2.0 MflIBia.
Algemeen Nieuws-, Ad^erteatie Landbouwblad.
Ao. 1S79.
23stc Jaargang.
No. 1241
Bekendmaking.
Kevolking.
Het Pessimisme.
Gemengde berichten.
COURANT
Dit blad verschijnt twee maal per weekJVoens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in liet eerstuitkoinend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nnmmersy 0.07$.
Advertentiën Tan oen tot vijf regels J O 75; ieder
regel ineer f o.l5. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekbandelaren aangenomen.
Naar volksheil tonder deugd te dingen
ls arbeid aan een rots te bitn.
FRANS MOULIN en AMKE HENDRICKS.
worden in bun belang aangemaand, zich 7,00
spoedig mogelijk ter Gemeente secretarie van
Schagen aantemelden.
Er is in de denkbeelden van den dag eene
overhelling tot het pessimisme. Niet altijd is
uien het echter eens over de zaak, die men door
dit woord aanduidt. Voor velen is de pessimist
niet meer dan de pruttelaar, die wij b. v. in
een Ferdinand Iluijck geteekend vindeu waai
wij tante van Berabdin's Compagnon, den heer
van Baaien zienoptreden. Dat de doperwtjesin
zijn tuin nooit klaar komen, terwijl zijn buurman
die altijd prachtig heeft; dat juist hij het moet
zijn, wiens koetsier altijd aan den drank is, dat
is niettegenstaande den aanhoudenden klaagtoon
niet de ware pessimist. Naar onze voorstelling
heeft hij er zelfs niets van. Zelfs een melancbo
licus stellen wij ons anders voor, waut wij
vinden in dienzelfden beer vau Raaien een hg
uitstek ondernemend en levenslustig man, zoodra
wij hem in bet werkelyke leven ontmoeten.
De melancholie kan verwant zijn aan bet pes
simisme, maar is een ziektevorm, die hij al
hare noodlottigheid toch niet zelden het gevolg
van een kleingeestig toegeven aan ingebeelde
bezwaren zal zijn. De pessimist echter is gezond
naar lichaam en geest. Hij onderscheidt zich
gunstig door den ernst waarmede hij bet leven
heeft beschouwd. Hij kent al de ellenden van
dat leven; hg heeft gewogen wat in wetenschap,
wat in beschaving, wat in godsdienst ter bestrij
ding of vergoeding van die ellenden aangeboden
wordt en bij is tot de overtaiging gekomen dat
bet goede overwogen wordt door het kwade;
dat het oude geloot aan eene leidende voorzie-
uigheid een luchtbeeld is; in één woord dat de
schepping is mislukt.
Het stelsel splist zich vervolgens in twee
hoofdsoorten, hen, die als het ware appelleeren
op eene hoogere wereldorde, waartoe allen be-
hooren die eeo godsdienstig leven erkennen
en hen, die dit niet doen. Zij die de eerste
meening zijn toegedaan loopen gevaar in hunne
godsdeinstige opvatting aan dit leven hoegenaamd
geene beteekenis toe te kennen, beschouwen dit
als hunnen natuurlijken vijand, verdragen het
als een noodzakelijk kwaad, maar hebben bun
barl in den hemel.
Het idealistische christendom omhelst dit
stelsel. De anderen, wel verre van als de me
lancholicus, de armen in den schoot te laten
hangen gevoelen eenen heiligen aandrang in zich
om bet lijden der mensclieu zooveel mogelijk
deze dat bot den mensch schepper maakt van
liet goede, dat evenwel door de noodzakelijkheid
der dingen, slechts een vluchtig en armelijk
bestaan heeft.
Het behoeft geen beloog dat velen die zich
pessimisten noemen, niet overtuigd zijn van den
ernst van hun stelsel. En dit dringt te weer.
wanneer men in litteratuur, op staatkundig en
op maatschappelijk gebied, zoo driest het oude
geloof vindt tegengesproken dal e?ns hoogere.
geestelijke wereldoide de tekortkomingen van
deze zou moeten vergoeden.
Wat is er van dat stelsel? Het goedgeloovige
optimisme is gemakkelijk belachelijk te maken
en men behoeft de vindingrijkheid van «en
Voltaire niet te bezitten om de schrynende te
genspraken te ontdekken tusschen het geloof en
de geschiedenis der menschheid. Het is onge
twijfeld waar, dat het beste wat wij doen,
gebrekkig is; dat blinde natunrkrachten goed
en kwaad beheerschen en dat de heilige wooiden
van Jezus, volgens welken God zijn zon doel
opgaan over boozen en goeden, niet worden
tegengesproken als men niet langer aan God
gelooft. Doch is niet even goed eene andere reeks
van feiten samen te stellen en mag bijv. het
in sommige opzichten zoo kreupele maar toch
zoo innig lieve gedichtje van Spandaw «liet
vogelnestje" als on waar worden ter zijde gelegd
Zijn er niet tegen elk spoor, dat tegen liet be
staan vau eene hoogere leidende zelfbewuste
macht schijnt te pleiten, feiten die vati het
tegendeel getuigen en wel het meest daar waai
de feiten het best kunnen worden gewaardoetd
en gekend, namelijk, in eigen hart en eigen
leven
Tusschen hem, die in God gelooft en in eene
opperste wijsheid, welke alle dingen ten beste
zal leiden en hem die het bestaan van God
ontkent, kunnen de feiten niet beslissen. De men
schelijke gedachte kan zich niet vinden in eene
wereld met God, die zich openbaart als deze
wereld, maar zy kan evenmin eene wereld als
deze verklaren zonder God.
