Gemengde beriehten.
DE RIDDER VAN VENETIe.
temperen van de menschelijke ziel. Want hoewel
die behoeften zeil worden ontkend, omdat een
als vooroordeel nit vroeger bijgeloovige tijden,ziel
en God tn hoop en geloof geschrapt zijn uit
de rij der begeerlijke zaken: zon hel niet zijn
deze ontdekking van den nieuwen tijd, waardoor
hij zoo akelig arm is aan voldaanheid en geluk?
De Alkmaarsche stoomvaartvereeniging
heeft hare dienst weder uitgebreid, door over
neming van het zoogenaamde Zijperschuitje en
door aankoop van een gondel tot het bevaren
der Groote Sloot in de Zijpe, welke door hare
stooinbootcn niet kon bevaren worden. Met hare
Tereetvigde sioomlwot gondeldienst doet zij thans
zoowel de aan dat water als aan het Noordh.
Kanaal in de Zijpe gelegen plaatsen aan, en zij
biedt de gelegenheid om 4 malen daags van
Alkmaar naar Schoorldam en terug te varen.
-Te Maarn is de zandarbeider J. van Doorn
hij het terugzetten van den zaadtrein door eene
afschuiving van zand onder den trein geraakt
en verpletterd.
Te Roda werd dezer dagen een gans met
vier en te Nonnenwitz een paard met vijf pooten
geboren.
-- Het schijnt, dat de l.ondonsche mist niet
alleen te duchten is om de vele ongelukken die
daardoor veroorzaakt worden, maar ook om
een andere nog veel gevaarlijker oorzaak. Het
blijkt toch, dat het sterftecijfer in London on
gemeen hooger wordt, zoodra er dicli te en koude
mist heerscht. De wekelijksche rapporten van den
ambtenaar Generaal doen zien, dal het sterftcijfer
steeds langzaam opklimt in de weken welke
de periode van heerschende nevels voorafgaan
en wel met de volgende getallena4,6 pCt. 27,1
en 31.3. Daarna klimt het plotseling tot 48,10
percent, een cijfer dat hooger is dan dat gedurende
de cholera in 1849, 1854 en 1866. Het zijn
voornamelijk personen hoven de zestig jaar, die
het minst van den nadeeligen invloed van den
mist hebben te lijden
Een van dominé's vrienden zond hem eens
een tarbot door een bediende, die dikwijls een
dergelijke boodschap verricht had. maar nog
nooit het geringste blijk van dominé's mildda
digheid ontvangen had. Toen hij toelating ver
kregen had, opende hij de deur der studeerkamer
en terwijl hij haastig de visch neerwierp, riep
hij op ruwen toon: «Mijn meester zendt u een
tarbot
«Holla, jongmenschzeide de Dominé uit
zijn leuningstoel oprijzende, «is dat een manier
om een boodschap over te brengen. Kom laat
mij u betere manieren leeren; gaat gij in mijn
Stoel zitten, we zullen van rol verwisselen en
ik zal u toonen boe ge u in 't vervolg te gedragen
hebt."
De jongen ging zitten, en toen de Dominé
eerst naar de deur gegaan was, kwam bij in
eerbiedigen tied naar de tafel toe: en terwijl
bij een diepe buiging maakte zeide hij «Mijnheer,
mijn meester doet u wel de complimenten, hoopt
dat u Eei waarde gezond is en verzoekt u deze
tarbot ten geschenke aan te nemen.
«Zoo? antwoordde de jongeu, «hier Jan (aan
XXXV.
„En gij hebt In naam van San Marco recht gedaan,*
borvatte Margeritha met haren zonderlingen lach.
„Barbarello kwam met een geschonden aangezicht
op het Marcusplein en schreeuwde dat de heilige aan
hem verschenen was. Alsof een der zaligen voor dit
nietswaardige volk den hemel rog zou verlaten!
