21
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
i Q> n i <3
Ao. 1379.
23stc Jaargaaj.
Mo. 1182.
Hckcmlmakiiigcii.
VERKEERDE KEUZE.
Dit blad verschijnt twee maal per weckWoens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentien in bet eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag \roeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil tonder deugd fe dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6oj
Afzonderlijke humm$r&-y 0.07I.
A dverffntiën van écn tot vijf regels o yr^Oedere
rpgel meer o. 15. Croojte Etters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter algemeene kennis dat aan Klaas
Blomtimmerman aldaar, vergunning isverleend
het perceel staande in de Hoepbinnen deze
gemeenteWijk C. no. 099., te mogen inrigten
tot brood en koekbakker ij
Schagen 9.4 April 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
KERMIS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter algemeene kennis, dat de Raad heeft
besloten dal de kermis in deze gemeente zal
plaats hebben en invallen op Zondag 11 Junij
a. s. des namiddags ten ure, om te eindigen
op Zondag den i()en daaraanvolgende.
Schagen den 25 April 1879.
Burgemeester en Wethouders voorn
G. LANGENBERG.
De Secretaris
DENIJS.
Aangifte van verhuizing.
Burgemeester en Wethouders van Schagen.
brengen, voor zooveel noodig, met het oog op
het verzuim betrekkelijk bet doen van aangifte
ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente,
der ingezetenen in herinnering, de volgende ar
tikelen van het politie reglement dezer gemeente,
als
Art. II.
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal
daarvan binnen acht dagen behooren te worden
kennis gegeven, ter secretarie dezer gemeente,
op den voet als hierna is bepaald, te weten
Voor een geheel gezin, inwonende dienst en
werkboden daaronder begrepen, door bel hoofd
van dat gezin;
Voor afzonderlijk levende personen door ben
zeiven.
A rt. 12
Overtreding van het vorig artikel wordt ge
straft niet eene boete van I gulden.
Schagen 2.5 April 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. LANGENBEBG.
De Secretaris,
DENIJS."
111.
De raad van legatie boog op eene stijve en
afgemetene wijze voor den ritmeester, zoo dat
deze die op het punt geweest was den pleegbroeder
zijner Edith met een warmen handdruk te be
groeten, de reeds uitgestoken hand terugtrok en
zich voornam den hoogmoed van den diplomaat,
den trots van den krijgsman tegenover te stellen.
Aan dat kleine pijnlijke tooneel werd een einde
gemaakt, door het binnentreden der dames.
De ritmeester had nu nog slechts oogen voor
zijne bruid, wier verschijning zelfs voor hen
die niet met verliefde oogen zagen, de-beide lief
uitziende dochters van den huize, geheel in de
schaduw stelde.
I11 haar kleed van zeegroene zijde, met paarlen
in het haar, om den hals en om de arinen, geleek
zij op eene zeenimf die uit haar vochtig element
was opgekomen om een sterveling gelukkig ot
waanzinnig te maken. Zij schepn den raad van
legatie nog niet begroet te hebben, na zijn 1
terugkeer, maar de vreugde van het wederzien
moest tusschen hen niet groot zijn. Eerst adat
Mevrouw von Ileisewitz geroepen had: N11, Róhert
kent gij onze Edith niet meer? naderde de jonge
diplomaat, de schoone bruid en drukte op een
toon die zijne woorden logenstraften zijne vreugde
uit, zoo vroeg te zijn gekomen dat hij haar nog
voor haar vertrek uit zijne ouderlijke woning
kon begroeten-
Een blik van toorn en haat trof hein uitEdiths,
oogen. Snel trok zij hare han I terug die hij
gegrepen had en vlugtte naar haar verloofde,
die een stom me, maar aandachtige toeschouwer
van het voorgevallene geweest was.
»Wat heeft tusschen die beiden plaats gehad?»
vroeg hij zich af. De raad van legatie schijnt]
ontevreden te zijn over Edithjs huwelijk, dat]
bleek reeds uit zijn gedrag jegens mij en zij ziet
er ut als of zij hem vreest. IJe ritmeester
kon zich niet langer aan zijne overpeinzingen
over geven want liet gezelschap had zich intiis.
schen geplaatst en het gesprek werd algeineener.
Voor de eerste maal, zoo lang*als bij haar kende
nam Edith hier ook ijverig deel aan en wat
Koert liet meest bekoorde, was dat ze bijna
uitsluitend, liet woord tot hein rigtte
Niettegenstaande alle moeite die mevrouw von
Ileisewitz zich gaf, wilde er dien avond toch
geen ongedwongen toon heerschen. Het was
duidelijk dat de overste en zijn zoon door eenen
zwaren last werden ter neer gedrukt. Therdses
oogen rusten wel met blijden trots Op het gelaat
van den geliefden broeder, maar ook zij scheen
door een wolk van treurigheid omhuld. Alleen
Bella, de jongste dochter des huizes babbelde
onschuldig en vrolijk, maar kon evenmin den
zwaarmoedigen geest verbannen die over het
gezelschap lieerschte, als Ediths ongewone le
vendigheid hiertoe in staat was. Het ongewone
en onnatuurlijke hiervan maakte eerder een
angstigen indruk.
