ZONDAG
M IEL
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
Ao. 1879.
23ste Jaargang.
No. 1186.
VERKEERDE KEUZE.
SCIIt TTMUJ
m
v.
Tol larigl «Ier lielanffliebbentlcn dicnl:
Dit blad verschijnt twee maal per week: IFoens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags ia ure worden adverlentiën in het eerstuilkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag \roeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o,
Afzonderlijke nummers J 0.07$.
Adverlentiën van een tot vijf regels f O 73; iedere
regel meer f 0.t5. Croote lettels naar plaatsruimte.
Naar rolksheil zonder deugd te dingen
|s arbeid aan een rots te biên.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen
KERMIS.
Burgemeester en JFet houders van Scha gen,
brengen ter algemeene kennis, dat de Baad heejt
besloten dat de kermis 1 n deze gemeente zal
plaats hebben en invallen op Zondag 23 Junij
a. s. des namiddags ten 4 are, om te eindigen
op Zondag den icjen daaraanvolgende.
Schagen den aü April 1879.
Burgemeester en IFcthoudcrs voorn.,
G. LA NGENBERG.
De Secretaris
DENIJS.
Aangifte van verhuizing.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen, voor zooveel noodig, inet het oog op
het verzuim betrekkelijk het doen van aangifte
ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente,
der ingezetenen in herinnering, de volgende ar
tikelen van het politie reglement dezer gemeente,
als
Ikmoel! herhaalde hij de door den bediende
aangewende poging om hein tegen te houden
met een ongeduldig gebaar afweren.
Op dezen geleund, verscheen hij te midden
der treurenden, op het oogenhlik dat de dragers
de lijkbaren ophieven om ze naar het graf te
brengen. Kr ontstond groote opschudding bij
zijn binnenkomen. Op zijn stok leunende, wan
kelde de overste hem te geinoet. Hij had de
regeling van alles op ziel» moeten nemen want
zijne vrouw die anders het huis bestierde was
als verpletterd, en onbekwaam iets te beschik
ken. Dof en zonder tranen zag zij het overschot
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal Jvan den 'choonw e" l'oopvollen zoon en van
daarvan binnen acht dagen behooren te worden het jonge wezen, wat zij inet hare 1 1
kennis gegeven, ter secretarie dezer gemeente,l|,ad opgevoed, werd
op den voet als hierna is bepaald, te weten:
Voor een geheel gezin, inwonende dienst- en
werkboden daaronder begrepen, door het hoofd
van dat gezin;
Voor afzonderlijk levende personen door hen
zei ven.
Art. 13
Overtreding van het vorig artikel wordt ge
straft inet rene boete vau l gulden.
Schagen 2a April 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBEBG.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en IFethouders van Schagen
roepen mits deze op, alle zoodanige Ingezetenen,
die op den l Januarij 1879 hun 25ste Jaar
zijn ingetreden, benevens de zoodanigen, die
zich van Buitenlandseh in deze gemeente geves
tigd hebben, voor zooverre zij nog in een der
Klasse van de Schutterij vallen, om zich tusschen
l5 Mei en I Junij aanstaande, ter Secretarie
dezer Gemeente voor de Dienst der Schutterij
te doen inschrijven, zullende tot ontvangst van
hun aangifte te dier plaatse speciaal worden
gevaceerd op alle werkdagen des voormiddags
van 9 tot 12 ure.
Dat als Ingezetenen in deze worden beschouwd,
alle Nederlanders, in het Rijk hun gewcon
verblijf houdendeen alle Vreemdelingenin
het Rijk woonachtigwelke hun voornemen
kinderen
opgevoed, wegdragen. Dof en zonder tranen
zat zij nog op dezelfde plaats toen de stoet van
zijn treurigen gang terugkeerde en afscheid van
haar kwam nemen, Eerst toen de Ritmeester
haar naderde en hare hand greep kromp zij
in een. «Vloek mij niet. ik ben genoeg gestraft,"'
mompelde zij. «Ik u vloeken? vroeg hij ver
wonderd «Ik bekiaag 11 en mij zelve, wij hebben
beiden zeer veel verloren.
«O gij weet niet, gij weet niet! steunde zij
«Maar gij zult alles hooren,« voegde zij er bij
en een straal der oude geestkracht schoot u:t
hare oogen. Ik wil mijne bekentenis voor 11
afleggen. Gij zult mijn rechter zijn, volg mij.»
Zij ging hem voor naar het door haar be
woonde, verduisterde vertrek, verzocht hem te
genover haar plaats te nemen, en begon haastig
als vreesde zij ccnig oponthoud, en zonder verdere
inleiding.
Mijn man en Edilh's vader de graaf van
Bergen waren vrienden uit de jeugd. Toen hij
zijne vrouw welke een jaar na de geboorte harer
dochter stierf, in het graf volgde, was Kdith
tien jaren oud. Mijn echtgenoot was tot voogd
benoemd en in liet testament, werd uitdrukkelijk
verlangd dat wij de wees tot ons zooden nemen
en met onze kinderen opvoeden.
Wij waren hiertoe gaarne bereid, en ik durf
verzekeren dat ik haar inet moederlijke teeder-
heid ontving en opvoedde, ofschoon Edith's
om zich aldr.ar te vestigen zullen hebben aan
den dag gelegd.
