IMIMIII- MN0BQÖW8L&Q. ZONDAG 3 DECEMBER. I! XHÏI Ac 1882 26stc Jaargang No 1619. Buitcnlanrisch Nieuws. Dit blad verschijnt drie maal per week. Maandag Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure worden Advertentièn in het eerstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. Prijs per jaar f 3Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentièn van een tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wordeti naar plaatsruimte berekend. sur II. Wat er op liet Sctiagemlot gebeurde. In een vorig nummer dezer Courant, heb ik meegedeeld, hoe het slot er uitzag tijdens zijne dagen van glorie, thans wil ik 't een en ander, dat daarin is voorgevallen, uit de Ver getelheid te voorschijn halen. Voor menigeen zal 't niet zoo heel belangrijk zijn, want velen bekommeren zich daarover zeer weinig, maar 't kan toch zijn, dat deze of gene oud-inwo ner van Schagen er belang 111 stelt en daar om zal ik vervolgen: Zooals reeds gezegd iswas Willemde natuurlijke zoon van Iiertog Albrecht van Beieren, de stichter van 't Slot en werd hij de eerste heer van Schagen. Zijn zoon die Albrecht heette, had door zijn tweede moeder, twee halve broers, Jan en A\ illem van Schagen en gedroeg zich jegens hen volstrekt niet, zooals het behoorde. Hij onthield hun de gelden, waarop zij, volgens beschikking des vaders, aanspraak maakten en behandelde hen zelfs met ruw geweld. Wij gaan in onze verbeelding terug tot het jaar i477. Jan en Willem van Schagen zijn eindelijk de behandeling moede, die zij van hunnen half broeder Albrecht ondervinden. Zij dienen hunne klachten in en vinden gehoor. Albrecht wordt gedagvaard om zich te verantwoorden. Daar tegen verzet zich zijn trotsch karakter. Hij spot met het vonnis, dat over hem is uitgesproken en waarbij hij wordt veroordeeld om de gel den naar recht en billijkheid uit te keeren. Boden worden naar 't Slot gezonden, om hem aan te manen, aan zijne Verplichting te voldoen. Hij Iaat de poort sluiten en houdt ze gesloten. Hij ouvangt niemand. Zoo biedt hij den hardnekkigsten tegenstand, maar hij is geen machtig vorst en slechts Heer van Schagen.. Men zal hem dus tot gehoorzaamheid dwin gen. De Stadhouder van HollandWolfert v. Borselen Philip van WassenaarHeer van Voorburg, Jan van KruiningenHeer van Paimden en andere mindere edelen stellen zich wn het hoofd van vele gewapende burgers Roman (38) van KARL IIEIGEL. „Als je denkt, dat wij daar later over spreken moe ten dan hernam hp met een hulpeloozen glimlach. Het drietal ging daarop aan tafel zitten, doch ge- Peten werd er niet, want de borden werden niet le- ""g. Ook de flesch met Zweedsche punch bleef diclit- tekurkt. Niemand waagde een gesprek te beginnen. Hen tpd lang daarna zei Waldemar: „Mijn zuster *j)jjjit moé to zpn. Als je dus goedvindt, ga ik mjjn WIP' bjj jou rookem. 1 „Zooals je wilt," luidde het antwoord, oo sterke, reusachtige man maakte voor het ljjkblee- w wezen, dat beden op Thea's plaats zat een linksche en volgde den voor hem uitgaanden broeder een lam, dat ter slachtbank wordt geleid, eidra hoorde de achtergeblevene de deur boven sluiten; een stoel werd verschoven en eenige minu- r\atS schreed Waldemar zij kende beider tred T,l a^e,r,op 611 neêr- Daarop werd het stil. naldcmar weder beneden kwam, branddo uog uit de steden Haarlem, Delft, Leiden, Anp sterdam, Alkmaar, Hoorn en Medemblik voegen daarbij nog andere gewapende benden en tot algemeene plaats van vereeniging be palen zij de dorpen Egmont en Schorel, bei den in Kennemerland gelegen. In 't najaar waren al de opgeroepenen ter' bestemder plaatse vereenigd en toen de win ter aanbrak, trok men naar Schagen, om het slot van den halstarrigen Heer Albrecht te belegeren. Nu brak het beslissende oogenblik aan. Hij had zijne getrouwen verzameldmaar slechts eenige weinige manschappen bij elkaar gebracht. Van uit het Venster boven de groote poort, waar men den ganschen omtrek kon overzien, had de wachter kennis genomen van de groote macht, die daar dreigend kwam optrekken en het slot omsingelde. Met den grootsten haast ijlde hij naar be neden en begaf zich naar de slotzaal, welker deur geopend was en Waarin Heer Albrecht thans met angst de berichten Verbeidde. Op de zoo onwelkome tijding van 't groot aan tal der belegeraars sloeg den weerbarstigen den oubuigzamen Heer de schrik 0111 't hart en hij zag in, dat verdere tegenstand geheel vruchteloos zoude zijn, Hoe ongaarne, moest hij het hoofdbuigen en ten einde zijn slot voor vernieling te bewaren, gaf hij bevel, de slotpoort te openen. Hij had zich dus aan den stadhouder, als aanvoer der krijgsmacht overgegeven. Men was echter te ver gegaan, om het hierbij fe laten. Heer Albrecht moest niet alleen de wapenen neerleggen, maar Werd gevangen genomen en naar 's Gravenhage overgebracht. Dewijl hij zich noch aan moordnoch openbaren roof had schuldig gemaakt, werd hij aldaar in zoogenoemde civiele gijzeling gezet, totdat hij al diegenen, had voldaan, die geUen van hem te vorderen