Ao 1SS2 26slc Jaargang NIEÖWS' Z O i\ DAG vk® IS O JULIJ. Een Duitsch oordeel over Ne- derlandsche maatschappelijke en legertoestanden. irM^TRÜTBËPRÖEFr \u lóoG SCHAGE Dit blad verschijnt drie maal per weekMaandag Woensdag- en Zaturdagavond. Bij inzending tot s middags 12 ure worden Adverlentièn in het eerstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. Prijs per jaar f 3Franco per post ƒ3.60. Afzonderlijke nummers f 0.05. Adtericnfiën van een tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote let ers worden naar plaatsruimte berekend. ZZZ Vervolg van No 1553. De macht van het geld en de onverschil ligheid der bezittende klassendat zijn de factoren diej iu Nederland den militairen stand hebben neergedrukt. Den soldaat ont breekt de nationale waardcering die hem el ders toevalt, het Nederlandsche volk beschouwt zich als van het leger gescheiden; bij dat volk is het bewustzijn van de gewichtige werkkring des legers in den staat en van zijn ethische waarde in het volk verloren gegaan. Hoewel geduchte krachten zich hebben be zig gehouden met de geestelijke voorberei ding der militaire hervorming, is het alge meen koud gebleven tegen over den drang •der noodzakelijkheid en de nieuwe denkbeel den, en zoo heeft de jongste organisatie het leger niet in den kring van anderen gebracht. Nederland is een democratische staat, even wel staan de klassen gescheiden naast elkan der. Die toestand verzet zich tegen gelijke plichten. De rijke klassen zijn verwend en de industrieelen en handeldrijvende!), zoowel als de rijke boerenstand, gelooven dat de alge- nieene weerplicht hun materieele schade be rokkent. De heffe des volks blijft voor het leger over; zoo vervalt van zelf de achting daarvoor. Dat zijn de redenen waarom nog geen mi nisterie het gewaagd heeft de algomeene weerplicht als grondslag eener militaire her vorming aan te nemen. Zij stemt niet over een met het koopman-conservatieve karakter des volksmet zijn overleveringen en zijn levensbeschouwing en haar invoering zal nog jaren vorderen. Komt er echter een ramp over Nederland, dan kan die het land duur te staan komen en zullen anderen dat invoeren waarmede de Nederlanders zelve, als zij het tijdig hadden doorgezet, waarschijnlijk de ramp hadden kun- Novelle 24 VA1 F- JFSTFS- Ongeveer veertien dagen nadat het bericht van Westheims overlijden was gekomen, kwam Eckow op een namiddag tegen de scheme ring in de woonkamer. fflk ben helaas naar het schijnt weder de overbrenger van eeue kwade tijding," sprak hij deelnemend, terwijl hij aan Eveline een met zwart lak gesloten brief overhandigde. //Het is een langverwacht doodbericht," antwoordde zij droevig, maar volkomen gelaten, nadat zij een blik op het adres had geworpen, //mijn arme zwager is overleden. Zij las de weinige regels en gaf ze vervol gens aan den president, De brief was van de hand der weduwe en gaf al de snijdende ellende te kennen, waarvan de ongelukkige vrouw vervuld was. //Mijn man is van mor gen gestorven," schreef de arme, //en morgen moet ik bij de rechtbank mijne insolventie aangeven. O, Evelina, dat dat alles, alles nen voorkomen. De aarrshertog Karei zei: z/De schuld bij een ongelukkigen oorlog treft niet alleen den veldheer, hij treft het geheele land dat aan het legerbestuur vóór dien tijd middelen en ondersteuning onthield, toen deze Ivoor de ontwikkeling des legers ongetwijfeld noodzakelijk waren. De schuld van de neder laag ligt in den tijd welke die nederlaag reeds lang is voorafgegaan." //Toen de volken rondom ons heen nog onder den indruk van den oorlog van 187071 verkeerden, deed men zooals in den beginne werd opgemerkt, ook in Nederland pogingen tot een met de behoefte des tijds overeen komstige verbetering van het leger, //Maar behalve de steencn die aan de ves tingwerken zijn verbouwd is alles zoo tame lijk bij het oude gebleven, en hoe verder wij ons van het jaar 1871 verwijderd hebben, des te meer zijn ingrijpende plannen van hervor- ming achter wege gebleven. Cessante causa cessat effectus Ligt in die woorden uit de pen van een vreemdeling gevloeid geen waarheid, geen ironisch verwijt maar ook tevens geen vin- gerwijzing voor ons Nederland? Moet schaamte gevoel zich van ons niet meester maken wanneer de vreemdeling ons, en met, recht, toeroept: //gij verontachtzaamt uw leger en met dat de door u zoo hoog gewaardeerde i onafhankelijkheid. Een volk die dat hoogste goed niet weet te waardeeren en te handha ven, uit gemakzucht, onverschilligheid, laf hartigheid, die niet weet to verdedigen, ver dient die vrijheid niet Wij gelooven echter dat wanneer eenmaal onze vrijheid wordt aangerand, de ruwe hand van den overweldiger ons juit onzen vrede- slaap wakkerschudde, de geest onzer vaderen ons zou bezielen, door jong en oud de wa penen zouden worden aangegord tot verdedi ging van ons zoo dierbaar erfdeel. Maar dat wapenen aangorden zou weinig baten wanneer geoefendheid, tucht orde en andere daarbij zoo hoog noodig "militaire deugden ontbreken. 