opsluiting. Van dit vonnis kwam de
veroordeelde in hooger beroep.
De verdediging werd voorgedragen door den
verdediger Mr. Jac van Gigch.
Het hof deed nog denzelfden dag uitspraak.
Het vernietigde het vonnis, waarvan was geap
pelleerd, omdat daarbij was recht gedaan op
onwettig bewijs, verklaarde den beklaagde schul
dig aan het hem ten laste gelegde, maar ver
oordeelde hem tot betaling eener geldboete van
f 5o.
Toen hekend werd, dat op 7 dezer te
Utrecht 101 saluutschoten zouden worden gelost
waarschuwde, de burgemeester de bewoners van
perceelen in de nabijheid van het schietterrein
om door het openzetten der ramen het breken
der ruiten te voorkomen. Dit schijnt een echt
burgerlijk idee te zijn geweest, dat volstrekt
niet in den geest der militairen valt. Althans
toen dezer dagen op het fort. »De Klop«, voor
de saluutschoten op 20 en 27 dezer, proefscho-
ten werden gelost met eenige kanonnen tegelijk,
bleven de ramen van de fortvvachtersvvoning
rustig gesloten, niet het gevolg dater geen
enkele rust in heel bleef.
Omtrent den betreurden »Beestenschilder«
B. te Genipt deelt de Amst. berichtgever van
de I'rv. Gron. Ct. de volgende bijzonderheden
mede
Kort na zijn «honden congres,» dat hem zijn
eerste algemeene bekendheid en roem schonk,
schilderde hij het portret eener deftige Ainster-
damsche dame. De dame had geruimen tijd
onbeweglijk gezeten, zoodat hij, geheel verdiept
in zijn werk, volstrekt geen acht gaf op zijn
uren, dagen, soms weken lang eene liefhebbende bruid
voor hem zijn; dan echter oordeelde zij weder zoo
hard ..ver hem en over alles, wat hij deed en wrocht,
dat hij er onder leed. In haar gemoed was een trek van
wilde wreedheid, zeide hij dikwerf verwijtend en tot
belooning kwelde zij hem des te meer. Hij troostte
zich zeiven dan niet het woord van Kachel .de men
schen beminnen elkander in verschillendo uren." En
dikwerf gevoelde hij zich zeer ter neer gedrukt door
de smart, welke het deel is van elke fijngevoelige en
diepe mannenziel, die met zijne behoefte naar liefde
in hare geheele volheid tot eene vn'gaire uitgave van
het „eeuwig vrouwelijke" komt. Maar aan den anderen
kant was het juist zijne moeite, om haar tot eene
meer ideale levensbeschouwing te brengen, om aan
haar karakter grootere aantrekkelijkheid te geven,
om haar de goederen en genietingen des leve»s uit
een ander oogpunt te doen besehouwen, al die moeite
om hun verschil van karakter uit te wisschen, die
hem te meer aan haar boeide. Zijn hartstocht groeide
dagelijks aan, hij dacht er niet aan, dat daaraan ooit
een einde zon koftien en omdat hij zelf een mensch
was, die geen orgaan bezat voor ontrouw, dacht hij
cr niet aan, dat Ada ooit ontrouw worden kon aan
een man, dien zij toch zoo dikwerf te kennen gaf,
dat hij haar ideaal niet was, wanneer zij de gril bad
om hem te plagen.
Het minst van alles dacht hij er aan, dat haar
ijverig streven om hnnne betrekking voor de wereld
geheim te houden, eigenlijk eene soort van reservatis
mentalis tot grondslag had. met het doel, om gemak
kelijker den band'te kannen verbreken.
omgeving. Eensklaps liet zij echter, blijkbaar
vermoeid, bet hoofd op de borst zinken, en Te
Gemp, zoo uitmuntend goed vertrouwd met de
kunstjes om zijn honden, katten en konijnen te
laten opkijken, als zij een beetje druilerig gingen
worden, begon te sjielpen en te fluiten,"waarop
mevrouw hein niet zonder geraaktheid vroeg,
of hij dacht, dat zij een hond was. Te Gempt
begreep nu eerst wat hij gedaan had en veront
schuldigde zich zoo goed en zoo kwaad als dat
6in6-
In Zeeland, waar hij studies naar de Datuur
maakte, noodigde de kastelein, waar hij zijn
intrek had genomen hem uit om een uithangbord
voor hem te schilderen. Te Gempt was te rond
omdat den eenvoudigen man kwalijk te nemen,
maar had er toch weinig zin in. De kastelein,
die hem al zoo half en half gedreigd had, dat
hij het den dorpsschilder zou opdragen, indien
zijn gast zich niet wat repte, liet hem intusschen
rust nog duur. Om er een eind aan te maken
schetste Te Gempt nu met houtskool op een
groot vel papier een hond met een aap op den
rug en schreef daaronder,
Hier, hij baas leewis, in den Vlooienden
Aap,
Tapt men Jood, Geus en Paap,«
Baas Teewis bekeek dat ontwerp, zou er met
zijn vrouw over spreken en viel hem niet
meer lastig.