Volgens Schojyenhauerden welsprekendsten
en geleerdsten aanhanger van het pessimisme is
de begeerte van den menschel ij ken wil, dan
het steikste wanneer de verkrijging van het
begeerde voorwerp het meest onmogelijk is en
brengt elke vervulde wenscb in het hart eene pijn
lijke leegte; al wat begeert wordt maakt, verkre
gen, plaats voor eene nieuwe begeerte en zoo moet
begeerte beschouwd worden als liet eenig bestaande
In dat eeuwige smachten ligt volgens Schopen-
bauer de oplossing van het groote vraagstuk
opgesloten. Die vloek van het geschapene is
onopbefbaar en rechtvaardigt het pessimisme.
Wij hebben medelijden met hem die nimmer
eene begeerte heeft vervuld gevonden, welke
blijvende voldoening achterliet Er zijn goederen
ook op aarde verkrijgbaar, welke bij liet bezit
dierbaarder worden. En niet alleen dit, want
vrelke vrede- brengen. Maar ook wijst het ver
schijnsel door Schopenlianer aangewezen, met
>od*akelijkheid op de gemaakte gevolgtrekking,
dit terwijl wat begeerd wordt nieuwen prikkel
brengt hij de verkrijging, daarna het pessimisme
gerechtvaardigd is? Het excelsior van Paulus
kan ons daaruit inet even veel recht tegen
klinken en moedwillig noemt het pessimisme
de butste term van de reeks eene nieuwe begeerte,
waarom zou deze niet eene vervulde behoefte
kunnen zijn?
te verzachten. Schoon bewust van de overmacht
die zij bekampen en zeker van de nederlaag onze meeuing drukken wij in deze woorden niet
geeft de druppel goeds, dien zij in het lijdend duidelijk genoeg uit, maar er zijn schatten,die
hart kunuen plengen, waarde aan hun leven.
De hooge beteekenis van bet pessimisme is dus
zoo zeer zalig maken, dat zij den hemel in de
ziel brengen. Het christeudoin telt daaronder deze
Even'als liet voorgaand jaar verschafte de
rederijkerskamer «eensgezindheid» gevestigd te
Oudkurspel, in de zaal van den heer G.SIotcninaker
weder op Donderdag den i3 dezer, aan de in
gezetenen een genotvol Ie avond, door liet opvoeren
van liet dramatische stuk »Lazaro de Veehoeder
of Misdaad en Wraak" en tot nastuk »Het be
drogen drietal."
Men weuschl dat r.e nog meer genotvolle avonden
aan de ingezetenen ral ver>cliaffeu. De dames
M E. die de hertogin Nativa l'azzi, voorstelde
in Lazaro en G. K. die de rol vervulde van Geertje
de herbergierster iu «het bedrogen drietal*
hebben voornameiitlijk hiermede lof verworven.
M en schrijft ons uit Wieringerwaard.
Den l5den dezer vierde de heer F. Morra
zijn 4i.jarigen dienst als geneesheer. Groot was
de deelneming, vooral ook toen hem des avonds
door liet zauggezelschap aldaar eene serenade
werd gebracht liy fakkellicht en Bengaalsch
vuur. lieden, Zondag, gat hij de schooljeugd
een feest Een der leerlingen bood hem een
souvenir aan namens de kinderen.
De afdeeling Wieringerwaard van bet
Protestantenbond is met algemcene stemmen
ontbonden verklaard.
In sommige streken van Frankrijk is reeds
veel sneeuw gevallen. Een trein die des avonds
uit Grenoble te Lyon moest aankomen, bad vijf
kwartier vertraging tengevolge van de ontzag
gelijke massa sneeuw, die den weg versperde.
De Russische politie heeft in het gouver
nement Astrakan eene fraaie onderneming
ontdekt. Eenige kantoorbedienden te Zaritayn
hadden eene geheime maatschappij op aandeelen
opgericht, ten deel hebbende: verbetering van
den financieelen toestand der aandeelhouders.
Het daartoe aangewezen uiiddel was hoogst een
voudig. leder lid moest namelijk uit de zaak
van zijn patroon zooveel geld en goederen stelen
als hij maar kon. Het gestolene werd dan bij
eengebracht, waarna er in eene algeineene ver*
gadering werd bepaald hoe op de voordeeligste
wijze die gelden belegd en die goederen ver
kocht konden worden. De gauwdieven hadden
alles zoo goed ingericht, dat zij een aantal
handlangers en dépots er op na hielden. Eens
klaps kwam echter alles aan hel licht en werd
een twintigtal leden gearresreerd.
Op Feijenoord zijn weder een l5tal werk-;
lieden (schoepsmakers) ontslagen.
Eiken avond ziet men te Brussel en in de
voorkleden duizenden bedelaars rondloopen, die
met klagende stern oin een aalmoes bidden: zijn
gewoonlijk slordig en ellendig gekleed, schynen
als uitgehongerd en zijn dikwijls met a%rij/.elijke
wonden bedekt. Het schijnt echter dat niet allen
het medelijden der liefdadige personen verdienen:
vele der bedelaars zijn te lui om te werken, en
daarenboven zij winnen meer met bedelen; dan
met een eerlijk bedrijf uit te oefenen. Dat was,
onder audere, het geval met eene zeventigjarige