procureur generaal niet eenige heereu naar
behagen.
Den Gen Februari 1577 kwamen deze
heeren op de plaats hunner bestemming aan.
En wat gebeurde er nu? Zij begaven zich
naar 't Schagerslot. De kommissarissen had
den evenwel hunne komst niet afgewacht,
maar zich uit de voeten gemaakt en wat nog
het mooiste van alles was, de kastelein van
van 't Slot, Gerrit Hendriksz Kalff, die als
zoodanig met de bewaring der gevangenen
belast was geweest, was met de noorderzon
vertrokken en had de sleutels der ge
vangenis medegenomen
Mu was goede raad duur. Men moest tot
geweld zijn toevlucht nemen en de sloten der
gevangenis doen openbreken. Dit geschiedde
ook. De gevangenen werden uit hunne ker
ker bevrijd en onder borgtocht losgelaten,
maar ten einde het recht zijnen loop te doen
hebbenwerden de beschuldigden voor 't
Hof gedagvaardbehoorlijk ondervraagd en
nadat men zich van hunne onschuld had
overtuigd, den 15en Juni 1577 vrijgesproken.
De kronj'k vermeit gelukkig niet meer
zulke daden van wreedheid en willekeur. Men
ging een anderen tijd tegemoet en al was de
/>orlogsfakkel nog volstrekt niet uitgebluscht
toch kwam er meer orde en werd het
recht meer gehandhaafd.
Baarn. P. van de Velde Mz.
Binnciilanrisch Nieuws.
Als iets zeer zeldzaams in de Schapen
wereld, vooral ook in den tegenwoerdigen tijd
van ziekte en sterfte onder de Schapen, kun-
wij vermelden, dat het, aan den heer A. Hed-
des te Schagen toebehoorende schaap, dat in
1882 op de tentoonstelling te Gouda is bekroond
met Bestuursprijs voor 1 schaap met 4 zuig-
lammeren van het vrouwelijke geslacht, (ooi
lammeren), den 25 Februari 1.1. weder 4 gezon
de ooilammeren ter wereld lieeft gebracht.
Schaap en lammeren zien er allen gezond en
frisch uit. Als bizonderlieid kan nog gemeld
worden dat dit schaap 13 Maart 1882, 5 lam
meren ter wereld bracht en nu, 25 Februari
1883, dus binnen het jaar, weder 4 ooilamme
ren.
Dit moederschaap is nu vijf jaren oud en
bracht het eerste jaar, 2 lammeren, het tweede
jaar, 3 lammeren, het 3e jaar, 4 lammeren, het
4e jaar, 5 lammeren en nu het vijfde jaar, vier
lammeren ter wereld.
Van de 18 lammeren die dit schaap ter wereld
bracht, was er slechts een dood.
West-Graftdijk. Bij den alhier gehouden
schaakwedstrijd is de prijs behaald door den
heer J. N. AÏblas, de eerste premie door den
heer P. van der Meer en de tweede door den
heer Hs. van der Meer.
allerlei schoonklinkende woorden.
„Deze zoogenaamde nationale opstand, en diegenen,
die dezen leiden, hebben trots alles wat gy zegt, mij
ne heeren, reeds veel gedaan, om hunne vrienden
in het buitenland tot even zoovele tegenstanders te
veranderen," zeide hy eensklaps met overtuiging.
„Graaf Braniczki ik bid u!" riep de generaal
verschrikt uit, terwijl de geestelijke met een ener-
gisch gebaar daar tegen protesteerde.
„Z\jt g\j het niet met mij eens? Het bewijs ligt,
denkt mij, toch tamelijk dicht bij ons; de natuurlijke
gevolgen daarvan zijn, dat men zich onder de oogen
der Oostenrijkers, die ons altijd de handen hoven het
hoofd hielden, nu als in een vyandel ijk land 'gevoelt,
en dat wij heden zulk een recht lastige inkwartie
ring in huis kregen."
Gij hebt gelijk, wij hebben ons vijanden gemaakt,"
zeide nu de vorst, „en ik geef u gewonnen dat wij
ons eigen rommeltje in ons eigen huis hadden moe
ten schoon maken, maar
„Juist zoo!" riip de generaal uit, dat is ook mijne
meening! Ik las eergisteren in de C z a s een artikel,
het was geschreven over „Do Waarheid
„Dit artikel is van mijn hand!" viel do graaf hem
in do rede, terwijl hij zijn doteer oog ihet veelbe-
teekenden ernst op den spreker richtte.
„Ah!Pardon!Ik vennqadde niet
lik sta u er borg voor!Ik/schreef do waarheid!"-
De gelaatstrekken der drio mannen sar,(kon van
grooto ontroeriug en eene niet geringe voriegenheid.
