NDBOCWELAD
DONDERDAG
OP SY
20 JSJLIJ.
26jtc
L
X' ife.
Bekendmakingen.
TT ooistekers.
S'c Transvaal of i\l;iiiiio3n
IValioitalc Militie
iNationale Militie.
Ai» 1SS2
\o 15)1
Dit blad verschijnt drie maal per weekMaandtuj
Woensdar/- en Zaturdarjavond. Bij inzending lot
g middags 12 ure worden Advertentién in hel
eerstnitkomende nummer geplaatst. I/u/ezonden
stukken een dag vroeger.
'ffIJ
v/\..r:r
V i
Prijs per jaar f 3Franco per post ƒ3.00.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentie,i van een tot vijf regels 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend.
=3
lurgemeester en Wethouders van Schagen;
'teZien art 174 en 170 van het politieregle
Int dezer gemeente;
ïelct >p art 179, letter O der wet van 29
iij i85i('Staatsblad No 85.)
Irengeu hij deze ter kennis van de ingezete
dat door hen, voor het jaar 1882, tot
hi.steker» voor de geheele gemeente zijl» aan
jteld:
JAN ROOS en CORNELIS ROTGANS.
'ordende belanghebbenden tevens heriouerd
de !>epalin;;eu, voorkomende in de h'erh'i
•enoemde art 174 en 175 van liet polilie-
[leinent.
Sehagcn. M Juli} 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G LANGENBERG.
de Secretaris.
DENIJS.
vangen hebbende de noodige aanschrijving,
brengt, ter voldoening aan de bestaande voor
schriften, ter algemeene kennis, d.itlegenden
3e Augustus 1882, tot de werkelijke dienst
J wordt opgeroepen, de verlofgangers van de lig
i ting 1879; NI COL AAS HOFLAND, beboorende
;hij het 7e regimeot Infanterie('garnizoen Helder
welke verlofganger oj> den opgegeven datum hij
zijn korps present zal moeten zijn, voor des
namiddags ure.
Schagen den 18 JnIij 18S2.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Dc berichten tlic zoo nu en
cian
uit de
de
De Burgemeester van Schagen, daartoe
mdige aanschrijving ontvangen
engt ter uigemeene kennis, dat, tot
l%e dienst worden opgetcepe
rlofgaiigers der iigtingen
;ten
er rit Wit
Vcrt Hoi^tra I beboorende tot het
lendert Kog^eveen 7e Regiment In
c Bob f fan ter ie (gar-
evie 3acob vanThijn nizoen Heuler),
ieter Koóij
m Snaas, beboorende tot het 4e Regiment
vesting artillerie (garuizoeu Helder),
acob Ambuulr beboorende tot het 2e Regi
ment- veldartillerie (garnizoen
rs Gravenhage,) allen tegen 3
Augustus a.s.
Welke verlofgangers oj> opgegeven datum
j hun corps present zullen moeten zijn, vóór
ts namiddags 4 ure.
Schagen it Julij ,1883.
De Burgemeester voornoemd
G. LANGEN BERG.
Nieuwe wereld tot ons overkomen omtrent het
l wedervaren van onze in de laatster» jaren ge-
emigreerde landgenooten, zijn in den regel niet
1 zeer rooskleurig. De hoog gespannen verwaeh-
tingen omtrent welvaart en de in liet verschiet
j te verwerven rijkdommen waarin maar al te
dikwijls de hoop verborgen lag oni spoedig,
al is bet dan niet als oen Ousterschen Nabob
hebbendej dan toch als ecu rijken Westerling naar het
t de werkeVaderland terug te koeren 0111 daar dan de
KMI de onderstaande uch'ergelaten betrekkingen en vrienden eens
1 79 en iü o, te j toonen dat men niet 0111 niets naar Ame
rika trok, gaan na eenige weken verblijf al-
vaak in rook op om plaats te maken voor de
j treurige ervaring, dat de meegebrachte spaar-
i penning met de opbrengst van het //spulletje"
als zand door de vingers glijdt en men zich
al tot de gelukkigen moet rekenen wanneer
men, alvorens alles verteerd is, als dagiooner
aan den gang kan komen. Dat aan zelf boe
ren, dat men tenminste in bet vaderland nog
deed, in de eerste tijden en mogelijk wel nim
mer te denken valt
Waren het nu alleen de mingegoeden: de
zonder brood zijnde daglooncrs, voor wien bij
het oversteken van den Oceaan niet te verlie
zen, alleen te winnen valt, dan zouden wij
jdat heen trekken moeten billijken alhoewel
wij het toch zouden moeten bejammeren 0111
'het daardoor ontstane verlies aan werkkrach-
dat toch ook een niet onbeduidend, wel
1 ten,
De Burgemeester van Schagen daartoe out- j te waardecren kapitaal vertegenwoordigt. Maar
neen, die zijn het niet voor die klasse staat
de slagboom //geld" die haar verhindert in
den vreemde haar geluk te beproeven; het
zijn juist de gegoeden, de flinkste lieden die
door jaren van vlijt en inspanning zich een
kapitaaltje hebben vergaard, doch nu, niet
meer te vreden met dat gene wat de vrucht
hare Vaderlandsche bodem hem aanbiedt,
hun heil gaan zoeken in Amerika, het el do
rado, het land alwaar in hun verbeelding slechts
te martijen en te oogsten valt. Zich gaan ves
tigen in een maatschappij vol egoisme, om
als Nederlanders, zoowel in taal zeden en ge
woonten geheel op te gaan, in de groote mas
sa Ieren, Duitschers, Engelschen, Fransohen,
Amerikanen enz., die als een mengelmoes de
bevolking der vereenigde staten uitmaakt.
