IN DEN STRIJD BEPROEFD, 18 Den kinderen vielen de drie dagen tot Ao 1S52 26ste Jaargang No 1547 SÜIME ADYBRTBKTI Dit blad verschijnt drie maal per week - Maandag Woensdag' en Zat ar dagavond. Bij inzending lot e middags 12 ure worden Advertentién in het ecrstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden Stukken een dag vroeger. DIAGSDAG Prijs per jaar f 3—, Franco per |K».it _/3.(iü. Afzonderlijke nummers f 0.0», Adoerlènliim van een tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15, Grooie Set ers worden naar plaatsruimte berekend. 20 JUAIJ. Een Kermis Meditatie. Het is een koude October dag tot nog voor Weinige dagen had de zomer baar grondge bied weten te behouden, en thans dwarrelen kle bladeren rond, de dahlias zijn geknakt en ïjiog slechts een enkele maandroos verheft hare kelk uit de natte struiken. Op de marktplaats is men druk in de weer met het opslaan van tenten en kramen van de kermis, en die natte geraamten aanziende kan men zich niet verbeelden dat dat die ker mis moet worden waarnaar men zoo verlangd heeft. Alleen de jeugd profiteert reeds en is druk bezig met bet aanbrengen van planken enz. Ja tusschen Frans en Jan was biina twist «f ontstaan wie wel het meeste gedaan had aan de toebereidselen de eerste een blonde krullebol had namelijk de trom van den eer sten musicus van het paardenspel aangebracht en de laatste die zich nooit op den voorgrond 'stelde, een olielamp van de wafelkraam. Gelukkige kindschheid. En ginds in dat huis op de stille gracht 'Staat een ouderpaar gebogen over de stervens sponde van hunne dochter en ofschoon verre verwijderd van het kermis gewoel zal die week bun smart zoo Vergrooten. Ook hun kind heeft zoo menig jaar naar die week verlangd. Droeve herinnering bij zoo veel leed. En daar op de hoek van het plein staat «en slanke maagd voor bet venster van een klein huis en ziet ook naar het gejoel, maar gedachteloos, ik geloof niet dat zij de hevige regenvlagen ziet die af en toe als het ware Tiaar beneden gegooid worden, en zelf de straatjeugd voor een oogenblik een schuilplaats doet zoeken, Zij heeft ook zoo veel ia haar hoofd, het is immers alles reeds afgesproken en ge- r regr'ld dat haar minnaar juist dit feest zal benutten om bij hare ouders om hare hand te vragen, en zij is immers zoo Zeker overtuigd dat haar vader daar niets tegen zal hebben, zij weet dat die ook den knappen verver niet ongenegen is, en wat een plannen zijn er nog meer gemaakt voor die week Jadeze kermis zal vis de schoonste van haar leven zijn. Beide grepen uit het leven doen ons zien hoe de gevoelens omtrent dat oude feest ver deeld zijn. De strijd over de kermis duurt allerwegen nog voort, en zal blijven bestaan tot dat alle menschen ten volle overtuigd zijn van het schadelijke of iets beter weten, tot zij een van gedachte zijn. Hier zul hij blijven bestaan tot dat bet een of ander raadslid, volbloed kermisliefhebber, en die door zijn fiux de bouche of een zeke ren brutaliteit nog al invloed heeft het tijde lijke met het eeuwige verwisseld of bij herkie zing door het een of ander schrik aanjagend verkiezingbillet, valt, daar zal hij verdwijnen omdat liet een of ander standje plaats bad. Tal van voorbeeldon zoude ik kunnen aan wijzen hoe tot het een of ander besloten wordt, doch het is een feit de gemoedstoestand van den mensch spiegelt zich af in zijn handelin gen. Een zeker statisticus opperde zelfs eens de vraag of door het toestaan der kermis het ge meente bestuur zich niet onwillekeurig mengt in de onderlinge concurentie. Er is wel iets van waar, die talrijke kramen doen schade aan de handel drijvende inwoners, vraagt het slechts aan dien galanteriehandelaar of het hem niet hindert dat een dergelijke kraam juist „tegen- over hem staat. Vele vreemdelingen komen er door in de gemeente doch dit is meest ten voordeel der herbergiers, ziet slechts hoe Veel grooter het drankverbruik in zulk een Week is De nieuwe drankwet zoude thans een schoon motiet zijn om de kermis af te schaffen, want onwillekeurig werkt men het misbruik in de Novelle V II F- J!T*TFÜb handwelaan geeft ons dan een ander feest, de boog kan immers niet altijd gespannen zijn doch wat ik u bidden mag geen harddraverij, geen volkssjielenwant heiden hebben doen zien dat zij korter dooh erger dan de kermis waren. I Wat dan? ja daar mag Wezen tl ijk wel eerst een prijsvraag voor uitgeschreven wordeneen feest dat niets van het schadelijke