%Q) MAART.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. 1879.
23stc Jaargang,
No. 1171.
Bekendmakingen.
Marktwezen.
Postkantoor Schaden, «k sprak reeds van het gejammer der schipbreu-
Ken verouderd Atheismus.
AGE
Dit blad verschijnt twee maal per week: Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in he t eerstnitkomenif
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag \roeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
r
6m '1
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Prijs per jaar J 3.Franco per post f 3 6o.
Afzonderlijke nummers J 0.07I.
Advertentiën van een tot vijf regels fo 75; iedere
regel meer f'o.x 5. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen;
Jagt en Visscherij-
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat de aanvragen
ter bekoming van jagt- en vischactcn en van
kostelooze vergunningen tot uitoefening der vis
scherij, voor het seizoen 1879/1880, ter secretarie
voor de belanghebbenden ter invulling verkrijg
baar zijn, dagelijks Zon- en Feestdagen uitge
zonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Schagen 7 Maart 1879.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Herijk.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gelet op het besluit van lleeren Gedeputeerde
Staten der provincie Noord-Holland, van den
8 Januarij '879, no. 5, (provinciaalblad no.i
Gezien het Koninklijk Besluit van 1 December
1878.. staatsblad no. 173), waarbij is bepaald
dat in het jaar 1879 aan den herijk zijn on
derworpen, de maten en gewigten;
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat
die herijk binnen deze gemeente zal plaats
hebben, voor de gewigten, voor fijnere wegingen
op Zaturdag 29 Maart as. des namiddags van
2 tot 4 "re: voor de overige gewigten en de
maten op Maandag 3l Maart, van des voor
middags 8 tot des namiddags 4 ure, en op
Dingsdag t April, des voormiddags van 8 tot
10 ure, alles in het lokaal «de Posthoorn* van
Johs. de Beurs, IFijk B, no. 64-
Schagen den 7 Maart 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester cn Wethouders van
Schaffen, brengen ter kennis van be
langhebbenden, d it door het bestuur
«Ier landbouw sociëteit „Ceres" alhier
hot lokaal ,.de Koornbeurs" kosteloos
is opengesteld, tot het houden der
wekelijksche KA IS- KIJEBE V en BO-
TKIIÜ14RKT, en wel iederen Donder
dag, van des morgens 7 tot lOè uur.
De plaats waar tot heden die markt
werd gehouden, blijft niettemin even
als vroeger daarvoor beschikbaar.
Schagen 14 Maart 1*79.
Burgemeester cn Wethouders voorn
G. LANG EX BEUG.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen brengt ter
kennis van de ingezetenen dat de Heer Land
meter van het kadaster zich, tot het opnemen
van kadastrale veranderingen, in deze gemeente
zal vervoegen in den loop dezer week.
Schagen, 17 Maart 1879.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Burgemeester van* Schagen,
brengt ter kennis van belanghebben
den dat na den laatsten April dezes
jaarshet maken van straatmuziek,
het loopen langs de huizen tier inge
zetenen met vertooningen van verschil
lenden aard enz: enz: aldaar niet
meer zal worden toegelaten.
Schagen 18 Maart 1879.
De Burgemeester vooru.,
G. LAXGENBERG.
De Directeur van het postkantoor te Schagen kelinP!n en f™ w*st I,et verongelukken der
maakt hekend, dat hij ministerieel besluit van Alice. Wij beiden beriepen ons op het weeke
den 12 Maart jl: No. 64, NV. F. QUAX aan de menschel ij ke hart 0111 er een bondgenoot voor
Marktplaat, aldaar is aangewezen als depólhou- ong ,oof in te vinden Wij heiden namen
der voor iten verkoop van postzegels, hrietkaarten
enz voor den prijs, welke daarvoor op de post- J'® *a" wt'mentaliteit aan. Onze tranen
kantoren wordt betaald. waren als die van Mareus Antonius bij 't lijk van
Schagen, i5 Maart 1879. Caesar, als hulpmiddelen voor ons pleidooi deden
IIFIII IGFItS* 7'i ons heerlijke diensten, maar waren zij wel
werkelijk geineend? Een sentimentaliteit, die het
geloof aan een booger wezen, dat over ons waakt,
zoekt te ondermijnen is toch een vreemd soort
In het vorige jaar heeft te Edimburgh eenejvan fijngevoeligheid. Z*e, Mr. Bradlangh nu gij
inerkwaardigé Openlijke redestrij 1 plaats gehad niets beters hebt aantevoeren dan gij gedaan
tu.sschen twee geleerden, over de vraag of het j hebt, lag ik mij maar weder te slapen in de
redelijk is God te vereeren. De lieer Maronier hoop dal ter eeniger tijd een nienw geslacht
heeft een zeer verdienstelijk werk gedaan toen vnn atheïsten zal opstaan, dat bij onze oude
