Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Q) K Dj 1 6
Ao. 1879.
23ste Jaargang,
No. 1168.
Bekendmakingen.
Eerste zitting van den Militieraad.
Oproeping van lotelingen die bij de
Zeemilitie verlangen te dienen.
Jagt en Visscherij.
Mij" diamanten knoopcii.
SC1IAGER
OIIRANT.
Dit blad verschijnt twee maal per week Woens
dag en Zaturdag avond, bij inzending tot 's mid
dags ia ure worden advertentiën in het eerstuilkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag \roeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3 6o.
Afzonderlijke nummers J 0.07J.
Advertentien van een tot vijf regels o 76; iedere
regel meer o.i5. Groote Ltttis naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.'
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Burgemeester en Wethouders van behagen
brengen ter kennis van de lotelingen dezer ge
meente, behoorendc tot de ligting van het jaar
1879, dat de Militieraad, op Dingsdag,den 11
Maart 1879, des voormiddags ten lij ure, in
het Raadhuis te Hoorn zitting zal houden, om
uitspraak te doen omtrent de vrijwilligers voor
de militie en de lotelingen, die reden van vrij
stelling hebben ingediendcp grond van de
bepalingen der wet van 19 Augustus 18G1 (S/W
No. 72); alsmede omtrent de lotelingen, die.
volgens de artt. 55 en 56 der wet, niet tot de
dienst der militie kunnen worden toegelaten, en
alle overige lotelingen.
Bij art. 54 dier wet 1 s bepaald, dat geene
vrijstelling, aangevraagd wegens ziekelijke ge
steldheid of gebreken of gemis aan lengte, wordt
verleend wanneer de betrokken loteling, r.iet
voor den militieraad is verschenen, zijnde dit
evenwel niet toepasselijk op den loteling, die
wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor
den militieraad te verschijnen, daar dezevolgens
art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden
die herijk binnen deze gemeente zal plaats
hebben, voor de gewigten, voor fijnere wegingen
op Zaturdag 29 Maart as. des namiddags van
2 tot 4 ure: voor de overige gewigten en de
maten op Maandag 3t Maart, van [des voor
middags 8 tot des namiddags 4 ure, en op
Dingsdag 1 April, des voormiddags van 8 tot
10 ure, alles in het lokaal *de Post hoorn" van
'Johs. de beurs, Wijk IJ, no. 64.
Schagen den 7 Maart 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
onderzocht op de plaats, waar hij zich bevindt
De bovenbedoelde lotelingen, die om gemelde
redenen vrijstelling van <ie dienst der militie
verlangen, worden aangemaand, om op den be
paalden tijd voor den militieraad teverschijnen
en zich niet te verlaten op het ontvangen van
een oproepingsbiljet, daar het niet ontvangen van
dit biljet niet ontheft van de verpligting tot het
verschijnen voor dien raad.
Schagen, den 28 Februarij 1879.
Burgemeester en Wethouders,
De B u rgejn eester
G. LANGENBERG.
Dc Secretaris
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen naar aanleiding van art. lbo der Mi-
litiewet, ter kennis van de lotelingen dezer ge
meente, dat zij, welke genegen zijn om bij de
Zeemilitie te dienen zich daartoe moeten aan
melden ter secretarie van Schagen, vóór den J
April a.s.
Schagen 7 Maart 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
Dc Secretaris
DENIJS.
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt dood.
u.
»De ai dere edelgesteenten, Adjai kunt gij na
mijn dood teruggeven."
«Teruggeven» herbaalde mijn vader.
»Ja mijn kind. Gij hebt eene goede opvoeding
genoten, die zal u veel gelukkiger inaken dan
onregtvaardig verkregen goed en ik zal in
vrede sterven in bet bewustzijn dat mijne schuld
zoo veel mogelijk weder zal worden goedgemaakt
De weinige overgebleven goudstukken kunt gij>
wanneer gij de zaak niet al te nauw neemt
met een goed geweien behouden, ze kunnen u
bij uwe intrede in de wereld van nut zijn."
»Dat is waar zeide mijn vader en een vreemde
lach streelde om zijn mond."
Op dat oogenblik veranderde de grijsaard van
kleur en eene rilling ging hem over de leden.
«Ik ik heb u nog in tijds gebiecht Adjai''
stamelde hij. »lk gevoel dat mij nog slechts
weinig oogenblikken te leven overblijven. Kom
bier opdat ik 11 zegene!"
«Lieve vader" zeide Adjai, gij vergat mij te
zeggen waarde diamanten verborgen zijn."
«Ach ja" bracht de stervende inct moeite
uit «gij vindt ze, gij vindt ze, maar zult gij ze
teruggeven zoodra ik dood ben?"
«Hoe kan ik ze teruggeven?" antwoordde
mijn vader ongeduldig, «als ik niet weet waar
ze Ie vinden zijn."
