De Bedrieger bedrogen.
Marktberichten.
uit den omtrek hebben zich hij de oproerlingen
gevoegd, die allen g ed gewapend wuren.
In den laten avond van Zaterdag heeft
een brutale aanrading plaats gehad aan den
ingang der inrijlaan van de buitenplaats »Rui-
tershove gelegen op een half uur afstand van
Bergen op Zoom, aan den straatweg naar Breda,
en bewoond door den heer Mosselman. Twee
personen hebben den huisknecht, die va de stad
terug moest komen, opgewacht, aangevallen en
getracht zijn horloge af te nemen, hetgeen echter
niet geluke. Bij de worsteling heeft de knecht
veel schade asn zijn kleeding geleden en moest
hij den aanvaller met een gedeelte van zijn hor
logeketting het hazepad zien kiezen. Zondag werd
eveneens de rijknecht van den heer Mosselman,
op nagenoeg gelijke hqogte, door een hein onbe
kend manspersoon aangehouden. De bekende
pootigheid van deze knecht schijnt den aarander
evenwet den moed ontnomen te hebben om tot
handtastelijkheden over tegaan, zoodat de knecht,
na aan eenige bedreigingen tehebben blootgestaan,
ongstoord zijn weg kon vervolgen, om beide
zaken in handen te stellen van den brigade-
kommandant der maréchaussee. Een door dit
corps ingesteld onderzoeken schijnt reeds een der
boosdoeners op het spoor te hebben gebracht.
De stad Berlijn telde in 1875. 4-t>4^4 doden
onder hare bevolking, dat is veertien maal meer
dan in 1811, toen er 3aga waren. De overige
bevolking is in die 64 jaren slecht; zesmaal
vermeerderd (van 166.471 tot 918,776). Men
ziet dut van de aan Abraham gegeven belofte,
dat zijn kroost «talrijk zou zijn als het zand
der zee« opweg is naar de letter bewaarheid te
worden.
In het Pruisische dorp Hertefeld, bij Nauen,
viert een echtpaar zijn «ijzeren bruiloft", nl.
zijn 7ojarig huwelijksfeest. De bruidegom is 93
de bruid g4 jaren oud; beiden zijn nog gezond
en kras.
Tegenwoordig wordt er in do verschillende
landen nog al heel wat bedacht, dat als ver
valschings middel of als namaak dienst moet
doen, om eerlijk te zijn, moet men erkennen,
dat Amerika zich in dit opzicht niet onbetuigd
laat en menig bewijs van ijver gegeven heeft
Een merkwaardig staaltje van de hoogte waartoe
het menschelijke vernuft 't wel brengen kan,
zoodra het de quaeste geldt zijn naaste knollen
voor citroenen te verkoopen, geeft de Canada
Medical Journal.
De reporter van dat blad toch meldt, dat
tegenwoordig in dat land eieren zeer goed na
gemaakt worden en dat hij zelf de fabriek
bezichtigd heeft, waar de fabricage plaats had.
Aan een kant van een groot vertrek stonden
op een tafel verclieidene groote koperen ketels,
waarin zich een dikvloeibaie kleverige gele massa
bevond, die voortdurend door een man werd
omgeroerd. Dit stelde de massa voor, waaruit
- het geel, de doier, gemaakt moest worden. Aan
de tegenovergestelde zijde bevond zich eveneens
een tafel niet dergelijke ketels, waarin het kunst
eiwit gefabrieceerd werd.
De schalen bestonden uit een wit soort van
pleister en werden vervaardigd met een blaaspijp,
evenals zeepbellen. Zoodra de schalen geblazen
warenj werden zij voorzichtig in een oven gelegd
om tc drogen, om daarna gevuld te worden
Dit geschiedde aldus: eerst bracht men een weinig
v.
„Nu," hervatto de farmer, met een, met een lui-
migen lustigeu lach, „koor eens, kameraad, gij komt mij
eindelijk vrij verdacht voor. Eerst moet ik uwen
naam weten on wio die geboeide liefhebber daar is.
Ik zelf heet John Harrisson en woon moederziel alleen
hier op deze nette boerderij, sedert mjjne oude dood
ia, Sints dien tijd heb ik veel meer pleizier in mijn
leven dan vroeger
„Dat doet mij genoegen," zeide Robert. „Ik ben
de Schotsche smid Mackenzie van den krnisweg en
heb dezen schurk opgevangen, dien men het geheele
land door loopt zoeken. Bet is Tom Parker, de
roover, die den heer George Allevn vermoord beeft."
