Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
ZÖ8D1S
Ao. 1880.
24stc Jaargang,
No. 1316
Bekendmakingen.
Nummer 7.
Gemengde berichten.
smuiii courant
Dit blad verschijnt twee maal per weekWoens
dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags tl ure worden advertenti'in in het eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o,
Afzonderlijke nummers 0.07$.
Advertentien van een tot vijf tegels f o 73; iedere
regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arheid aan een rots te bién.
czz
POLITIE.
Achtergebleven op de markt te Schagen van
5 Augustus 1880, 4 SCHAPEN.
Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter
gemeente secretarie aldaar.
Vasthouden van Eenden
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
gezien art. to3 van hel politieregleinent dezer
gemeente
Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat
van af heden tot en met t5 QCTOBER a.s. de
EENDEN, binnen deze gemeente, opgesloten
of gehokt zullen moeten worden, op de boete
bij het politiereglement hepaald.
Schagen, 23 Julij 1880.
Burgemeester en Wethouders voorn
G. LANGENBERG.
De Secreteris,
DENIJS.
PATENTEN
De Burgemeester van Schagen, brengt ter
algemeene kennis, dat, van af DÜNDEÜDAG 29
JULIJ tot en niet VRIJDAG i3 AUGUSTUS
1880, (de Zondagen uitgezonderd) des voormid-
dags van 9 tot 12 ure, ter secretarie der gemeente
kunnen worden afgehaald, de voijaarspatenten
voor het dienstjaar 1880—-81.
Wordende de paten'pligtigen herinnerd dat
de afhaling persoonlijk moet geschieden.
Schagen, 28 Julij 1880.
De Burgemeester voornoemd
G. LANGENBERG.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen
Gezien art 219. 2e alinea der Wet tot regeling
van de zamenstellinginrigting en bevoegdheid
der gemeentebesturen brengen ter kennisse van
de ingezetenen, dat de rekening dezer gemeente
over het afgeloopen dienstjaar 1879, ter .secretarie
voer een ieder ter lezing is nedergelegd van at
heden tot en met den 12 Augustus 1880, van
des voormiddags tien tot des namiddags ttvee ure,
en hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen
betaling der kosten algemeen verkrijgbaar wordt
gesteld.
Schagen 3o Julij 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
VI.
Krantschneider sprong op. De maat was vol,
bij kon het niet langer aanhooren. Zijn hart
zou er door gebroken zijn.
Maar hoe nu de kamer te verlaten, zonder j
de booswichten te verraden dat zij hunne schan-
delijke plannen tegen hunnen wil aan een
luistervink hadden verraden? Hel minstegedruisch
zou de opmerkzaamheid en den argwaan van
de schelmen gaande maken die nu weder geheel
stil waren geworden. Het leven stond hier op
het spel. Krautschneider doorzag hel gevaar van
den vreeselijken toestand ten volle, hij stond
eenigen tijd tegen den deurpost geleund en
dacht na. Met bevende hand trachtte hij toen
zoo zacht mogelijk de deur te openen. Gelukkig
had hij te voren in zijne opgewondenheid ver
gelen, dezelve in het slot te drukken, verlicht
haalde hij adem bij die ontdekking. Toen bukte
hij zich, trok met twee haastige bewegingen de
laarzen van de voeten en sloop er mede op den
gang, opdat het krakende geluid van het nieuwe
voor de reis naar Berlijn vervaardigde voetbe
kleedsel hein niet mocht verraden. Tol zijn
geluk was daar niemand te zien. Ilij sloop tot
aan den trap die naar de tweede verdieping
leidde. Daar zette hij zich op den trap neder
en bracht het toilet zijner voeten in orde.
Nauwelijks had hij dit verricht of Jan kwam
in de stoutste bochten den trap af bnlanceeien
Is de heer hotelhouder nu te huis? bracht
de Kijritzer met moeite uit.
»Om 3 te dienen! hiei boven heer rentenier.*
Krautschneider kloin met bevende knieën de
trappen op. »ij gevoelde nu eerst recht «Ie
afmatting en angsten van het doorleefde, en
moest toen hij hoven was aangekomen, eerst
naar adem hijgen, voor hij den dienstvaardigen
en snelvoetigen opperkelner kon volgendie
reeds den langen gang door snelde aan welks
einde de kamers die voor het private gebruik
van zijn heer en meester bestemd waren, schenen
te liggen.
Krautschneider bleef staan en wischte zich
het koude zweet van het voorhoofdzelfs de
gedachte aan zijne Ida was niet meer in staat
hem kalmer te stemmen. Hel was hem te moede
als of zijn hart dreigde te barsten.
«Hier, heet rentenier* riep intusschen de
heldere stem van den opperkelner van het einde
van den ha'fdonkeren gang Toen werd de deur
geopend, waarin de hooge elegante gedaante
van den eigenaar van het huis zichtbaar werd.
