AÜ 1SS2 3® JULLV. Bekendmakingen. H ooistekers. Vasthouden van Eenden. August Slermaiin Francke. i*. vov -Góte Jaarg.ur; AÜ iüö5 &&6IIBKN- NIEÜWS- MfEETIOTll- MK01Ö0WBM1 Dit blad verschijnt drie maal per week Jaandag Woensdag- en Zalurdagavoud. Bij uizending lot s middags 12 lire worden Adverieniièn in het eerstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. Z 4> AT D A G Prijs per jaar f 3Franco per post ƒ3.60. Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentièn van een tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote let ers worden naar plaatsruimte berekend. -} Burgemeester en Wethouders van Sehagen; Gezien urt 174 en 175 van het politieregie ment dezer gemeente; Gelet ->p art 179, letter O der wet van 29 Junij 1851(Staatsblad No 85.) Brengen bij deze ter kennis van de ingezete nen dat door hen, voor liet par 1882, tot hooistekers voor de geheele gemeente zijn aan gesteld: JAN BOOS en CORNELIS ROTGANS. Wordende belanghebbenden tevens herinnerd aan de bepalingeu, voorkomende iu de hierbo vengenoetnde art 174 en 175 vau het polilie- reglement. Sehagen, 1 I Julij 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G LANGEN BERG. de Secretaris, OEN IJS. Burrgemeester en Wethouders van Sehagen; Gezien art: io3 vau het l'olitie reglement dezer gemeente; Brengen bij deze ter algeineene henr.is, dat van af' lieden tot en met t5 October a s de EENDEN binnen deze gemeente, gesloten of ge bokt zuilen moeten worden, op de boete bij bet politier eglement bzpaald. Sehagen, 28 Julij 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd; G. LANGENRERG. de Secretaris, DENIJS. Wanneer ik ook te Halle komt, altijd zie ik met bewondering naar het Standbeeld op dat voor het Weeshuis aldaar staat en den man voorstelt wiens naam boven dit artikel staat. Dat aantrekkelijke gelaat waaruit weldoen spreekt vergeet men niet meer. OFTylY (8) NOVELLE VAN Reeds sedert lang dacht zij er niet meer aau> om het «armzalige logies," zooals zij het »iet voorname minachting, op den morgen na haar komst had genoemd, te verlaten. Wei- inge dagen nadat zij zoo gastvrij in de nede rige woning was ontvangen, had Edlef haar gezegd dat een der beste en fraaiste apparte menten van geheel Westerland open kwam, Cü dat hij het voor haar zou bespreken. eu misnoegde trek verscheen om haar fij- ïppen, toen zij dit, eerst zoo verlangend or haar verbeide nieuws hoorde. Vp 1 - u®, hunt ge denkendat ik zou willen auneS' ',iTig zij e'! vervolgde> zich be zon ii r' ik uw ouders niet tot last beu, bever hier blijven." Cü strual yan vreugde schitterde bij deze Francke werd den 22 Maart 1663 te Lu- beck geboren. Zijn vader, die doktor in de rechten was, bekleedde verscheiden gewigtige betrekkingen in Gotlia en stierf toen zijn zoon zeven jaar oud was. Op zijn 13e jaar werd hij op het gijmnasi- um opgenomen en kon reeds na een jaar de academische studie volgen. Ilij verkoos echter zich nog twee jaren aan de oude talen te wijden en vertrok toen op zijn 16 jaar naar de academie te Erfurt, en later naar Kiel, 0111 de theologie, philosophie en geschiedenis te bestuderen, 1 Veder drie jaren later vertrok bij naar Hamburg 0111 onder leiding van den Rabbijn Esra Edrardi liet Ilebreeuwsch te loeren, Toen vertoefde hij anderhalfjaar bij zijne moeder en hield zich ontledig niet de studie van den bijbel welke hij zeven maal (in het Hebreeuwsch) door las. Na nog eenigen tijd in Leipzig de talen be oefend te hebben trok hij naar zijn vaderland, naar Lünenburg waar hij voor het eerst voor de Gemeente zoude optreden, nuar hoe meer hij over den teks: Joh: 21: 31 nadacht des te meer werd hij overtuigd «dat hij het ware levende geloof" niet bezat. Toen zocht hij troost in het gebed en God had hem niet verlaten hij verkreeg beiden, sterkte en geloof en van daar dat hij Lünenburg tot aan zijnen dood als zijn gees telijke geboorteplaats beschouwde. Den 22 December 1 GDI werd hij tot gees telijke benoemd te Halle en professor in de Oostersche talen, en hield den 7 Eebruarij zijn intree preek. Ruwer eu arme gemeente was er geloof ik niet. Een dag bestemde hij 0111 tot haar te spre ken en koos daarvoor den dag uit dat zij aal moezen in ontvangst namen. Ten einde meer te kunnen uitdeelen trachtte hij ook meer giften te ontvangen en plaatste daarom een bus in zijne