De Erfgenaam van Hornegg.
door de ltamerheeren: graaf van Rand wijrk, jhr.
Holmberg, jhr. Van den Bergh van Heemstede,
de adjudant van wijlen den Prins kapitein lui
tenant jhr. Roel. De tijdelijke adjudant baron
Van Wassenaar zal rechts van het lijk gaan.
De kamerheeren dragers van het lijk, acht aan
elke zijde van den rouwwagen, bijgestaan door
onderofficieren van zee- en landmacht en schut
tery van Delft en 's Hage. De koning, Prins
Alexander, piins Frederik Karei, de groothertog
van Saksen volgen den rouwwagen, gezeten in
een achtspannig rijtuig; daarna prins Frederik
met den prins zu Wied; vervolgens de vorsten
van de vreemde hoven en de heeren van het
gevolg. De stoet neemt den weg langs de Bin-
nenwatersloot, de Oude Delft (Westzijde) Nieuw-
straat, Cabaretten en Groote Markt. Ds. Van
Koetsveld, Hofprediker, houdt in de kerk de
aanspraak. t
De schutterij van Delft, het garnizoen van
Delft en 's Gravenhage zullen aan beide zijden van
den weg, waar de lijkstoet voorbijgaat, geschaald
staan. In de gemeenten, waarlangs de spiciale
spoortrein komt, zal het garnizoen onder de
wapenenen zijn, terwijl van de vorsten en ves
tingen saluutschoten worden gelost. De verschil
lende muziekkorpsen zullen treurmuziek uitvoe
ren.
In Bromberg is een vreeselijke misdaad
gepleegd, alleen ten gevolge van het verhuizen
eener dienstbode. Deze Maria Arkuszewska ge-
heeten, diende vroeger bij de wed. Anna Lange
en ging wonen hij de famillie Greilowski De
weduwe, daarover in toorn ontstoken zette hare
zonen aan, om wraak te nemen. Deze ruwe
schippersknechts, drongen de woning van Grei
lowski binnen en vielen met Ihijlen en messen
op hunne slachtoffers aan,' met dat gevolg, dat
vrouw Greilowski vermoord werd, haar man
wonden ontving, die zeer gevaarlijk zijn, terwijl
nog twee andere personen wonden bekwamen,
die minder bezorgdheid inboezemen. De wed.
Lange had onder het moordtooneel hare zoons
zelf aangevuurd met de woorden: »Ja, mijne
zoons slaan goed toe, waar hun slagen vallen,
daar groeit geen gras meer.» Zelden zal er zeker
een misdaad gepleegd zijn, die op een afschuwe
lijker graad van jnenschelijke ruwheid wijst.
Dat de moordenaren in hechtenis zijn, spreekt
van zelf.
Gedeputeerde Staten van Zuid Holland heb
ben een besluit van den llaagschen gemeente
raad 0111 ecne leening van t'44<V)0° aan te gaan
niet goedgekeurd wegens den te lange duur dei-
aflossing. Nu wil de financieele commissie uit
den raad tegen dit besluit in hooger beroep
komen, maar 11. en W. stellen voor, er in te
berusten en de leening op andere voorwaarden
aari te gaan.
De zes prachtige appelschimmels, door
het Groot-Hertogdom Luxemburg aan Z. M.
den Koning Groothertog, hij gelegenheid van
HDs.huwelijk,geschonken, zijn onder behoorlijk
geleide, en voorzien van prachtige hurnassiimen
op liet Loo aangekomen. De lieer Pescatore,
vice president der Luxeinhiirgsche Kamer, bood
ze Z. M, aan. Aan de geleiders zijn prachtige
gouden remontoirs niet s.Konings naamcijfer
ep zware gouden kettingen tot aandenken ge
schonken.
XIII.
Hij bad baar beloofd, nog heden den graaf te zullen
opzoeken en daarom ging bij naar diens hotel. Toen
hij het bereikt had en naar graaf Bernswald vroeg,
kreeg hij ten antwoord, dat deze te buis was en bezoek
had. Een bediende bracht hem den trap op en diende
hem aande graaf kwam hem verrast, naar het hem
voorkwam, althans met in het oogloopende voorko
menheid te gemcet tot op het portaal, waar Leonhard
den uitslag afwachtte van de aandiening, en verzocht
hem binnen te gaan. In de kamer van den graaf
vond Leonhard een man Tan meer dan middelbaren
leeftijd, met een gelaat vol uitdrukking en een lang,
nadenkend gezieht, die bij Leonhards binnentreden
langzaam opstond uit den fantenil voor den schoor
steen, waarin hij gezeten had, en met een eigenaar-
digen uitvorschenden blik Leonhard fixeerde. Toen,
als wilde hij eene wederztjdsche voorstelling ontwijken,
gat hij den graaf de hand ten afscheid en ging spoedig
heen.
