M8&
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
1 0 N Q
Ao. 1880.
24stc Ja.irgdii£.
No. 1300
.Ek'koiidmakiaigcii.
een WIT LAVI
JBevolking.
Ecu kinder huwelijk,
Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens
dag- en Zalurdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertenti'ên in het eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs por ]aar 3.Franco per post f 3.6o,
Afzonderlijke nummers J 0.07
Advertenti'ên van een tot vijf regels J 07Ó; ieder
regel meer /o.i5. Groote letters naar plaatsruhnte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd re dingen
ls arbeid aan een rots te bitn.
GEVONDEN
Inlichtingen zijn te bekomen ter gemeente
■secretarie van Schagen.
GERRIT van den BRINK, gekomen van
ïvoedijk wordt in zijn belang aangemaand zich
zoo spoedig mogelijk te vervoegen ter gemeente
secretarie van Schagen.
Z3
Burgemeester en Wethouders der gemeente;
Schagen, brengen, naar aanleiding van art. 228,
alinea 2 der wet van den 2pen Junij 185
(Staatsblad no. 85), aan belanghebbenden in
herinnering, dat alle vorderingen, ten laste der
gemeente, zullen moetep ingediend zijn binnen
zes maandenvolgende op het jaar waarover
<lezelve loopetien dat, bij gebreke daarvan, die
vorderingen zullen verjaard en verniétigd zijn.
Wordende dus allen, dienogeenige vordering
ten laste dezer gemeente mogten hebben, over
den jare '879, uilgenoodigd die, vóór den 3o
Junij a.s., in te leveren, ten einde zich daardoor
voor de nietigheid en verjaring er van te vrij
waren.
Schagen. 8 Junij 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G; LANGÉNBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van de OUDERS DER LEER
LINGEN aan de gemeenteschooldat bet onder
wijs weder zal aanvangen op Maandag i<f
dezer, des morgens ten 9 ure. IN HET KOOR
DER GEREFORMEERDE KERK-, zullende,
daar het onderwijs ongeveer ter helft der vorige
maand is gestaakt, voor Junij geen schoolgeld
verschuldigd zijn.
Schagen den 8 Jur.ij 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
•v De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester, Hoofd van Politie, der
gemeente Schagen, brengt ter openbare kennis,
dat, gedurende de aanstaande kermis, aldaar j
niet zullen worden toegelaten: waarzeggers, 1
liedjeszangers, orqeldraaijers, vertooningen in
strtjd met de goede zedenalles ter beoordeeling
van den Burgemeester voornoemd.
Schagen II Junij 1880.
De Burgemeester, Hoofd van Politie,
G. LANGENBERG.
VI.
Dat het deu gewonde aan deze verpleging niet
zou ontbreken, al was hare oudtante hier nog
zoo knorrig om, besloot IJolanthe in hare ge
dachten. Zij vond in de verzotging van den zieke
verligting voor haar eigen kommer en was
zeldzaam bewogen wanneer de vreemdeling
op oogenblikken uit zijne bewusteloosheid ont
wakend, waarin hij door pijn aan zijne wonden
en door sterk bloedverlies was verzonken de
geslotene oogleden ophief en zwakke pogingen
aanwendde om de hand zijner verzorgster aan
zijne lippen te brengen, terwijl hij zachte, half
verstaanbare woorden van dank momjielde.
Deu volgendeu morgen gevoelde hij zich door
een paar uren slaap zoo veel versterkt, dat hij
in staat was zameuhangend te spreken, en nu
vertelde hij aan IJolanthe dat hij op reis zijnde
den vorigen avond met zijne heide bedienden,
door het bosch naar Aix was geredenwaar hij
plan had te overnachten, daar was hij door
roovers overvallen die hem niettegenstaande
een liaiduekkigen tegenstand, van zijn geld
beroofd en voor dood hadden laten liggen,
terwijl zjjne bedienden, die slechts ligt ge
wond werden, waarschijnlijk meegesleept wa
ren. Daar het spreken den geWonde klaar
blijkelijk vermoeide, deed IJolanthe geen verdere
vragen en vergenoegde zich met dit korte verhaal
van het voorgevallene, ofschoon zij gaarne iets
naders aangaande de omstandigheden de familie
en den afkomst van den vreemdeling zou hebben
gehoord. Ze kende niet eens zijn naam, hij scheen
vergeten te hebben haar dien te noemen en zij
durfde hem dien niet vragen, oin niet den schijn
van nieuwsgierigheid op zich te laden. Zij dacht
in zich zelve dat het haar genoeg moest zijn, te
weten dat hij ziek was en bare hulp en verpleging
behoefde, en spoedig vergat zij door de zorgen
die de met grooter hevigheid ojikomende wond
koorts, vereischte baren wensch om zijnen naam
en omstandigheden te weten.
Zij was, terwijl de koorts in hem woedde
geheel aan zijn ziekbed gekluisterd want alleen
uit hare hand nam hij gehoorzaam de voorge
schrevene geneesmiddelen en den verkoelenden
drank aan. Alleen door haar liet hij ziqh zonder
tegen te streven de pijnlijke wonden verbinden.