woonkamer en plaatste daar de spreuk onder «Zoo iemand in deze wereld goederen had eii ziet zijn broeder lij woorden in Edlefs diepe blauwe oogen en lie^ kostte hem moeite haar niet de uoodige kalm te de verzekering te geven dat de zijnen haar zeer genegen waren en haar ongaarne zouden missen Was Edlefs ernstig wezen het eerst bezwe- j ken voor de betoovering, die het schoone, 1 bnminnelijke meisje op hem uitoefende en had zijn liefde bij baar een dergelijk gevoel opge wekt, of was het Hélèna geweest, die zich liet eerst tot den streng oprechten, schijnbaar koelzinnigen jongen man aangetrokken gevoel- Ide, die haar niet zooals anderen deden, met j vleiende betuigingen van bewondering was te- Igemoet gekomen lioe dit ook zijn mccht, de magnetische strocmdie twee harten zoo onweerstaanbaar tot elkander trekt, was reeds beginnen te werken, en beiden ondervonden daarvan onbewust deu invloed. Bijna dagelijks ontmoetten zij elkander op hun wandelingen, al hadden zij ook in tegen overgestelde richting het huis verlaten: op de bruine heide, welker purperen bloemen door de nijvere bijen werden omzwermd; aan liet 1 stranddat voor Hélèna zooveel aantrekkelijks den, en sluit zijn hart voor hem, boe blijft dan de liefde tot God bij hem." en daaronder «Een iegelijk naar zijne keuze, niet onwillig of uit dwang want den vrolijken gever heeft God lief." Op zekeren dag legde de vrouw van het Raadslid Knorn 4 thaler 16 grossen in de bus, zonder te kunnen bedenken tot welk een groot werk zij den grondsteen legde. Vol geloofsovertuiging riep hij uit: «Dat i3 een eerlijk kapitaal, dat moet ergens voor die nen, ik wil een armenschool beginnen Dadelijk kocht hij voor twee thaler boeken, belaste een arm student met de bedelaarskin deren dagelijks 2 uur les te geven dien hij daarvoor per week 6 grossen gaf, maar he laas de boeken werden verkocht. Doch hij gaf den moed niet op, kocht voor het overige weder boeken doch was nu zoo voorzichtig deze niet mede te geven. Zoo werd de armenschool in Paschen 1695 gesticht. Toen het getal schoolgaande kinderen tot 60 was geklommen, besloot hij een aanvang te maken met cenige kinderen geheel tot zich te nemen. Eet, vriend die vernam dat hij van dit pl 11 zwanger ging vermaakte hem tót dat einde 500 thaler, maar toen hem 4 wezen werden voorgesteld om een keus te doen, koude hij dit niet van zich verkrijgen tn behield ze allen vier, nu had hij vier wezen en geen te huis voor hun Go 1 beschaamde zijn vertrou wen niet en hij werd spoedig instaat gesteld een huis tot dat doel te koopen. Ook dit huis was spoedig te klein en moest men gaan denkon om een nieuw te bouwen, want in 169S had men 100 Wezen, 72 1 studenten aten er des middags en 409 kinderen werden onderwezen waarvoor 50 8 leermeesters beschikbaar waren De giften daarvoor kwamen rijkelijk in en 1 Ter opheldering dient- dat toen ter tijd, rooral in Dititwli land. het studeeren niet alleen door de rjkni ges hieJlu en ook niet voor bewijs vau rijkdon gold. 2 Men zonde alligt waneu dat ook toen het onderwijs zoo overdreven was, vooral wat betreft hot getal onderwijzers- 11 air dit getal was zoo groot omd it ieder slechts zooveel u ei onderwijs gaf als hij over had- had, of op de duinen, waar zij soms uren lang zat en het wilde spel der golven gade sloeg. Zij hield er van, het witte zand door haar slanke vingers te laten glijden, te zien hoe de smalle voren die haar hand daarin trok onmiddelijk weder verdwenenhoe de grijsach tig groene helm in den wind golfde en in den zonneschijn schitterde, te luisteren naar het woeste, aangrijpend schoone lied der golven, naar het weemoedige, angstige gekrijsch der zeemeeuwen en der wilde eenden. Kwam dan Edlef, «toevallig" langs denzelf den weg en haar scherpziend oog ontdek te hem reeds in de verte, dan liet zij haar w itten zakdoek in den wind fladderen, en hij bemerkte onmiddellijk dit vurig gewenschte teeken, wijl hij aanhoudend daarnaar had uitge zien. Dan ging hij naast haar zitten in het war me duinzand en volgde met zijn blik den ba ren, die op de schuimende krullende golven rustte, dau deed hij baar lange verhalen van zijn reizen, van de gevaren en de genoegens van zijn beroep, vau zijn gehechtheid aan het ■eenzame, harre eiland, van de zeden, sagen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1