Hij kon dan ook heen gaande inspecteur van politie,
nadat hij sedert een nur daar had gezeton in een
vertrouwd gesprek met den graat en deze had mede
gedeeld, wat hij te berichten bad van nieuwe ontdek
kingen. En dat was waarljjk niet van belang ontbloot.
Zijn „detective* bad de weduwe van een boboist uit bet
orchest van het stedelijk tooneel te K. uitgevonden, wier
man eens de vriend van den ouden beerKorn geweest was
althans een zijner collega's, met wien Korn het meest
had omgegaan. 7.ij wist te vertellen, dat haaroverie
den man op zekeren avond was te huis gekomen en
als een bijzonder nieuwtje had verteld, dat zijn eol-
leg-a Korn, in wiens woning Hij in den loop van den
dag nog was geweest, in zijn huis nog een paar ka
mers had biigehunrd op de bovenste verdieping, omdat
hij een kind met eene verpleegster bij zich moest
nemen, dat hij ieder cogenblik verwachtte. Hij had
aan zijn vriend den boboist in vertrouwen medegedeeld,
dat bet eea kkd was van zija broeder, dieiaNeder-
Een weduwe met twee kinderen werd bij
eene vrouw wegens het gure weder en omdat
zij geen tehuis had, uit medelijden voor ten
nacht gehuisvest en gevoed, doch daar het
slechte weder aanhield, werd haar verblijf al-
daat nog met een paar dagen verlengd. Zij deed
zich toen voor, als eene erfenis wachtende en
verzocht totdat de zaken geregeld zonden zijn,
hij haar te blijven tegen een bepaald kostgeld
later te betalen. De erfenis kwam niet en zij
beloonde toen hare kostvrouw, met van haar
eenige goederen te stelen, andere onder allerlei
voorwendsels weg te moffelen, en deze te ver
knopen of te verpanden Ook heeft zij in die
dageu onderscheidene koekbakkers en winke
liers in manufacturen opgelicht, op naam van
hare kostvrouw. Zij is achter slot gezet.
In het jaar 1878 werd in hel Nederland-
schc Gasthuis voor behoeftigen en minvermogende
ooglijders te Utrecht aan 2229 personen oog
heelkundige hulp verleend; in het geheel werden
aan deze personep 20802 adviezen gegeven. Er
werden 44' personen in het gesticht opgenomen
en 346 groote operatiën verrigt'
Uit Luxemburg meldt men:
In den morgen van Vrijdag 24 Janiiarij zal
het lijk van Z. K. H. Prins Hendrik langs den
noordelijken spoorweg naar Nederland worden
overgebragt.
De toegang tot den rouwkapel voor de circu
latie rondom de lijkkist zal voor het publiek
geopend zijn, op Woensdag na afloop der gods
dienstige plechtigheid en Donderdag den geheelen
dag.
Uit de mededeelingen, Zaterdagmiddag
in de vergadering der feestcommissie te Amster
dam. gedaan, blijkt, dat vermoedelijk in de maand
April het bezoek van Z M. en de Koningin op
plechtige wijze zal plaats hebben en, met het
oog op de belangen van vele ingezetnen, acht
het coinitiéde vraag gewettigd of men de nu
geschorste feestelijk lieden alsdan zal voortzetten
Daarvoor ontbreken e.venwel de fondsen, nu
de gemeenteraad een aanvraag om f 10,000.
garantie van het comité heeft afgewezen. Vindt
men geen ander middel dan staat liquidatie
voor de deur, waarvoor het geld voldoende,
aanwezig is.
Na eenige discussie werd het beginsel oin de
feesten, gewijzigd naar het later oordeel der
Commissie, aan te houden, aangenomen met
algemeene stemmen, in afwachting van nadere
pogingen om de noodige fondsen of garantie
te vinden.
Te Aken ging een slecht gekleed heer
in de wachtkamer van de eerste klasse, daarop
ging hem een beambte na, deze vond hein reeds
in een sofa liggen en vroeg hem: «Mijnheer
rijdt gij eerste klasse?»