Zij kwam dag noch nacht uit de kleederen en
had daarbij nog de verwijtingen en den kwaden
luim harer tante te verdragen die het haar niet
kon vergeven dat zij zedelijk door IJolanthe was
gedwongen den gewonde in haar huis op te
nemen; bij iederen penning, die om zijnen
't wille moest uitgegeven worden schold en
bromde zij.
Maar IJolanthe verdroeg dit alles gelaten; er
was eene stille vreugde in haar gemoed zoo als
zij nog niet gevoeld had sedert zij onder bet
dak der oudtante vertoefde en toen de jeugdige
krachten van den zieke eindelijk over de koorts
zegevierden etl hij tot beider bewustzijn terug
keerde, kon hij niet genoeg woorden van dank
vinden om zijne lieve verzorgster mede te over
laden. Toen gevoelde zij zich zoo blijde en
gelukkig als of zij zelve plotseling uit eene
zware ziekte tot een nieuw leven ontwaakt was.
Als zij nu aan haren echtgenoot dacht en dit
geschiedde zelfs niet dikwijls, want de gedachte
aan hem werd door de zorg voor den vreemdeling
geheel terug gedrongen zoo deed zij het
zonder verontwaardiging of smart over zijne
ontrouw te gevoelenzij vond het plotseling
zeer goed te begrijpen dat hij een hand wilde
veibreken welke hem aan eene vrouw verbond
die hij voor bet laatst als zesjarig kind gezien
haden dat bij wenschte vrij te zijn om bij de
keuze eener echtgenoote, de stem van zijn hart
te kunnen volgen.
In al haar gevoelen en denken was trouwens
vau bet oogenblik at dat zij deu vreemdeling
hulpeloos en halfdood in het bosch had vinden
liggen eene geheele, door haar zelve onbegrijpelijke
verandering voorgevallen; gelijk zij voorheen
slechts in het verledene en in de toekomst geleefd
had. zoo was er nu voor-haar geen gisterenen
geen morgen meer, maar slechts een heden. De
opgewonden geestdrift waarmede de zieke haar,
die hij-zijne redster noemde met dankbetuigingen
overlaadde, scheen haar de schoonste beloonirig
toe, voor de bange uren en siajielooze nachten
die zij aan zijn ziekbed had doorgebracht en
liet klonk haar als de zoetste muziek in de
ooren als hij haar telkens herhaalde, dat hij
zijn leven vooitaan zou beschouwen als een
geschenk wal hij uit hare hand had ontvangen.
Nog altijd echter, wist zij den naam niet van
den vreemdeling, even min als iets van zijne
omstandigheden, hij scheen het voorbedachtelijk
te vermijden om over zich zelve te spreken, nu
had hij in het begin gedurig aan den doeter
gevraagd, hoe spoedig hij in staat zou zijn, zijne
reis voort te zetten, waarbij voor hem de grootste
belangen op het spel stonden- Plotseling ech
ter sprak hij niet meer van zijn vertrek
bestormde den dokter geheel niet meer met
vragen hoe lang hij nog te bed moest blijven
en scheen met groote kalmte en zelfs met
welbehagen in de rol van een zieke te berusten.
Deze verandering dagteekende van het oogenblik
waarin hij van haar zelve vernomen had. da£
zij niet, even als hare oudtante, Lasalle, maar
Marsanne heette, eene ontdekking, die zoo als
IJolanthe zich herinnerde een haar zelve geheel
onbegrijpelijken indruk op hem gemaakt had.
Zij had hem destijds gevraagd, wat hem toch
in den natin Marsanne vreemds voorkwam, maar
bij bad er niet op geantwoord en slechts gelachen
haar daarbij met een blik aanziende, die haar
zij wist zelve niet waarom, het bloed in de
wangen gejaagd had, en haar hart sneller had
doen kloppen.
Intusschen was de genezing van den vreem
deling zoo snel vooruit gegaan dat de doctor
hein buiten gevaar verklaarde, waarop de jonk.
vrouw van Lasalle verzekerde het van haren
kant niet langer te kunnen dulden dat IJolanthe
haren post als oppaster nog langer waarnam. Zij
bracht hein een bezoek en gaf hem niet Ondui
delijk te kennen, dat zij hoopte, hij haar huis
nu spoedig zou verlaten. Van dat oogenblik af
mocht IJolanthe de ziekenkamer niet dan iu
gezelschap van hare tante bezoekendie van
nu aan om aan haren plicht als vrouw des
huizes te voldoen en tevens om zich persoonlijk
te overtuigen, van den vooruitgang in de ge
nezing van den vreemdeling eiken mogen
eenige minuten bij bem verscheen.
Deze vijf minuten waren voor IJolanthe het
lichtpunt voor den geheeleu dag, het leven
kwam haar zoo leeg en doelloos voor, sedert
zij niet meer aan zijn ziekbed zitten en voor
hem zorgen kou en met ontzetting dacht zij
er aan, zij hem na korten tijd geheel niet meer
zien zou, en bij Aix voor altijd zou verlaten.
Zij bekende zich zelve nog niet dat zij den
vreemdeling beminde, maar gevoelde toch, dat