M APRIL.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. 1879.
23ste Jaargang,
No. U8i:
SUlUldl COURANT.
Dit blad verschijnt twee maal per week: Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in bet eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil tonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te bién.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3 6oi
Afzonderlijke nummers f 0.07J.
Advertentiën van een tot vijf regels f 07a; iedere
regel meer f o. i5. Groote Lttcis naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekbandelaren aangenomen.
ttckciHlmaking.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen.
Gezien de Dispositien van Zijne Excellentie
den heer Commissaris des Konings in Noord-
Holland van den 21 en Maart 1879 No. tiS
1442 en 229' Provinciaal Blad No. 18/19.)
Gelet op onderscheidene bepalingen der Wetten
op het regt van patent en op de personeele
belasting
Brengen door deze ter kennis van de Ingeze
tenen dezer Gemeente.
Dat de uitreiking van de Beschrijvingsbilletten
betrekkelijk de belasting op het personeel zal
aanvangen op den 5en Mei aanstaande:
2 Dat, overeenkomstig 2 van art. 29 der
wet op de personeele belasting, benoemd zijn om
als tegcnschatters van de zijde der belasting
schuldigen te dienen, ingeval van herziening,
achtervolgens het bepaalde bij art. 3a 2 der
wet, van het aangegeven bedrag dër huurwaarde
of aantal deuren en vensters of haardsteden de
heer en:
1. Dirk Roggeveen Senior en
2. Comelïs Nicolaas Vlaming.
3. Dal de. uitgifte van de verklaringen van
aangifte voor het regt van patent zal aanvangen
op den Hen Mei aanstaande, en dat met de
weder bijecnverzameling dier verklaringen op
den 16 Mei daaraanvolgende zal moeten begonnen
zijn: een en ander intusschen met uitzondering
van de patentpligtigen vermeld onder No. 37
tot 4° van la bel 14 Tappers enz.) aan welke
de bedoelde verklaringen, welke binnen drie
dagen na de uitreiking zullen worden opgehaald
afzonderlijk en onverwijld bij den aanvang
des dienstjaars zullen afgegeven worden.
4- Dat zij die bij de uitreiking of terughaling
van verklaringen betrekkelijk het patentregt,
mogten overgeslagen zijn, zich daarop met
zullen kunnen beroepen, maar integendeel verpligt
zt/n zorg te dragen, dat de vereischte en behoorlijk
ingevulde verklaringen door hen worden ingediend
hetwelk zal behooren te geschieden, ten kantore
van den Ontvanger van s Bijks Directe Belas
tingen waartoe de Gemeente behoort, onverwijld
nadat de uiterste dag voor de terughaling
der verklaringen zal verstreken en dus van de
omstandigheid van vergetene uitreiking of
wederophating zal gebleken zijn, aan welk
kantoor tevens de vereischte billetien kunnen
worden verkregen.
5- Dat de dag waarop de patenten voor 1
de patentpligtigen vermeld in No. 37 tot 4°
van Tabel i4 {tappers enz) ter af haling gereed
zullen zijn, nader en in tijds zal worden
aangekondigd, doch dat deze patenten, ingevolge
art. 2 der wet van 24 April 1843 Staatsblad
No 17) niet mogen uitgereikt en de bedoelde
patentpligtigen [tappers enz.) deze hunne beroepen
niet mogen uitoef enen alvorens hun verschuldig-
den aanslag wegens het patentregt dier beroepen
over het vorig dienstjaar ten volle en dien over
het nieuwe dienstjaar voor de helft te hebben
betaaldwaarvan een ieder, bij de afhaling van
het patentblad, door vertoon van de vereischte
kwitantien zal moeten doen blijken.
Wordende eindelijk een ieder, ten allen
overvloede herinnerd, dal de noodzakelijkste
inlichtingen betrekkelijk eene behoorlijke invulling
der beschrijvingsbillettenzoo voor de person ele
belasting als het patentregt, op die billetten
afgedrukt zijn om door belanghebbenden te
kunnen worden geraadpleegd.
Schagen den 22 April 1879.
Burgemee-'er en Wethouders voorn.,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Tijrisbcschotiwiiigcn.
Het budget van oorlog. De bescheidenheid van
den Minister van oorlog, die zich tot eene aan
vraag bepaalt van 2.5 millioen ter voorziening
in de behoeften van een paar en dat nog wel
niet het oog op den kritieken toestand onzer
financiën is hoogst opmerkelijk. Wat zou toch
wel gevorderd worden door een minder schroom
vallig man en hij gunstiger financiëele omstan
digheden en vooral indien aan de aanvrage
gepaard ging de verklaring dat hetgeen gevorderd
werd voldeed aan de behoefte? Wij zijn niet
van plan de begrooting in bizonderheden te
bespreken; hoe noot lig dit ook zij, wij moeten
dit aan deskundigen overlaten, maar toch valt
niet te ontkennen dat er een perk aan de steeds
klimmende eischen voor deze uitgaven moet
worden gesteld. Het is waar, dat hij het huis
houden van den Staat het omgekeerde van den
regel geldt, dat men zijn uitgaven in verband
moet brengen met zijn inkomsten, want hier
moeten de behoeften eerst worden vastgesteld
om daarna de middelen te beramen, die de
noodige som zullen opbrengen. Maar toch kan
het onmogelijk aangaan dat geene rekening
gehouden wordt met de verhouding tot andere
uitgayen, noch met de vraag of de uitgave op
zich zelf niet te groot is. E11 wie zal, oppervlakkig
gezien, een eiscli van 25 millioen niet onzinnig
noemen? Hoe, Nederland! een land, sterk door
zijn ligging, door zijn politieke betrekkingen
vrij van gevaar om in een oorlog te worden
medegesleept, zonder militaire aspiratien, ja,
veeleer! met een antimilitairen geest bezield,
vraagt a5 millioenen voor oorlogskosten; sluit
te gelijkertijd leeningen, laat uit zuinigheid eene
plaats onbezet in het hoogste rechterlijk collegie
en bezit een heerleger van ambtenaren, heneden
eene bezoldiging vanf5oo,Deze zaken rijmen
niet en het is de plicht der Staten Generaal
hierin verandering te brengen. Zij zullen daarin
echter alleen kunnen slagen indien de volksopinie
zich luide hooren laat en vooral hij verkiezingen
op den voorgrond wordt gezst dat de militaire
uitgaven binnen behoorlijke perken worden
teruggebracht. Men zal mij vragen, wat is de
grens en wat zijn perken?
