De erfgenaam van Hornegg.
Toen de vrouw van een landbouwer G
B, te Westervelde, gein. Norg, Zondagavond
bare dochter, die elders woont, een eind weegs
uitgeleide deed, onderwijl de overige huisgenooten
te bed waren gegaan, vond" zij hij hare terug
komst, tot haren schrik, de huizinge in brand
staan- De vlammen hadden reeds zooveel geweld
uitgeoefend, dat de bewoners slechts op lijfsbe
houd konden bedacht zijn. Allen redden het
leven behalve een poldergast, die daar nachtrust
had gezocht en nu in de vlammen omkwam.
Ook wier koeien werden door het vuur gedood.
Van den inboedel, die evenals het gebouw tegen
brandschade was verzekerd, is niets gered. De
oorzaak is onbekend.
Papieren huizen. Een firma te Parijs stuurt
een geheel papieren huis naar de Sydney ten
toonstelling! Alles in dit huis is van papier;
kleeden, gordijnen, meubelen, zelfs kachels en
fornuizen.
De personen die in dit huis zullen onthaald
worden, zullen op hun tafel zienpapieren ser
vetten,tafellakens, borden, messen, vorken, bak
jes, om als glazen dienst te doen enz. Verder
is in de slaapkamer ook alles van papier, hed-
degoed, waschkommen, kleedercn enz. enz. Wij
schijnen in de papieren eeuw te gaan leven.
De 75 jarige man, niet groot van gestalte
met zijn langwerpig gelaat, vooruitstekende kin
puntige ringbaard en kleine half zaamgeknepen
oogen, die Dinsdag in de bank der beschuldigden
van het Geregtshof te Amsterdam met de grootste
aandacht naar de voorlezing van de acte der
tegen hem ingebrachte beschuldiging luisterde,
is Jan Gajentaan. Van tijd tot tijd neemt hij
het publiek eens op, of althans de heeren in
de advocatenbank, als of hij naar bekenden
zocht, misschien wel naar de verdedigers die
in 1839, 1847, 185o, 1802, 1851 en 1809 de
onaangeuame zaak op zich hadden genomen,
voor hem te pleiten. Want in die jaren is Jan,
hetzij wegens diefstal of wegens moedwillige
verwonding, door verschillende Regtbanken en
Iloven veroordeeld, laatstelijk tot tien jareo
tuchthuisstraf. Hij weet er dus alles van hoe
het in de regtzaal en in den kerker toegaat;
maar dat verhinderde niet dal hij den 7 febr.
jl-, Johanna du Pré, wed. de Wit, op haar
kamer in de Eerste Rozendwarsstraat zoodanig
verwondde dat zij den 16 d a. v. overleed.
De weduwe had hij vroeger, toen zij nog
gehuwd was, goed gekend, ja, naar het schijnt
zelfs zeer intiem- In September jl.. werd door
een toevallige ontmoeting die kennismaking her
nieuwd, zóó zelfs dat besloten werd zarnen te
gaan wonen. Jan gaf f 5 's weeks van hetgeen
hij met een of ander verdiende, en alles was
couleur de Rose in de Rozendwarsstraat als maar
mogelijk is. Maar de weduwe wist niet dat Jan
gezeten had; toen zij dat vernam, wilde zij
gaarne van hein af, en dit gelukte, hoewel eerst
nadat de poltie hem op verzoek van haar broer
van de kamer had verwijderd. Eenig geleend
geld, huishoudelijke zaken enz. kreeg Gajentaan
toen van zijn ruim vijftig jarige maitresse terug.
Over een en ander was Jan niet in zijn schik
en vóór zijn verwijdering had hij herhaaldelijk
twist met zijn bijzit, waarbij hij in eigenaardig
krachtige uitdrukkingen ongeveinsd zijn voorne
men te kenneu gaf om haar van kant te maken.
Ook tegenover anderen, thans behoorende tot
de twintig getuigen die in deze zaak ziju ge
dagvaard, heeft hij woorden gebezigd, die ten
LUI.
,'t Is toch zooals ik je zeg. Tante Leopoldine heeft
het zoover weten te brengen, dat de vorst, na aan
vankelijk hardnekkig weerstand te hebben geboden,
in een scheiding bewilligde. De aanvraag om schei
ding werd door haar opgesteld, het proces bevond
zich in zijn eerste stadium, daar gevoelt tante op
eeüs, dat ze in gezegende omstandigheden verkeert.