Mijnen vrijer Barbarello en zijne plannen ken ik
genoegzaam. Maar voor u zeiven kon het weldra hier
beneden gevaarlijk worden. Men zal aan bet wonder
niet genoeg hebben en ratn moet u dan ontdekken*
Gij moet daarom dezen racht reedt- weg Achter dat
venster, dat op de lagune uitziet, vindt gij eene
vioschersschnit vastgebonden, dien ik voor n, zoi der
den eigenaar te vragen, met gioote moeite hierheen
gekregen heb. Het vaartuig is slecht en wrak geroeg
maar als men slecbts de keuze beeft tusschen dat on
de pijnbank, kan mm zijn le\en daaraan wel toever
trouwen. Verzuim dezen nacht niet. want lij belooft
donker te worden en wie weet hoe lar.g ik nog licht
en leven heb te verdragen. Vaarwel! de zegecweusch
eener verdoemde kan n niets baten
En zonder antwoord af te wachten, verdween
Margeritha in de duisternis. Jacopo bleef alleen en
wachtte, tegen bet op de lagnne uitkomende venster
geleund, totdat het eerste sterrengeflonker op het
water was verschenen. Hij hoorde dnidelijk het
krakende gernisch waarmede het buiten vastgebonden
vaartuig tegen den muur der ketk schaafde. Juist
wilde bij, zijn lang zwaard voor zich nit schuiter.de. op
de vensterbank spiingen, toen een helder licht
schijnsel in de crypta viel. Hij had juist nog tijd om
nebter de kist van den heilige te vluchten, toen het
hek, dat van bet koor der Marcuskerk naar beneden
leidde, met luid geraas op de verroeste hengsels
draaide.
Door twee misdienaars gevolgd, trad een priester
de bel trekkende) ^eem dezen braven jongen
mee naar de keuken, en geef hem zooveel te
eten en te drinken als hij maar kan, zend hem
daarna naar mij toe, dan zal ik hem een halve
kroon geven
In het begin der vorige maand, dus bericht
de «Indiana Telegrapli» bevond zich de vrouw
van den farmer Brumley, wiens landhoeve, op
korten afstand van het stadje New Bethel viij
eenzaam gelegen is, zich in den nacht van
Zaterdag op Zondag alleen te huis. Tegen elf
ure des avonds klopte een man aan de huisdeur,
die voorgaf een marskramer te wezen en ver
zocht binnen gelaten te worden Vrouw Bruley
zeide hem echter, dat zij alleen te huis was
en daarom niet verkoos open te doen. Na een
vergeefsche poging 0111 de deur niet geweld te
openen, gaf de inbreker zich zeer veel moeite om
door een venster de kamer, waarin de vrouw
zich bevond, binnen te dringen. Het was hem
werkelijk reeds gelukt het raam op te schuiven
en het hoofd naar binnen te steken, toen de
vrouw haastig een talhout greep, op hel raain
toesprong en liet met een forschen ruk op den
nek van den schelm deed neer smakken, waarna
zij hein eenige slagen op het achlerhoold toegaf.
De booswicht schreeuwde geweldig en deed
herhaaldelijk vergeefsche pogingen 0111 zich los
te worstelen, doch de vrouw drukte het raam
aanhoudend op zijn hals neder Eenige minuten
later hing hel lichaam des inbrekers bewegingloos
buiten hel venster.
De vrouw ontwaardp toen tot haren niet
geringen schrik dat de man dood was. en daar
zij te recht vermoedde, dat hij niet alleen was
geweest, durfde zij in den nacht het huis niet
te verlaten en bracht dus eenige bange uren
door, tot dat haar man en knecht, in den
Troegen morgen, met hun voertuig terug keerden.
Nog denzelfden voormiddag begaf de moedige
vrouw zich naar den vrederechter 0111 aangifte
te doen van het voorgevallene. De rechter prees
hare kloekmoedigheid en verklaarde, dat hare
onverschrokken verdediging tegen een inbreker,
eene volkomen gewettigde daad geweest was.
Bij de lijkschouwing herkende de justitie in
den yerslageue een hefaainden roover en moor
denaar die reeds eenmaal de galg ontspongen
was en sedert nog menig gruwelstuk bedreven
had.
Ondank is werelds loon. Simon S. een
jongen van 1 3 jaar, voorziet in zijn onderhoud
door den verkoop van krainerijen etc. Met zijn
mandje voor het lijf was hij. Lij de haven
gekomen. Hij ging een der keelen binnen, en
de vrouw kocht eenige snuisterijen. Door dat
de jonge nog al praten kon, werd op den koop
toe een boterham bedongen-
De vrouw doet het goed, den jeugdige mars
kramer een ferme boterham te kunnen voor
zetten, terwijl zij zich verwijdert maakt hij
daarvan gebruik 0111 een zilveren horologie dat
aan den wand hangt in zijn zak te steken Toen
de boterham opgegeten en de jongen vertrokken
was, bemerkte de vrouw, wat er gebeurd was.