van de ker mis heeft, een feest dat veredelt, en toch ont spant, dat den geest voor korten of langen tijd op iets anders vestigt dan het zwoegen, om liet dagelijksch brood. j Zoovelo gemeenten stijven thans hun kas met een niet onaardig sommetje van het v i- gumiingsregt, ach mogt dat, met de stijgende kosten, nu niet alles ten bate van het oi der- wijs komen, mogt een deel daarvan gebruikt i worden tot daarstelling van een fónds om zulk een feest to vierenof iets daartestellen dat de jongelingsschap meer boeit dan de herberg de thans bestaande uithuizigheid is wel een der droevigste verschijnselen der lüo eeuw, het is geen bewijs van beschaving, dat de geest zich behalve met het werk voor den broode met niets weet bezig te houden. Ik zoude kunnen volstaan met te zeggen de kermis is dit jaar juist andersom doch iemand die dan dit bladj, van het vorige jaar in handen nam zoude spoedig uitroepen „wat een grove leugen!" Om te beginnen zal het Nederlandsche too- neel in het Noord Hollandsch Koffijhuis twee Voorstellingen geven op Donderdag en Zondag en beide programma's doen met regt iets jgoeds verwachten. Mevrouw de wed. Bakker zal bet tooneel 111 hare schouwburg loge openen met liet Pa relsnoer, een stuk dat een ieder aangeraden kan worden te zien. Deze schouwburg is geen vreemde hier, het j bezoek van het vorige jaar ligt ieder nog ii> I het geheugen en het personeel is belangrijk J uitgebreid. Dat zoo naakt te liooren uitspreken, Wa-s lwm onmogelijk; hij kon zich nu een maal Kveliuo niet denken, omgeven van pracht en rijkdom en toch arm aan liefde des har ten Er werden nu nog spoedig eenige „zaken" afgehandeld Westheim herhaalde zijne vroe gere belofte, dat hij de erfeniszaken met al zijne krachten zou bevorderen. Hij zou den Consul te Galveston, zoo spoedig het hem mo lt 'lijk was, de noodige mededeelingen doen toekomen. Na eene samenspraak, die bij des morgen» met zijn vrieud had gehad, durfde bij hopen, dat de zaak vrij spoedig in orde zou konten. De president knikte slechts stil zwijg mi. Het was hem zeiven onverhoorbaar <l i deze raak, die hem aanvankelijk zoozeer had bewogen, d.e van zoo diep ingrijpende beteekeuis voor geheel zijn volgend leven kon borden, hem op eens zoozeer uit het hoofd was gegaan, dat zij hem bijna onverschillig Was geworden. Westheim stond ml op. „Om vier uur vertrekt de trein naar Hamburg-ik moet vooraf uog eenige brieven verzenden. Mijn boeltje is zeker in minder dan tien minuten gepakt; ik hou mij uooit met overtollige bagage op. Nu, adieu, old fellowMisschien tot weerziens over een jaar of zes!" „Vaarwel, Westheim!" zeide Eckow, niet zonder aandoening, terwijl hij zijne hand legde in de hem toegestokene van den Amerikaan. „En zeg mij, gij zult Eveline, wanneer zij werkelijk uw vrouw wordt, ten allen tijde met zachtheid behandelen?" „Gij spreekt als een echte vader uit de komedie!" spotte Westheim, terwijl hij zijn hoed g-^'U, „Het heeft er waarachtig Veel vau of zij een nienscheneter trouwen moer Ik zeg u, wanneer zij maar eerst mijne vrouw •is, zal zij s-ju ui-C alle ve-langen uam-Duitüch- land hebbeu luien varen." „Zij zal altijd lijden aan heimwee naar Duitschland en Duitsch gevoeldacht Eckow pijnlijk, toen bij was vertrokken. Eveline'a terugkomst oneindig lang en 't Was vreemd zoo goed en handelbaar als. zij anders waren, het scheen alsof er, nu do vriendelijke maar toch vaste leiding hun ont brak: een geest van oaverdragdl ijkheid en ongehoorzaamheid over allen wus gekomen. Robert plaagde de beide jongeren, ttfc PapP eene van zijne ontembare driftige buien kreeg en Toni in tranen zwom, zoodat de vader, door bet ongewone alarm er bij geroepen, met ernstige woorden den vrede moest herstellen.. Dan weêr joeg Paul, die zich verveelde, de huiskat, tot het angstig geworden dier het raam uitsprong en daarbij een fraaie bloeiende rozenstruik, die in een pot op de vensterbauk 6tond, omlaag wierp. Maar wat nog efger was, den derden dag lag Paul's kanarievogel, op wiens verzorging Eveline steeds «eu waak zaam oog hieid, dood in de kooi en het bleek, dat bet dier ellendig omgekomen wus, uit gebrek aan eten en drinken, over welk feit de arme kleine jongen bijna buiten zich zei ven was van berouw en geweterswroeging. Ook buitendien was er radeloosheid en ver driet aan alle kanten. De fraaie potbloemen, de lievelingen vau Eveline, lieten de kori eu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1