Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. ISSO.
24ste Jaargang.
i\o. 1335
Bekendmakingen.
De Burgemeeeter van Sehagen
brengt, ten verzoeke van den Heer
Commissaris des Konings in deze pro
vincie ter kennis van belanghebbenden,
de onderstaande aankondiging.
Sehagen, 29 Junij 1880.
De Burgemeester voornd.,
G. LANG EN BEUG.
Ministerie van Justitie.
De Minister van Justitie vestigt
voor liet laatst de aandacht van be
langhebbenden op de noodzakelijke
vernieuwing van de op I Januari] Ih79
bestaande I! Y P O T 11 E C A I lt 1 R-
SC H H IJ V I NI G E N ingevolge de
bepalingen der Wet van 5 Junij 1878
(Staatsblad 110. 90.)
Hij gebreke van vernieuwing gedu
rende de nog loopende maanden van
dit jaar 1880 houdt de vroegere in
schrijving op van kracht te zijn en
kan zij niet tueer worden vernieuwd.
De aanvraag tot vernieuwing moet
geschieden door den hypothecairen
schuldeischer of door een derde, na
mens hein op de wijze in artikel 2 der
genoemde wet omschreven.
Toeziende voogden en toeziende
curators zyn, op straffe van vergoe
ding van kosten, schade en interessen
verpligt toe te zien, dat de hypothe
caire inschrijvingen tot zekerheid van
het beheer van den voogd of curator
binnen den voormelden tijd worden
vernieuwd.
De overschrijving van processen-
verbaal van beslag op onroerende
goederen die niet in 1880 zal zija ver
nieuwd, vervalt daarna van regtswege
en wordt ambtshalve doorgehaald.
'sGravenhage 16 Junij 1S80.
De Minister voornoemd.
(Gel.) A. E J. MODDERMAN.
Uit het leven van een
Duitseh dichter.
1.
Gemengde berichten.
Dit blad verschijnt twee maal per weekffoens
dagen Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 lire worden advertentiën in het ecrstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3 6o.
Afzonderlijke nummers J 0.07/.
Advertentien van een tot vijf regels f o 75ieder
regel meer /o.t5. Groote letters naar plaatsruunte.
Naar volksheil vonder deugd te dingen
ls arbeid aan een rots te bién.
Postdirecteuren en Boekbandelaren aangenomen.
3
Het Hoofd van liet Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Sehagen brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dier gemeente, dat het
kohier van het patentregt voor het dienstjaar
188081, op den 20 dezer maand, door den
lieer Provincialen Inspecteur in de Provincie
Noord Holland is executoir verklaarden op
heden aan den Heer Ontvanger der directe
belastingen binnen deze Gemeente ter invordering
is overgegeven.
leder ingezeten welke daarbij belang heeft
wordt *alzo'o vermaand op de voldoening van
■zijnen aanslag behoorlijk acht te geventen
einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit
nalatigheid zouden voortvloeijente ontgaan.
Scha gen, den 28 Junij 1883.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.,
G. LANGENBERG.
Goetbe bad Sicilië doorkruist eu hield zich
ten laatste nog met zijn reisgenoot, den landschap
schilder Kniep in Missina op, van waar zij over
zee naar Napels wilden terugkeeren. Een groot
Fransch koopvaardij schip nam de heide reizigers
en nog eene groote menigte andere passagiers
op. Tegenwind en de omstandigheid dat de
kapitein en de stuurlieden hun handwerk niet
verstonden, maakte de passagiers mismoedig en
ongeduldig, en Goetiie deed zijn best, het
wantrouwen te bekampen wal zich bij sommigen
reeds in het begin openbaarde en later aanwies
•egen de bevelhebbers van hel schip. Zoo
was de namiddag voorhij gegaan, zonder dal
Napels bereikt werd. Het schip naderde het
eiland Capri, welks steile rotswanden zich
hemel hoog verhieven en verwijderde zich
steeds meer van Kaap Minerva. De zon ging
onder en de kust tot aan Sörrenlo was prachtig
verlicht. Op den achtergrond van den Vesuvius
zweefde eene ontzettende rookwolk en deed aan
een sierkere uitbarsting denken. Daar
ontstond eene groote opschudding ouder de
passagiers. Een onheil bedreigde hen, het schip
had den weg door de zeeëngie gemist eo bevond
zich in de strooming van liet eiland Capri die
door een zonderlingen golfslag alles langzaam
en onverbiddelijk naar de steile rotsen heen
trekt Ontzet zagen allen hun lot tegemoet, het
schip kwam steeds nader, steeds donkerder
werden de veeeselijke rotsen, «de menigte werd
steeds luider en wilder,vertelt Goethe «niet
juist oin te bidden knielden de vrouwen met
hunne kinderen op het dek, maar omdat de
ruimte te klein was om zich daarin te bewegen
lagen zij dicht hij elkander gedrongen. Zij nog
meer dan de mannendie trachtten hulp
aan te brengen scholden op den kapitein. Deze
zweeg en scheen steeds te bedenken hoe of
redding mogelijk was, mij echter voor wien
van der jeugd af, «egeeriuglooshcid erger dan
de dood zelve scheen, was liet onmogelijk
langer te zwijgeD. Ik trad op haar toe en sprak
tot haar. Ik stelde haar voor, hoe zij juist op
dit oogenblik hem, van wien alleen redding te
wachten was, hoofd en oor verwarden, door
hun schreien en leven makenzoodat zij nocli
denken noch zich aau elkander verstaanbaar
kondeu maken.
