A L E XI E E X
A i> V E K T E X T I E-
\AHT.
AAN DE GRENZEN.
Ao 1883.
t y, 1651.
A I E t XV s-
L A I» B O I XX B L V.
Bekendmakingen.
Jacht en isseherij.
.1 WIMvEL,
Biiineiilaii(lsch Nieuws.
Ivenniï
STAATSLOTERIJ.
benijs.
lierman van JOUANNES FAN DE WALL
XI.
T K ROH AGKN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Dit blad verschijnt tweemaal per week H oen*,
dor/- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 me, worden Adrertentiën in liet
e erstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
Pc Burgemeester der gemeente Sehagen;
Brengt ter kennisse van belar.gbehlienilen, het navolgende:
De Commissaris des Konings in Ncorilhollaud,
Gerien het besluit van Gedeputeerde Staten van 7 Febrnarij
1883 No. 32.
Gelet op art. 11 der vet van 13 Junij 1857, (Staatsblad
No. 87)
Brengt ter kennis van 1 elan ^hebbenden
1. dat de jacht op eeneleu ïu deze provincie zal worden ge
sloten met 1 Maart e. kna «eiken tijd ook het kooijen niet
meer zal mogen worden uitgeoefend, zullende de kooieenden
opgesloten of gehokt inoefen zijn fot 1 Met e. k.;
2. dat de jacht op ander waterwild zal worden gesloten met
15 April e k.;
3. «lat het weispel van kwartelen met steekgaren of vliegnet
zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei tot 15 Julij e. k.
4. dat de visschvrij, met uitzondering van die met den hen
gel in de hand, van die met anlkorven, aaldobbers en paling-
fuiken, van die met het schepnet of de gebbc om kleine viseh-
jes te vangen voor de aaldobbers, en van die op snoek in de
gemeente Texel, zal wordeu gesloten van 1 April tot 1 Junij e.k.
En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst, en
voorts in elke provincie worden aangeplakt.
Haarlem, 14 Februarij 1883.
De Commissaris des Konings voornoemd,
Get. SCHORER.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
=£;eving.
Burgemeester en Wethouders van Sehagenbrengen ter alge-
tneenc kennis, dat, hij resolutie van den Minister van Financiën,
ihd. 81 Januai ij j 1. uo. 144, Afd. Registratie, krachtens de daartoe
door een Koning vei leende machtiging is vastgesteld de 312e
Staatsloterijbestaande uit 21000 loten, 10500 prijzen en 2 j
pieinien, ove. ten komst ig het plan aan gezegde resolutie gehecht.
Sehagen, 23 Februaiij 1883-
Burgemeester en ethouders voornoemd;
G. LANGENBERG.
Be Secretaris,
Het Hoofd van het Plaatselijk Pestuur der Gemeente Sehagen.
bieiigt hij deze ter kennisse vaa de ingezetenen dier gemeente, dat
het kohier No. 5 voor de belasting op het Personeel dienstj. 1882/83,
op den 21 dezer door den lieer Piovincialen Inspecteur in de
Provincie Noordhollaud is executoir verklaard en op heden
aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
leder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo
Vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht
te geven, ten einde alle gerechlelyke vervolgingen, welke uit
nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Sehagen, den 27 Februari 1883.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
G. LANGENBERG.
Achtste Hoofdstuk.
Het zal ongeveer zeven uur 's avonds geweest zijn'
,toen luitenant graaf Hancke, gevolgd door een orden*
nans, de stad Krakau verliet, omdat in den dienst
gewichtige veranderingen waren gekomen; het is ook
wel mogelijk dat do oogen der schoone jonge Poolsche
dame een groot aandeel hadden in deze rit in do duis
ternis, want graaf Hancke had gerust kunnen wach
ten tot den volgenden morgen, zonder dat de dienst
daardoor zou hebben geleden. Hij draafde denzelfden
weg langs, dien het eskadron denzelfden dag reeds
genomen had, en was weldra in de nabijheid van het
landgoed van den heer van Bordowski.
Eensklaps kwam er iemand op zjjn weg uit het woud
te voorschijn en zacht klonk het:
„Heer Luitenant!"
„Heer Luitenant, graaf Hancke!"
„Wie is daar?" riep de graaf, zeer verbaasd, dat hier
iemand zyn naam kende.
„Ik. korporaal Tarcza!" antwoordde deze.
„GjjTarcza!X'oor den duivel, korporaal, wat
doet gpj hier by nacht en in deze duisternis?"
„Sta hier op de loer. X'lucliteude Polaeken. 1
Zié maar, daar ginds," antwoordde deze, terwijl hjj
naderbij kwam.
