Gemengde berichten. De erfgenaam van Hornegg. xxx. wist waarheen. •Wat scheelt mij? vroeg ik flaauw, moet ik sterven •De docter schudde het hoofd. Gij rijt zwaar gewond, zeide hij« maar rust en oppassing zal u herstellen. Het tou wel goed zijn indien ik berigt aan uwe vrienden zend* •Schrijf aan vader, zeide ik, vindt zijn adres in mijn notitieboekje.* •De arts nam pen en papier en jchreef ter- Stond, gedeeltelijk zoo als ik hem voorzeide gedeeltelijk zijn inzigt in mijnen toestand. Daar op zeide hfl dat ik weggevoerd kon worden maar mij warm moest houden. Toen hij bij deze woorden opstond om afscheid te nemen kwam plotseling eene gedachte in mij op. Ik greep naar mijne borst, mijne diamanten knoopen waren verdwenen' Wat hierop verder met mij gebeurde, weet ik niet. De schrik die mij, bij deze ontdekking bemagtigde, bed de uitwerking die de arts zoo angstig had zoeken te vermijden. Ik verloor mijn bewustzijn en nadat ik in het leven was teruggeroepen, overviel mij eene hevige koorts: vele weken zweefde ik tnsscben leven en dood en toen ik eindelijk weder bij kwam, vond ik mijne dierbare ouders bij mijne legerstede. Ze bragten mij hulp en vergiffenis en aan hunne zorgen dankte ik vooral de tweede keer mijn leven. Wordt vervolgd. Den a6 dezer was bet grootste gedeelte van de gemeente Haringcarspel in feestdosch gehuld, bij gelegenheid dat de Heer jb. Swan, Onlangs benoemd tot burgemeester dezer gemeente zou worden geïnstalleerd, en voor het eerst als zoodanig "in de raadsvergadering zitting zou nemen. Daar de benoemde bijna een uur gaans van he' raadhuis woont, was door de leden van den Raad besloten zijn Ed. Acbtb. af te halen. De burgers hiervan iets vernomen hebbende, bleven niet achter om van hunne belangstelling en ingenomenheid met deze benoeming te doen blijken, door zich in optocht met een ee re wacht te paard, en eenige rijtuigen met heeren en dames daarbij aan te sluiten. Een prachtige eereboog door een vijftig burgers opgericht, het wapperen der vlaggen van iedere woning waar de optocht langs ging, gaf aan het dorp Dirks- horn een feestelijk aanzien. Ook het raadhuis was van buiten en binnen prachtig met groen en vlaggen versierd. Tot omstreeks middernacht bleef de burgerij in eene feestelijke stemming bijeen, menigen toast op het heil van den nieuwen titularis uitbrengende. Aangaande deFriesche tjalk voor de haven te Kolhorn liggende, kan nog worden geiueld, dat 't gelukt is vrouw en kinderen aan wal te brengen, de schipper zelve is aan boord gebleven maatregelen worden echter genomen, om zoo de nood aan den man kwam. ook hem te kunnen afhalen. Het schip beeft een zwaar lek bekomen, 't ligt echter op een ondiepte, zoodat zulks volstrekt geen gevaar voor den schipper oplevert. Daar de wind thans gaat liggen, zoo zal het vaartuig met het opkomende water, de haven wel kunnen binnen loopen. „Neem het zoo gestreng niet op. Ik wilde n niet krenken. Spreek thans. Gij zelf zeidet straks, dat ik ontstemd was en schrijf het daaraan toe, indien ik niet meer nieuswgierigheid aan den dag legde naar uwe openbaringen. Gij zeidet te weten, wat mij in wendig kwelt. Hoe kunt gij lat weten .Dat is juist de zaak, dat ik u het hoe nooit kan openbaren dat ik van u het geloof moet eischen, dat het mij in den droom is geopenbaard, of dat ik de taai der vogelen versta, die het mij hebben mede gedeeld of een mijner beste vrienden, die thans op den Randenburg vertoefd, het mij misschien ge schreven heeft. Bij het woord „Rardenborg" was het, als voer er een electrieke sebok door hare leden. .Zoo," zeido zij, scherp luisterend en het hoofd voorover buigend, .op den Bandenburg Is graaf Albrecht Bernswald wellicht uw vriend Max Ritter maakte met de hand een gebaar van afkoer. 