Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
M ®CTQ)lil.
Ao 1880
2tóste Jaargang.
Up U37
Bekendmaking.
GEVONDEN:
een Rwartiermuts.
E111 i
«natie uaar
Noord-Amerika.
Gemengde berichten.
Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens-
dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags I 2 nre wprden advertentiën in het eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te Litn.
Pr|"s per )«ar f 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nummers f 0.07 J.
Advertentien van een lot vijf regels f o 73; ieder*
regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhaudclaren aangenomen.
£2
POLITIE.
onder de gemeente SCHAGEN
De eigenaar kan zich, ter terughekonring,
aanmelden ter gemeente secretarie aldaar.
We maij safelij saij that the present inflm of
immigration to the United States is something
nnprecedented in onr generation.
N. X. Statistical Review.
Nog nooit zijn er zooveel landverhuizers
naar Noord Amerika gegaan als in de beide
laatste jarende meeste Europeesche naties
leverden een belangrijk contingent, en volkomen
gerechtvaardigd wordt de exclamatie van den
«New York Statistical Review», welke wij aan
»t hoofd van dit opstel plaatsten.
Het is iets zonder weerga in onze eeuw en
de statistieke opgave, die onlangs bekend
gemaakt werd, geeft stol tot overdenken.
We zagen dezer dagen een Amerikaansche
illustratie, welke de aandacht op dit, voor de
oude wereld weinig bemoedigend verschijnsel
vestigt, een aantal menschen van allerlei na
tionaliteit zijn over zee gekomen, vervolgd door
een donkere wolk van de meest onheilspellende,
grillige vormen: «de Oorlog» met al zijne
verschrikkingen.
Behouden zijn zij in de nieuwe wereld
aangekomen, waar broeder Jonathan ze aan de
landingsplaats opwacht en met beide handen
verwelkomt
«Geen drukkende belastingen.
«Geen kostbare hofhoudingen.
«Geen gedwongen algemeene dienstplicht.
«Geen knoet of Staatgevangenis!»
Deze bemoedigende woorden lachen de land
verhuizers al dadelijk bij aankomst tegen.
«Welkom gij allen!» roept de Yankee uit,
die met geopende armen voor de Arke staat
die de arme drenkelingen een toevluchtsoord
schenken zal.
«Gratis onderwijs. Vrij land Vrije meening
en uiting daarvan. Vrije verkiezingen. Brood
voor allen!»
En aanhoudend stroomen zij toe, in dichte
drommen, zij die een levensmoede oude wereld
vol verouderde begrippen en instelliugen, waar
't leveti zoovelen schier onmogelijk gemaakt
wordt, door tal van onrustbarende wanver
houdingen. gaan verlaten voor het Land der
Toekomst; voor een nieuwe wereld, waar
alles óók wel niet couleur de rose is, maar
die toch op een nieuwe leest geschoeid is en
geheel gebroken heeft met feudale begrippen,
waaraan Europa nog maar altijd niet ontwoekerd
is.
Vooral is het de Hydra van den Oorlog, die
de menschen verjaagt; althans velen van hen,
die het dreigend gevaar zien naderen en eeu
open oog hebben voor de verschrikkingen,
die eerlang weder te wachten staan.
In Duitschlaud is het gevaar gelegen; de
theorie van Bloed en IJzer» voert dat
reusachtige Rijk ten verderve, helaas! auderen
medesleepende in Staatsbankroet oi wel in
een bloedigen oorlog, om ten miuste eenige
vruchten te plukken voor de offer», die meu
jaren lang aan den onverzadelijken krijgsgod
bracht. Duitschers verlaten in massa hun land
gruwende voor een militairisme, dat de laatste
dagen der regeering van den eersten Napoleon,
dien grooten, beroemden, hyena der slagvelden,
bijkans achter zich laat.
't Geeft stof tot overpeinzen, die landver
huizing op zoo groote schaal, steeds toenemende:
dat ontvluchten van de oude wereld met zijn
schromelijke ongerechtigheden, met zijn onop
houdelijke oorlogen.
Men schijnt het te prefereeren, zijn land te
ontvlieden, liever dan ernstige pogingen aan te
wenden om verbetering in een onhoudbaren
toestand te brengen. Altijd 't zelfde: eerst
onverschilligheid daarna paardenmiddelen, zoo
als emigratie of opstand*
Het militairisme, zooals dit tegenwoordig in
de groote Staten welig tiertis de bron van al
de ellende die ons werelddeel ondermijnt. Alles
tot aan de tanden toe gewapend, ieder oogenblik
gereed om bloed te vergieten, de onbeschrijve-
lijkste jammeren over geheele provinciën te
brengen op groote schaal verdelging predikende;
slechts op een signaal wachtende om de menschen
bij duizenden neer te vellen of te verminken
als honende persifflage op de moderne philan
tropie: als een parodie op afschaffing van
doodstraf, dierenbescherming en meer van dien
aard.