„Wel verduiveld!" riep de farmer en kwam eene
schrede naderbij, „is dat dio afschuwelijke spitsboef,
van wien ik zooveel gruwelen gehoord heb. Wel, 't
is om kippenvel van te krijgen. Nog nooit in mijn
leven heb ik een moordenaar gezien. Ik moet dien
sehrikkelijken vent eens van nabij bekijken!"
Hij ging vlak voor Tom staan en zag hem in het
gehiat.
Robert Mackenzie kon op dit oogenblik niet zien,
dat beiden een vluchtigen blik van verstandhouding
wisselden.
„Zoo ziet een moordenaar er dus uit?" ging de
farmer voort. „Nu, ik mag een kameel zijn, als ik
mij niet altijd zulk een misdadiger, zoo ellendig heb
voorgesteld. O, gij booswicht; hoe znlt gij te moede
zijn, als men u aan een touw in de hoogte trekt
„Loop naar den duivel," bromde Tom, in een zeer
goed nagefcootsten aanval van boevenhumor. „Als ik
hangen moet, is bet goed. Beer kan men mij toch
niet doen. Maar ik wil niet als een vreemd beest op
eene kermis worden bekeken, dat behoeft een eerlijke
galgebrok zich niet te laten welgevallen."
„Boe ver zijn we bier nog van den grooien weg?"
vrceg Robert.
kunstmatig eiwit in de schaal, daarna werd
deze bijna geheel gevuld met geel en ten slotte
de orerblijvendé ruimte met kunsteiwit aan
gevuld Eindelijk werd de kleine opening van
het ei met witte cement gesloten en het wonder
van de moderne beschaving het kunstmatige
ei was gereed.
Verleden week liepen de paarden met
arren op de Kerkbuurt op Marken. Dit had
nooit een Marker gezien. Er waren vroeger
wel eens arren in de haven geweest, maar op
het plein bij de kerk had er zich nog nooit
een vertoond. En nu, eene week daarna, is het
ijs uit de zee weggedreven en heeft in zijn
loop het huis bi) den vuurtoren verpletterd,
liet ijs is lot over het dak geschoven en daarop
is de woning inqestort. De bewoners werden
nog gelukkig gered. Met een bootje begaj men
zich in zee en heeft zoo de bejaarde menschcn
er uit gehaald. De oude lichtwachter, die met
de koorts op het bed lag, wilde zijn post niet
verlaten. Met geweld heeft men hem er moeten
uithalen. Alles wat zij bezaten is onder het
ijs geschoven. De roggebrooden dreven op het
ijs aan den wal. De poes is op een schots de
zee ingedreven.
Reeds eenige malen was het te Utrecht
voorgekomen dat in de kerken zakkerollerijen
waren gepleegd, zonder dat het gelukte de daders
te ontdekken Zondag ochtend werd in de
Angnslinuskerk van eene dame weder eene
portemonnaie met geld ontfutseld, hetwelk zij
opmerkte toen zij in het »zakje« haar penningske
wou storten. Toevallig herinnerde zij zich wie
achter haar gestaan had een naaistertje, dat
zij van aanzien kende en daar deze zich
verwijderd had, viel terstond het vermoeden
op haar. De politie,in kennis gesteld, vond Maan
dag ochtend de portemannaie met het grootste
gedeelte van het geld in de woning (Ier diej
egge, die haar gerechte straf met zal ontgaan.
De gerolde* dame droeg, naar de mode,
haar geld op eene plaats, waar een verstandige
huismoeder alleen zou dragen wat zij gaarne
kwijt wou zijn.
De Eugelsche speldenfabrieken bevinden
zich voornamelijk te Birmingham, ofschoon men
ze ook te Dublin, Straus, VVairington, Bedditch,
Bri tol en een paar andere plaatsen vindt. Deze
industrie nam eerst zulk een hooge vlucht;
nadat in 1824 Bright de machine voor de ver
vaardiging van spelden had uitgevonden, die
later door Taylor en Schuttleworth werd ver
beterd.
Van naalden industrie is Geddich de hoofdzetel,
terwijl Shelfeld en Hattertage in Derbysliire in
dit opzicht op deze plaats volgen. In laatstge
noemde plaats bevinden zich tevens veel fabrieken,
waar de hekelpennen of bekelnaalderi gemaakt
worden, die bij de vlasindustrie in gebruik zijn.