Dat de aangifte tot Inschrijving in alle I schuwheid en eenzelvigheid, somwijlen plaats
qevallen voor de Inqezetenen van den hierboven) 1 1 11 1
•t Jmakend voor buien van opgewondenheid zonder
bedoelden ouderdom behoeven gedaan te worden
ook dan zelfs, wanneer de belanghebbenden
vermeenen tot de vrijgestelden of uitgestotenen
tot de Schutterlijke Dienst te behooren dat
zij, die bevonden zullen worden zich niet voor
den 1 Junij 1879 te hebben doen Inschrijven,
door het Rlaatselijk Bestuur ambtshalve worden
ingeschreven, en ter zake van hun verzuim in
een geldboete vervallen, terwijl dezelve daaren
boven zonder Loting zullen worden ingelijfd.
En worden overigens de Ingezetenen aanqenaamd
om zich tijdig van een Geboor.e-Exlract te
voorzien, en zich alzoo van hun juisten ouderdom
te verzekeren, ten einde de Inschrijving behoorlijk
geschiede, en zij alzoo niet komen te vervallen
in de straffe bij de IFet bepaald.
Schagen den 6 Mei 1879.
Burgemeester en IFethouders voorn.,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
aanleiding, mijne taak niet gemakkelijk maakte,
intusschen gewende zij aan ons. llaar humeur
werd gelijkmatiger, en inzonderheid mijn zoon,
die een jaar of zes ouder was dan zij verkreeg
een grooten en weldadigen invloed op baar. Robert
kon haar, als het ware, met een blik regeeren.
Ik zag, de zich tusschen hen ontwikkelende
toeneiging met vreugde, want Edith was eene
schitterende partij voor Ilobert. Jaren lang sloeg
ik hen gade, zonder mijn echtgenoot, die destijds
door den dienst steeds in beslag werd genomen,
en die zich weinig bekommerde om hetgeen in
ons huis voorviel, daarvan iets te zeggen; want
ik wilde de zaak eerst tot rijpheid laten komen.
Toen ik er eindelijk met Iieisewitz over sprak
schrikte hij erg, en verklaarde dat daar nooi(
iets van kon komen. Toen eerst vertrouwde hij
mij een somber noodlot toe, dal als een zware
wolk over Edith hing, eri wat hij voor mij
geheim gehouden had, uit vrees dat ik zijne
pupil niet in mijn huis had willen opnemen
Edith's moeder was waanzinnig gestorven en
daar ook in de vroegere geslachten van hare
familie, verscheidene gevallen van waanzin, onder
de vrouwelijke leden waren voorgekomen, zoo
was erfelijkheid van deze ontzettende kwaal
te vreezen. Daar echter het vreemde geval zich
voordeed, dat de kwaal zich nooit dan na het
huwelijk openbaarde, en de dochters uit dat
geslacht van oudsher de aandacht hadden ge
trokken door hunne schoonheid en bekoorlijkheid
zoo waren er altijd weder mannen, die door de
liefde verblind, en in de hoop dat hunne echt_
genoote van de kwaal verschoond zoude blijven,
die alle vrees trotseerden en de vrouwen met
de vreeselijke erfenis in hun huis binnen leidden.
Zoo was het graaf van Bergen ook gegaan.
Na de geboorte der dochter was de waanzin bij
zijne vrouw Ontstaan, zij had de hand aan haar-
eigen leven gelegd, en was door zelfmoord aan
haar einde gekomen.
Ik deed mijn man de scherpste verwijtingen
dat hij, Edith in ons huis had gebragt, maar
het gebeurde was niet meer te veranderen, wel
moest het ongeluk van mijn zoon worden af
gewend, ofschoon hij en Edith elkander reeds
hunne liefde hadden beleden. Onder voorwendsel
dat Edith nog te jong was 0111 reeds eene ver-
looving tusschen haar en Ilobert toe te staan,
zonden wij onzen zoon weg en wisten te be
werken dat bij aan het gezantschap in Londen
geattacheerd werd. Eerst toen hij daar was,
deelde mijn man hem mede, dal hij nooit zijne
toestemming tot eene verbindtenis tusschen hen»
en Edith zou geven en maakte hein met het
noodlot zijner pupil bekend. Wat ik vreesde
gebeurde. Even als zoo velen voor hem wilde
Robert niet gelooven dat Edith de familie kwaal
zou krijgen en verklaarde haar trouw te zullen
blijven, tot zoo lang, dat ouders noch voogdt
meer het recht hadden, he n te scheiden.
Mijn man verbood hem briefwisseling met
Edith te voeren. Eerst wilde bij niet aan dat
bevel gehoorzamen, maar toen bij inzag dat
tegen onzen wil, geen brief van hem in baai-
handen zou komen, evenmin als de hare beu»
zouden bereiken, troostte hij zich met de toe
komst.
Edith wist natuurlijk niets van den strijd
tusschen ons en Robert. Zij dacht dat hij, die
intusschen bij het gezantschap in Madrid was
verplaatst, na eenige jaren terug zou komen, 0111
zich met haar te vei binden.
De tijd vervloog. Edith zou weldra meerder
jarig zijn en ik wist dat mijn zoon slechts hierop
wachtte 0111 de bedreiging, die hij tegen ons
geuit had, te vervullen.
Ik had nog slechts eene hoop, vreeselijk genoeg
«Ie waanzin kon voor dien tijd bij Edith
uitbreken! Ik wachtte te vergeefs, zij bleef ge
zond en de lijd snelde voort.
Er incest iets gedaan worden ei» in mijnen
angst, greep ik naar een wanhopig middel. Ik