De proost maakt den graaf vriendelijk eWa verwijt
daarvan.
„Ik deed, wat mijn plicht was, niet meer «n niet
minder," verdedigde zich de graaf, zonder de geringste
ontroering te verraden. „Ik ben over,geus - gij'
zult mij dat toestemmen - zeer zacht, ja eigenlijk
te zacht te werk gegaan. Wij zijn helaas geen Ro
meinen, God weet het! De ware patriot houdtzyn
volk af en toe, tenminste in gewichtige oogenblikkeil,
den spiegel voor en toont het zijn eigen bedd. Hij is
daarmede de goede zaak nuttig, en het gelukt hem
misschien het volk te treffen en op te heffen. Dat is een
gezonder voedsel dan de phraseu, waarmede men
tegenwoordig zich wederkeerig de maag bederft en
zijn horizon verduistert.
„Gij haalt do schouders op," zeide hij Jzich nu tot
den vorst, „gij hebt gelijk, want men ontvangt in het
algemeen zeer weinig dank van de menschen, wanneer
men hunne innerlijke behoeften wil verüoogen, hen
een waar idéé van zich zeiven wil geven, hen het
heerlijke van een waar en edel bestaan wil doen ge
voelen. Maar wanneer men hen beliegt, hen sprookjes
vertelt, hen vleit, hen stelselmatig verblindt en slecht
maakt, dan is men hun man. Voor allos ter worold
niet, zou ik zulk oen willen zijn!"
In tle gemeente Aduard, met ruim
2000 inwoners, grootendeels landbouwers en
veehouders, en bevattende 3062.25.40 hectaren
zwaren kleigrond is voor de Internationale
Landbouw-tentoonstelling in 1884 te Amsterdam,
bijeengebrachtf 2.75.
Door eenige ingezetenen te Wardor is eene
Volksbibliotheek opgericht. Eene som van ruim
65 gulden werd tot den aaukoop van boekeu
bijeengebracht.
Door een verver te Breda, Pattenier ge
naamd, is een jachtbootje vervaardigd, dat on
geveer anderhalven meter lang is, tuigatie naar
evenredigheid heeft en door zijne fraaie bewer
king zijn maker alle eer aandoet, die zijne
snipperuren er aan wijdde. Zijn idee is niet
alleen geweest een eenvoudig jachtbootje samen
te stellen, maar ook om er eene machinale be
weging aan te geven, en dit is hem zóó gelukt,
dat het bootje te water gelaten, zich 8 uren
kan blijven voortbewegen, welke beweging
het op het land 12 uren kan blijven volhouden.
Hiertoe aangespoord, is Pattenier naar 'sHage
op reis gegaan, om de vrucht van zijn arbeid
den Koning aan te bieden, die haar welwillend
in ontvangst heeft genomen.
Een .Arnhemsch jonkman zou eergisteren
met een meisje in het huwelijk treden, en bruid
en bruidegom zaten reeds op het Stadhuis, toen
een der voornaamste personen, de „pèrenoble"
of vader van het meisje, bleek te ontbreken.
Weldra bemerkte echter het publiek, dat hij
de rol van „marqué" of verrader had overge
nomen, en met over elkander geslagen armen
en in zijn metselaarspak kalm voor de deur
van het gebouw het schouwspel stond aan te
gapen. Alle pogingen om hem binnen te lokken
bleven echter vruchteloos; de man weigerde
thans, zijn eerst verleende toestemming met
zijn handteekening definitief te bekrachtigen.
Omstuwd door eene dichten drom volks blies
hij eerst langzaam den aftocht, wat echter
weldra in een formeele vlucht overging, toen
hij bemerkte, allicht klappen van de „publieke
opinie" te kunnen krijgen.
In de provincie Overijsel is in den laatsten
tijd zeer weinig handel in hooi. De hooipers te
Wanneperveen, die jaarlijks millioenen ponden
aflevert, staat al weken lang stil. Er schijnt
geen aftrek te zijn.
De helft van de f 100,000 in de staat loterij
is ditmaal gevallen in Friesland, de wederhelft
in Utrecht. Te Heerenveen zijn gedeelten ge
vallen en een der gelukkige woont te Nijehaske.
In laatstgenoemde plaats moeten er meer dan
een wonen die den „aap" mee deelen, maar
geen hunner behoort tot de lieden van wie men
kan zeggen, dat zij er behoefte aan hebben.
N. Cron. Cl.
Als eene bijzonderheid deelt men mede,
dat drie melkkoeien van den heer Prins, te
Grootebroek, aan Duitsche opkoopers zijn ver
kocht voor f1500.
