3
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad*
2£ste Jaargang.
No 1332
Bekendmakingen
CATHARINA GROEN,
Een RIJTUIG-BOS.
ACHTERGEBLEVEN
Inkwartiering.
Weezen vcrplcgiii
Gemengde berichten.
Ao vm
Dit blad verschijnt twee maal per weekW>oens
dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot s mid
dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuilkoinend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Prijs per jaar f 3.Franco pet post f 3.6o,
Afzonderlijke nummers 0.07
advertentiën van een tot vijf regels ƒ073; iedere
regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
BEVOLKING.
vroeger wonende te Alkmaar, wordt in haar
belang verzocht, zich zoo spoedig mogelijk te
vervoegen ter secretarie der gemeente Schagen.
GEVONDEN:
Inlichtingen zijn te bekomen ter gemeente
Secretarie van Schagen.
in een der koffijhuizenmet de harddraverij en
het vuurwerk op 17 Augustus II.; te Schagen,
EEN VROUWEN DOEK.
Inlichtingen zijn te bekomen ter gemeente
secretarie aldaar.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen; brengen ter kennis van de Ingezetenen
«lulde LIJST betrekkelijk de INKWARTIERING,
bedoeld hij Art. 17 der Wet van 14 September
i86f> (Slaatsbl. no, 138), is vastgesteld en lor
voldoening aan evengemeld Wetsartikel, geduren
de 14 dagen voor een elk ter inzage aan hef
Raadhuis is nedergelegd, en alzoo van af heden
tot den <)en October a. s.
Wordende tevens ter kennis gebragt dat zij
die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben in te
brengen, zulks schriftelijk behooren te doen aan
Burgemeester en Wethouders, binnen ij dagen
nu het einde der ter visieligging en alzoo voor
den 22en October 1880.
Schagen. 25 September 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBEHG.
Do Secretaris,
DENIJS.
ir
'lot de vraagstukken, die de jphilantropic aan
de orde heeft gesteldbehoort ook dat der
weezen verpleging. Het is een merkwaardig
verschijnsel hoe de milddadigheid van ons
voorgeslachc zich heeft geopenbaard in het
stichten van weldadige inrichtingeuniet het
ininst in weeshuizen die van geslacht tol geslacht
hebben voortgegaan aan hare weldoende taak.
In de meeste groote sleden van ons vaderland
treft men naast een aanzienlijk getal holjes voor
oude en gebrekkige lieden, een niet zelden rijk
weeshuis aan waarin menige verlatene een goede
en doelmatige opvoeding omvangen mocht. Het
toezicht op die weeshuizen geregeld naar de
stichtingsbrieven of naar de bepalingen der wet
is over het algemeen uitstekend en meuig nuttig
lid der maatschappij zal met dankbaarheid terug
zien op de plaats en de personen, waaraan hij
menschelijker wijze gesproken alles te danken
heeft-
Toch zijn deze instellingen niet bevrijd gebleven
van de kritieksoms zoo onmeedoogend door
onze eeuw uitgeoefend. He: viel gemakkelijk iu
bizondere gevallen aan te tooneu hoe het samen
brengen van zoo vele weezen soms nadeelig had
gewerkt op hunne vorming.Daarbij bleef het on
betwistbaar dat een eigenlijk te huis aan den ver
pleegden op die wijze niet werd gegeven. Er bleef
altijd te veel over van het geslicht om dien zoeten
en innijen hand te kunnen vlechten, waardoor een
huisgezin zich kenmerkt. Natuurlijk kon hierin
altijd slechts door een hulpmiddel worden
voorzien. Honger macht had aan de kleinen
hunne ouders ontnomen en vergoeding voor dit
gemis ligt buiten inenschelijke macht. Maar
toch meende men nader aan de waarheid te
komen, indien men het denkbeeld van een
gesticht opgaf om tot de verpleging van weczen
in bet huisgezin te komen. Hierdoor bleef bet
kind in de wereld, maakte bet er middel ijk een
deel uit van een gezin en bad bet in zijne
pleegouders de aangewezen voorwerpen voor zijne
liefde en genegenheid. Het is bet groote bezwaar
dat tegen weeshuizen kan aangevoerd worden,
dat die band van liefde voor het kind aan zijn
verpleeger onmogelijk is gemaakt en de vele
karikaturen, die bij voorbeeld in de romans
van Dickens op de kunstmatig verplichte dank
baarheid der verpleegden jegens de regenten of
regentessen van bet gesticht met zoo veel succes
gemaakt zijn, stellen dit gebrek in het helderste
licht. Het stelsel om de weezen iu het huisgezin
te verpleegen bracht evenwel ook weder zijne
bezwaren mede. Het was vooral de keus dei-
pleegouders die hier de moeijelijkheid uitmaakte.