Voor bel jaar 18a4 kwamen er veertien men-
schen bij te pas om een enkele speld te maken,
terwijl dit getal tot drie, soms tot twee gere
duceerd is, sinds de Wrightsche machine in
gebruik is gekomen Alhoewel een paar personen
voldoende zijn om een speld te maken, zijn bij
de vervaardiging van naalden een zeventigtal
personen werkzaam, die iedereen andere bezigheid
daarbij hebben. Het aanslijpen van de punt ge
schiedt, zooals men zich wel kan voorstellen,
machinaal.
Om een denkbeeld van de uitgebreidheid dezer
„Ge moet eerst een half uur zuidwaarts loopen»
dan krijgt go den grooton weg naar Marysville,"
luiddo bet antwoord.
„Kan ik dan van nacht bier blijven
„Nu, pleizierig vind ik het niet, dien bloedigen
Tom onder mijn dak te hebben, maar ik zal u maar
van dienst zijn."
"Wanneer gij mij herbergen wilt en den schurk helpt
bewaken kunt ge een dollar of wat verdienen. Ik
denk, ge kunt dollars gebruiken?"
„Dat zou ik ook denken."
„Goed," zeide Robert. „Vooruit dan maar, Tom!"
Zonder tegenstand ging de gevangene het huis in,
dat er van binnen al even armoedig uitzag als van
buiten, en wierp zich op een leger van mos, waarop
een paardedeken lag.
„Heila!" riep Harrisson woedend. „Gij galgebrok,
kunt go niet wachte:1, tot men u eene plaats aan
wijst. Dat is mijn bed. Daarin mogen geen bloedige
moordenaars slapen
En hij schopte Tom van het bed af, zoo dat do
booswicht op den naakten grond te liggen kwam,
want het blokhnis had geen vloer.
Terwijl de farmer bezig was met een en ander in
orde te maken, vernam het scherpe oor van den smid
een geheimzinnig gefluister, dat zijn argwaan opwekte.
Wat had die farmer den moordenaar toe te fluisteren,
als bij bem schijnbaar zoo van harte verafschuwde?
De jonge Schot kreeg een vermoeden, dat er tusschen
beiden eenige verstandhouding bestond. Hij hield
zich alsof hij niets bespeurd had, maar nam zich
zich voor, dubbel op zijne hoede te zijn en door list
zieh van de ware toedracht der zaak te overtui
gen.
De farmer bracht nu eenige levensmiddelen op en
Robert voegde daaraan uit zijnen knapzak nog een
en ander toe. Hij voederde zelf zijnen gevangene met
bijzondere zorgvuldigheid, omdat hij het niet ver
standig achtte, hem de handen los te maken.
„Ik heb geen eetlust," zeide Tom. „Ook bedank ik
er voor, om als een papkindje gevceid te werden
indusstric te geven mogedienen, dat in Engeland
tegenwoordig ruim zevenhonderd personen in de
speldenindustrie en omstreeks vijfduizend in de
naaldenindustrie werkzaam zijn.
De kinderen worden in de fabrieken gebruikt
tot het sorteeren van de spelden. De tegenwoordige
productie van spelden stelt een waarde van
omstreeks drie en een half millioen gulden voor;
uit dit cijfer volgt, welk een ontzettend groot
aantal er jaarlijks vervaardigd worden, daar men,
zooals ieder weet, er heel wat voor weinig geld
kan krijgen.
't Schijnt, dat de dames in Engeland meer
en meer ontstichting in de kerk wekken. Reeds
is vermeld hoe mej. Tocock dit door haar
welgemeend doch allesbehalve liefelijk gezang
deedthans heeft te Southstoke nog iets ergers
plaats gevonden. Een bedieode was door zijn
heer gezonden om in een bank te gaan zitten
en die voor de familie open tc honden. Terwijl
de man daar zat, kwam eene dame en beval
hem heen te gaan, wijl de bank de hare was.
De knecht weigerde, waarop de dame hem over
de lenning heen een slag gaf met haar regen
scherm, en toen dit niet hielp, trachtte zij
over een andere bank in de hare te klimmen.
De knecht werd nu driftig en verklaarde haar
ronduit, dat zij er zoo niet in zou komen. De
dame gaf hem daarop zulk een hevigen slag op
het hoofd, dat het regenscherm brak, Dit erger
lijk tooneel vond Zondag 28 December 1879,
bij 't aangaan der avondkerk plaats, en men
begrijpt welk eene opschuddiug het veroorzaekte.
