Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
0 N A G
3 AUG03TU!
Ao. 1879.
23ste Jaargang.
No. 1210
Bekend 111*1 k i ngen.
Dc nacht op den Theis.
Gemengde berichten.
SCRAGER COURANT.
Dit blad verschijnt twet maal per week: Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags ia ure worden advertentiën in het ecrstuilkoinciid
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prij« per jaar f 3.Franco per post f 3 6o]
Afzonderlijke nummers 0.07).
Advertentiën van een tot vijf regels f O 75; ieder
regel meer f o. tó. Groote lctteis naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekbandjlaren aangenomen.
Naar volksheil tonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
PATENTEN.
burgemeester en Wethouders van
Schagen, brengen bij deze ter kennis
▼an belanghebbenden dat de Paten
ten tot uitoefening der beroepen van
tapper, slijter in wijnen en sterke
dranken kroeg- en koffijhuishouder
voor het dienstjaar 1879/80, ter Se
cretarie kunnen worden afgehaald, des
morgens van 9 tot 12 uren, onder
overlegging van «le kwitantie wegens
voldoening der helft van den aan
slag,
Schagen22 Juljj 1879.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
G. LANGEN BERG,
de Secrelaris,
DENIJS.
Vasthouden van eenden.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gezien art: lo3 van liet politiereglement
dezer gemeente;
Brengen bij deze ter algcneene kennis dat
van af' lieden lot en met den i5 October n.s.,
de eenden binnen deze gemeente opgesloten of
gehokt zullen moeten worden, op de boete bij
bet politiereglement bepaald.
Schagen 22 Ju lij 1879.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
G. LANGEN BERG.
de Secretaris,
DENIJS.
den stroom in, en naderde den tegenoverliggenden
oever.
Daar een zachte kreet en de roeispaan
ontzonk aan de hand van Angostan, een kogel
had hem den arm verbrijzeld. »Necin de roei
spanen heer,« gebood de visscher.* Leven en
dood hangen er van af, dat wij builen bet be
reik der schoten komen.
Op dit oogenblik werd de maan door een digten
wolken sluijer bedekt en de hleeke schijn op
het water werd door een vochtigen nevel ver
vangen, die de vluchtelingen aan de oogen der
vervolgers onttrok.
Janoczka verbond den gewonden arm van den
visscher met een doek. Daar rees aan den oever
een vlammenziiil omboog. De molen van Sharnij
Roszas stond in brand.
van bet bootje, was nog boven water. Toen boog
de visscher voorover en als een golf het vaartuig
omhoog hief, gleed hij over boord. Hoog bor
relde bet water opwaarts en sleepte zijn offer
naar de diepte in deszelfs vochtige doodaan-
brengende omarming.
De verlichte bood met de beide vluchtelingen
bereikten gelukkig den oever.
Vijf jaren waren voorbijgegaan en de politieke
stormen die half Europa in vlammen hadden
gezet, waren voor de zegeningen van den vrede
geweken. Ook in Hongerije was de zee der
hartstochten weder effen geworden en rustig
weidde de herder zijne kudde en op de stroomen
voer ongestoord bet vrachtschip. De molen van
Telhcnnij, die in den vreeselijken nacht een prooi
De vreemdeling roeide met al zijne krachten der vlammen was geworden, was weder nieuw
om uit liet bereik der nog altijd van den oever opgebowwd en uit het groen der Akazias en
geloste schoten te komen. Het kleine vaartuig kastanjebooineti klonk het geklapper van hare
bewoog zich langzaam vooruit en reeds had liet raderen naar den overzijde van den 1 beis, lot
het gevaarlijkste punt, het midden van den stroom 'n het visschersliuis.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen
Gezien art- 219, 2de alinea der Wet tot
regeling van de znuienstelling. inrigting en
bevoegdheid der Gemeentebesturen, btengen ter
kennissc van de ingezetenen, dat de rekening
dezer Gemeente over liet afgeloopen dienstjaar
1878 ter Secretarie voor een ieder ter lezing is
nedergelegd van af heden tot en met den 11
Augustus e.k., van des voormiddags tien tot
des nainidags twee ure, en hetzij in druk,
betzij in afschrift tegen l>etaling der kosten
algemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
Schagen, 29 Julij 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG,
de Secretaris,
DENIJS.
Nationale Militie.
De Burgemeester van Schagen, daartoe ont
vangen hebbende de noodiqe aanschri/vinq
brengtter voldoening aan de bestaande voor
schriften ter algemeene kennis, dat, tegen den
18 Augustus 1879, tot de werkelijke dienst wordt
opgeroepen, de verlofganger van de ligting
1876, ARIE S M I T, behoorende tol het ide
regiment veldartilleriegarnizoen Leiden;
B'elke verlofganger op den opgegeven datum
bij zijn corps present zal moeten zijnvóór
des namiddags 4 ure,
Schagen, den i Augustus 1879.
