7 De erfgenaam van Hornegg. Te Wieringerwaard bestaat de gunstige^) geschonken voor zijne doeltreffende maatregelen dat de gevangenen niet ontsnapten.» u u I schot«oepaling, dat er aan de sedert eenige jaren' ^laaar bestaande school voor meer uitgebreid onderwijs, thans hoofdonderwijzer de heer J. P. Goudschaal, jongens uit die gemeente, behoorende tot den minvermogenden stand, hoogtens ten getale van vijf, kosteloos onderwijs kunnen ontvangen. Een schoone gelegenheid dus voor ouders, die belangstellen in de toekomst van humte kinderen, om een knappen en leer- zamen jongen wat meer te laten leeren dan anders het geval zou kunnen zijn, en om hem daardoor eenmaal eene goede betrekking in de i maatschappij te bezorgen. De afdeeling Barsingerhorn van de Ver eeniging Volksonderwijs heeft besloten zich van genoemde Vereeniging af te scheiden en als afzonderlijke Vereeniging op te treden onder den naam van Schoolverbond De Schoolspaarbanken zullen door deze Ver eeniging worden ingevoerd. Schoolfeesten zullen wederom worden gehouden, vroeger dan in andere jaren, eu zooveel mogelijk in een uitstapje bestaan. Als beste middel tot wering van het wederom toenemend schoolverzuim werd geacht het getrouw onderzeek door de daartoe aangewezen leden van Schoolverbond bij de ouders der kinderen naar de oorzaak van liet verzuim. De voorgenomen maatregel van den Minister van Waterstaat, om pakjes beneden de 5 kilo door de posterijen te doen vervoeren, verdient alle toejuiching. Tot dus ver is dit vervoer behalve voor plaatsen aan dezelfde spoorweg onderneming gelegen, slecht geregeld en biedt hoegenaamd geen waarborg voor snelheid en veiligheid. Hopen wij dat dit het begin is san de vele diensten, welke het postwezen, behalve het brievenvervoer, den ingezetenen van het Rijk kan bewijzen. Wat in liet uitgestrekte Duitschland geen bezwaar heeft, zal het hier zeker niet heb hen. Van de volgendeongcloofelijkedaad der ruwste barbaarschheid maakt de correspondent van het Russische St.-Peterburgsche Dagblad (Petersb. Wjndomosti) te Kiew melding: »De gevangenen in het slot te Kiew smeedden vóór eenigen lijd het koinplot oin een onder- aardschen gang te graven, die lien Luiten den insluitingsmuur zou brengen. Een hunner speelde den verraderen deelde het plan aan den direkteur der gevangenis mede Deze liet echter de gevange nen rustig verder graven, doch tevens ongemerkt de vorderingen, die hun reuzenarbeid maakte,, naauwkeurig nagaan. Op zekeren nacht zou het plan uitgevoerd worden en achter elkander krópen de gevangenen door den gang doch toen zij uit de opening buiten de muur te voorschijn kwamen werden zij door het vuur van een peloton soldaten begroet. Intussclien vielen slechts de eersten als offers van dit verraad, terwijl de volgenden ge vangenen natuurlijk in den gang bleven. Thans lieten de ambtenaren door de soldalen van beide zijde in den gang schieten, waardoor alle daarin zijnde vluchtelingen gedood of vermikt werden In deze ex ecnlie» zegt de oorrespondent cynisch, «hadden de ambtenaren grooten schik, en den directeur der gevangenis werd een ridderorde wt qu—an—«m— XXXll. Den vorst over de zaak te spreken....* „Dat zou meer dan wreed zijn, hem door deze mededoolingen in spanniDg te brengen, voor wij iets zekers, een feit hebben, en zoo lang gij hem niets aoudt kunnen zeggendan de meest onbepaalde zaak ter wereld! Zoude Widmer u kunnen dienen? Wilt gij het den ambtman toevertrouwen Zij trok de schouders op en schudde het hoofd, terwijl zij voor zich op den grond zag. „Ik geloof ook,* ging Max voort, „dat voor eene diplomatie, als hier vereischt wordt, die gulle ronde oude heer het allerminst deugt. Gij ruit mij daarom niet ten kwade duiden, wanneer ik vermetel genoeg ben, nw verder vertrouwen in deze zaak te vragen. Geloof mij, mijn ijver, om u te dienen, kan door niemand ten wereld worden overtroffen; ik zal niet rusten, mij geen enkel uur gunnen, voor ik er iu geslaagd ben, u liebt te verschaffen.