hij het hij dit debat gesprokene in onze taal leeenswijsheid nieuwe waarheden zal hebben
vertolkte. Bij dien redestrijd werd: het theïsme ontdekt, nieuwe denkbeelden zal hebben veroverd
door Mr. Arm.strnng, het atheïsme door Mr 1 Naar mij voorkomt zou de oude dichter, indien
Bradlangh verdedigd. Blijkens het gesprokene Izoo sprak, gelijk hebben. Dat wijzen op
zijn heiden wetenschappelijke en begaafde man («Igemeene rampen als op een bewijs tegen het
nen, ieder hunner heeft natuurlijk zijne stelling Inslaan eener hoogere macht is zoo oud als de
met de bruikbaarste wapenen, die hij kon vinden, wereld zulk een oude kost begint op het
met de beste gronden, die hij kon aanvoeren,laatst te vervelen. WTare ik een Almagtige God
verdedigd. Gelijk het gewoonlijk ging en het wel zc(Jl Nlr. Bradlangh, ik zoude zulk een honger-
altijd zal gaan hij een redetwist, is de vo.komen snood als in China niet hebben laten voortwoeden
zegepraal aan de zijde van geen der twee strijders
gebleven. Na het sluiten des debats is gewis
geen der hoorders noch met Mr. Armstrong noch
met Rradlangh geheel te vreden geweest. Zoo
en dat is best mogelijk, een sentimenteel mensch
moge 0111 met Rousseau te spreken er soms een
behagen in scheppen op het tooneel zijn ziel
te verlustigen aan het lijden van een ander, hij
het atheisine er een schok door heeft gekregen 1 heeft er een afkeer van, dat lijden zelf te ver-
dan is het zeker niet door de tegenpartij, maar j oorzaken. Maar Mr. Bradlangh zoude ook den
door den verdediger zelve. Door Mr. Rradlangh is dood zeker niet in de wereld gebragt hebben,
hij zoude die lieve maagd, die zich daar in 's
levensbloei als der scheppingskoninginnc vertoont
niet in een walgelijk lijk doe.i veranderen, met
dat rottende aas voor oogen, zoude hij er tegen
opgezien hebben die maagd in het leven te
roepen. Veronderstel dat hij de afschuwelijke
lijken van een toekomend geslacht, altijd voor
oogen hadde, hy zoude zich hebben onttrokken
aan elke gemeenschap met vrouwen om niet
medetewerken dat de vorming van zulke afzig-
telijke dingen als lijken zijn. Aan sentimentaliteit
zonde hij dus zijn pligt als menseh hebben
geofferd.
Wat zeggen toch eigentlijk die 10 millioenen
nieiischen, die naar men zegt in China door den
hongersnood zijn weggerukt? Die 10 mil'ioen
menschen zouden toch in verloop van een eeuw
allen gestorven zijn, nu is het de vraag of de
dood tengevolge van hongersnood zoo veel ake
liger is dan tengevolge van kanker, koortsen,
tering enz. Maar de Chinezen hebben elkander
ten gevolge van den hongersnood hier en daar
opgegeten. Zeker aller gruwelijkst! Maar zou
den zonder dien hongersnood wel zooveel
minder onzedelijkheid, minder gruwelen, door
die 10 millioen menschen in hui; leven gepleegd
zijn. Neen wil men een aauklagt vinden tegen
de Godheid, men wijze niet langer op de alge-
geen enk-1 nieuw argument aangevoerd, hij staat
geheel op een nog veel zwakker standpunt dan
waarop de meeste epicuristen vóór Jezus geboorte
stonden. Als Lncretius de dichter van het lier
dicht over den aard der dingen, onder zijn
toehoorders ware geweest dan zonde hij hebben
kunnen uitroepen, hoe heeft het atheismus dan
een sla'p van 18 eeuwen geslapen, heeft hel
zijn gebied met niets vergroot, heeft het geen
enkel nieuw denklieeld kunnen veroveren, 't is
waar gij Mr. Bradlangh hebt de namen uitge
sproken van mannen, die als edele martelaars
voor dat atheisine zijn gestorven, gij hebt Gi-
ordano, Bruus, Vanini en Lescijnski genoemd,
maar wat zijn martelaars, voor een leer die
slaapt, wij epicuristen handelden verstandiger,
ook wij kozen als het ons lustte een vrijwilligen
dood, maar wij omkranxlen het hoofd van dien
dood met bloemen, zoo h.v. stierf ik dronken
van liefde; uitgaande van het denkbeeld dat de
vrees voor den dood een oneindig grooter kwaal
was dan de dood zelve, zochten wij de eerste
te verbannen, door ons den stervensstonde zoo
aangenaam mogelijk te maken, er was dus le
venswijsheid in ons atheismus, maar in uw
somber atheismus met zijn dwaze martelaars
ligt niets anders dan levenshaat. In dit opzigt
dus ontegenzeggelijk achteruitgegaan, heeft het
in 18 eeuwen geen enkele nieuwe aanklagt tegeu meene rampen, men wijze op het leven en dood
het Godsbestuur kunuen vinden, ik beriep mij
in mijn pleidooi tegen de Goden, op de pest
van Athene, en gij op den hongersnood in China
van iederen mensch. Waarom zijn alle zaken
toch vergankelijk? waarom moeten alle menschen
sterren? kunt gij op deze vraag een verstandig