Echter, altijd zou men op mociclijkheden stuiten
en de aanhangers van de verpleging Yan weezen
in het huisgezin hebben hunne zaak met zoo
veel beleid en geweten bepleit, dat zij gelukkig
genoeg geweest zijn aan huuue plannen uitvoering
te hebben kunnen geven. Het zesde jaarverslag
van de maatschappij tot opvoeding van weezen in
het huisgezin ligt voor ons. Het wordt ons toege
zonden met het doel bette bespreken in ons blad,
ook daar door hoopte men grootere bekendheid
aan die maatschappij te geven. Met onverdei ld
genoegen lazen wij dit verslag. Het zet kort uit
een het beoogde doelde beginselen waarvan de
■naatschap|>ij uitgaat en dc- wijze waarop zij
werkt. Reeds iu hetgeen wij schrevendrukten
wij dat doel genoegzaam uitwat het beginsel
betreft, stelt het verslag op den voorgrond,
dat voor ieder kind in 't bizonder de plaatsing
geregeld wordt naar de eischen van zijn aanleg
en vroegere omgeving. Dit is een aller belangrijkst
voordeel hoven de weezen verpleging in gestichten.
Daar toch moet ieder zich schikken naar hel
geheel. Uit het verslag blijkt voldoende, dat hij
iedere plaatsing dc-or de Maatschappij gelet
wordt op den aanleg van het kind lichamelijk
en verstandelijk, zedelijk en maatschappelijk.
Hel middel eindelijk der maatschappij is
slechts bij uilzonderiug verjileging ten haren
koste. - Hoofdzakelijk bepaalt zij zich tot de
aanwijzing van huisgezinnen en belast zij zich
met het toezicht. Aanvulling van hetgeen ont
breekt aan de kosten van verpleging (die kosten
worden hootdzakelijk verstrekt door de aanvra-
gers) noemt bet vei slag uog ais middelwaardoor
de Maatschappij werkt. Dat ruime fondsen baar
tot dit laatste alleen in staat stellen ligt voor
de band. Blijkens bet financieel verslag werd in
1879 ontvangen ruim f 3ooo.De kosten van
verpleging waren ruim f 90Ó0.Daarin werd
door de Maatschappij gedeeld voor f 2224.24.
Hieruit blijkt, dat hoewel materieele bijdragen
onmisbaar zijn en zeker ook niet zullen uitblijven
daar bet versland en bel hart bier beidon tot
mildheid nopen, niet het geven van geld als
het eerst noodzakelijke moet beschouwd worden.
Veeleer is het het kennen der Maatschappij in
de weezeiiverjilegiiig. Verreweg het grootste
gedeelte der gemeenten van ons vaderland is
verstoken van eene inrichting ter verpleging
van weezen De burgerlijke armbesturen zijn wel
verplicht bij zoo menig sterfgeval de verpleging
der kindeien te verdoelen maar hierdoor blijven
de kinderen in eene meestal armoedige omgeving
en zijn zij veelal bestemd om in dienstbaarheid
een hard stuk brood te eten geexjiloiteerd door
de hebzucht van onontwikkelde en baatzuchtige
lieden. De kosten van verpleging zullen in menig
geval de bijdragen overtreffen, welke noodig
zijn bij tusschenkomst van de maatschappij.
Daarom ligt bet hoofdzakelijk op den weg onzer
armbesturen eene vereeniging als deze te steunen.
Van de I 14 verpleegden zijn er 38 op aanzoek
van voogden 4^ door tusschenkomst van arm
besturen, 3l op aanzoek van den staat geplaatst-
Het zijn vooral de beide laatste cathegorien
waarin de toekomst ligt der Maatschappij. Het
verslag vermeldt veel goeds van den uitslag harer
pogingen inaar verheelt toch ook niet enkele
teleurstellingen. Toch geeft bet op menige
bladzijde eene gunstige getuigenis van bet wel
slagen van elke goede daad.
Tot de meest verschillende beroepen worden
de weezen opgeleid; aan het onderwijs wordt
flink de hand gehouden; 4 bezoeken de am
bachtschool, 1 een h-ioger burgerschool, 55de
lagere scholen Zou dit gebeurd zijn, niet zoo
men de keuze bad tusschen de verpleging zoo
als de Maatschappij die geeft en die in een
weeshuis, maar wanneer gelijk in den regel
armenverzorging de toevlugt geweest was?
De lieer P. Groen te Schagenbeeft te
Haarlemde acte voor hoofdonderwijzer beko
men.
Mej. M. II. J Blankenbijl te Kaïnpen,
heeft voor bare benoeming als hulponderwijzercs
te Schagen bedankt,
Omstreeks half twaalf uren had gisteravond
te Amsterdam een treurig jonge val plaats.
Tengevolge van den mist of wel, volgens
anderer lezing, voor het uitwijken voor den
train, geraakte een geacht geneesheer, op weg
naar zijne woning op de Hjerengracht, in den
Singel op den hoek nabij de bru^ van het
Koningsplein, te water.
Het ongeval werd onmiddelijk op-emerkt
door eenige omstanders, die hulp buden. De
wal is echter op dit. punt bijzonder steil en
noch de stationeerde politie dienaar, noch de
bewoners van liet naburige wijnhuis hadden
eene diegge beschikbaar. Een paar touwen
waarmede men kwam aauloopen,-bleken te kort
te zijn
V\ ei had men vervolgens den drenkeling
nog ei n oogenblik vast, doch ongelukkigerwijze