20, ik bid uNeen, hij niet. Die vriend is een etl ander man. Een onschuldig muziekonderwijzer daar.* .Welaan dan, spreekt dan verder! Wat hebt ge van de vogels uit de bocmer, of vaD uwe vrienden op den RaDdenburg vernomen Gij ziet, gij begint mij nieuwsgierig te maken." Max haalde diep adem. Wat hij gebezigd bad, als Ook de leden der doopsgezinde gemeente Bïrsingerborn, Kolhorn en Wieringerwaard te Kolhorn woonachtig, wilien pogingen aanwenden om per rijtuig naar hunne kerk te gaan. De afstand is nog grooter, dan die van Schagen; er wonen ongeveer 20 leden, zoodat 't nog wel de moeite kan genoemd worden De groote af stand is thans oorzaak, dat slechts weinigen, de godsdienstoefeningen bijwonen. De wintergranen, welke na de vorst in dezen winter wederom welig tierden, worden thans door de meeste landbouwers als verloren be schouwd Had het schoone weder in "t begin dexer maand de koude en vorst der laatste dagen niet vooraf gegaan, de kans voor behoud had alsdan grooter geweest, daar 't velschil thans in eens te groot is. Algemeen is het zeggen, dat het spoor- wegongeluk bij Tilburg geweten moet worden aan onachtzaamheid van den wissel wachter Rraun die spoorloos is verdwenen. Het geregtelijk onderzoek wordt voortgezet. Toen generaal Drentelen jl, Dingsdag namiddag ten t ure te St. Petersburg den zo- mertnin voorbijreed otn zich naar de zitting van den ministerraad te begeven, reed een jong mensch te paard zijn rijtuig achterop. Naast het rijtuig gekomen schoot deze uit een revolver een kogel, die door beide vensters van het rijtuig heen ging. De generaal bleet ongedeerd en behield zijne volle tegenwoordigheid van geest; hij gaf zijn koetsier hevel den vlugtenden misdadiger te achterhalen, doch deze reed veel sneller en kwam zelfs z<ki vooruit dat toen zijn paard struikelde en viel, hij nog den tijd had in een huurrijtuig te springen en te ontkomen. Door landbouwers in de provincie Friesland worden pogingen gedaan om hunne boter voor eigen rekening te Londen aan den man te brengen. Eenigen hunner hebben daartoe te Leeuwarden eene meting belegd. Het getal koeijen in de Vereenigde Staten wordt geschat op meer dan l3 millioen, dat is zesmaal meer dan in Groot-Brittannië, tweemaal meer dan in Frankrijk, twee en een half inaal meer dan in Pruizen, en meer dan er zijn in Groot-Brittannië, Denemarken, Noorwegen, Zwe den, Rusland, Oostenrijk en Zwitserland te zarnen ofschoon de bevolking van die landen viermaal grooter is dan de bevolking der Vereenigde Sta ten. Het is interessant, eens na te gaan hoe de ouden hunne krankzinnigen behandelden. Pv- thagoras beval de phvsische werking van de toonkunst bij den waanzinnigen aan; Hippocrates behandelde den lijder met nieskruid en Philo metes genas een gek, die aan het idee fixe leed dat hij onthoofd was, door middel van een looden hoofdbedekking, waarbij de patiënt door de zwaarte en den druk van de looden muts tot het bewustzijn kwam, dat hij nog wel degelijk een hoofd bezat. Diocles behandelde een patiënt door middel van baden. Asclepiades trachtte krankzinnigen door baden en