De Burgemeester voornoemd
G. LANGENBERG.
IV.
Angostan roeide met reuzenkrachten en het
vaartuig vorderde met zichtbaar gevolg tegen
bereikt toen Angostan een kreet van schrik
deed h00ren. Hij wees met zijne gezonde hand
naar een der zijwanden van liet bootje wat
eenige duimen onder de waterlinie door een paar
kogels doorboord en verbrijzeld was, zoo dat
het water er met geweld indrong. Het vaartuig
wat nauwlijks eenen rand van een handbreedte
had, inoest in weinige oogenhlikken zinken, in
dien er geen verligting plaats vond.
.Janoczka, dierbaar meisje wij zijn verloren!
riep de vreemdeling treurig. Hier is geen red
ding meer mogelijk. O waarom moest ik onge
lukkige u, in mijn treurig lot meesleepen!*
Nog is redding mogelijk twee levens van
eenen dood!»(luisterde de visscher. Laaide
riemen niet zinken, «Heer!, riep hij dan met
eene stem die ver over de golven klonk..Van
uwe kracht en vastberadenheid zal hel afhangen
of gij en Janoczka ooit weder het zonnelicht
zul: aanschouwen. Noch een blik op den toe
stand van het bootje, overtuigde hem dat er
nog slechts een middel bestond, om het meisje
en den man die zij lief had le redden.
«Hoor mij aan, man!* dus wendde hij zich
tot den vreemdeling. Belooft gij inij de dochter
van Skarnij Roszas lief te hebben en in eere te
honden tot aan uw dood, zoo weet ik nog een
middel om u te redden maar gij moet mij
voor Gods troon rekenschap geven dat gij trouw
woord hebt gehouden.*
«Noem het middel,* antwoordde de vreemde
ling. «lanoezka is mijne bruid en als God ons
i uit dit gevaar verlost zal mijn geluk ook het
hare zijn. Aan de overzijde van den stroom
vinden wij zekerheid en vindt Janoczka een
toevluchtsoord bij mijne moeder, lot dal ik
haar naar het altaar kau geleiden. Vorsch niet
Hot was op een heerlijken voorjaar» avond.
De oude koster van Telhennlj ging naar zijn
kerkje en luidde voor het avondgebed.
Het gelui van het klokje en de glans die de
scheidende zon nog over het aardrijk verspreidde
alles ademde rust en vrede.
Toen de grijsaard zijn werk geëindigd had en
over het kerkliol met deszelfs groene graven
schreed, was hij niet weinig verbaasd een lang
statig Heer en eeue gesluijerde dame te ontmoeten.
Niet ver van den uitgang stond eena rij tuig met
een hliukend grafelijk wapen.
De koster ontblootte groetend zijn hoofd en
hield zijne schreden in. Wat wilde dit voorname
paar op het kerkhof van ,het weinig bekende
dorpje Telhennij verrigten
De Heer trad den koster te gemoet.
Kunt gij ons het graf van den Theisvisscher
Angostan wijzen vroeg hij.
»0 ja zeker,* antwoordde de grijsaard, ten
minsten, zoo gij den ongelukkigen jongeling be
doelt, die voor ongeveer vijf jaren zijnen dood
in de wateren van den Theis vond.*
•Ja hij is het, dien ik bedoel.*
De koster hragt de vreemdelingen bij een
onaanzienlijken grafheuvel van een zwart houten
kruis voorzien, waarin de naam en de sterfdag
van Angostan waren gesneden.
.Weet gij iets van het lot van den man die
onder dezen grafheuvel rust? vroeg de vreemde
Heer inet zigtbare aandoening.
Bij de herstemming op den 29 Julij 1879,
over 2 raadsleden (in zake de periodieke aftre-
ding) te Haringcarspel zijn benoemd de Heeren
erder v.sscher - mogelijk wordt ons geheim Jan Keelewou£ (afwend lid) met 77 stemmen
ook u hier beneden nog eens onthuld.*
en P. Berkhouwer met 63 stemmen, de Heer
.Hier heneden!* herhaalde Angostan. O neen C. Bijpost verkreeg 58 en J. Groot 5o stem me n(
Heer, mijne rekening roet deze wereld is ge
sloten! God heeft gehoord wat gij beloofdet
eens vraag ik u daarvan rekenschap.
Slechts weinige duimbreedten van den rand
Bij de herstemming over 1 'raadslid ;te Ha-
ringcarspel (buitengewone verkiezing) op 29 Julij
1879, 's benoemd, de Heer W. keesorn met 78
stemmen, de Heer Jb. Kooij, had [49 stemmen
verkregen,