Waarom hebben wij steeds liet. oog naar
het verre Westen, naar Amerika, gewend
wanneer er sprake is van in den vreemde een
betere toekomst te zoeken, waarom het oog
ook niet elders, op Zuid-Afrika, gevestigd?
Daar toch wachten niet minder dan in Ame
rika onmetelijke vlakten heerlijk vruchtbaar
land op dc hand van den ontginner omdiens
moeite mol rijke oogsten te beloonen.
Daar toch vindt men bij een heerlijk
gematigd klimaat, een bodem die in vrucht
baarheid voor ons Nederlanders de stoutste
verwachtingen overtreft en wat vooral groote
waarde heeft, cene bevolking van oud IJol-
landschen oorsprong, in wiens taal, zeden en
gewoonten, de Nederlandsche landverhuizer
de zijnen terug vindt. Eene bevolkingbeicid
ieder Nederlander die hun land verkiest tot
liet land zijner inwoning om daar als eerlijk
en naarstig man het brood voor zic'u en de
zijnen te verdienen, als een stamgenoot en
broeder te ontvangen en voort te helpen.
Maar onbekend maakt onbemind, zoo is het
ook hiermede. Hebben onze Transvaalsche
broeders tengevolge hunner in de laatste
tijden gevoerdeu worstelstrijd tot. verkrijging
hunner onafhankelijkbe:d onze volle sympathie
verworven,en is er toen voor ons al eenig
licht verspreid omtrent hun volksbestaan, tot
velen onzer is daarvan niet meer dan eeno
en weet
geringe schemering
doorgedrongen
O O
klonk
een zware mannenstem uitgeroepen
haar duidelijk in de ooren.
Vermoeid leunde het jonge meisje met liet
hoofd tegen de lage deur en wachtte totdat
haar medgezel zich harer zou herinneren.
Spoedig viel het oog der vrouwen in de
op Hólène's reisgoed, dat de jonge
man op een stoel had neergelegd, vóór hij
de omhelzingen der zijnen beantwoordde. I11
korte woorden bracht hij liet gezin op de
hoogte van de zaak en verzocht om een nacht
I kamer
NOVELLE
I) VAN
S&. VOV P.l^CHKOWSDiY
Voor een der eerste huizen hield de zeeman
til, opende een kleine poort in den steeneu
puur, die, evenals bij de meeste boerderijen
>p de Oostfriesclie eilanden het geval is, het
luis omgaf, en trad door de. lage, niet geslo-verblijf voor de vreemde dame
pen huisdeur een smallen gang binnen. I De vader ging het eerst de kamer uit om
I De zoon des huizes liep dieu gang ten (haar welkom te heeten. Achter hem verscheen
!mde en deed een tweede deur open. Een de krachtige figuur der moeder, in de zware
chtstrual viel op zijn booge, forsche gestalte zwarte kleeding der Sylter vrouwen, met den
fcen bij bukkende den drempel overschreed, zwarten hoofddoek op het lage voorhoofd I11
Dc vreemde bleef in den donkeren gang staan, de opening der deur werd een jeugdig, bloeiend
I Een luide kreet weerklonk in het vertrek, meisjeskopje, met den witten hoofddoek der
laarop nog een tweede de stemmen klon- ongehuwde vrouwen, zichtbaar,
y'ü halt verschrikt, maar vol Idfuïe verrassing. Het schooue, vreemde meisje, met haar
Daarop werden eenige begroeting ui gewisseld voorname houding, en fraaie kleeding, rnaak-
P.1, Oostfr es-ben tongval, waarvan Hólène te ook hier, evenals overal waar zij zich ver-
pets verstond. Slechts de naam Edlcf," door toonde, ecu zeer guiistigen indruk. Zij veront
schuldigde zich met eenige vriendelijke woor
den over de moeite, die zij hun op zulk een
laat uur door haar komst gaf.
De oude vrouw heette haar onmiddelijlt wel
kom en stak haar de hand toe. tiet jonge
Friesche meisje volgde haar voorbeeld. De va
der zeide niets, maar deed de deur van een
klein vertrek open en gaf de vreemde een
wenk om daar binnen te treden.
Terwijl de beide vrouwen het noodige voor
den nacht in orde brachten, wenschte Hélend
de mannen goeden nacht, en bedankte haar
vriend in den nood op do hartelijkste wijze.
Weinige oogenblikken later strekte zij haar
vermoeide leden uit op het haastig gespreide
bed, welks zindelijkheid, dj hardheid der ma
tras moest goedmaken.
Buiten huilde en loeido de storm cn klonk
met korte tusschenpoozen een geluid als van
den donder Hólène in de ooren. Zij vermoed
de r.iet dat het de golven der onstuimige
Noordzee waren, die haar dus een welkomst
groet toebulderdcn, en hield het voor een ver
wijderd onweder.