Een treurig ongeval had op de rivier de
Maas nabij de gemeente Nederheinert plaats.
Een zoontje van den veerman waagde zich te
ver op de bevroren rivier en zakte door het ijs.
Een kweekeling werkzaam aan de school te
Ueusden, een algemeen geacht en bemind jong-
mensch, dit ziende spoedde zich ter plaatse 0111
den jongen te redden, doch ook hij viel door
het ijs, met het ongelukkig gevolg, dat toen men
inet een boot ter redding kwam opdagen, beiden
reeds waren verdronken.
Hoeveel geld er aan tabak wordt in de
lucht geblazen kan «enigszins worden geraamd
naar het feit, dat te Bremen in 1877 voor 654
inillioen gulden aan ruwe tabak is verhandeld.
In een dorp in Limburg had de Burge
meester een verordening uitgevaardigd, waarbij
verboden werd avonds na tien uren bij het
naar huis gaan uit een herberg straatrumoer te
maken of te zingen»,. Ondanas dit verbod was
er iemand, die op het verboden uur het dorp
deed weergalmen van gezang, waarvan het refrein
steeds luidde. »En ik ga nog niet naar huis
nog lang, nog lang niet», enz. Door den veld
wachter aangenaamd om dit gezang te staken,
begon onze man nog harder te zingen, wat ten
gevolge had. dat hij naar het cachot werd ge
bracht. Daar vervoegde zich weldra de burge
meester bij hem, die zijn verwondering te kennen
gaf, dat juist hij, die als een stil burger bekend
stond,zich aan straatrumoer had schuldig gemaakt
Als eenig antwoord herhaalde de gearresteerde
het refrein: »Ik ga uog niet naar huis».
Weet je niets van de publicatie?» vroeg nu de
burgemeester. «Zeker», antwoordde de man.
En waarom zingt je dan op straat?»
«Wel ik ga nog niet naar huis». Hoe meen
je dat?» »Er staat immers in uwe verordening
»,s avonds bij hel naar huis gaan», en ik had
geen plan om naar huis te gaan», wet ik dan
ook duidelijk genoeg door mijn gezang heb te
kennen gegeven:» De burgemeester lachte over
deze opvatting van zijne verordening, veron-
schuldigde zich door te zeggen, dat deze door
den secretaris was gemaakt, beloofde haar te
zullen wijzigen en ontsloeg den man uit zijn
arrest.
Van Z. H. den Paus wordt in berichten
uit Rome verzekerd, dat hij vast besloten is
Zoo stonden de zaken, toen in haren kring doctor
Spengler verscheen. Zij kendo hem van vroegeren tijd
hij was assistent geweest van haren vader in diens
laatste levensjaren. Toen had hij de stad verlaten en
de verschillende hoofdsteden van Europa bezocht, om
zich meer to bekwamen in een speciaal vak, n. 1. de
behandeling van krankzinnigen, en thans wedergekeerd
zijnde, had bjj een met goed gevolg opgericht gesticht
voor dergelijke zieken overgenomen. Hij zocht eene
vrouw met vermogen, om de inrichting en eigendom
te verkrijgen, eene vrouw, die het middelpunt van
een gezelligen kring in zijn huis zou wezen en eene
zorgvuldige en nauwkeurig toeziende gebiedster in dat
huis zijn moest. Mevrouw Ada kwam zoo geheel over
een met dit ideaal, dat hij haar zonder omwegen het
hof maakte en dien ten gevolge al zeer spoedig bij
zich zeiven tot de overtuiging kwam, dat hij haar
beminde. Niettegenstaande deze liefde wist hij de
middelen om haar te winnen (zeer sluw eu voorzichtig
te berekenen. Een dezer middelen namelijk den schijn
aan te nemen van on*oorwaaidelijke onderworpenheid
en van een volkomen gemis aan wil tegenover haren
wil, viel hem niet moeielijk; moeielijker was het, zich
dweepachtig cn smachtend of hartstochtelijk verlietd
aan te stellen, want doctor Spengler was naar zijn
innerlijke nataur een koud, droog en berekenend man,
een rechte stokvisch. Maar het kwam hem te stade,
dat ook mevroow Ada van do berekening uitging,
dat zij bij zich zelve overlegde, dat het toch zoetjens
aan tijd werd, om eene keuze te doen en dat zij voor
eene dunrzame verbintenis in den dokter oen veel
meer bij haar patsend karakter zou vinden, dan bg