DINSGDAG 10 JANÜAHIJ. i vx Ai iiahmua» k LMDGOÜWBUD. No. 1480 n. Ao. 1882. 2Gstc Jaargang Iets over de waren kennis, CHASE sa Dit blad verschijnt drie maal per weekMaanaag- Woen-vlag- en Zaturdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure worden Adverlentièn in het eerstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60 Afzonderlijke nummers 0.05. Advertcntiën van een tot vijf regels f 0.75, iedere regel meer f 0.15. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. wenken bij de beoordeeling van benoodigd heden voor huislijk gebruik enz. Alhoewel wij het volkomen willen beamen dat de kennis -van levend vee minder kan gerangschikt worden tot dat gene wat men onder „waven kennis" verstaat, zoo willen wij toch voor onze lezers die er belang in mogten stellen, zoo wel wat betreft de uiterlijke ken- teekenen van gezondheid, als de bepaling van het gewicht door meting, van het rundvee, iets ten beste geven. Bepaling van het gewIcht van een rund- dier door meting. Om het gewicht ten naastenbij te bepalen gaat men in Engeland meer malen tewerk als volgtmen meet de lengte van den tronk van af het schouderblad tot aan den wortel van den staart, en den omtrek, van het dier juist ach ter de Schouderbladen, alles in Eng voeten (de Eng: voet is 0,3048 Ned El), nu verme nigvuldigt men de lengte met het product van den omvang en 0.08, waardoor men den inhoud van het dier in Kub. voeten verkrijgt elke kub: voet wordt gerekend te wegen 42 Eng. ponden, of 19 kilo De formule is dus Lengte maal omtrek maal 0.08 maal 19 is gewicht. Uiterlijke kenteekenen van gezondheid. Het behoeft geen betoog dat gezond en goed rundvleesch, alleen kan verkregen worden van gezond en goed doorvoed vee. Daarin moeten wij ons echter geheel verlaten op de gewetens rekbaarheid onzer Heeren slagers, aangezien wij onze toekomstige biefstukjes en rolladen, hoogst zeldzaam wandelende te zien krijgen toch achten wij het niet geheel doelloos hier eeltige kenteekenen aan te geven die bij het rundvee als zoovele bewijzen van gezondheid kunnen worden aangenomen. Draagt het dier den kop goed, heeft het heldere oogen, een natuurlijken gang, goede eetlust, behoorlijke herkaauwing en eene zuivere met gladde haren voorziene huid, dan vereenigt het in zich de ken merken van een gezond stuk vee. Zijn daar en tegen de ooren, hoornen, mond en neus bijzonder warm, is de eetlust en de herkaau wing gestoord, de mestloozing dun'of bloederig aanhoudende hoest aanwezig, bevinden zich door 27)- V. Neen, zij waren zoo en niet anders." Zij streek haastig met de handen over het gezicht, als wilde zij den blos van schaamte, die haar gelaat thans klemde, bedekken. „Ik heb veel ontbeerd en veel geleden in mijn jonge leven." zeide zij eindelijk; „eerst heden gevoel ik mij vernederd! Maar het is een onverdiende vernedering; ik ben onschul dig aan dit wreede antwoord, zoo waar helpe mij God, en Hij moge mijn grootvader verge ven, die miju naam gebruikte oui zijn wraak te koelen! Ik heb dien ouden man zoo innig liefgehad," ging zij voort, bevende van ont roering, „ik heb in hem een martelaar gezien voor familie-eer en familietrots, en nu is de aan de hals of (binnenvlakte der schenkels builen of wordt eene etterachtige slijmafschei- ding uit neus en ooren waargenomen, dan is het dier ziek en het vleesch niet tot voeding geschikt. Bij oogenschijnlijk gezonde dieren kunnen toch bij het slachten ziekten aan de longen, zweren in de maag of het darmkanaal, of ge breken aan de lever of milt gevonden wor den, waardoor het vleesch eene mindere voe dingswaarde bezit. Na het slachten, vooral wanneer zulks door verwonding geschiedt, moet het vleesch eene heldere roode kleur en een frissche aange name, of nagenoeg geen reuk bezitten, het moet tamelijk vast doch niet hard op het aanvoelen, bij drukking veerkrachtig zijn, en er alsdan een bloedig vocht te voorschijn ko men. Het nierbekken moet met hard vet ge vuld en het geheel met vet doorwassen zijn. Bedorven vleesch herkent men daarenbo ven oumiddelijk aan den onaangenamen reuk. Aan oud vleesch kan ook wel eens een versch voorkomen gegeven worden door het met bloed te bestrijken. Voor dat het vleesch gebruikt wordt moet het zoogenaamd bestorven zijn en daartoe eeni- gen tijd, minstens zes uren hangen. Hoe gro ver de vezel isdes te langer moet het be sterven. Voor,..slachtvee neemt men bij voorkeur vol wassen oSsen of koeijen om hun meer malsche ofzichtc vezel, Trekossen, zoo «als men die hier