Graaf Hancke hield nu den teugel in en bleef onder
een boom staan, die op eene hoogte stond. Korporaal
Tarcza kwam dicht by hem en streek de j aaidtde- I
ken terug, die hy had omgeslagen voor de koude en
om zich onkenbaar te maken.
„Sta hier reeds langer dan een uur," ging hij zacht
UITGEVER:
X
„Genoeglijk voor een groot deel van Kol-
horn's bewoners en verscheidene gasten van
buiten af, was de avond van Donderdag den
22sten dezer. Het gezelschap „Nut en Gezellig
Verkeer" hield zijne gewone vergadering en had
het zanggezelschap „Amicitia" uitgenoodigd om
met vereenigde krachten aan beider leden eenige
aangename uren te bezorgen, terwijl het nut
tige van het samenzijn niet zou worden over
het hoofd gezien.
Tegen 7 uur was de ruime kolfbaan van
den heer Kist flink bezet. De president van
Nut en Gezellig Verkeer opende do vergadering
op de hem eigenaardige wijze. De voorgedragen
stukken proza en poësie, afgewisseld door zang
stukjes, voldeden goed; met luide toejuichingen
gaf men zijne tevredenheid te kennen. Iets
buitengewoons, althans weinig wordt het ver
toond, was het dat ook eene dame den catheder
besteeg, om de vergaderde menigte op een
schoon vers te vergasten.
Hieruit ook blijkt, dat Kolhorn, al ligt het
niet in het centrum van ons land, wat voor
uitgang aangaat, meespreken kan.
Mocht haar voorbeeld navolging vinden, voor
zeker zal de opkomst op de vergaderingen,
daardoor worden bevorderd.
Het eigenlijke doel van de bijeenkomst, het
nuttige, was, dat er eene collecte werd gehou
den voor de armen van het dorp, die alzoo. al
konden zij niet mede genieten op dezen avond,
toch ook genot zouden hebben van anderer
vreugde. Ongeveer 12 uur sloot de president
met een hartelijk woord de vergadering, hij
wenschte het jeugdige zanggezelschap eene
schitterende toekomst toe, en bedankte den
directeur van Amicitia en allen die het hunne
er toe hadden bijgedragen, dezen avond aan
zijn doel te doen beantwoorden. Nadat de
president van Amicitia nog een kort woord
tot dien van Nut en Gezellig Verkeer, deü di
recteur en de leden van Amicitia gesproken
had, vertrokken allen, tevreden over wat zij
luidden genoten.
Zulk een avond als deze, doet voorzeker
verlangen naar meer.
Bij besluit van Gedeputeerde Staten dato
voort; „ik heb dadelijk onraad vermoed, heer luitenant;
toen wjj heden middag inrukten, waren de kerels op
den hof eorst zeer wild en naderhand buitengewoon
vriondelyk. Ik vond in het stroo ook een knapzak,
zooals de Poolscho Insurgenten ze dragon, en oenige'
poolsche instruetiën, gedrukte Mustra Kosyniers-
ka. Ik dacht by my zelvon, wil toch eens zien, en
ging met Mikusch hier het huis om." (Mikuseh was
oen ander Ulaan, die by Tarczka stond on dien do graaf
door do duisternis nog niet had opgomerkt.) „Mikusch
is zelf een Fooi, maar oen goed spion on oen sluwe
kerel. Hij heeft zich op do loor golegd en hoeft mij
gerapporteerd, dat daar ginds schuron vol Kosy nier y
(maaiers) waren. Do lieeren luitenants zaten binnen
aan het diner, ik wilde bon niet opjagen, sloop daar
om met Mikusch hierheen, en houd een wakend oog.
- Daar!dan! zie maar, heer graaf, hiertussclien
die twee takken doordaar gaan zij, dio kerels,
nog altijd in het woud."
Toen de graaf gezien had, dat do korporaal golijk had,
vroeg hij:
„Gaat dat reeds lang zoo?"
„Tot uw dienst! üedort een uur sta ik hier, de eene
keer komen er w at meer, de andere koer wat minder.
Doch zjj loopen allen zoo snel mogelijk."
„Dan zullen zij bbproeven over do Holendernia (voor
werken) do grens te bereiken,—de weg voert daar langs;
door het dichte woud kunnen zy niet marcheeren."
„Juist, daar loopt ook een zijweg doorheen."
„Zyn de Insurgenten met onze troepen nog niet in
aanraking gekomen?"
„Neen, tot nu is er nog niets bekend, heer Luite
nant."
Graaf Hancke overlegde een oogeublik, steeds het
oog gericht op do vluchtelingen.
„Dus de majoor en prins Looz zitton aan tafel?"
vroeg hij na een poos.