* „Maar gij, hoe kunt gij dat doen; tot wien zult gij u wonden, waar aankuoopingspunten vinden....* zeide zij aarzelend en tegenstand biedend. „Daarop kan ik n op het oogenblik geen antwoord geven. Maar ik heb bekenden in de stad, velerlei relaties daar... ik moet daarover eens denken en onderzoeken! Daar hebt gij de familie Hagen.''' Ik moet trachten, die nader te leeren kennen eene dociiter van den geneesheer Hagen ken ik reeds eene jonge wednwe, die in de hoofdstad woont indien haar Tader, de dokter Hagen, in het geheim was ingewijd, dan is bet toch wel waarschijnlijk, dat ook het een of ander lid zijuer familie daaromtrent eenige aanwijzing ontving. Gelooft gij dat ook niet Het is ten minste mogelijk.* „Er moet eerst in dien kring worden gezocht. Gelakt het niet, daar een spoor te vinden, dau zou bet noodig zijD, uit te vorschen, waar en op welk terrein graaf Albrecht zijne nasporingen doet. Mijn bekende op den Randenbnrg zou mij hoe slecht diplomaat bij overigens ook wezen moge de In de pianofnbriek van Holling en Span genberg te Zeist is dezer dagen de i5ooo piano vervaardigd, en bij die gelegenheid een schit terend feest gegeven. Te Kieuw- Appelscha is de scheepvaart om turf druk aan den gang. Buitengewoon veel wordt er afgeleverd. In de graverij werken on geveer IIOO man met de veenspade en kruiwagen die het paar, graver en kruier, daags 5 gld. kunnen verdienen. De school wordt echter bij deze drukke bezigheden zeer ontvolkt In de Wiuenburgscbegrachi te Amsterdam is gisteren een schuitje, waarin zich twee personen bevonden, omgeslagen, Slechts een hunner kon gered worden, hoewel met veel moeite. De an der zonk onmiddellyk en werd eerst later te ruggevonden Misbruik van sterken drank was weder oorzaak van dit ongeluk. Zaterdagavond vergaderde te Amsterdam de afd. Volksonderwijs. Mej. L. Hardenberg, directrice der kweekschool voor onderwijzeres sen te Leiden, leidde het debat in over de inrichting en werking der bewaarschool. De spr. meende dat voorbereiding voor de lagere school meer een natuurlijk gevolg dan het doel der bewaarschool zijn moest. De bewaarschool heeft enkel de kinderen nuttig bezig te honden, leeren omgaan en spelen met andere kinderen, leeren zien en bevatten, voldoening vinden in zijn zucht tot arbeid een arbeid nl. rekening houdende met de kinderlijke behoefte. Ontken nend beantwoordde zij de vraag of de tegen woordige bewaarscholen zulk een voorbereiding geven. Geestig omschreef zij de kinderrampen en ellende ecner bewaarschool van den ouden stempel, waar de kinderen worden bezig gehouden met voordreuneu van versjes, zingen en bidden zonder iets te doen of te spelen. Later zijn zulke scholen in Fröbelscholen veranderd waar de kinderen rustig zwijgend moesten leeren vlechten verder nabouwen en stompzinnig worden. De leerling eener school naar de eischen der spreekster daarentegen moet op zijn 6e of 7e jaar, den tijd dat het Lager Onderwijs aanvangt kunnen stil zijn, en begrijpen, leeren luisteren, spreken, verstand hebben van dingen rondom zich. rekenen zonder cijfers te kennen; met andere woorden, hef kind moet zóó ontwikkeld zijn, dat, als het teekens kende, zou kunnen schrijven: het moet kunnen werken. Zulke leerlingen zijn keldzaam. Veeleer worden zij bedorven, in plaats van ontwikkeld op de be waarscholen. Lokalen, leermiddelen, tuin, alles ontbreekt meestal ten deele, en vooral het personeel laat veel te wensehen over. Men heeft als aspiranten noodig meisjes, lichamelijk wél ontwikkeld, die tot haar 16e jaar goed onderwijs genoten hebben, lust bezitten om met kinderen om te gaan, én die niet nuffig zijn. Voorts is liet wensclieJijk, dat zij door liet ouderwijs