en daar 1 in de provinciën nog wel eens aantreft hebben een meer harde vezel en hard vet, het vleesch is drooger, en daardoor minder smakelijk. Vleesch van waterachtige diereu of die "aan i inwendige verettering lijden is slap, waterig (en geel wit. Bij rotkoorts is het slap, week, [breiachtig en donker van kleur, terwijl het bloed vloeibaar blijft. Bij miltvuur blijft het vleesch week en donker van kleur. Bij runderpest, wankleurig, bevat weinig, dun vloeijend bloed en heeft het vet eene vuile gele kleur. Het vleesch van dieren die aan voormelde ziekten lijdende waren, behoort te worden afgekeurd en buiten consumptie te blijveu. i Het geen men in het dagelijksche leven (vleesch noerut, is het spierweefsel van dieren stralenkrans, die hem in mijn gedachte steeds omgaf, in het stof vertreden „Ik wist wel, dat gij er geen schuld aan hadt," zcide de dokter geruststellend, „ik wist het zoodra ik u sprak en uw lief, openhartig g zicht zag, en onze kennismaking heeft mijn vermoeden bevestigd „Ik dank u, dat ge aan mij geloofd hebt," antwoordde zij eenvoudig, en drukte zijn hand, „maar Waldemar, hebt ge ook hem over tuigd?" Dokter Jordan schudde droevig het hoofd. „Neen, mijn kind, helaas neen! Men moet geduld met hem hebben, hij is een arm, be klagenswaardig mensch, het is niet waar, wanneer men zegt, dat het ongeluk ons ver edelt. Waar slechts de kiem van zelfzucht, wantrouwen of bitterheid is te vinden, wordt deze door het ongeluk ontwikkeld, en Wal- dcrniar wijst elke mogelijkheid, dat gij on- sehuldig aan het antwoord zoudt zijn, van de omgeven met vet en vermengd met beenderen Gemiddeld bevat het dan ook niet meer dan 16°/o werkelijk vleesch, 10% beenderen en 71% vloeistof. Daar de vezels te taai en te onverteerbaar zijn om het vleesch in rauwen toestand te ge bruiken zoo moet het door kooken of braden daartoe geschikt gemaakt worden. Door koken ondergaat het vleesch eene verandering, het oplosbare wordt van het onoplosbare geschei den. Door het in koud water optezettcn komt een groot deel der eiwitstoffen (voeding stoffen) in oplossing, dat kort daarop als schuim zich aan de oppervlakte vertoont, gewoonlijk weg genomen wordt en daardoor voor de voedii- verloren gaat. Geschikter is het vleesch op eens in kokend water te dompelen, waardoor het eiwit aan de oppervlakte stolt, het geheel omhult en het verder indringen van het water wordt voorkomen. De soep en het vleesch op deze wijze verkregen, zal meer h voedings waarde bezitten dan dat zij op de eerste wijze was gereed gemaakt. Bij het braden van vleesch beeft ongeveer het zelfde plaats; de oppervlakte wordt op eens aan eene hevige hitte bloot gesteld waar door het eiwit stolt en verder de vezel aan de oppervlakte ontleed wordt, dat aan gebraden vleesch die bijzonder aangenamen geur geeft. Bouillon. liet is een algemeen heerschend verkeerd begrip, dat bouillon door het koken van vleesch verkregen, eene groote voedings waar de zou beziten. Beter is het wanneer men zich een krachtige bouillon wil bereiden, dat men als dan het raauwe vleesch fijn verdeelt, een uur in laauw water laat aftrekken, daarna de vezels afzeeft, en deze weer op nieuw in laauw water laat uittrekken, tot dat eindelijk als het ware niets dan de vezel overblijft Hierdoor verkrijgt men bijna alle eiwit- stoffen in oplossing; men moet echter die f bouillon koud of laauw gebruiken daar bij ver warming het eiwit weder stolt. Liebig extract, Het Liebig vleesch extract I is niets anders dan een ingedampte bouillon j getrokken uit vleesch van vet en beenderen j ontdaan, dus de oplosbare stoffen van vleesch in compacte massa. Daar het behalve de ei witstoffen ook de andere oplosbare bestand- i deelen, zoo als lijm, chloorkalium enzbevat, hand. Hij meent, als ik u verdedig, dat ik j slechts mijn ingenomenheid met u en niet de ■omstandigheden raadpleeg." „Doet hij dat?" vroeg zij treurig. „O, gij moet mij helpen om mij van dien blaam te t zuiveren, hij moet mijne verklaringen aan nemen, mij vrijspreken van een roof dien ik niet gepleegd heb!" De oude man haalde de schouders op „misschien gelukt mij dat later, thans valt er nog niet aan te denken." Zij dacht eenige oogenbllkken na, toen her innerde zij zich dat de wreede weigering van haar grootvader misschien nog andere gevol gen gehad had, dan Waldemars verachting voor haar. „Het eind van uw verhaal zijt gij mij nog steeds schuldig. Wat deed hij na dit antwoord Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1