-Tot uw dienst. Ik had hen gaarne conigbericht
willen geveli, maar kon niet in de zaal konion zonder
Prijs per jaar ƒ3.—Franco per post f 3.GO.
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Adëertentiën van één tot vijf regels f 0 75
iedere regel tneer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
24 Febr. 1.1. worden de traclementen van de
hoofden der scholen fe Kolhorn en Eenigenburg
verhoogd met f 50 voor Valkoog en f 100 voor
Eenigenburg, waardoor beide tractementen gelijk
zijn geworden.
Dit besluit is genomen met de bepaling dat
het verhoogd tractement wordt gerekend te
zijn ingegaan met 1 Januari 1883.
Men verneemt, dat één der mariniers, die
op 's Konings verjaardag te Amsterdam gevoch
ten hebben, zijn vechtlust met den dood heeft
moeten boeten. Hij is aan de hekomen ver
wondingen bij de bewuste kloppartij in de Run
straat bezweken.
Een gevolg van wat velen een waardig vie
ren van een nationalen „feestdag" schijnen te
noemen.
Te Amsterdam heerschf, hoofdzakelijk
onder de minvermogende Israëlieten, eene vree-
selijke besmettelijke oogziekte. Eene commissie
heeft zich gevormd, met het doel, middelen aan
te wenden om de gevreesde ziekte tegen te
gaan.
Een winkelier in manufacturen op Recht-
boomsloot te Amsterdam, raakte telkens goe
deren kwijt, zonder dat het hem kon gelukken
den dader te ontdekken. Vrijdag avond zag een
meisje een stuk rood baai uit het huis brengen.
Zij waarschuwde den winkelier en nu bleek,
dat zijn zoon de dader was, in vereeniging met
een der vroegere knechts, die een oud bekende
der justitie is.
Bij gelegenheid van de Vrijdag gehouden
markt te Delden, werd een paard gestolen op
de volgende wijze: Fen koopman vroeg aan hem
die het paard te koop aanbood, of hij als proef
het paard mocht berijden. Dit werd toegestaan
en niet zoodra had de man zich te paard gezet,
of in vollen galop ging het er van door om
niet terug te keeren. Van paard en berijder is
tot nu toe niets vernomen.
Aan het Ter Apelkanaal geraakte Vrijdag
een paard op hol en wierp in zijn vaart een
vierjarig meisje met zooveel kracht tegen den
grond, dat het kind na eenige uren van smar
telijk lijden is gestorven.
Tot hoofdingeland van den polder Waard
en Groet is benoemd de heer C. J. v. d. Ou-
dermeulen, te Wassenaar.
liet geheole huis in opschudding te brengen."
„Dat is waar, Tarcza, dat hebt gü goed overlegd."
„Buiten mu on Mikusch weot niemand hier iets van
de Kosyniery."
Do adjudant zag de laatste opstandelingen in het
woud verdwijnen Hy haaldo zijn horloge to voorschijn
on verlichtte mot het vuur zijnor sigaar de wijzer
plaat. Hy was een jong, vurig, on soldaat metiyfou
ziel: toen hij hen in het boschzag verdwijnen, stroom
de het bloed hem snol door de aderen; hy mocht hen
nazetton, ja, het was zyu plicht, dio Insurgonten to
vervolgen en hen van do grous terug to jagen.
Streng genomen, moest hij oogenblikkelijk alarm
maken, majoor Edler waarschuwen en de vervolging
door de troepen laten doen. Maar andere gewaar
wordingen kwamen tusschenbeide en doden hem aar
zelen: het betioorlijko gelaat eouer jonge d imo k vam
in zyn geest op. Hij lachtte, toen hy aan haar
dacht, de vertourndo Poolsche, wat had zjj van mor
gen tegenover hom gestaan! Waartoe haar voorde
tweede maal to vertoornen? temeer daar hy nu zelf
voor eenitren tijd op Wioelowie kwartier moest ne
men. Bovendien, wat ging het toch eigenlyk hem
en den staat aan, wanneer do Russer, die men in
Oostenrijk even goed al niet mocht lydon, met do
Polen aan het kloppen gingen? Waarom zou hij zicli
daarvoor in ongelegenheid brengen, en een bokoorlyk
meisje in huur vaderlondliovead hart smart berok
kenen?
Maar pli htgevoel on heldenmoed kregen weder do
bovenhand op dezo persoonlyke gevoelens, hij richtte
zi h io .'lit in den zadol op en zag hot terrein nog eens
over.
„Do lieeren zitten dus nog aan tafel?" vroeg hy
nogmaals.
„Tot uw d'.enstr De bediondea gaan nog altijd
met schotels en tlesschen in en uit. Daar zyn velo
lieden, daar is veel gespuis!"
„Goed, kor; oraal Tarcza, laat dan op mijuo ver»