3i m Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao. 1879. 23ste Jaargang. No. 1209 Bekendmakingen. DiuMJS. Grond wetsherziening Dit blad verschijnt twee maal per week: Woens dag- en Zatardag avond. Bij inzending tot 's mid dags 13 ure worden advertenticn in bet eerstuiikomend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag roeger. Abonnementen op dit blad worden door allo Prijs per jaar 3.Franco per post f 3 6o] Afzonder lijke nummers J 0.07}. Advertentien van een tot vijf regels ƒ076; ietier regel meer ƒ0.15. Groote latteis naar plaatsruönte. Naar volksheil tonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Postdirecteuren en BoekbaixLIateu aangenomen. PATENTEN. Pu rgo moes ter en Wethouders van Schaden, brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden dat de Paten ten tot uitoefening der beroepen van tapper, slijter in wijnen en sterke tronken kroeg- en kojfïjhuisitotaier voor het dienstjaar Ih79/S0, Ier Se cretarie kunnen worden afgehaald, des morgens van 1) lot 12 uren, ouder overlegging van de kwitantie wegens voldoening der helft van den aan slag. Sohagen22 Julij 1879. lïurgeuicosler en Wethouders voorn., G. LAJNGKNKEIiG, de Secretaris. Vasthouden van eenden. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gezien .ii'l: lo3 V2i» bet politicreglement dezer gemeente; Brengen hij deze ter algemeene kennis dat van af lieden tol en met den (5 October a.s., «Ie eenden binnen deze gemeente opgesloten of gehokt zullen moeten worden, op de boete bij bel politiereglement bepaald. Schagen 23 Julij 1879. Burgemeester en Wethouders voorn., G. LANGENBEBG. de Secretaris, DENIJS. Nationale Militie. De Burgemeester van Schagen daartoe ont vangen hebbende de noodige aanschrijving, brengt, ter voldoening aan de bestaande voor schriften ter algemeene kennis, dat, legen den 18 Augustus 1879, tot de werkelijke dienst wordt opgeroepen, de verlofganger van de ligling 187bG (J H N E L I S V 1 S S E tt, behoorende tol het 4 de regiment infanteriegarnizoen Haarlem IVelke verlofganger op den opgegeven datum bij zijn corps present zal moeten zijn, vóór des namiddags 4 ure Schagenden 29 Julij 1879. De Burgemeester voornoemd G. LANGENBEBG. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Gezien art- 219, 2de alinea der Wet tot regeling van de zamenslclliug. inrigtiug en bevoegdheid der Gemeentebesturen, biengen ter kennisse van de ingezetenen, dal de rekening dezer Gemeente over bet afgeloojien dienstjaar 1878 ter Secretarie voor een ieder ter lezing is nedergelegd van af beden tot en met den I I Augustus e.k., van des vooriniddags tien lot des namidags tweè ure, en betzij in druk, betzij in afschrift tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld. Schagen, 29 Julij 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. Het is niet onmogelijk dat gedurende geruimen lijd de vraag naar grondwetsherziening, nu die eenmaal op zoo zonderlinge wijze door den Minister Kappeijne ter sprake is gebracht, de gemoederen van bet Nederlandscliw volk zal bezig houden. Zelfs toch, indien wat ni«H onwaarschijn lijk is, aan de ministeriele crisis een einde wordt gemaakt door bet ontslag van dit Ministerie en i de optreding van een Ministerie Heemskerk, zal de beroering blijven aanbonden door den eiscli j van den Minister Kappeijne ontstaan. De Mi luister Heemskerk moge zelf ook tot grondwets herziening genegen zijn, die herziening zou een zoo geheel ander «loei beoogenj dan tlie welke door de meerderheid van de tegenwoordige mi nisters verlangd werd, dat officieel de band wel niet aan 't werk zal geslagen d'orden. Dit zul echter gelijk wij zeiden niet wegnemen, dat de vraag nu opgeworpen, een nieuw geschilpunt brengen zal in de niet gouvernementele wereld. Na Tlioibecke's eerste aftreding, gevo'g en oorzaak van de zoogenoemde Apfil beweging, gaf bij later wel eens te kennen, dal bij in bet vervolg hooptu aftclredeu zonder beweging, maar «lie naïeve en eerlijke wen«eh schijnt de begeerte van den tegenwoordig en minister niet te zijn. Allerwaarschijnlijkst zal men hein niet bij zijn woord bonden en van Kappeij ne zal bet worilen als van zoo menige anderen Staatsman: Eucore une étoiie <(ui file, i File, file... et clisparait. Daar echter toch gelijk wij vreezen in de Kauier en huilen de Kamer, op kiesverenigingen en bij de tegenwoordige reeds niet meer zeldzame geloofsbelijdenissen, bet denkbeeld "grondwets herziening. schering en inslag zal worden, willen wij in dit opstel naar aanleiding van ons vorig stukje den schijnbaren paradox vertledigen, dat de gi oud