Reiziger: »Ncen, ik rijd derde klasse, maar ik
wacht eerste»
Dezer dagen heeft een persoon te Amster
dam, die failliet was verklaard en hij wien
ambtenaren der justitie onderzoek kwamen doen
naar vermoedelijk franduleuse handelingen door
hein gepleegd, een groote hoeveelheid vitriool
gedronken, terwijl de justite met het ondezoek
te zijnen huize bezig was. De ongelukkige stierf
een dag later aan de gevolgen.
land in betrekking was. Deze was eren als zjjne vrouw
onverwachts sestorven aan do cholera, die destijds in
do Nederlandsche steden zoer hevig woedde. Hij wilde
de wees van zijnen brooder niet aan vreemden over
laten en zulks te minder, omdat hjj zelf geheel alleen
op de wereld stond en er zich over verheugde, op die
wijzo althans eenig huiselijk leven te verkrijgen. Ware
het ook al niet veel, toch had zijn broeder tevens een
klein vermogen nagelaten, zoodat hij ook omtrent do
behoefte van het kleine schepsel, dat hij verwachtte
zich niet behoefde te verontrujfon En eenige dag«i later
zoo had de vrouw verder verteld was volgens de
berichten van haren man, eene knappe, niet zeer
jonge, maar geschikte en, zooals het scheen vertrouw
bare vrouw met het kindje hoe oud dit juist was
herinnerde de vrouw zich niet meer in het huis
van Kom senior geweest, die zich in de voor haar
gehuurde vertrekken had gevestigd. Meer hieromtrent
had echter haar man niet gehoord, maar deze had hem
integendeel verzocht, over de zaak te zwijgen tegenover
zijn collega's en daarom had hij te meer in stilte
zijne opinie over de zaak gehad. Tot zijne verwondering
was na een half of een geheel jaar de knappe pleeg
moeder van het kind vertrokken, zooala Korn beweer
de, om in een andere streek iemand te huwen, die
daar een eigen hofstede met daaraan verbonden veer
bezat. Er was toen eene andere verpleegster in hare
plaats gekomen, tot do knaap geen pleegmoeder meer
behoefde en sedert had Kom zelf, met eeue waarlijk
moederlijke zorg, hem verpleegd en opgevoed. Onder
het luchthartige volkje zijner collega's word het alge
meen als uitgemaakt beschouwd, dat de knaap Korn's
eigen zoon „Als zoodanig.' ging de inspecteur
voort, in zijn bericht, staat hij dan ook, zoo als ik
het heb laten nazien, geboekt in de lijstender militaire
lichtingen, met de aantekening: geboren 1845 te
Ransbergen, koningrijk der Nederlanden, gerechtigd
tot de eenjarige vrijwillige dienst en ingedeeld bij de
reserve.'
„Geboren te Ransbergen,feomngnjk der Nederlanden,
riep graaf Bernswald uit „maar dan zouden wij
immers op een zeker spoor zijn,'
In de Parijscbe wereld wordt met ophef
gesproken van de arrestatie van docter X., een
man ruim 60 jaren oud: rijk en algemeen be
mind. De doctor is beschuldigd zijn medehulp
te hebben verleend aan talrijke moorden, gepleegd
op kinderen, die spoorloos verdwenen zijn. Doc
ter X. heeft reeds bekentenissen gedaan. De
wanhoop der familie en vooral van den zoon,
eveneens dokter, is onbeschrijfelijk. De laatste
werd zoodauig getroffen, dat zijn toestand vrees
inboezemt.
Te Chisseaux, nabij Tours is de zoldering
van een zaal, waar een jong paar het bruilofts
bal hield, ingestort. De jong gehuwden en drie
hunner vrienden werden gedood en tien personen
zwaar gekwetst.
Een inwoner van Philadelphia heeft octrooi
genomen op eene electrische lamp met uurwerk.
De geheele toestel neemt niet meer plaats in
dan een gewone lamp en kost 6 dollars. De prijs
van het licht bedraagt ongeveer 1 cent per uur.
Uit den Helder schrijft men aan De stan
daard
»Van mond tot mond wordt hier met afkeer
verhaald, dat gisteren ochtend een jeugdig oor
logsmatroos in het hospitaal is overleden, die
daags te voren op liet wachtschip met 75 slagen
was gestraft. Nog meer slagen zou hij naar de
bepaling hebben moeten ontvangen, doch blijk
baar durfde men, uit vrees voor sijn leven, niet
boven de 75 gaan. De bezwekene leed verhaalt
men, aan heimwee, en had, doch te vergeefs,
een en andermaal reeds om eenige dagen verlof
gevraagd, ten einde zijne ouders te bezoeken.