De bevolking der gemeente Winkel be
droeg op 3t December 1878: 896 mannen en
881 vrouwen totaal 1777. In 1879 zijn geboren
3t in. en 34 totaal 65; ingekomen van
elders 72 m. en ttg vr., makende 222 personen
Overleden zijn 18 m. en 31 v totaal 3g; ver
trokken naar elders 88 m. en 90 v., totaal
178; alzoo te zamen 106 m. en 111 v. makende
317 personen, de bevolking is dus vermeerderd
met 8 v. en verminderd met 3 m., zij bedroeg
op 3i December 1879 893 m. en 889 v totaal
1782.
Tot burgemeester van Sint Maarten, is
herbenoemd de heer W. Scliermerhorn.
Alkmaar 3 Jan. Aangevoerd Paarden a
Koeien f anucht Kalveren f a
381 Schapen f 14 a 28, Lammeren a 42
vette Varkens f 10 a 18 103 Biggen f 5.a 9
Bokken en Geiten f a Bokjes ets. Boter
per kop 0.80 a 0.90 ets.
Purmerende 6 Jan. Kaas: aangevoerd 74 stapels
kleine f 36.stapels middelbare f a
Boter f 1.50 a 1.60 per kg. Eijeren Kip- f 6.
a 8.Eenden f per 100 st.
95 Runderen, stug hoog.
22 paarden; 58 vette Kalveren f ,60 a 0.80 per| Kilo
vlug; 40 nuchtere dito f 10 a 26 per stuk, stug; 60
vette Varkens 44 n 54 ct per pond, vlug3 magere
f 8 a f 15, 70 Biggen f 4 a f 7, 783 Schapen
eu lammeren, stug laag.
HOORN, 3 Jan. 14 hectol. Tarwo f 11.hl.
Rogge f 30 hl. Gerst f 5.50; 52 hl. Haver
f 5.—; Mosterdzaad f21.50; Karweizaad f 16.75; 67
hl. Boonen: bruiue f 18.witte f Paarden
f 8.25; 8 hL Erwten: valefl6.hl. groene f 18.
dat belcedigt mijn gevoel. Geef mij liever een slok
whiskey."
Zijne begeerte word ingewilligd. De farmer haalde
een flesch whiskey, die het zeldzame klaverblad in
goede verstandhouding to zamen ledigde.
„Nu ga ik slapen," zeide de gevangen moordenaar.
„Misschien droom ik weder van do galg, wat verdoemd
grappig is."
„Ik vind dat juist zoo grappig niet," viel Robert
hom in de rede. Overigens moogt ge gerust slapen,
tot morgen vroeg, mijn jongen. Ik zal echter vooraf
eenige maatregelen van voorzorg nemen. Ge hebt
misschien wol een paar touwen bij de hand, Harris
son
„Touw genoeg om er ons alle drie aan op te
hangen," pruttelde de farmer, die zich aanstelde,
alsof hij dronken was.
Hij haalde eenige touwen en de smid bond daar
mede zijn gevangene de voeten samen en vast aan
een balk, die uit den muur stak. Toen vroeg bij om
een deken en ging naast Tom op den grond liggen.
„Ik heb den vorigen nacht niets geslapen," zeide
hij. „De oogen vallen mij van vermoeidheid bijna
dicht. Gij houdt de wacht wel voor mij, Harrisson
en wekt mij'met zonsopgang. Over eene week kunt
gij bij mij aan de smederij komen en uwe tien dollars
halen."
„Goed!" zeide de farmer, terwijl hij op een bankje
giog zitten. „Ik zal wacbt houden als een Indiaan.
Voor tien dollars doet een mensch al wat"
Eene lantaarn, die een schemerend licht verspreidde
bing aan den zolder, die uit ruwe balken bestond en
wierp een geheimzinnige weerschijn uit over het
geheele vertrek.
Tom scheen al vast te slapen, en na een kwartier
scheen de regelmatige ademhaling van den Schot
aan te toonen, dat ook hij ingesluimerd was.
In werkelijkheid echter sliep geen van beide. Tom
droomde niet van de galg, maar dacht aan moord eu
doodslag en Mackenzie wachtte met eene bewonde-
>renswaardige kalmto van gemoed iets ongewoons,