Zij liep ijlings den jongen na, maar bij beweerde
er niet van te weten, hij gaf de schuld aan een
man, die iets vroeger als hij de keet verlaten
had, die man werd ondervraagd, maar die kon
natuurlijk niets anders dan zijne onschuld be
tuigen Nu werd Simon nog eens ter dege ge
visiteerd en daar kwam het horlogie uit de
pijpen van zijn pantelon te voorschijn
in vol ornaat binnen en nadeide do kist. Een der
misdienaars zwaaide een wierookvat. <le andere droeg
een fakkel, waarmede hjj de altaarkaarsen aanstak,
waarop hij de brandende fakkel aan eene marmeren
pilaar bevestigde. Jaeopo's hart stond stil. Het was
zonder twijfel te doen om een onderzoek van het
wonder en Jacopo was op bet pont, om, terwjjl bet
nog tijd was, zich door de vlucht to redden, toen
ook de weg naar het venster en de schuit hom ver
sperd werd. Want ook het weleer vergulde, bijna
altijd gesloten hek, vanwaar een onderaardsche gang
naar het Dogepaleis voerde, ging -open en door
dienaars omgeven, die lantaarns droegen, verscheen
de Doge. Zijn gewaad was purper en goudbrocaat en
op zijnen arm leunde bletk en toch met een gelukkig
lachje op bet gelaat. Savina Pesaro. Het hoofd van
den Doge was ontbloot; achter hem droeg een der
pages de gehoornde kroon. Savina's gestalte was
gehuld in eeren langen, reerhangei den bruidssluier.
De houding van den priester, het ernstige zwjjgen
der wachtenden voorspelde een ernstige, plechtige
een monie.
Savina stond aan de trappen van het altaar rustig
en fier, als uit eene andere wereld nedergedaald en
op haar gi laat lag. als eene hcmelscbe glans, de
zaligheid der gelukkige bruid.
Slechts do bruidegom ontbrak nog aan de trouw
plechtigheid.
Eirdilijk verscheen deze. zoo bleek als iemand die
uit het eraf is opgestaan. Het was Valerio Yenier.
Aan zijne ziide, als een booze geest, die hem de rust
des grafs niet had gegund liep Nicolo Sagn do. Maar
achter beiden ging eene reusachtige gestalte de
trappen af en plaatste zich niet verre van het
altaar.
De fortche kden waren in een donkerrood nauw
sluitend gewaad gekle> d en in de handen van den
man met het ruwe gelaat fonkelde onheilspellend eene
breede bijl. Pe heul der Republiek plaatste zich, met
eene onverschillige uitdrukking zijne omgeving mon-
De heer A. P. van du Water te Haarlem
heeft een middel uilgevonden om de kaas tegen
bederf te bewaren Een ond lid van de Holl.
maatschappij van landbouw, den Heer van der
Vliet verklaarde in eene vergadering van de
afdeeling Amsterdam dier maatschappij, Hat de
maatschappij na grondig onderzoek, bevonden
had, dat de uitvinding geen ernstige zaak is.
De Engelsche kaaskenner en kaashereider, de
Heer Nuttal, heeft dezer dagen een attest aan
den heer van de Water afgegeven, waarin hij
betuigt dat de heer van de Water drie ton
kazen door zijne methode geheel vrij heeft
gehouden van mijt en dat zijne behandeling een
prachtig middel is om kaas goed te houden,
zonder eenigen onaangenamen reuk of smaak er
aan mee te deelen Aan welke zijde is de waarheid?
Of geldt ook hier weer het spreekwoordeen
profeet is niet geëerd in zijn vaderland?
Onder het opschrift Reinedij tor Tree pests
(middel tegen boompesten) waarbij een nieuwe
bereiding, genaamd denueboom olie, dringend
wordt aanbevolen als een onfeilbaar middel
tegen allerlei ongedierte, dat in het algemeen
als boompest wordt aangeduid en waarvan o. a
pere- en pruimeboomen veel te lijden hebben.
Het middel verdient de voorkeur boven elke
andereolie, zoomede boven spiritus van terpentijn,
en kan veilig aan ongeoefende handen worden
toevertrouwd. Deze denneboom olie vermengt
zich gereedelijk met water, en hoewel zeer
doodelijk in haar werking op insecten, schijnt
zij volkomen onschadelijk voor het teedersle
plantenleven, als men één deel er van vermengt
niet zestien deelen water.