Daar dit hein geweigerd was, moet hij zich
heimelijk naar zijne ouders hebben begeven,
uit wier woning hij na eenige dagen door een
paar militairen werd weggehaald. Hierop volgden
als straf de 75 slagen en.... spoedig reeds zijn
dood.«
Te Yarsse werd dezer dagen een veldslag ge
leverd tusschen een paar heeren, bijgestaan door hunne
wederhelften. In dit gevecht bewees do kachelpook
zulko uitstekende diensten, dat men baar gerost bij
hot Nederlandsche leger zou mogen invoeren. Nadat
een der heeren met dit instrument oen fermen slag
op het hoofd had gekregen, blies hij onverwijld
den aftocht, terwijl de echtgenoota van zijn teen
stander het ongeluk had. om met een der beenen
zoo hevig achte» een deur geklemd te rakeö, d ,t zij
thans onder geneeskundige behandeling en in een
zor-wekkenden toestand verkeert, 'tl ite hopen, dat
de thaus g-sloten wapenstilstand gevolgd moge
worden door een langdurigen vrede.
Een dochter van de wed. Y. to N. Pekela, g-int*
met den knecht op schaatseu naar Wildorvank, *t
geen naar gen jegen afliep. Op hunne terugreis echter
de Wijk 110. 1 moetende passeeren, zakte hot meisje
door het ijs en de knecht, haar willende redden, ge-
raakte ook zoodanig tusschen het ijs gekneld, dat hij
geen hulp meer konde rerleenen on zalf in levensge»-
vaar verkeerde. Dit werd opgemerkt door do zoons
van de landbouwers Reindcrs on Koning, dio don
jongraaq, houwol roedB bewustetoos, bij M. ten Cate
in huis bfachten. Toeo hij weer bij was vro g hij
waar hot meisje was en, doodeiijk ontsteld, ging men
naar het water terug en haaldo slechts het lijk op
van haar, die eenige oogenbliaken te voren nog vol
levenslust was. Ook het lijk word thans bij genoemden
ten Cato onder dak gebracht en van hot ongeluk aan
de betrekkingen to Pekela kennis gegeven.
„Voorzeker, dat zouden wij zijn, wanneer wij zeker
waren, dat er ergens in het koningrijk der Nederlanden
een Ran,bergen ligt; maar ik heb alles, wat ik over
aardrijkskunde bob kunnen bemachtigen, nagezocht
maar er geen gevonden.'
„Zoo gelooft gij, dat die oude Korn zoo slecht
kan geweest zijn, om eene valsche geboorte acte in
te dienen
„Valsch dat durf ik niet beweren, maar met
eene kleine onschuldige verandering van den naam
dor plaats voorzien; hoe gemakkelijk maakt mon van
eenu P, eene R of van eene o, eeno a, wanneer men
daar belang bij heeft. Onze militaire beambten bekom
meren zich er zeer weinig om, hoe zulk een vergeten
negorij, en dan nog wel in het buitenland heet
zij hebben alleen de juiste bepaling van den ouderdom
der persoon noodig 1'
Graaf Bernswald schudde hot hoofd.
„Het zou toch Tervalsching zijn,' zeid - hij, „enna
alles wat ik omtrent dien ouden muzikant gehoord
heb, is hij te bloode, om zoo iets te durven doen. Wij
moeten naar dat Ransbergen zoeken, inspecteur!"
„Nu ja, we zullen er naar zotken, maar ik zon
liever zien dat wij die pleegmoeder vonden, die ergens
gehuwd moet zijn op eene hofstede met een veer er
aan verbonden
„Zeker, doch dat zal ook zijae eigenaardige mogie-
lijkheden hebben, als de weduwe van dien hoboïst
niets naders daaromtrent weet mede te deelen.'
„Wat zij kan mededeelen, heb ik u geheel en al
gezegd. Vooronderstellen wij dat het Teer gelegen is
aan de rivier, die het naast in de buurt is, deB Qualmj
het is mij niet moeieljjk, eene opgave der veeren op
die rivier te verkrijgen."
„Misschien kunnen de kaarten van den generalcn
staf daaromtrent ons reeds uitkomst geven,* viel de
graaf in.
„Voorzeker wij zullen die laten kernen en ze
bestudeeren.'
„De taak om eene reis langs de rivier te maken
en ze alle te bezoeken, zon misschien wat moaialijk
zijn ze zou uwen detective moeten werden op ge-