Te Purmerland is toezegging van beroep
gedaan aan den heer N. P. van Es, Predikant
Er ontstond nu een pijnlijke pauze.
„G\j staat hoog," antwoordde nu de proost. „Des
te meer moesten mannen als gij zich aansluiten by
het groote doel, zich vereenigen met het naar vrijheid
dorstende volk. Vorst Czartoryski zelve heeft de nati
onale regeering erkend, waarom doet gij het niet,
gij, een der edelste zonen van Polen?"
„Omdat ik mij zeiven acht, omdat ik niets gemeens
wil hebben met dien man, dien een Garibaldi autori
seerde, een oproermaker, een zelfzuchtige, den aarts
priester der leugen een Mieroslawski!" riep de graaf
met vuur uit en verhief zich van zijn zetel. „Wat die
rampzalige begint, draagt den vloek van het gemeene,
van den ondergang on het voorhoofd. Een mensch
een vervloekte, een eiendeling, die ineen vuile Pa-
rjjsche taveern zijn God en zijn Vaderland zoo prosti
tueerde, dat hij beiden in gesnap en drinkgelach met
zyne minnares lang liet leven! - Hy, aan het hoofd
van myn arm, pngelukkig vaderland, dat is te veel!
dat is te veel!"
Hier werd de stem van den graaf sterker, gelyk
het toornige gebrul van den leeuw, en zijne oogen
schitterden van eene energie en een zedelijke veront
waardiging, waarvoor de anderen de oogen ter neder
sloegen. Dan, als verschrikte de graaf van zich zeiven,
voegde hij er op gematigder toon bij: „Dat is eene
zware beschikking, een onheilspellend, nooit weder
go )d te maken fout. Zij draagt reeds hare vruch
ten. Denk aan müno voorspelling en laat ons nu
over iets anders spreken, wanneer het u belieft."
Hy stond op en belde. Toen een bediende binnen
trad, beval hy thee en wyn te brengen.
De drie heeren begrepen, dat hunne zending voor-
loopihier was afgeloopen, zy keken elkander be-
schaimd en toornig aan en zwogen. Onder het gebruik
van thee en wyn kwam het gesprek weder op de ge
beurtenissen van den dag terug, men besprak de
maatregelen, die Oostenrijk begon te nemen en telde
de üianon en de brave patriotten op, die nu reeds de
grenzen moesten overschreden zijn.
De heeren namen toen afscheid, Graaf Braniczki
zat een poos alleen en staarde in den gloed van het
haardvuur. Zijn voorhoofd rimpelde zich, zyn borst
ging onrustig op en neder, zyne handen balden zich,
zyne lippen mompelden nu en dan heftige woorden.
„Ongelukkig Polen! Welk een wereld!" riep hij
vers -.heidene malen luide uit.
Hy hief eensklaps het hoofd op en keek naar de
deur er werd geklopt.
Op zyn „Binnen" werd een vrouwenhoofd door de
de.ir zi htbaar-
Is he; geoorloofd?" vroeg zy.
„Ja!"
„Geheel alleen zit hier onze onverzoenlijke in zi n
hook to pruilen?" vroeg zy.
l ij de Udvcin dtn te Zuic!c:v.udc rnrr-i,!
West Graftdijk. Uit het verslag, dovr p 1
missarissen der Spaarbank alhier op 28 v
1.1. uitgebragtblijkt, dat daarin gedur^U
het vorige jaar door 42 deelhebbers f 2U?
belegd en aan 9 deelhebbers f 942,14 term» hl
taald is. Op 31 Dec. 1882 was de bank aan f»
deelhebbers f 6537,75 verschuldigd, terwijl har»
bez'ttingen een' kapitaal van f 7178,52$ vert^
genwoordiglen.
Volgens het D. heeft de gouverneur q_
neraal 'sJacob aan den Koning eervol ontsW
verzocht.
Zaterdag morgen had het 14jarig doch-
tertje van Zwart, wonende te Alkmaar het
ongeluk een ketel kokend water over haar vy,.
ten te krijgen, waardoor zij zoodanig door de„
schrik werd bevangen, dat zij den dag daaron.
volgende aan de gevolgen overleed.
Den Haag 1 Maart. In de zitting va3
heden van de Tweede Kamer, deed de mini%.
van finantiën, van Lijnden, de mededeel!*
dat het geheele ministerie zijn ontslag haj
gewaagd.
Door den landbouwer D. M. Anema te
Alchum is dezer dagen een jonge stier, benedej
den leeftijd van 10 maanden, aan een koopman
uit Barradeel verkocht voor f 160. Wel een
bewijs dat ook in Friesland het uitstekendste
vee op de rechte waarde geschat wordt. B*
doelde veehouder bezit nog zoodanig exemplaar.