hadden. Op zijn bevel werd hieraan voldaan. In 1478 Verliet hij 's Gravenhage, maar niet als vrij man. Hij had de gemoederen zoozeer Verbitterd, dat hij niet Werd ontslagen, hoewel de gel den waren betaald. Integendeel bracht men hem gevankelijk naar 't kasteel te Medemblik. Verdriet oVer aïïes, wat hij had ondergaan, gekrenkte trots, dit alles deed hem weg-kviij- slechts één enkele kaars aan den Kerstboom. Bij dat treurige licht zag hjj zijn zuster onder den Kerstboom dicht in elkander gehurkt, met het hoofd in de han den verborgen, zitten. Zacht roerde lip het diep tér neder gebogen hoofd aan. „Thea," sprak hij, „dat waren we verplicht. Ik moest heffi meêdeelen wat je verleden was geweest." „Beter dat de broeder dit deed dan een vreemde," hernam zé dof. „Jönszcm moest tegen den tooneeldui- vel worden gewaarschuwd. Thans is dat gescheid." „Gewaarschuwd? Hoe zou ik er toe gekomen zijn een vrij man te waarschuwen Maar ik was verplicht hem de waarheid te zeggen." „Hij heeft hetgeen kwaad was gehoofd en zal thans het allerkwaadste geloovén. Zoo zijn zij allen." „Hjj nam het zwaar genoeg op ten minste." „En toch ook weêr zoo lichtI" viel zjj hem harts tochtelijk in de rede. „Want al beschimpte de gansche wereld het wezen, dat ik lief had, zou ik toch niét de wereld, maar mijn hart gelooven." Waldemar haalde de schouders op. Een tijdlang daar na vroeg lijj haar op smeekende toon of ze niet zou gaan slapen, want dat het laat was en dat de kaars weldra zou zijn opgebrand. „Ga maar, ;k ben niet bang meer in 't donker," luid de liet antwoord. neti en in 1480 op den 24 Augustus stierf hij in laatstgenoemd kasteel. Zijn lijk bleef daar niet. Het werd overge bracht naar Schagen en in de kerk aldaar 'ter aarde besteld, B V. Mochten deze schetsen in dön sriiaak der lezers vallen, dan zal een enkel woord in de de Corres]jo?identie voldoende zijn, om mij daarmede te doen voortgaan. V. IP-R. Pabijs 29 Nov. De Seine is gisteren tot 0.35 gestegen en staat nu reeds op 5.95. m. Petersburg 28 Nov. Wegens de onlusten onder de studenten blijft de keizerlijke familie Voorloopig in Gatschina. Het gerucht wil dat Deljanoros' positie wegens dezelfde-onlusten sterk geschokt is en dat Tolstoi verlangt zijn ambt neder te leggen en weder minister van Binden-- landsche zaken te worden. De studenten - onlusten in Petersburg heb ben zich ingevolge de berichten, die over derge lijke gebeurtenissen in Chartow en Kasan ver breid waren, vernieuwd. In Chartow had een Joodsche student op open straat een dame be ledigd.- Toen hij daarom door het proféBsorén- collegie gevonnisd werd, kwamen zijne joodsche vrienden hiertegen op, terwijl de Russische stu denten verlangden dat zij Zoüden worden opge hangen. Aan de botsingen die bovendien op alle universiteiten plaats vonden tusschen Russen en Joden worden hier door het straffen van de bel hamels paal en perk gesteld. In Hasan ziet de zaak er ernstiger tiit. Op den 27 October vol gens russischen tijdrekening, des namiddags om 5 uur, trad een student in de medicijnen, Wo- ronzow geheeten, de kamer binnen van den rec tor Fissow, die terstond na zijn binnentreden de kamer sloot. Wat wenscht gij? vroeg de rector hem. „Ik heb u te zeggen, dat gij een schurk zijt," riep de student. Gij hebt het doorgezet dat men mij het landschap-stipendium, hetwelk ik tot nu toe kreeg, ontnemen heeft, gij zijt er de oorzaak van,- dat ik nu honger lijd?' „Gij dwaalt," antwoordde Fissow, die volkomen bedaard, bleef, „Gij weet dat een student, die langer dan twee jaren in eene' cursus doorbrengt, niet meer ge rechtigd is tot het betrekken van het Stipen dium. Doch dat gelast ik niet alleen, maar het geheelen profossoren-collegie. Maar Verder?" „Ik Reeds geruimen tijd was de kaars geheel opgebrand en uit zich zeiven uitgegaan, doch van de kachel om gaf een zooveel te warmer schijnsel de eenzame gestal te, die nog steeds op dezelfde plaats en bijna in dezelfde houding zat als bij het begin van den avond toen z\j zich zelve zoo gelukkig had genoemd. IX. In de verhouding van broeder en zuster tot Swan kwam geen merkbare verandering. Evenals .voorheen kwam hij 8 avonds thee drinken en in elk opzicht bewees bij een vriend te zpn, die met teeder gévoel was bezield en hen beiden met zijn raad ter zijde stond. In Théa's wezen nam hjj met smart een ver andering waar. Geen lachje speelde meer om haar lip pen, geen vroolijk woord wilde meer over de lippen. Daarentegen verdubbelde zij in dea ijver, waarmeê zij zich nuttig trachtte te maken, waarmee zij zich tracht te te onderrichten om van nog meer nut te worden. Alseen bijzondere gunst verzocht z.J Swan's verlof in de werkzalen van de ijzergieterij vrij den toegang te hebben. Met een scherpzinnigheid toegerust, die Swan vond, dat „het wonderbare meisje" van zich zelve moest hebben, doch die alle andere mannen van 1 het vak verbazingwekkend voorkwam, maakte zij zich met dit gebied van het arbeidsvermogen, dal de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1