Eindelijk overwon de raad van legitie met
zigtbare inspanning de doffe neerslagtiglieid
waarin hij verzonken was, en vertelde op eene
boeijende en interessante wijze san zijn verblijf
in Spanje en van eene reis die hij, in liet af-
geloopene jaar, op last der regeering naar Indië
gemaakt had.
Men moet in Spanje geweest zijn oin te he
grijpen hoe men smaak kan vinden in stieren
gevechten en, in vroegere jaren, in Auto da fes
als volksfeesten en slechts hij die Indië bezocht
kan zich verklaren hoe men daar weduwen
kan verbranden en met zulk eene wreedaardige
halstarngheid aan dit onmenschel ij ke gebruik
kan vastbonden, voegde hij er hij.
De zustens vervolgd :n dit laatste gesprek en
Bobert gaf eene uitvoerige beschrijving van het
verbranden der weduwe van een Indische vorst
zoo als hij die van een ouden inboorling, die
ooggetuige was geweest, gehoord had.
Allen sidderden maar Edith riep met verruk
king uit: »Wat moet dat schoon geweest zijn.»
Mevrouw von Ileisewitz wierp haar bliksemsnel
een blik toe waarvoor zij verstomde, maar haar
verloofde drukte haar in stilte de hand. Het
scheen hem toe alsof die uitroep, eene onwille
keurige uiting van hare gloeiende liefde Voor
hem was geweest die eene vereeniging ook na
den dood, als benijdenswaardig beschouwde.
Waartoe zijn wij gekomen riep de vrouw vau deu
huize, zijn dat nu ook bruiloftgesprekken Mijne
arme Edith is er bleek van geworden. «Het is
ook reeds !aat,« voegde zij er inet een blik op
de pendule hij, «morgen is het voor ons allen
een drukke vermoeijende dag, dus wenscli ik u
allen goeden nacht.
Zij stond op, kuste hare kinderen en Edith en
reikte den ritmeester de hand.
«Goddank, de avond is gelukkig voorbij!"
zuchtte zij toen zij inet haar echtgenoot alleen
was. »Was het reeds morgen avond« gaf hij teil
antwootd. De ritmeester en de raad van legatie
volgden den vooruitliclitendeu bediende naar den
de logeerkamers
vleugel van liet slot, waarin
lagen in scheidden met een beleefden groet van
elkander.
De storm huilde, en de wolken joegen langs
den gezichtseinder als werden ze door reuzen
handen voortgezweept; het was een schrikwek
kende nacht en angstig werd liet den ridmeester
te moede in het groote ouderwetsclie vertrek
met donker eikenhouten beschot, wat met het
licht der kaarsen scheen te spotten. Billend
ontdeed hij zich van zijne kleederen en wierp
zich in bed. Nog eens liet hij alle gebeurtenissen
van den afgeloopen dag voor zijnen geest haen-
trekken, nog eens beangstigden bange voorge
voelens zijne ziel, maar zijne gedachten verwar
den zich, hij zonk in een zwaren onverkwik-
kelijkcn slaap.
Plotseling sprong hij op. Niet langzamerhand
was hij ontwaakt maar eensklaps, alsof een
uitroep, een vreêselijk gevaar, hein verschrikt
had. lnstioktmatig stond hij op, stak de kaarsen
aan en wierp zijne kliederen 0111. De sterke
dappere man die den dood meermalen op het
slagveld onder de oogen had gezien, sidderde en
beefde voor iels wat hij zag noch hoorde, maar
wat zijne ziel met een onnoemelijk afgrijzen
vervulde.
Met inspanning van zijne wilskracht schudde
hij dat vreemde gevoel af, opende de deur, en
wist toen dat zich een gevaar, door zijne reuk
zenuwen aan hein kenbaar had gemaakt, zonder
dat hij er zich, slaapdronken als hij was, re
kenschap van luid kunnen geven. De gang was
met verstikkenden rook gevuld, waarbij zich de
reuk van verbrand hout voegde. Aan liet einde
van een zijgang sloegen reeds de vlammeu uit
en vonden rijkelijk voedsel in het oude eikenhout
wat de voorvaderen in verkwistenden over
vloed aan den houw van het hui^hadden besteed.
De storm die reeds doortogt vflnS door de van
den gloed gebar-.tene vensterruiten wakkerde
den brand aan.
Dit gezicht gaT aan den ritmeester zijne
geestkracht, terug. Nu had hij inet iets werkelijks
iets zigthaars te doen. liet slot brandde! Wel
was het vuur een geweldig boos element, maar
toch konden menschel ij ke kracht en overleg
er tegen kampen en het overwinuen.