In de gemeente Alblasserdam zouden zi j
aangevraagddrie echtscheidingen en een
vierde door een paar, dat voor korten tijd
gemeente metterwoon verliet. Onder de jeugdig
Alblasserdanimers is daardoor een ernstig
paniek ontstaan en vreest men, dat er nieman]
dit jaar in het huwelijksbootje zal stappen. J
Een der gemiste slachtoffers van de nmij)
te Muiden is Maandag gevonden. Een liet']
wroette op de plaats, waar de krnitfnbriei
heeft gestaan en trok een kous boven den grnri.
Dit leidde tot de ontdekking van het lijk na
Gerrit Kreuner. Het lijk was gaaf en als ij
een kuil begraven.
Buitcnlanrisch Nieuws.
FK -A.3ST
Parijs, 1 Maart. Aan (le 7mips ronC
uit Cairo dato 21 Februari gemeld:
Bij een feestmaalhetwelk de prefect van
politie aan de Engelsche autoriteiten gaf,
werd door den Fgyptischen Overste Parto
Bey ieen toast uitgebracht en zeide deze Overste
o. a. met vaste stemwIk drink op de bevrij
ding van het landop den dag dat de vreem
delingen uit ons gebied zullen zijn verdwenen."
Deze woorden verwekten groote opgewonden-
Hot was de vorstin Jadwiga.
„Waarom laat gy mij niet met rust, Jadwiga?" vro«
graaf Braniczki ongeduldig.
„Dus geen vooruitzicht, u te hekeeren, gij wree!,
bizonder, braaf man?" vroeg de vorstin, terwijl zij (ij!
hand greep.
„Dus hopeloos?Raphael!Ik kan het niet
gelooven! een man als gy, een ridder, een leeuw..
hij hoort den oorlogskreet en blijft morrende tehuis?"
„Waarom maakt gij het myn hart lastig?" vroeg*
graaf na een korten strijd met veranderde stem
terwyl een schaduw van diepe neerslachtigheid ziii
gelaat overtoog. Gelooft gij dan, Jadwiga, dat ik kor»
water in mijn aderen heb? Ik!? Houdt gij ®jj
voor zulk een ontaarden zoon mijner edele moeder.-
Zijne oogen schitterden, hij richtte zich fler
en zyne neusvleugels verbreedden zich.
„Weet gij allen toch niet wat hij mij kost, WE t
stil te zitten, den spelbreker, den rustverstoorder
spelen, bespotting, haat en verachting op mij te lade», t
den grooten dag niet met jubelkreten te begroet»; t
waarvoor ik twintig jaren lang heb gearbeid ïret
myne krachten die in my waren; gij weet niet,j«i
het mij kost, my niet op het paard te kunnen
pen en het zwaard te trekken, dat mijne voorróMjB 1
zoo dikwijls met het bloed der vijanden kleiirdem-
Fier stond hij daar voor Jadwiga, deze I oolswn i
leeuw!
„God en myn Verlosser weten het, wat ik li1'-
hoe liet hier binnen bloedt! Gy zelf,
Waarom komt gij nuJuist gy, Kochai» f
liefde), en raakt deze wonden aan?Waa)°I'-t '^l j
gij u door die mannen overhalen, mij op te J»r
door woord en blik, nu ik niet handelen kan,
mijzolven, myne overtuiging en mijn Godontro
worden?!"
„Raphaelmijn vriendMyn dierbare Rap-
„Hoe dikwijls heb ik het u niet gezegd,' P'p
graaf hoofdschuddend voort, „aan u, de vrienoi j
do eenige vrouw buiten myne zuster, dieroiG 5 j
dat ik en allen, die het Vaderland in yyp™ .1 j
nen, moeten wachten tot een beteren tijd.
„Dat weet ik wel, vriend," antwoordde dc
vrouw met warmte, terwijl zij vertrouwelijk iiy j;)jf
op zijn schouder legde en hem hi't gelaat zap
Raphaelwanneer gy nu eens dwaaldet, j
deze opstand, dien gij zulk een noodlottig e' r0<^ 1
spelt, toch eens met een gelukkig gevolg rg
werdwanneer zoovele inspanning en 1
zoovele gebeden en tranen niet te vergeel®
stortwanneer God, de Algoede Vader, ui i
„Laat God er buiten,!" viel de graaf
sj reekster barsch in de reden, „alle e" ..w-V1
hun hoofd, want de hemel heeft ons ongeu
nooit harder getroffen met zijn hand, dan i