Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
1 0 N U A CS
f
Ao. LS79.
23ste Jaargang.
a\o. 1192.
Bekendmakingen,
PATENTEN.
Een blanke slaaf.
Dit blad verschijnt twee maal per week: Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 lire worden advertentiën in het eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3 6oj
Afzonderlijke nummers f 0.og\.
Advertentiën van een tot vijf regels f 0 76; ieder
regel meer '0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
is arbeid aan ecu rots te biên.
Postdirecteuren en Boekbandelaren aangenomen.
VERMIST.
Een wit lam hebbende een rood merk
kop en staart.
Zij die hieromtrent inlichtingen
die
geven worden verzocht zich te
gemeentesecretarie van Schagen.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter kennis van belanghebbenden dat de
patenten aangevraagd in de maanden februarij
Maart en Aprildienst 1878/9 (4 kwartaal)
kunnen I 'er secretorie in persoon kunnen worden afge-
op
vervoegen ter
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van Verlofgangers te lande.
Burgemeester on Wethouders van Schagen, brongen
ter kennis van do in die jiomeonto vorbljjfhoudondc
Verlofgangers der Militi.-, te land behoorende tot de
ligtingen 1875, 1876, 1877, on 1878 voor zooverro
zij voor don 1 April 1879 in het gonot vau onbepaald
verlof waren gesteld dat zij zullen hebben tegen
woordig te zijn bij het onderzoek hetwelk zal plaats
bobben te Schagen op Vrijdag den 6en Juni) 1879,
des voormiddags ten half tien ure, ten Raadhuizo
aldaar.
Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering
gebragt de navolgende bepalingen uit do Wet op de
Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
No 72.)
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en hot Reglement
van Krijgstucht voor hot krijgsvolk te lande zijn op
do manschappen der Militie te land, die zich onder deure
wapenen bevinden, van toepassing en mot opzigt tott
de verschillende gevallen van desertie op al do bij
de militie te land ingelijfde».
Die manschappon worden geacht ondor do waponen
to zijn:
lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden;
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 bcdoold
onderzoek duurt;
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn
gekleed
Art. 140. De veilofganger verschijnt bij het on
derzook in uniform goklecd, en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek
met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van
naald van af Dingsdag 3 tot en met Zaturdag
7 Juuij a.3. des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Schagen, 3o Mei 1879.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
G. LAN GEN BE B G.
De Secretaris,
DENIJS.
Nationale Militie.
Burgemeester van Schagen,
daartoe
De tfurgemcester van
ontvangen hebbende de noodige aanschrijving
van den Heer Commissaris des Konings in deze
provincie, brengt ter algemeene kennis, dat tegen
den gen Juni e.k. tot de werkelijke dienst wor
den opgeroepen, de verlofgangers van de ligting
1876, GEB RIT BLEEKER 'en JACOB KUI
PER, behoorende tot de 6e af deeling vesting
artillerie garnizoen Helder); welke verlofgan
gers op den opgegeven datum bij hun korps
present zullen moeten zijn vóór des namiddags
Schagen, den 3o Mei 1879.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Uit het Hollandsche kunstenaarsleven.
I.
Het was op een scboonen herfstavond van
het jaar 1621 toen in een armoedig en bouw
vallig buis, bij den stadsmuur van Haarlem
zijn verlofpas
Art. 141. Behoudens het bcpaaldo in art. 130 kan j r 1 j 1
,reen zonderlinge koon werd gesloten.
een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in ut u
de naastbij gelegen provoost of het naastbij zjjnde Het voorwerp van dien koop, was namentlijk
huis van bewaring of arrest, door den militie commis-een knaap van dertien jaren, een weeskind,
saris worden opgelegd aan den verlofganger: J
lo.die zonder geldige reden uiet bij het onderzoek j Adriaan Brouwer genaamd. In lompen gekleed,
verschijnt; vuil, boloogig, schuw om zich heen blikkend
2o. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige'
reden, niet voorzien is van de in hot voorgaand artikel als een volmaakt beeld van «"endo, stond de
vermoldo voorwerpen
3o. wiens klooding- of uitrustingstukken, bij bet
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander
behoorende, als de zijne ve'toont.
Art 142 Is do verlofganger, wien krachtens het
voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onder
zoek tegenwoordig, dan kan bij dadelijk onder ver
zekerd geleide in arrest worden gebragt.
Is bij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet
aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schrif- Iaren
re,-
niet
'r 1 1
een volmaakt beeld van
kleine tusschen de verkoopster en den kooper.
Eerstgenoemde was de stiehnoeder van het
kind, eene eenvoudig gekleede vrouw die met
moeite iu den zomer door de opbrengst van
een groentetuintje, en in den winter met het
kloppen van kant, aan den kost kwam.