«Ja ja Adjai, gij hebt gelijk, kijk! daar inde
opgerolde mat die ik als hoofdkussen gebruik
vindt gij de drie kleine en den grooten steen
ga, ga naar den opzigter Adjai! inijn Hevige
kramp, luid gesteen, inagteloos nederzinken der
uitgestrekte handen, en mijn grootvader was
ter kennis van de ingezetenen, dat de aanvragen
ter bekoming van jagt- en vischacten en van
kostelooze vergunningen lot uitoefening der vis
scherij, voor het seizoen 1879/1880, ter secretarie
De vreemde brak plotseling zijn verbaal af
en legde zijne band op mijn arui.
»En nu mijnheer, zeide hij, wat denkt gij
voor de belanghebbenden ter invulling verkrijg I dat uiijn vader deed Hij nam de zamengerolde
baar zijn, dagelijks Zon en Feestdagen uitge
zonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Schagen 7 Maart 1879.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
He; ijk.
mat.
«En vond de diamanten!
»Hij vond ze niet alleen zeide de vreemdeling
en legde den vinger aan zijn neus. Hij vond ze
niet alleen, maar kunt gij niet raden?
«Nu ik deuk, zeide ik aarzelend, indien ik
Burgemeester en Wethouders van Schaqen-.ju 1 11 1 ij.
Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde n'«l d°°r h" ™rmoeden beled'S- Ik denk dal
Staten der provincie A oord-Holland, van den ze behield.
8 Januarij '879, no. r>, (provinciealblad no. 2); «Hij behield ze, zoo is liet" zeide de vreem-
Gezien het Koninklijk Besluit Van t December delin„ en wrecf zich in <]e handen, en naar
1878 staatsblad no. 17J), waarbtis bepaald
dal in het jaar 1879 aan den herijk zijn on- m,Jne meen,nG deed '"J er wel aan- Dus °,n
derworpen, de maten en gewigtenverder te gaan, zoodra mijn grootvader begraven
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat j was verliet mijn vader balaghant, ging naar
Calcutta, scheepte zich daar in op een Russisch
schip en zeilde naar Petersburg. Hier aangeko
men gaf bij de edelgesteenten aan een bekwaam
werkman die ze sleep en polijste. Nadat dit
geschied was, woog de grootste niet minder dan
drie en negentig karaten.
Mijn vader wist dat zijn fortuin gemaakt was
en vroeg oin eeue audiencie bij Gaihatjiin de
tweede. Dit werd hem toegestaan en de diamant
vertoond. Maar de Keizerin wilde iu de voor
waarden van mijnen vader niet tieden. In de
ineening dat hij den gevraagden prijs met der
tijd toch zou erlangen liet hij de zaak rusten,
kocht een fraai landhuis met het uitzigt op
de Newa en vestigde zich daar als Russisch
onderdaan onder den naain van Peter Petroffski
in afwachting dat zijn tijd zou koincn.
Zoo ve gingen bijna twaalf maanden en mijn
vader die reeds lang van liet laatste zijner
goudstukken had moeten scheiden, begon on
rustig te worden. Maar bet bleek dat bij wijs
had gehandeld, want eens op een morgen werd
bij in bet paleis van prins Orloff ontboden en
verkocht zijn diamant voor den prijs van honderd
veertig duizend, een bonderfl en zestig pond
dertig schellingen. Destijds was graaf Orlof de
gunsteling van Catharina en weinige dagen
nadat hij den koop bad gesloten, overreikte hij
haar dit kostbaar geschenk op hare geboorte-
dag.
«Is het mogelijk," riep ik bijna buiten adem
van verbazing uit, is bet mogelijk dat dit alles
waarlijk gebeurd is?
«Of bet mogelijk is! herhaalde de vreemdeling
verontwaardigd! lees in elke encijclopédie bet
artikel over de diamanten en overtuig u, of
bet mogelijk is! Mijnheer dit onschatbare klein
ood siert thans de Russische kroon.
«Ik bid u om vergeving, zeide ik beleefd,
vertel verder als bet u beliefd."
Hij scheen beledigd en zweeg.
«In welk jaar gebeurde dat? vroeg ik hierom.
«In het jaar 1772 antwoordde hij en vatte
zijn verhaal onwillekeurig weder op. Nu was
111 iju vader in de gelegenheid om in den handel
grooten invloed uit te oefenen. Hij gebruikte
een gedeelte van zijn geld in den pelshandei
en werd met der tijd een der grootste kooplie
den van Rusland. Vele jaren streefde hij er
slechts naar oin zijnen rijkdom te vermeerderen*
want geld, moet ik bekennen, was de zwakke
zijde van uiijn vader, en eiudelijk toen hij den
naam kreeg van niet alleen milionair maar
onberroepeiijk een oude vrijer te zijn, trouwde
hij op zijn zestigste jaar, juist acht en dertig
jaar nadat bij Balagchant verlaten bad. Zijne
keuze viel op een rijke weduwe die zoo wel
wat fortuin als stand betrof bij hem paste Zij
was eene uitstekende vrouw en beste moeder,
ik vereer hare nagedachtenis.
Hier zweeg de vreemdeling en wischte zich
de oogen af met een zeer fijnen batisten zakdoek
die den wagen met een bedwelmenden patchouli
geur vervulde. Nadat hij zijne aandoening be-
meesterd had ging bij voort:
«Zonder mijne geboot te die twee jaren na