Aanvankelijk twytelt zij aan het leitdie gedachte
kwelt haar dag en nacht, slechts met moeite kan zij
aan het feit gelooven, tot zij het toch eindelijk ge-
looven, moet. Zal zij haar toestand kenbaar maken f
Doet zij dit, dan weet zij zekei, dat de vorst, ten
minste voorloopig in de eerste jaren, van geen schei
ding meer zal willen hooren. Doch in haar dolzinni-
gen hartstocht voor oom Richard is die gedachte haar
ondragelijk. Zij houdt haar toestand verborgen het
proces wordt voortgezet; intusschen verlaat zij Hor-
negg en als de zoon van een onbekende vrouw
ziet haar kind in den een of anderen verborgen hoek
der aarde, God weet waarhet levenslicht.*
„Maar hoe is dat in 's hemels naam mogelijk
Hoe weet gij dat alles, Albrecht riep Clotilde met
wijd geopende, starende oogen en naar adem hijgende
haar broeder toe.
„Hoe ik dat weet? Moet ik je al de gangen die
ik deed, gaan opsommen, tot ik dat alles had ontdekt
Dat verhaal zou ons den halven nacht kosten en de
storm, die de ruiten doet sidderen en trillen, zegt
ons, dat wij beter doen met naar bed te gaan. Laten
we, ten minste voor van daag, blijven bij 't geen ik
weet en waarop het thans in de eerste plaats aan
komt.*
„Dat is dan toch zeker in de eerste pliats of hij
dat alles weet
„Voor ons in de eerste plaats, dat hij het niet weet
en het ook niet te weten komt. Kwam hij er te vroeg
doel hadden aan te toonen dat hij van het mes
dat hij altijd zoo scherp geslepen bij zich droeg
en dal een dag of wat voor den moord extra
door den Italiaanschen «scbeersliep» in de Oude
manbuispoort was «aangezet,» een gebruik dacht
te maken 't welk zijn vriendin zou heugen.
In den avond van 7 Pebr. stormde hij dan
ook de kamer in waar vrouw du Pré zat te
breijen, en met een drietal messteken werden
zijn bedreigingen ten uitvoer gelegd- buurvrou
wen zagen hem vluchten. Het mes werd op de
bevrozen Rozengracht geworpen en daar gevonden
Gajentaan zocht intusschen een paar kennissen
op, vertelde het voorgevallene, gebruikte een
kop kofie en meldde zich toen aan bij de politie.
Maar van «moord», dus manslag met voor
bedachten raÖe, waarvan Gajentaan heden be»
schuldigd werd, wilde bij niets weten Het mes
moest altijd scherp zijn om brood en spek te
snijden, en toen hij in den avond van 7 Febr.
op de kamer kwam dus niet om de weduwe
du Pré het leven te benemen, och neen, hij
moest nog geld van haar hebben, zij beleedigde
hem, er ontstond woordenwisseling, en toen,
zijn drift niet meer meester, trok hij het mes
en volvoerde de daad.
Zoo zegt hij. Maar de vermoorde die voor
haar overlijden neg in staat was omstandige
verklaringen af te leggen, zei anders en in verband
met de verdere verklaringen van als getuigen
geroepen personen nain de procureur generaal de
praemeditatie aan die Gajentaan bleef ont
kennen.
Brutaler houding dan de zijne, ter teregtzitting
is niet denkbaar. Hij had in het platst mogelijk
Amsterdamsch een woordenvloed te zijner be
schikking, dien de voorzitter mr. van Valkenburg
als niet behoorende tot de vragen tot hem gerigt
vvel eens moest stuiten, tot Jan's groote ergenis,
want, «laat u me maar uitpraten, anders begrijpt
u van de zaak niets.»
Adv-gen. mr. Op ten Noort trachtte aan te
toonen, dat besch, de verslagene moedwillig
heeft verwond, dat deze aan de gevolgen der
verwonding overleed en bescli die verwondinfjheeft
toegebracht 11a voorafgaand beraad (praemedi
tatie). Z. E G. A. achtte ook het laatste punt,
bewezen, en wel door verschillende aanwijzingen,
uit bedreigingen tegen de verslagene en tegen
anderen omtrent haar geuit, alles in verband
met zijn bonding in. andere opzigten en uit bet
feit, dat hij werkelijk de bedreigingen ten uit
voer heeft belegd. De verslagene beeft ook nog
den dag vóór haar dood ontkend, dat besch.
haar om geld had gevraagd en gezegd dat hij
haar direct had aangevallen met de woorden
«Beest nu moet je er aan.» Z. E. G. A. eisebte
de veroordeeling van besch. tot een levënslange
tuchthuisstraf na voorafgaande veroordeeling tot
een criminele straf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger mr,
A.C. A. Tielkemeijer betwistte dat het bewijs
.der praemeditatie was geleverd. Hij meende dat
besch. alleen wegens moedivilligcu doodslag kon
worden veroordeeld.