1 Het zijn juist die deugden die meer dan het getal de overwinning schenken. jzoo plotseling over ons losbarsten moet! Ik heb het wel lang geweten dat het zoo komen zou, maar nu het zoover is gaat het bijna boven menschelijke krachten.. Eu te moeten denken dat door mijn man onze oude moe ten het hare verloren heeft en misschien op haar ouden dag gebrek zal moeten lijden Ik begrijp zelve niet, dat ik altijd nog tranen heb in mijne ellende en mijn harteleedNu ben ik op de gedachte gekomen of er niet uit een of ander fonds, uit een of andere weldadige inrichting, een klein jaargeld voor J moeder zou te krijgen zijn Ik bid u, spreek er met uwen heer, den president, eens over deze zwakke hoop is thans de eenige licht- I straal in mijne ellende Geschokt vouwde hij den brief weder dicht, i //Uw zwager was koopman?" vroeg hij op de goede, zachte wijze, die tegenover bedroefden en ongelukkigen hem nooit verliet. Zij knikte slechts, hare ontroering belette haar te spreken. n heeft vemoedelijk in gewaagde specu laties het kleine kapitaal uwer moeder ge- Daar nu toch ieder Nederlandsch jongeling- die geschikt is in tijden van gevaar den ge boorte grond te verdedigen, die heilige plicht persoonlijk zal vervullen, zich daar in niet door andere kan doen vervangen of daar in achter blijven zonder zich van laag eigenbelang en zelfzucht te beschuldigen, zonder zich bloot te stellen dat moeder en zuster zich in hem scha men, zich prijs te geven aan de minachtende blik van de maagd die hem de hand weigert om dat zij in hem dat gene ziet waarvoor zelfs de luiaard cn straatslijper bloost, zoo. is voorbereiding tot het vervullen dier eerste burgerplicht onmisbaar en is die niet anders; te bereiken dan door de invoering der alge- meene dienstplicht. Wij weten dat de algemeene dienstplicht hier te lande nog veel tegenstand ondervindt, doclv die tegenstand is zoo ongegrond als onrecht vaardig. Welk recht heeft de meer gegoede oim. zijne eerste burgerplichten door anderen tc doen vervullen? Het geld hier niet het doen vam arbeid waar toe men voor geld een arbeider- huurt, het geldt hier het vervullen van plichten: en daar aan kan niemand zich onttrekken zon der plichtsverzaking. Is het rechtvaardig dat alleen de arme zijn bloed en leven feil moet, hebben voor belangen waarbij de- rijke niet. minder betrokken is? Wie zou liet meest dont druk vau den overweldiger gevoelende bezit ter of de niet bezitter? Wij zeggen het den schrijver na. Eenmaal' zullen wij voor den drang des tijds moeteiu zwichten, zal de algemeene dienstplicht ook bij ons zijn doorgedrongen, maar wij hopen dat wij die dan ons zeiven zullen hebben op gelegd, en daardoor afgeweerd, dat zij ons door den Vreemdeling wordt opgedrongen,, als wanneer het telaat zou zijn. Weliicht zouden wij dan onze zonen en broeders zien heentrekken, niet tot bescherming van ons grondgebied, maar om te strijden en fte sneu velen op vreemde slagvekten, voor vreemde belangen. Zijn wij de tijdon der Fransche overlieersching reeds vergoten, toen de bloem van Nêerlandsch jongelingschap voer den vreemden overheerscher een graf vond aan de bruikt?" voer hij voort op denzelfden toon, om haar de smart te sparen van verdere ver» klaringen. //Zoo is het!" sprak zij zacht. //Indien hij in leven en gezond was gebleven, ware mis schien de schade te herstellen geweest, want mijn zwager zag niet tegen werken op en had een helder doorzicht. Maar zijne lichaaras krachten begaven hemde ongeneeslijke tering, waartegen hij zich eerst met alle krachten verzette, laat hare buit nu eenmaal niet los. Ik wist reeds lang dat hij aan de moordda dige ziekte moest bezwijken. Toen reeds, toon ik dezen zomer de mijnen bezocht, zag ik het, dat zijne dagen geteld waren. z/Nu was het als daagde er plotseling een licht voor zijne oogen op. //Eveline!" riep hij hartstochtelijk, «dat is het geweest? Daarom hebt gij Westheim uw jawoord gegeven? Liefde heeft hij niet van u gevraagd en die kondt gij hem niet geven maar gij hebt u voor de uwen willen opofferen!" Zij antwoordde nietdoch hare tranen, die onophoudelijk vloeiden, zeiden hem dat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1