Wat u betreft, riep ik keert tot u zei ven
in en riebt uwe vurige gebeden tot de moeder
Gods, bij wie het alleen aankomt dat zij uw
voorspraak is bij haten zoon. opdat hij voor u
doe, wat hij destijds voor zijne apostelen deed,
toen bij den storm op het meer van Tiberias»
de golven reeds over het schip sloegen, de Heer
sliep, maar toen de hnlp-en troosteloozen hem
wekten, gebood hij terstond aan de zee te
hedaien, gelijk hij aan de lucht kan gebieden
zich te bewegen, indien dit zijn heilige wil is
deze woorden hadden het beste gevolg. Zij
begonnen werkelijk, daar ze reeds geknield
lagen hunne littaniën met meer dan gewoon
vuur te bidden,* reeds hoorde men op de
rotsen de herders der geiten luid schreeuwen:
«Daar beneden straodt een schip* De be
manning greep naar groote siangen om daar
mede als het lot hel uiterste kwam, van de
rotsen af te houden, voordat ook deze zouden
breken en alles verloren zou zijn. Altijd meer
wankelde liet schip de branding scheen
erger te worden daar verhief zich als door
een wonder de wind en maakte het gebruik
der zeilen mogelijk. Het vaartuig dreef zichtbaar
van de gevaarlijke klippen weg. Spoedig was
liet rotsen eiland achter de gelukkige reizigers
uie hun leven, zoowel aan den voorspraak der
j Madonna bij haren zoon, als aan Goetlies
mannelijke taal hadden te danken.
Te Hoogwoud is door 18 leden en be
gunstigers een afd. opgerigt van de Maatschappij
tot opvoeding van IVeezen in het Huisgezin,
waarvan het bestuur is samengesteld uit de
hh, J. C. Alhrccht. Burgemeester van Hoog
woud en Opmeer. VoorzitterL. IV. de Grient
Dreux, Predikant te HoogwoudSecretaris, J.
J. van IPijk Hoof 'donder wijzer aan de openbare
lagere school ,111 de IVecrcngein. Hoogwoud,
Penningmeester.
Aanleiding daartoe heeft het volgende gegeven.
In Manrt jl. overleed te Hoogwoudkorten
tijd na elkander een ouderenpaar, nalatende
7 weezenallen jongens, waarvan het jongste
viertal nog geheel de zorg van anderen behoefde,
terwijl er niets was nagelaten om die zorgen
te beloonen. Het Burgerlijk Armbestuur en d:
Diaconie der Hervormde gemeente, niet alleen
willende zorgen voor de voeding en kleed: ng
der knapen van 14, 12, 10 en 2 jaren, maar
ook wenschende, dat zij eene goede opvoeding
mochten hebben, wendden zich tot het bestuur
der genoemde Maatschappij, met verzoek om
hulp in deze.
Met groote welwillendheid werd hun nu de
last zoo licht mogelijk gemaakt, en tegen een
betrekkeliik geringe vergoeding heeft de Maat
schappij de verzorging en opleiding der kinde
ren op zich genomen. Zij zijn thans geplaatst
of zullen, wegens bijzondere omstandigheden,
eerstilaags geplaatst worden in een drietal
gezinnen te Óosterbeek bij Arnhem, en terwijl
de oudste knaap, die metselaar wenscht te
worden, de Ambachtschool te Arnhem reeds
bezoekt, hebben ook de anderen een »te huis
gevonden, waarvan men hopen mag dat het
hun ten goede zal komen, en hen in staat zal
stellen eenmaal als nuttige burgers op te treden
in het maatschappelijk leven.
De wandelaars op de Esplanade des In
valides en de quai d' Orsay te Parijs merkten
Vrijdag een Marokkaan op, die iu zijn schilder
achtig costuum rustig voortwandelde
Plotseling zag uien hem sprongen maken eu
kreten slaken als een builende Derwisch iu
geestverrukking.
Toen hij het voorplein van het Ministerie
van Buitenlaudsche Zaken opsnelde, sloegen de
vlammen uit zijn wijdeu pantalon, die weldra
door den conciërge van het gebouw en eeuige
agenten van politie geblusclit werden. Met
behulp van een tolk verklaarde hij eeu Perzische
Israëliet te zijn, die over Taoger naar Parijs
was gekomen om een klagt iu te dienen tegen
de Fransche agenten vau langer, die zich ten
zijnen opzichte misdragen hadden. Na onderzoek
bleek dat men te deen had inet eeo armen
drommel, die, niet wetende hoe hij in het
Ministerie van Buitenlaudsche Zaken zou bin
nendringen, niets heter geweten had dan zijn
eigen kleêren in brand te steken en dan ovei-
haast het Ministerie binnen te komen.
Deze nieuwe wijze van introductie bad hem
duur te stuau kunnen komen; want de ernstige