Het vervalschcn neemt toe: mi reeds
maakt men melding van een voor de helft
vcrvalschte vrouw! En dat niet schertsender
wijze, maar in vollen ernstNatuurlijk heeft
het qeval in Amerika plaats gehad Zekere
Dradford eischt van zijn schoonvadereen rijk
geworden varkenskoopman, 5ooo dollars of
f ia.5oo schadevergoeding, omdat de schoonvader
Mac Grath hem in miss Grath een voor de
helft vervalschte vrouw heeft gegeven
De riiko miss liep een beetje mank en Bradford
wilde wel wetenwat daar de reden van was.
Och antwoordde de aanstaande schoonpapa,
een beetje stijf in de knie! Goed, Bradford
deed zijne liefdesverklaring, kreeg van de
blozende schoane het jawoord en ontdekte
na het huwelijk, dat zijne vrouw voor een
deel uit kurk bestond. Het trekbeen was een
kurken kunstbeen, dat 's avonds losgegespt en
voor het bed op tafel neergelegd werd Of men
dit in Amerika als bedrog in den aard eener
koopwaarzal beschouwen, is nog de vraag.
Handschoenen worden tegenwoordig in
de elegante Parijsche Wereld niet meer uitsluitend
met gewone knoopjes, die licht losraken, dicht
gemaakt, maar zijn dikwijls alleen voorzien van
twee rijen knoopsgaten, waardoor dan, evenals
in manchetten, sierlijke gouden of granaten
knoojes gestoken worden.
Nu degrillige mode gedurig langer handschoen
eischt, waarvoor soms dozijnen knoopjes noodig
zijn, is dat voor de goudsmeden en juweliers
een goed vooruitzicht.
De hoeveelheid voedsel die wij gebruiken
is bijna even bt-langerijk als de hoedanigheid
daarvan, ja in zeker opdicht van nog meer gewicht
L)e hoeveelheid is echter eene zaak van gewoonte
stereuue, uiet verro van het altaar.
Tegenover hem dook het bleeke gezicht en do
stekelige baard van Barbarello uit den donkeren
achtergrond op, die door de onvoldoende verl chting
nog akeliger werd. De procurator was door zijn
ambt gedwongen, de nachtelijke ceromonio bi) te
wonon; en zich zoo ver mogelijk daar van daan
houdende, zag hij met angstige blikken naar de
sarkofaag, alsof hij ieder oogenblik verwachtte, dat
het deksel zou worden opgelicht en de vrome ver
maning van den voormiddag aan hem en de overige
aanwezigen zou worden voortgezet.
Verward zag Valerio om zich heen. Hij scheen niet
te weten, waarheen men hem gevoerd had. Daar werd
hij Savina gewaar. Al het andere zonk voor hem weg
toen hij haar zag. Zijne blikken verhelderden en met
uitgebreidde armen deed bij eene schrede Daar 1 aar
toe. Met een zaligen glimlach wachtte zij htm af.—
Halverwege bleef Valerio staan. De herinnering
aau alles, wat er gebeurd was, scheen hare klauwen
in zijne hersenen te slaan; hij bracht angstig de
hand aan zijn voorhoofd, als vertrouwde hij zijne
zinnen niet, maar nevens zich herkende hij den
Vicedoge; en ook het gelaat van zijnen oom, door
het schijnsel van de walmende fakkel bloedrood
verlicht, dook voor hem op en daarmede do eene
ontzettende herinnering na de andere....
Hij bedekte zijne oosen met de handen en viel
voor Savina op de knieën. Zij reikte hem de handen
en zocht hem op te heffen.
„Ik heb gedwaald, Valerio,* fluisterde zij „Ik heb u
eenmaal van mij gestooten en ben nu herwaarts
gekomen om uwe vrouw te worden, als gij mij nog
hebbeu wilt. Ook uwen edelen oom heb ik onrecht
vaardig beschuldigd...*
Nog altijd knielend, maar met een gillenden lach,
die als waanzin klonk, zag Valerio tot haar op.
„Dien daar?* riep hij, met uitgestrekte hand op
zijnen oom wijzende. „Zie in zijn gezicht, of het niet
dat van eeceu misdadiger isEn al had niemand het