De kooper was een man van omstreeks veertig
iger. bleek en hoekig van gelaat die
lelijke aanvrage van den militie-commissaris, te rigtenop eene onaangename wijze uit zijne kleine
aa i den burgemeester der woonplaats van dien ver- I jist; gluurde. Zijne kleediog zag er half
lotganger, aangehouden en onder verzekerd geleide J
naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij d'e van 6611 burger, balt als die van een
zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143 Onverminderd de straf, in art. 141 ver
meld, is de verlofganger verpligt, op den daartoe
patriciër uit. In werkelijkheid was bij echter
geen van beiden, maar een der aanzienlijkste
door den militie-commissaris te bepalen tijden plaats i kunstenaren van zijnen tijd. Hij heette Frans
en op de in art. 140 voorgeschreven wjjze, voor hemT1 1 1 1
te verschijnen om te worden onderzocht. Hals en Was ZOOWel a,S Portre«". al* Senre
verschijnen om te worden onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141
bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen
zijnde, in het geval verkeert, sub. 2o. en 3o. van
art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen
en van drie tot zes maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet
voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen
allen wie dit aangaat om, door in achtneming van
hunne verpligtingen, zich voor onaangenaam!,edeu en i
straffen te vrijwaren. oude
en was
schilder beroemd, daarbij echter ook berucht
om zijne gierigheid en andere hatelijke karak
terfouten. Toevallig was de schilder op eene wan.
deling langs den Stadswal in de buurt van het
bouwvallige huis der weduwe Brouwer gekomen
toen een klagelijk geschrei, zijne opmerkzaamheid
tot zich trok Hij keek toe en zag hoe vrouw
Brouwer haar stiefzoontje, met een bezemsteel
afranselde en daarbij aan ecnige buren, meeq
vrouwen, vertelde, dat de deuguiet weder
plaats van erwten uit te zoeken zoo
Schagen 20 Mei 1879.
Burgemeester en Wethouders voorn.. ,1111
C. de Pater Wethouder. Burgem. a. i! als ze hem bevoleD bad. de gewitte muren van
DENIJS, Secretaris. J haar huis met spotprenten had beklad. Hierbij
hield ze een oogenblik met ranselen op, en
wees met den bezemsteel naar eene met zwarte
kool en roodkrijt uitgevoerde teekening, op de
muurvlakten tusschen de deur en het venster.
Men zag er drie kijvende oude wijven op, met
alle attributen, der leelijkheid versierd, klaar
blijkelijk de portretten van vrouw Brouwer
zelve en van hare twee beminnenswaardige
buurvrouwen. Hiervan hadden deze laatsten
zich ook reeds overtuigd, en spoorden dus de
tuinierster aan, den deugniet, duchtig te straffen
en geen medelijden met hem te hebben.
Het onderhoud van deze Furiën werd zoo
luidruchtig gevoerd, dat Frans Hals elk woord
verstond. "!i kwam nieuwsgierig nader bij, om
de noodlottige muurschildering te bezichtigen.
Toen verbaasde hij zich over het wonderbare talent
wat zich hier aan hem voordeed, zoo naar het
leven, zoo krachtig, zoo karakteristiek waren
de hoofden en gestalten der drie oude wijven
op den witten muur afgebeeld, en wel door
een knaap die er uitzag, als een in lompen
gehulde idioot.
Goede vrouw houdt toch op, riep hij vrien
delijk, terwijl hij een welwillend uitzicht trachtte
aan te nemen, wat zijn somber gelaat moeilijk
toeliet.» Wilt gij den jongen doodslaan. »Wat
gaat u dat aan Mijnheer,schreeuwde het wijf
boosaardig, »Het zou mogelijk nog het beste
zijn als ik hem dood sloeg en zoo kwijt raakte
daar hij toch nergens voor deugt. Hij doet den
geheelen dag niets dan gekheden teekenen en
brengt zoodoende mijn huis op een slechten
naam, ik wil u van dien last bevrijden, goede
vrouw. Geef mij den jongen, ik zal in het vervolg
voor hem zorgen
Zoo en wie zijt gij dan?
Ik ben meester Frans Hals, schilder alhier!*
En waar wilt gij den leeglooper voor ge
bruiken? Tot bediende misschien?*
Zoo iets van dien aard. Ik kan hem voor
het afstrijken van kleuren gebruiken!*
Maar wie zal dan mijne erwten uitzoekeu,
en de rupsennesten uit de koolheddeu halen?*
Daarvoor zult gij zelve in het vervolg lijd
genoeg hebben, als gij den jongen niet meer
behoeft af te ranselen
Dat is waar; maar ik heb veel moeite en
zorgen met hem gehad en wil hem niet geheel
voor niet weggeven.*
Noem dan uwen eisch.*
Vijftien gulden, moet gij mij wel geven.*
Dat is te veel, antwoordde de gierige kuu-
stcuaar, teiwijl hij zich hield alsof hij heen
wilde gaan. Uit barmhartigheid wil ik tien
gulden aan hem besteden, maar meer geef ik
niet
Toe dan maar!* schreeuwde de vrouw, Kom
hier met de tien gulden, en dan weg met den
slungel. Betaal het geld Mijnheer dan kunt ge
hem terstond medenemen.*
De schilder kuikte toestemmend en trad ge
volgd door de weduwe Brouwer en de buur
vrouwen in de woning. Daar telde hij tien
blanke guldens op de tafel uit. Ze zoo, zeide
hij »nu is de zaak afgedaan en de knaap behoort
mij-*