muziek, inspannenden arbeid en gedachten-oefening, liefde en andere physische middelen te genezen. Lichamelijke dwanginidde len daarentegen trachtte hij zoo min mogelijk toe te passen Weder anderen trachtten door het in't duister opsluiten van waanzinnigen want duisternis brengt de ziel tot rust door 't afscheeren van het hoofdhaar kond water kuren waarbij in het water verkoelende kruiden waren opgelost door het ruiken aan vluchtige zaken en door niesmiddelen te cureeren; zij, die genezen waren moesten een paar jaar lang op reis gaan. De Cappadociër Aretaeus wilde, dat de kamer- een aanloop, het noomen van zijne verhouding tot den Randenburg, was door Lconore in dien zin opge vat, dat hij de beste boop durfde koesteren, om voor altijd de belijdenis, dat bij geluisterd had, to ont gaan. „Gij bebt eene waarschuwing ontvangen, gravin, eene medcdeeling omtrent een leit. dat, zoo het waarheid is, uwe levens omstandigheden verandert en eehctl omverstoot." „Dat is juist en heeft uw vriend van den Randenburg u dat kunnen m< dedeelen „Gij hebt," ging Max voort, zonder die vraag te beantwoorden, „gij hebt die modedeeliug aangeboord, doch er volstrekt geen gelooi aan geslagen." „Omdat zij zonder twijfel een lengen was," viel gravin Leonore hem levendig in de rede. „Maar waarom zoude zij een leugen zijn? Er zijn zoo vele zaken, die in den hoogsten graad onwaar schijnlijk en nochtans waar zjjn." Gravin Leonore zag htm aan, met een gelaat, waarop de vroegere uitdrukking van spanning voor wantrouwen had plaats gemaakt. „Maar deze onthulling, of hoe gij het noemen wilt, was een lengen!' antwoordde zij gestreng en koel. „Zij was dat niet „Ha. het schijnt dat pij van den Randenbnrg uit wordt geinflnenccerd, dokter," zeide de gravin, terwijl zij hem in het ge!aat zap, met ten wantrou wenden, uitvorscbenden blik. „O, gravin, hoe is het mogelijk, dat gij mij van zoo iets kunt verdenkenIk kan n onmogelijk hier in deze zaal, vaar wij niet alleen zijn, alles uitleg! wanden der lijders effen en zonder platen of figuren waren, daar deze de patiënten onrustig maken en illusies in t, leven roepen. De Kanhager Constantinus Apicaeus trachtte de kranken van geest te genezen door vriendelijke taal en ver strooiing. Eene familie in Parijs ontving bezoek van een vriend, dien men in langen tijd niet gezien had; te zijner eer liet de gastheer een flesch oude Hollandsche Curacao uit den kelder halen De drank smaakte zoo goed, dat men na een eerste glas nog een tweede gebruikte: korten tijd daarna werden al de personen, die er van gedronken hadden, ernstig ongesteld, er had blijkbaar een vergiftiging plaats gehad. De geneesheer, die in allerijl geroepen werd, onderzocht de flesschen vond aan den bodem vastgekleefd een achttal kogeltjes waarmedegewoonlijk flesschen worden schoongemaakt. De kogeltjes waren zangzamer- hand in loodzout overgegaan, van daar de vergif tiging, die ditmaal gelukkig geen doodelijken afloop had. Dit tragisch verhaal vindt men in de Figaro en andere Parijsche bladen; liet is wel geschikt om het publiek tol voorzichtig beid aan te sporen hij het gebruiken van Hollandsche curacao. Daartoe moet het dan ook uitsluitend dienen. Het geheele verhaal is niets anders dan een poging van Parijsche likeurstokers om het steeds toenemend verbruik van Hollandsche curacao tegen te gaan. Voor veel geld kan men dergelijke berichten in de F igaro onder de gewone nieuws- tijdigen