Men ziet het onweder opkomenzonder zelfs
er aan te durven denken om het gevaar te
bezweren; zonder te gelooven aan de mogelijkheid
het nog tijdig af te wenden.
De oude wereld is een reusachtig legerkamp;
overdadige inspanning ten einde toch maar met
andere militaire Staten te concurreerendoet
den schuldenlast toenemen en de belastingen iot
een ondragelijken druk opvoeren wantrouwen
en malaise blijven handel en industrie onder
mijnen, en verstikken allen gezonden onderne
mingsgeest.
Wat doet men?
Men droomt voort, minachtend de schouders
ophalende voor de ernstige waarschuwingen, die
allicht «vervelend» genoemd worden, men
blijft indutten, de oogen sluitende voor het
naderend gevaar, om het niet te zien.
»'t Zal zoo'n vaart niet loopen!» denkt men
met een flauw glimlachje, dat echter niet van
gerustheid getuigt.
En zij die wèl gelooven aan de waarschuwende
taal, die sinds jaren gesproken werd zij pakken
hun koffer en zoeken een goed heenkomen, en
de Nieuwe Wereld zal hen aanbieden, wat
gebrek aan eigen energie hen in de Oude deed
derven.
Menigwerf wezen wij er op: ondragelijke
toestanden blijven bestendigd, oindatde menschen
f
1
1
zich hij voorkeur bezig houden met beazelingen,
met zaken van den mee«t ondergeschikten aard,
maar letterlek moedwillig het oog sluiten voor
hoofdzaken, die de meest nauwlettende aandacht
en inspauaiug, die een overleggend maar krachtig
optredcu eisebteu!
En zoo zal men blijven voortsufïentotdat
het te laat is! En dan zullen honderdduizenden
door enkelen tegeu elkander worden opgezweept
en bet bloed zal stroomen wellicht van Oost
tot Middelandsche Zee, en als de slachting
voleind is, dan zal men de handen ten hemel
heffeu en men zal zich radeloos voor het
hoofd slaan.
Het is, omdat de volkeren niet van hunne
kracht en macht bewust zijnomdat nietigheden
de levensquestie doen voorbijzien; omdat zij
van het stemrecht geen gebruik weteu te maken
omdat zij in den regel weinig meer zijn dan
een groote kudde schapen, door éón hond in
bedwang gehouden.
De heer ds- M J. Adriani, predikant te
Warmenhuizenheeft het beroep naar Barend-
recht aangenomen.
Maar wij vernemen zal eene algemeene
vergadering.van aandeelhouders, in deLandhouw
Sociëteit «Geres» te Schagen worden gehouden
op Woensdag den 3den November 1880, des
morgens ten 11. ure, de alsdan te behandelen
onderwerpen zullen zijn, pachtsom voor den
kastelein en opwekking van den beurshandel.
De heer F. Boogaardt, verklaart bij
advertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant
van Diugsdag 19 October 1880, dat hij alle
aanvragen tot verkoop vau het portret van zijn
ongelukkig kind, geweigerd heeft, en dat hij
den verkoop nog ten stengste verbiedt.
De portretten die aldus in den handel zijn
gebracht, kunnen dus onmogelijk van den ou
gelukkigen knaap zijn.
Onder de gemeente Made en Drimmelen
heeft eeu vrij hevige brand gewoed .waardoor
eene kapitale huizing, bewoond door drie ge
zinnen werd in de asch gelegd. Aan redden was
niet te denken Al het huisraad de kleedereu
en winkelwaren werden eeu prooi der vlammen.
Bijna alles was tegeu brandschade verzekerd.
De oorzaak is onbekend.
Te Keulen is gisteren sneeuw gevallen.
Onlangs liep in een der lanen van het,
bosch van Vincennes, bij Parijs, eeu schamel
gekleed man, die gedurig angstig om zich heen
zag. en eindelijk in het struikgewas ver
dween.
Maar ondanks zijne voorzichtigheid was hij
onopgemerkt gevolgd door twee politieagenten,
die hem aan den voet van een boom een
zorgvuldig verzegeld stgarenki>tje zagen opgraven
en hem juist aanhielden, toen hij daarmee heen
wilde loopen.
Ongeveer uvee jaren geleden was die man
tot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld wegens
het stelen van fr. i5ooo. Hij had toen wel
bekend den diefstal gepleegd te hebben, maar
verklaard dat hij liet geid niet kon aanwijzen,
daar hij liet verteerd had, op een som van
120 fr. na, die men bij hem vond.
Men sloeg echter geen geloof aan zijne
betuigingeu, en zaodra hij weer in vrijheid
gesteld was, ging de politie nauwkeurig al zijn
gangeu na; totdat zij hem eindelijk bij het