Ik zal met eene andere vraag antwoorden.
Wordt niet te veel onze kracht van verdediging
gezocht in het cijfer dat wij daaarvoor uitgeven?
Wij weten zeer goed dat die verdedigingskracht
vroeger veel en misschien nu nog meer dan ooit
heeft te wenschen gelaten; wij herinneren ons
opperbest dat het Thorbecke geweest is, die de
verdediging van ons land de eerste allervragen
heeft genoemd, maar nog eens. zijn wij meer
verdedigbaar, naar mate wij grooter sommen
offeren in den bodemloozen put van het Ministerie
van oorlog? Indien niet gelijk nu geschiedt, door
ontwikkelde mannen, zonder blikken ofbloozen
de verdediging van Nederland eene oninogelijk-
van defensie zijn ontdekt. De begrootingssom
is voor vele onverschilligen een afkoop van de
vraag; het millioen zal ons redden maar zonder
millioenen zal de verdedigingskracht van Ons
land oneindig winnen als ieder beschaafd man
zijn voorrechten als Nederlander op prijs stelt
en als regeering en volk de weldaad verhoogen
van het Nederlandschap. Indien onze hegrootingen
van oorlog in dien geest werden opgemaakt
zouden zij dan niet kleiner van cijfer en van
grooter doeltreffendheid zijn?
De misdaden in Rusland. Van ons vorig
onderwerp tot dit is de Overgang zoo geleidelijk
mogelijk. De oorlogskracht van Busland moge
zoo gevreesd niet meer zijn als in vroeger jaren,
toch is Rusland buiten kijf eene militaire mo
gendheid. Oorlog verslindt de inkomsten van
den Slaat en leeningen op leeningen moeten de
uitgaven voor oorlog goed maken. Intusschen
werd het in de Krim geslagen, heeft het opstand
op opstand te dempen gehad en heeft het een
oorlog zonder roem moeten voeren tegen den
reeds lang doodgewaanden sultan van Turkije.
Maar een grooter kwaad nog heeft deze militaire
richting ontwikkeld Het Russische volk wordt
moede van die soldaten heerschappij en de
hnreaiieratiu door haar gehandhaafd verfoeit
het. I11 het geheim broeit het verzet en de
misdaad treedt op onder het mom van vader
landsliefde. Sluipmoord op openbare plaatsen
en klaarlichten dag geven de schatting aan, die
het gouvernement bij het volk geniet. Met angst
moet de toekomst voor dit groote rijk worden
te gemoet gezien. Een gevaar voor zich zelve
staat het aan den rand van een afgrond. En dit
niettegenstaande de Minister van oorlog waar
schijnlijk met welgevallen Op zijn werk zal
nederzien. Ongetwijfeld zullen de arsenalen
gevuld zijn en de kaders volledig en op het
papier Rusland sterk, doch in werkelijkheid heeft
men weinig baten gekocht in de roebels voor
het ministerie van oorlog uitgegeven.
God dank! verdergaat de vergelijking ook niot.
Dat in Nederland weinig waardeering bestaat
van de groote voorrechten, die mén als Neder
lander geniet, is enkel ondankbaarheid en kort
zichtigheid in Rusland daarentegen kan men
zijn vaderland lief hebben maar moet men
het beklagen of schuwen. Doch ook Rusland
moet zijn uitgaven voor oorlog verminderen,
daar het voor de toekomst eiken oorlog ver
mijden moet en zich behoort te bepalen
tot de oplossing der geweldige vraagstukken
die zich in eigen boezem voor doen. Het leger
behoort beperkt te worden tot dat van een
Slaat, die afziet van allen invloed door den sa
bel. Een budget als het onze zal voldoende zijn.
Maar alle krachten zullen moeten worden in
gespannen tot het brengen van een ordelijk,
gezond leven in de ontzetteud uitgebreide deelen
van het wereldrijk. De regeering uil Moscou
moet ophouden. Het kan niet anders of het
beid of eene dwaasheid geacht wordt; indien bloed moet stroomen door het hart, maar zoo
integendeel ieder bezield is met de overtuiging alle bloed stroomt naar het hart, volgt etne
dat de handhaving onzer nationaliteit niet eeue beroerte. De deelen moeten gevoed en gedrenkt
onverschillige zaak, maar onze hoogste staat- worden eu daartoe moet I e bloed door de
kundige plicht is, eerst dan zal bel ware sij^teciu kafmers van het hart. Het is i eu uiterst inueielijk