Delft Gekozenjbr. F. de Casembroot
(concervatief met 1297 stemmen. Op den heer
H. Seret (anti-revolutionair) waren 838 stemmen
uitgebragt.
Dordrecht. Gekozen mr- J. van Osenbrnggeu
(liberaal) met 96.3 van de 1683 geldige stemmen.
Op den heer Keuchenius 600 en mr. vanOsen-
bruggen 540 stemmen.
achter, en ik zeg je dat behoorliik overdacht en in
koelen bloede, Clotilde, dan zou hem dat het leven
kosten. Het leven versta je Vergeet dat woord
niet
Bleek van ontzetting keek zij haar broeder aan.
Uit zijne thans weder op zoo hartelijke wijze verdraai
de, alle symetrie in het gelaat verbrekende oogen,
blikte haar als 't ware iets duivelachtigs tegen.
„Ik heb mij stellig voorgenomen vorst van Hor
negg te worden," ging hij na een oogenblik pauze
voor. „Mijn recht daarop zal ik mij zoo min door
dien lafhartigen dwaas van een Emile, als door dezen
later opgedaagden armen notenkraker laten ontfutsel
en. Voor dezen laatste heb ik als schadeloosstelling
een geluksstaats gevonden, die tienduizendmaal sehoo-
ner en heerlijker is dan zijn stoutste fautasie hem
ooit voortooverde. Maar tusschen mij en Leonore,
tusschen mij en mijn recht moet bij niet treden, of ik
vernietig hem
Hij stond weder op en begon opnieuw langzaam op
en neer te stappen.
Clotilde zweeg, 't Was alsof zij eenigen tijd noo-
dig had om zich zelve meester te worden, voor dat
zij zacht en met onderdrukte stem kon zeggen
„Welnu en thans verder wat zal ik nog verder
vernemen
„Wat ge nog vernemen zult is ditIk heb den
zoon van tante Leopoldine gevonden gevonden als
de vermeende zoon van een zekeren muzikant Kom,
dien tante eenmaal in haar dienst had, dien zij reeds
als jongeling uit Hongarije meebracht en in de toon
kunst onderricht deed geven die haar derhalve wel
alles zal te danken hebben gehad. Ik heb hem ge
vonden en betreffende zijn identiteit bestaat bij
mij DÏet de minste twijfel meer. Zie hem maar eens
aan en ge zult den stempel zijner aristocratische ge
boorte op elke zijner bewegingen gedrukt zien. Maar
wat ik tot nog toe niet heb gebonden, is het bewijs
van zijn afkomst, de bepaalde getuigenis, het bewijs,
stuk, het zwart op wit, waarmee een erkenning voor
Gouda. Gekozenmr. J. G. Patijn (liberaal)
aftredend lid, met i3g5 van de 2483 stemmen.
Op den heer Savornin Lobman (antirevolutionair)
waren 1090 stemmen uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg mr Patijn
1027 en mr. de Savornin Lohman 806 stemmen.
Haarlemmermeer. Gekozen: mr. F. J. M.
A. Reekers (clericaal), aftredend lid, met 673
van de 1282 geldige stemmen. Op den heer H.
F. Buitman (liberaal) waren 622 stemmen
uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg de heer
Reekers 581 de heer Bultman 446 stemmen.
Leiden. Gekozen: O. baron van Wassenaer
van Catwijck (antirevolutionair), aftredend lid,
met i34o van de 2188 geldige stemmen. Op
den heer de Laat de Kanter (liberaal) waren
848 stemmen uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg de heer de
Laat de Kanter 800, baron van Wassenaer 720
stemmen.
Botterdam. Gekozen: B. P. Mees R.Az.
(liberaal) met 1327 en J. van Stolk (liberaal)
met 1426 stemmen. Op den beer Jansen was
754 en op dr. Vermeulen (beiden clericaal1) 657
stemmen uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg de heer
Mees 933, de beer van Stolk 814, de heer mr.