leereii weten wat zij willen, en leeren kunnen wat zij willen. Aan hel hoofd van eene school staande, moeten zij roeping hebbcu voor de zaak, en goed vakonderwijs hebben genoten in een flinke practische inrichting. Dit is wenschelijk. En wat hebben wij Er zijn in Leiden op de kweekschool in de laatste 1 jaar slechts' 2 meisjes behulpzame hand kunnen bieden om den graaf gade te slaan en mij van zijn doen en laten op de hoogte te houden. Men zegt „willen is kunnen*, gravin, en de wil om u licht te verschaffen, heb ik. Van dit oogenblik af ken ik geen ander levensdoel mrer GraviD Leonore zag hem aau met een geheel bijzonderen blik, als wilde ze schoorvoetend hom onderzoeken als ware er voor dien ijver, dien bij aan don dag legde, meer angst dan dankbaarheid in haar hart. Toch gaf zjj hem de hand en zeide „Nu welaan, gij ziet, ik moet uwe hulp dankbaar aannomon en bet als een geluk |beschouwen, dat zij mij wordt verleend, omdat ik zelve volstrekt niets kan doen. Maar wees voorzichtig. En vermijd bovenal elke ontmoeting met graat Albrecht uw leven zou op het spel staan, wanneer hij op de gedachte kwam, dat gij zijne paden wildet doorkruisen!* Max glimlachte. „Wat houdt gij hem voor ge vaarlijk man, dien graaf Albrecht?* Er lag iets behagelijks voor Max in die door en door slechte opinie, welke Leonore van haren neef koestarde. Ook maakte het hem gelukkig, dat hij zoo plotseling de vertrouwde van Leonore was geworden, van wien zij een zoo grooten dienst, eene zoo zeer verplichtende hulp wilde aancmen. In die vreugde zag hij geheel en al voorbij, dat zij het slechts tegen haren zin en schoorvoetend, met een angstig bart deed, ook dat zij sleehts tegen haren zin hem Terlof gaf, om, indien hij haar iets had mede te deelen, haar om een rcndez.vous te vragen hier, in de bibliotheek. Daarop gaf zij hem nog even vluchtig de hand en was spoedig verdwenen. Toen de gravin was weggegaan cn Max nu alleen in de bibliotheek bleef staan, overgelaten aan zijne gedachten, begon de moeielijkheid der taak, die hij <>p zich genomen had, zich meer en meer helder voer zijnen geest te ontwikkelen. Hij liet zijne ge dachten zweeven in alle richtingenen zocht aanknoo- pingspunten met mcnschen, die hem wellicht behulp zaam zouden kunnen zijn en zoo dacht hij er over naar de hoofdstad te reizen Plotseling herinnerde hem de voorstelling dier reis aan het ver overstroomde rivierdal, aan den Qualm en het veerhuis, aan den uit destad kunnen worden aangenomende mees ten die zich aanmeldden hadden geen onderwijs genoten, en waren meisjes, die als dienstbode of kamenier niet bruikbaar waren. Vele onge lukken op die wijs. De oorzaak is, dat de Regeering voor de bewaarscholen zoo weinig doet, zoodat de betrekking van onderwijzeres zeer slecht bezoldigd wordt. Veel zou reeds gewonnen zijn, als voor de opleiding van het personeel heter gezorgd werd. zoodat, al ware het slechts 0:11 die opleiding, een beter soort van aspiranten zich aamnelde. Zoo begreep Antwerpen het. Het zond 3 meisjes naar de school te Leiden en later weer 3, en bouwde eerst een school toen het op goed personeel kon rekenen. Hier te lande doet men liefst omgekeerd. Thans wil men de bewaarschool voorbijgaan en de voorbereiding bij het lager onderwijs zelf Drengendit keurt spreekster af. Ware de bewaarschool goed, degewenschte voorbereidende klassen zouden overbodig zijn. Bovendien, vroeg zij ten slotte, wat zal men doen met de kinderen van 2 5 jaar? Wellicht komen de kinderen dan op 2 slechte voorbereidingsscholen, in plaats van één. Nadat deze rede warm toegejuicht was ver dedigde inr. W. W. van Lennep het stelsel der voorbereidende klassen op de lagere scholen. De bewaarkelders of "huisjes», waar de kinderen thans opgehoopt worden, maken zulke klassen noodig. Eene radicale hervorming is voor 't oogenblik te