Jan had zeker met eenige woorden het noodige
verklaard want de hotelhouder trad nu met
den oorspronkelijken vriendelijken lach. die Jan
klaarblijkelijk van hem had geleerd, den gast
te gemoet en riep met eene bevallige beweging
van de hand op het binnenste gedeelte dei-
kamer wijzend, het in dit hotel storeoiijpe »oni
u te dienen.*
«Diep ademhalend volgde de Kijritzer deze
uitnoodiging.*
Waarmede kan ik u van dienst zijn, vroeg
de hotelhouder, terwijl hij hem een stoel aan
bood.
»U weet mijnheer zoo goed als ik en ieder
goed vaderlander.* begon Krautschneider thans
met eene zachte, door de diepte inwendige
ontroering sidderende slem, de gewichtigste
rede die bij ooit gehouden had, (zijn vader
zaliger had voor hem zijne bruid gevraagd). Gij
weet waarom de bevelen van de policie. be
treffende elk nieuw aangekomen vreemdeling in
deze stad. zoo veel geslrenger zijn geworden
en betreurt zeker de afschuwelijke aanleiding
tot deze bevelen!*
«Zeker, zeker, mijnheer! maar
«Nu daarom! zult gij zeker, bereid zijn deze
maatregelen met kracht te ondersteunen
«Zonder twijfel mijnheer, zonder twijfel!*
«Nu dan! het geldt hier eene misdaad te
verijdeden die elk Duitsch hart met afschuwen
schaamte zou vervullen.
Met al mijn krachten, mijnheer met al miju
krachten
«Nu dan ziet gij; ik ben een rustig burger
van den Staat, die ver van den politieken strijd
der wereld, als rentenier in Kijritz leeft!*
«Ah zoo gij woont in Kijritz? vroeg meer
bezorgd dan deelnemend de huisheer.
«Ja mijnheer die eer geniet ik! Ik woon daar
even als mijn vader en grootvader, voor mij
deden van mijne jeugd af, en kom er zelden
van daan! Waartoe zou zulks ook dienen? zoo
als gezegd is, om de politiek heb ik mij nimmer
bemoeid. Ida is daar ook niet voor, mijne
vrouw namelijk
•Zoo heet uwe vrouw Ida?» De hotelhouder
trok terwijl hij met het hoofd schudde, zijn
stoel iets ter zijde, want Krautschneider bad in
zijn aangroeijenden onrust zijn labouret wat op
rollen liep bijna oniniddelijk naast zijnen hospes
gebracht en begeleide zijne haastige ontboeze
mingen met allerlei voor kittelachige knieen,
onaangename handbewegingen.
«Ja zij heet Ida! bevalt de naam u niet?*
«Om u te dienen
De heer Krautschneider schraapte zijn keel in
zichtbare verlegenheid; hij gevoelt dat bij zijn
eigentlijk onderwerp geheel bad verlaten ei»
scheen niet met zich zei ven eens, op welke
wijze hij de inededeeling die zijn hart zoo b<-.
klemde zou doen. Met wassende onrust be
schouwde de waard zijn coufusen gast.
«Nu dan« voer deze met onzekere stem voort
terwijl hij aan zijn halsdoek trok.
«Wij beiden hebben ons nooit met de politiek
bemoeid. Noch minder hadden wij ooit met de
policie of het gerecht te doen, behalve bij
gelegenheid van eene erfenis, die mij ook thans
naar de residentie heeft gebracht
Tot predikant te Zuid Zijpe is beroepen
do lieer W. H. Lultenberg, te Waddingsveen.
De heer ds G. Vlug, predikant te Broek
op Langedijk, heelt het beroep naar N'ijkerk
op de Veluwe aangenomen.
Uit Anna Paulowua ontvangen wij de
volgende berichten:
Jl* Vrijdag is de bliksem geslagen in de
woning van J. Keppel aan de Geldersche huisjes,
doch die zonder ongel uk keu te veroorzaken,
door den schoorsteen een uitweg beeft gezocht.
De j.l. (Dinsdag) gepubliceerde verkoopiug
van de plaats van Th Keete, werd op het
laatste oogenblik tot later uitgesteld, ongeveer
4o gegadigden waren teleurgesteld.
Een echtpaar te Bergen op Zoom. Joham.es
Brouwers en Eli/.abeth Konings, viert liedeo het
>6ojarig huwelijksfeest. Ue geheele buurt, waar
de oude luidjes wonen, geeft blijken van sym
pathie door bet uitsteken van vlaggen en het
oprichten van een eereboog van kolossale af
meting.
Te Kertsch is «Ie vuurtoren in haar
fundamenteu gebarsten. Bij onderzoek is gebleken
dat de toren op een vulkaniscben bodem slaat,
en dat uitstroomende gassen de steenplaten
hebben opgetild. Vermits men zich weldra een
nieuwe vulkaan zou vormen, baast men zich
den toren al te breken, voordat bij instort.