geplaatst krijgen. Een paar maanden geleden kwam een dergelijk eenigzins gewijzigd verhaal over de gevolgen van het gebruik van Hollandsche curacao in genoemd blad voor. Als dit verhaal vergeten is, volgt er zeker weder een nieuwe ramp. Dit is de Franschemanier van reclame. De stoomboot no. 1 van de stoomboot maatschappij De Volharding, onlangs op hare reis van Amsterdam naar Gouda door te zworen bovenlast van vee onder water geloopen, waarbij eene koe verdronk, is door Gebr. Goedkoop van Amsterdam weer boven watergebraclit. De machi ne heeft weinig schade bekomen. De boot, thans in reparatie, zal weldra geregelde dienst tusschen Gouda en Amsterdam hervatten Onlangs werd te New-York de Heer Ilenrv Green door zekere Edgart voor de rechtbank gedaagd, om schadevergoeding wegens het toe brengen van slagen en verwonding. Drie getuigen bevestigden onder eede het feit. Den rechter kwain het voor, dat zekere verstandhouding tusschen getuigen onderling en den aanklager bestond, liet iedere getuige in een afzonderlijk vei trek brengen en nam hen een afzonderlijk verhoor af. Het bleek hem spoedig dat de geheele zaak verdicht was li ij sprak dus den lieer Henry Green, vrij. Verder gevolg had de zaak niet. Toen een der aanwezigen vroeg of nu de aanklager en getuigen niet vervolgd werden, antwoordde de rechter Ik heb hier te doen met leden van de club der valsche getuigen en deze club is machtig genoeg om mij aan te klagen en te doen veroordeelen. heeft honderd valsche getuigen voor één te harer beschikking, ik waag mij niet aan haar vijandschap. De politie kent reeds lang het bestaan der club, en advocaten van slechte zaken worden er tegen vast tarief door bediend. - In de Beeinster zal een tweede stoomgemaal opgericht worden. Te Haarlem is een 67 jarig man gevat, die in een hotel verteringen maakte, voorgevende een scheepsdokter uil Amsterdam te zijn. Hij was echter een weggejaagd ziekenoppasser uit Arnhem en kon niet betalen. gen. Wilt gij mij de gunst bewyzon, mil een afzon derlijk gehoor toe to stam?" Zij knikte een paar ruilen zachtjes met het hoofd. Toen antwoordde zij: „Morgen konr morgen wanneer gij wilt, om elf uur in de bibliotheek. Gij kunt er zijn om een boek te halen. Ik zal zorgen er te wezen." Hij maakte eene buiging en de gravin stond op. Zij ging naar prins Emilo en zag naar zi^io kinder achtige sehilderproeven. Max volgde haar peizend met zijno oogen. De wijze waarop zij, in plaats van hem openlijk in hare woon kamer te ontvangen, eene samen koinst op die wjjze toestond, dat er als het ware een voorw< ndsel toe vercischt werdverried hem, dat zij juist scherper had gezien dan hijdat zij beideu retds zekeren argwaan van den vorst hadden tr vermijden. Het hin derde hem, hij sprak bij zich zeiven dat het eene waarschuwing moest wez *non hij was blijde, dat naar hij geloofde, deze waarschuwing vroeg genoeg kwam. Toen hij den volgenden morgen in de groote en een weinig verwaarloosde bibliotheekkamer kwam, zag hij gravin Leonore reeds voor een der kasten staan met een boek, waarin zij bladerde. „Gij komt," zeide zij, met een fijn lachje, terwijl hij op haar toe ging, „om een boek ter lezing te haien. Ik bob er al een voor u uitgezocht gij knnt het aan uwe vrienden op den Randenburg lee- nen." Meteen gaf zij hem het boek in een smaakvollen halfledoren band, dat zij in de hand hield, over cn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 2