duur. Testas bestreed deze meening omdat de voorbereiding ook z. i niet bij de lagere school past. Hij wenschte minder nog een wet op de bewaarschool dan wel em exa men voor de leeraiessen of opleiding op eene Rijkskweekschool. Daarna werd nog door verschillende personen het stelsel der voorbereidende klassen bestreden of verdedigd. Mei. Hardenherg.de verschillende sprekeis beantwoordende, geloofde dat reeds veel bereikt is, wanneer ontevredenheid over den toestand wordt gewekt; maar zou niets liever zien, dan dat er pogingen werden aan gewend 0111 personeel te verkrijgen. Zij meent, dat juist wat de lieer van Lennep omtrent de »huisopvoeding« vermeld heeft, bewijst, dat bewaarscholen hoog noodig zijn Ook zullen er bij liet oprichten dier voorbereidende klassen, van de bewaarschool, indien zij zal aansluiten aan die klassen, enkele oefeningen moeten ver dwijnen, die inen niet gaarne gemist zou zien. Anderen echter meenden, dat men het hereik- bare grijpen moet, al is liet ideaal van mejuf frouw Hardenberg zeer schoon. In den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken in het kantoor van de stóomolie- slagerij der heeren Dros en Hoogeveeri, te Alphen a|d Rijn. Door liet indrukken eeher glasruit heeft men zich toegang weten te verschaften en toen klaarblijkelijk met het meeste gemak kasten en lessenaars opengebroken en doorzocht. Ook voor eenige jaren was daar ingebroken, doch sedert dien tijd weiden van Zaterdag tot Maandag, wanneer in de fabriek 's nachts niet doorgewerkt wordt, alle geldswaarde elders ge borgen, zaodat de dieven thans met leege handen konden aftrekken. Een brutale diefstal viel dezer dagen te Zwolle voor inde wachtkamer der politie- voormaligen zouaaf en de oude vrouw, met hare meermalen uitgesproken begeerte, om den vorst van Hornegg te zien, welke begeerte de vorst had gewei gerd in te willigen. Zou het niet mogelijk wezeD, dat deze vrouw den vorst een en auder had mede te deelen, dat op deze zaak bitrekking had was het niet zelfs waar schijnlijk, omdat zij het zoo als oen goheim behandelde, dat zij niemand wilde toevertrouwen Had niet de zoon dier vrouw hem daarenboven gezegd, dat zij in hare jeugd kamenier bij eene der vorstinnen van Hornegg was geweest Max werd door die gedachten zoo getroffen, hij was er zoo van vervuld, dat hij besloot, oogenblikkelijk het veerhuis te bezoeken. Hij zocht zijne kamer op en kleedde zich voor eene wandelingtoon liet hij door een bcdieude zich bij den vorst verontschuldigen, indien hij 's middags, wegens oen uitstapje, nietaair tafel kwam. Den weg naar het veer aan don Qualm vond hij gemakkelijk terug, al had hij dien de eerste maal ook in diepo schemering en bij avond gegaan en na een stevig uur met rassche schreden te hebbeu voortgo- wandehl, zag hij de eenzame en hooggelegene hofstedo voor zich. Want thans, nu de wateren weder binnen hnnne perken waren teruggeke erd en overal, waar vroeger do als een meer zich uitbreidende, rivier had gestaan, lagen nu de akkers, bedekt met bet frisscho groen van het pas opgekomen winterkoren, lag het veerhuis hoog boven de diep ftusschen zijne oevers ingesnoerde ririer, die haar koude staalgrijze wateren langzaam voortschoof, zoo langzaam en traag, alsof haar verdroot in de voor haar liggende verve lende en trieste woestijn van zandheuvelen door to gaan. Toen Max het huis had bereikt, zag hij in den tuin ter zijde van het huis, het jonge meisje, de zuster van den veerman staan zij bladerde van de hooge koolstruiken veevoeder af en deed het in haar voorschoot. Toen hij naar haar toe gegaan was cn haar naar hare mosder had gevraagd, zaido zij „Het gaat met haar zoo, zoo Diet vooruit en niet veel achteruit. Wilt gij eens naar haar omzien? Zij zit bij den haard en dut een beetje. Ga mede naar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 2