wetsherziening niet moet uitgaau van de meerderheid. Een schijnbare paradox, want bet paradoxiale van de stelling ligt voor de band. Hoe kan de minderheid cene door baar geweuschte grond wetsherziening zien aangenomen. Willen «Ie pogingen, die daarheen strekkeu eenig gevolg hebben, «lau zullen zij juist van de meerderheid moeten uitgaan, want «Ie partij die iu «Ie min derheid is zal baren wil niet kunnen doordrijven. Is bet bovendien niet redelijk dat de grondwet bet belang der imterdcrheid vertegenwoordigt en i is cenc verandering niet notxlzakelijk, wanneer de volksvertegenwoordiging baar urgent verklaart? Dal deze paradox echter slechts schijnbaar is, heeft de geschiedenis genoeg bewezen. Het is na herbaalde mislukking aan de minderheid gelukt recht te verkrijgen en zelfs bij de overwinning in 1848 waren de beste koppen in Nederland weinig met de grontlwetsherziening ingenomen, die begunstigd door de tijdsomstandigheden onder de leiding van uitnemende manoen 1 eindelijk verkregen werd. Niet alleen in de politieke geschiedenis bevestigt zich de waarheid dat de verandering van toestand uil de kern van eene minderheid ODtstaan moet en tirannie wordt wanneer de meerderheid recht heeft baar in te voeren, maar op elk gebit*! vinden wij bet zeilde verschijnsel terug. Indien verandering in maat schappelijke toestanden door het gezag van eene stemmeomeerderbeid mocht plaats hebben, welke gevaren zouden welvaart, orde en zekerheid nict dreigen! Veranderlijk bij den dag zou alle vast heid ontbreken; dof en glansloos, als de verwaterde eti allen passenile waarheid, zou «Ie maatschappij zich voordoen, waarin de meerderheid slechts stern bad en heilzaam is bet op politiek gebied, als op elk ander vel«l van menschclijk leven, «Ie ontwikkeling der toestanden te verbeiden van «Ie kleine minderheid, die bare overtuiging onder verdrukking beeft ontvangen en als een zuur- deeseui diepgr en dieper voortdringt in alle lagen «Ier maatschappijKiuilelijk is naar onze meening, gelijk wij met een woord reeds in ous vorig opsttil vermeldden de eisch van de minderheid niet veroordeeld, omdat zij die der minderheid is. Het is volstrekt geen ongewoon verschijnsel dat grieven die in eene minderheid gevoeld worden op bet aanzoek dier minderheidmet medewerking der meerderheid worden wegge nomen; zelfs is de uorntale ontwikkelingsgeschie denis, geene andere, maar ongetwijfeld is liet waar dat de miuilerhcid getlwongen wordt door eene zich tegen baar keerende meerderheid. De meer derheid heeft liet in bare macht baar wil «loot te drijven en reeds dit is voldoende om niet aan de meerderheid maar aan du minderheid liet voorstel tot eene herziening van de grond slagen van wetgeving of samenleving toe te vertrouwen. Het is ondenkbaar dat ooit eene verandering iu de Grondwet zou kunnen plaats hebben, ilie door de meerderheid niet zon zijn aangenomen, maar zelfs beeft de grondwetgever aan hare wet zoo danige vastheid gegeven, dat eene eenvoudige meerderheid niet voldoende is om eene verandering tot stand te krijgen. Dit wijst nadrukkelijk op het grootste bezwaar dat wij tegen grondwetsherziening, ook van de niet liberale zijde, zouden aanvoeren, de eens aangegane grondwet bindt partijen en bet is niet geoorloofd out daarin ligt verandering te brengen. Wanneet- even als in i843 en later, groote staatkundige gebeurtenissen hebben plaats gehad; de helft van he: land ;zich heeft afgescheiden en een lijdjterk van groote onvruchtbare inspanning als gevolg beeft aangebracht verlies van geestkracht een ledige schatkist, algemeene moedeloosheid, dan kan bet juist zijn in <*3tte vernieuwing van de grondslagen van den Slaat, in eene herziening der grondwet zijn heil te zoeken, maar dit is nu, voor zoover wij weten, in deze dagen vol strekt niet het geval. Wel schijnt uit de ge schiedenis der laatste ministeries te volgen, dat de liberale partij geene regeerkracht tneer bezit; dat zij of gemis heeft aan overtuiging, of dat er een tijdperk is aangebroken, waar in het vooruit der liberalen minder op zijn plaats is^ dan helbehoud wat Gij hebtvan de behoudenden maar daarom mag geen grondwet veranderd worden. Wellicht dat een vindingrijke geest er in slagen zal door een andere wijze van verte genwoordiging eene betere vertegenwoordiging in het leven te roepen, maar de partij, die opkomt tegen het kiesstelsel dient dan toch met een eigen stelsel voor den dag te komen En zou dat stelsel zonder gebreken zijn Is er l«jgen algemeene kiesbevcxïgdheid geen bezwaar, is er tegen ophet-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 1