Jansen 583 en de heer dr. Vermeulen 573
stemmen.
Steenwijk. Gekozen: Mr. A. J. Thomassen
a Thuessinck van der Hoop Van Slochteren
(anti revolutionair) met 711 van de 1365 geldige
stemmen Op den heer van Diggelen [liberaal]
waren 645 stemmen uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg mr. v. d.
Hoop v. Slochteren 564 stemmen, mr. van
Diggelen 382 stemmen.
Utrecht. Gekozen: mr. W. M. baron Du
Tour van Bellicchave fanti-revolutionaire] met
975 stemmen. Op den beer Bastert [liberaal]
waren 970 stemmen uitgebragt.
Bij de vórige stemming verkreeg de heer
Bastert 791 stemmen, mr. dü Tour vanBellin-
cbave 49° stemmen
Zwolle. CekozenA. baron van Dedem
[anti-revolutionair] met i3'29 van de 2420
geldige stemmen. Op den beer van Naamen
[liberaal] waren 1091 stemmen uitgebragt.
Bij de vorige stemming verkreeg de heer van
Naamen 788 en baron van Dedem 776 stemmen.
De Kattenburgerstraat te Amsterdam is
eergisteren het tooneel geweest van een
moord, door eene moeder op haar jong kind
gepleegd. Het schijnt, dat het bestaan van dit
kind voor de moeder een beletsel was om te
trouwen Na den moord heeft men gepoogd het
lijkje te begraven. De schuldige is in hechtenis
genomen.
Een later bericht uit Amsterdam luidt:
Gelukkig heeft bet door de politie ingesteld
onderzoek aan liet licht gebracht, dat de volks
oploop die eergisteren in de Kattenburgerstraat
plaats greep voor een woning waarin een kind
gestorven was gelijk het gerucht liep tengevolge
van verstikking door de moeder veroorzaakt
opgehitst was door kwade tongen. Het kindje
was 2'ekelijk en aan verzwakking bezweken
De oneenigbeid waarin de ouders leefde en de
korte rijd siuds zij zich in die huuil. hadden
gevestigd begunstigden de verspreiding van het
kwade gei ucht.
de wet is te verkrijgen."
„Een bewijsstuk Maar als werkelijk alles is, zoo
als je zegt, zal ziju vader, de muzikant, van wien je
spreekt.
„Die zal wel zorgen, dat hij niet babbelt Als hij
bekent, dat hij do hand geleend heelt tot het ver
duisteren van een kiud, dan gaat hij naar het tucht
huis. Die moet voorloopig buiten spel blijven. Eerst
dan wordt hij een man van gewicht voor ons, wan
neer wij andere bewijzen hebben, die hem tot de
bekentenis dwingen en hem verplichten de bewijzen
te voltooien en te bekrachtigen. Dat ik de bewijzen
zal bekomen, behoef je niet in twijfel te trekken. Ik
heb mijn agenten in de hoofstad en ik mag vertrou
wen, dat zij niet zullen rusten, voor dat zij mij be
zorgd hebben wat ik noodig heb. Tot op dat oogen
blik hangt het zwaard van Damocles mij echter be
ven het hoofd en dat zwaard ishet gevaaar, dat
Leonhard Korn betreffende zijn afkomst een wenk
ontvangt, zooals ik van daag in het eerste oogenblik
van schrik meende, dat hij werkelijk moest ontvangen
hebben. Zijn vermeende vader kan elk oogenblik op
de gedachte komen, dat de ure is gekomen, waarop
hij hem de gebeelc zaak moet openbaren. Hij staat
in betekking tot een zekere mevrouw von Schels,
wier vader tante Leopoldine's lijfarts was. Van Leon
hard Korn's afkomst schijnt zij volstrekt niets te we
ten en het is wel mogelijk, dat haar vader nimmer
in het geheim betrokken is geweestdoch evenzoo
goed mogelijk, ja waarschijnlijk zelfs is het, dat zulks
wel geschied is en dat hij het geheim aan een zijner
nog in leven zijnde broeders heeft toevertrouwd, die
de verhouding waarin hun nicht tot Korn staaf, dan
slechts behoeven te vernemen om dezen een wenk te
geven en zij
„Door mevrouw von Schels zal Leonhard Korn
van hetgeen je mij hebt onthuld niets meer te weten
komen," viel Clotilde hem in de rede. „Wees daarom
trent gerust!,
„Beu je daar zoo zeker van?"