ZONDAG
27 NOVEMBER.
Ao. 1881.
25stc Jaargang.
BERICHT.
ORANJE NSÊRLAKD ÉEN,
opce<lrn£en nan Z M den Koning.
VEEIITIG CENTS,
Bekendmakingen.
i
\o. 1462.
S IIA G E
Dit blad verschijnt drie maal per weekmaandag-
Woensdag- en Zaturdagavond. Bij inzending tot
's middags 12 ure worden Advertentiën in het
ecrstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden
stukken een dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Adverten/iën van een tot vijf regels f 0.75
iedere regel meer f 0.15. Groote let'crs worden
naar plaatsruimte berekend.
Als premie op ons blad voor het jaar 1882,
kunnen wij onze abonnees aanbieden, een
fraaien SCHEURKALENDER, getiteld:
Uitsluitend verkrijgbaar voor onze abonnees
tegen betaling van
terwijl hij in den handel Vijf en Zeventig Cent
kost.
Zijdie dezen Scheurkalendergeschreven
op zedelijk-maatschappelijk gebied, door een
zeer bekwame hand. wenschen te bezitten,
gelieve te teekenen op de Inteekenlijst, die
hen binnenkort zal worden aangeboden. Naar
buiten tegen overmaking vau het bedrag per
postwissel, voor 15 Dec. a.s,
POLITIE.
GEVONDEN,
in de gemeente Schagen, tijdjns de veulenmarkt
van den 24en dezer.
een GOUDEN MEDAILLON.
Inlichtingen liietomtrent zijn te jbekomen ter
gemeente secretarie aldaar.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Overwegende, dal met den Ie» November
a s., inwerking treedt, de wet van 28 Junij
(Staatsblad no. 97) tol regeling van den klein
handel in sterken drank, en tot beteugeling van
openbare dronkemchap.
Brengen ter algemeene kennis:
I dal volgens art: i3 der genoemde wet, in
elke localiteit, waar sterken drank in het klein
wordt verkocht, een duidelijk leesbaar gedrukt
exemplaar dier wet moet zijn opgehangen.
2. dat ingevolge hetzelfde artikel, wanneer de
vereischte vergunninq is verleend, een door den
secretaris der gemeente gewaarmerkt afschrift
der vergunning, mede op eene voor ieder zigt
baie plaats in het locaal, moet aanwezig zijn
en tevens boven of ter zijde van de buitendeur
die tot. de localiteit toegang geeft met duidelijke
letters moet zijn vermeld: a, den naam van
hem aan wien de vergunning is verleend; b.
het woord vergunningc. (wanneer zulks het
geval is) dat ingenoeinde localiteit geen sterken
tlrank wordt verkocht van af Zaterdagavond
6 tot Maandag morgen 6 ure.
3. dat de formulieren voor de aanvragen
om vergunning, ingevolge art: 1 der wet, welke
aanvragen op een zegel van i5 cents moeten
worden geschreven en ingezonden aan Burge
meester en Wethouders vóór 1 Janna rij e k,
ter gemeente secretarie verkrijgbaar zullen zijn
van af den len November a. s.
4. dat de ambtenaren belast met het opspo
ren vau de ov ertredingen der genot nsde wet
krachtens art: 26 daarvan, ten allen tijde vrijen
toegang hebhen tot de localiteiten waar sterken
drank in het klein wordt verkocht.
Schagen, den 28 October 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGEN BERG.
de Secretaris
DENIJS
lettend op de nalatigheid van vele eigenaar» van
huizen, in de nummering daarvan, brengen ter
algemeene kennis, dat, veertien dagen na dag
teekeninq dezer, deswege een onderzoek zal worden
ingesteld, en waarschuwen belanghebbenden te
gen de nadeelen welke uit de niet nakoming
dezer verpligting voor hen kunnen voortvloeien
Schagen I November 1881,
USIIU^SII i.u.v-iuuv» ,ww,« I 1
Burgemeester en Wethouders voornoemd
zeggendat 't een gebrek is van den lateren
tijdmaar bij de toenemende beschaving en
meerdere ontwikkeling moest men ook zooda
nig toenemen in eigen en onderlinge waar-
decring, dat 't gegeven woord ten allen tijd
't stempel van waarheid droeg en dat men
zich in deze aan geen bedrog schuldig maak-
G. LANGEN BERG
Dc Secretaris.
DENIJS.
Maar 't spreken van onwaarheid is bij ve
len zoo ingeworteld en 't afleggen van een
eed zoo noodig bevonden, dat de Grondwet
gebiedend aan hooge staatsambtenaren bij de
aanvaarding hunner betrekking de gemeen
tewet aan de Raadsleden en de regterlijke
Collegiën in politie en justitie zaken den
eed voorschrijft. Geen wonder, dat er ten
alle tijde menschcn gevonden zijn, die met
alle kracht tegen 't afleggen van den eed ge
streden hebbendie 't rnet ons onteerend ach
ten dat //een aanroeping van God" vooraf
Na al 't gesprokene en geschrevene over
den eed in den laatsten tijd wagen wij het
niet eenig licht te doen verrijzen op 't altaar
der kwestie, die al zooveel hoofden en harten
in beweging gebragt heeft en wie weet?[moest gaan, voor men 't geloof wilde schen
ken. En die strijd ontwaakt nu weer in
al zijne kracht. E11 't is de grondwet zel
ve die zegt: ieder belijdt zijne godsdienstige
meeningen met volkomen vrijheid" die ook
nog brengen zal
•Waar mannen als de heeren Farncombo
I Sanders en de Pinto hunne pennen gepunt
j hebben, om door Courant;.en Gidsartikelen
hunne gedachten kenbaar te maken, daar voegt j sommige gezindten, die geen "eed mogen af-
het duizenden met ons den vinger op den I leggen, van de verplichting daatoe ont
mond te leggen en te zwijgen, daar het woord
aan zulke knappe hoofden wel is toevertrouwd
maar iets anders is het, om in eenvoudige
woorden zijne meening mede te deelen en 0111
zonder hoog dravende geleerdheid te zeggen,
hoe men over den eed denkt. Zonderling
ilezers! is het; maar toch ook waar, dat de
1 grondslagen van vrees en achting voor
wat ook, in de jeugd gelegd worden en dat
men ouder geworden, dikwijls moeite heeft
af te leggen, waarvoor men in de jeugd ont
zag en eerbied had. 't Afleggen van een
eed 't zweeren bij God, heeft bij ons altijd
zooveel waarde gehad en is altijd zoo gewig-
tig geweest, vooral in tegenwoordigheid
van regter of magisstraat persoon niette
genstaande de meeste trouw en eerlijkheid
dat steeds met huivering de woorden zoo
waarlijk helpe mij God Almagtig werden uit
gesproken. 't Afleggen van een valschen
eed daarentegen was ons ondenkbaar en de
persoon die zich daaraan schuldig maakte was
in ons oog een van God verlaten misdadiger
die niet te streng kon gestraft worden en, hij
is dat nog.
Jammer is het, erg jammer, dat men elk
ander niet op het woord gelooven kan en dat
er een eed gevorderd wordt, om zich van
iemands waarheid te overtuigen. Moest ie
der niet doordrongen zijn
'Ov
van
achting voor
zich zeiven, om nooit liegen of 0111 zijne plig-
ten getrouw te vervullenMoet dan een eed
ons tot de waarheid voeren en niet ons eigen
v
heft.
WelnuBij 't toenemen van hen, die tot
geene godsdienstige gez'ndlieid behooren
scharen velen zich onder hen, met hunne ge
moedsbezwaren, om ook van die verpligting
ontheven te zijn. E11 zoo was 't onlangs,
dat de Heer Hartog Heis van Zouteveen wei
gerde den eed af tel eggen, om als Raadslid
zitting te nemen.
Hij wendde zich tot de Kamer en den heer
van Houten werd eenemotie tot den Minister
Modderman toegestaan. De Minister wilde
bestendiging van den eed, behoudens veran
dering in de bijzonderheden, b. v. door be
perking van het aantal ambtseedenmaar al
heeft de Minister in de laatste weken bloot
gestaan aan heftige aanvallen vau sommige
zijden en al doet het ons leed 0111 den heer
lodderman, 't doet ons toch go :d, dat de
zaak aan den gang is en wij hopen eerlang
verlost te worden van een dwang, die ons en
velen met ons, sedert jaren erg tegen dtn
'•>orst heeft gestuit. Wij scharen ons aan
de zijde van den heer Modderman nietmaar
verlangeu de afschaffing van den eed en zijne
vervanging door eene voor allen gelijke pleg-
tige belofte of verklaring, waarvan de schen
ding dan strafbaar zoude behooren te zijn in
alle gevallen, waarin de mijneed thans straf
baar is of liever na de invoering van het
nieuwe strafwetboek, naar art. 207 strafbaar
zal worden.
Wij beweeren niet, dat tegen de afschaf-
geweten? fing van den eed en zijne vervanging door
Moeten dan de vingers omhoog gestoken eene belofte geen bezwaar bestaat. Maar wat
en God tot getuige geroepen worden 0111 onze het zwaarste is, de gewetensvrijheid, moet
NUMMERING VAN HUIZEN.
Burgeiiitesui en Weilioudtis vau Sch i"< n
het zwaarste wegen. Men zal misschien buiten
eede nog wat meer liegen, dan men thans,
helaas, onder eede pleegt te doen; maar ook
dit kwaad zal gaande weg verminderen, al
gelofte kracht bij te zetten en de verzekering
te gevendat we het eerlijk meenenWe
noemen 't een smaad ons geslacht aangedaan,
aan 't eenvoudige woord geen geloof te hech
ten; maar eene formaliteit te vorderen, die ons naar mate juist "ook door de afschaffiLg van
tot oneer strekt. den eed bij het volk het bewustzijn leven-
God is 't bekend, hoe dikwijls er gelogen diger zal worden, dat er maar eene [waarheid
wordt en hoe dikwijls //een leugen tot best- is en dat men deze voor alles schuldig is aan
wil" wordt uitgesproken. En dat liegen is de algemeene zaak, telkens, wanneer men door
zoo oud als de wereld. W ij willen dus niet het bevoegd gezag wordt opgeroepen tot het