X I El WS-
L A l> IS O l W 1$ L A D.
ix)\ih<:hi)ag
18 A PilII
AAN DE GRENZEN.
Ao 1SS3.
27ste Jaargang.
A L G E M E E X
A DVERTE T I E-
j»
!f65.
SCHAÏER^rCOB
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag— en Zatnrdmjavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adterfcnfièn in het
eerstmtkomend nummer geplaatst.
Ingezonden dekken één dag vroeger.
A\
FH
UITGEVER:
J. WIKKEL,
TE RCHAOEN",
Laan, Wijk D, No. 6.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Adverfentiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
.r
Bekendmakingen.
k ex\im;i:v ixo.
Burgemeester en "Wethouders van Schapen
gelet op art. 265 der Gemeentewet,
brenpen ter kennis van belanghebbenden, dat het
«door Heeren Gedeputeerde Staten op den 5en April
1883 goedgekeurde kohier van den hoofdelyken omslag
dezer gemeente, en dat voor de belasting op de honden,
dienst 1883, gedurende v\jf maanden ter Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3
maanden na den dag der uitreiking van het aanslag
biljet, by den Raad op ongezegeld papier worden inge
bracht.
SCHAGEN, den 13cn April 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
I)e Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schapen, bren
gen by deze ter algemeene kennis, dat door de onder
staande personen vergunning is verzocht voorde uit
oefening van den kleinhandel in Sterken drank,inde
achter hunne namen vermelde perceelen:
1. Pieter RaapWyk H. N«. 1 aan de Nes.
2. de Administrateur
der Holl: IJzeren
Spoorweg Maat-
schappy. C. 67 in de Hoep.
Schagen. 14 April 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
G. LANGENBERG.
de Secretaris
DENIJS.
Patenten,
De Burgemeester van Schagen, maakt bekend, dat
van af Woensdag 18 tot en met Maandag 23 April
1883, ter Secretarie kunnen worden afgehaald:
de patenten, aangevraagd in de maanden November,
December en Januari, 3e kwartaal 1882[83.|
Wordende de patentplichtigen herinnerd, dat de af
haling persponlyk moet geschieden.
Schagen, 17 April 1883.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Burgemeester en Wethouders van Schapen, brengen
ter algemeene kennis, dat aan Pieter Bakker Vz. ver
gunning is verleend, het perceel in wyk D. Nos22en
*3 aan de Laan aldaar, te mogen inrichten tot brood-
bakkery.
Schagen den 17 A) ril 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Binncnlaiulscli Nieuws.
Voor hen die er belang in stellen, deelen
wij hier mede dat het programma van Euterpe's
uitvoering op Zondag 22 April a. s. aldus is
samengesteld:
1. Marche Populaire, vervaardigd door den
Roman van JOHANNES VAN BE WALL
XXIII.
Negentiende Hoofdstuk.
V0'Penden morgen verscheen graaf Hancke niet
W) net ontbyt maar besteeg zyn schimmelhengst en
niettegenstaande het afschuweiyke weder, den
\Vat hem hiertoe aandreef was de storm, die in zyn
ooezem woedde. De hartstocht, die daar binnen ge
smeuld had, was gisteren avond tot een onuitblusch-
vuur aangegroeid. - Als een wilde, bedwelmende
3m, - ondenkbaar kwam het hem voor, wat er
|et>eurd was. In dollen vaart joeg by voort. Het hart
was hem zoo ruim, als had hy er geen plaats voor in
PBO borst, hy had het van vreugde wel willen uit-
pepen. Op het andere oogenblik werd zyn keel weder
w" «ix-noerd door de vrees en door het ongelooflyke.
r "9® was het mogeiyk? Het onvatbare, zou het by
«et daglicht niet verdwynen, zou hy niet weder te
rugzinken in het niet en even ongelukkig worden als
*e voren?!
b kende haar maar al te goed, deze donkere, fon
kelende oogen, die zoo koud, zoo verachteiyk konden
r n- "Ao het dan mogelijk was het geen be-
kapelmeester Rugers, 2. Des Heeren Huis, door
Joh. J. H. Verhuist, 3. Harte "VVenschen, Bari
ton solo met Bromstemmen, door Kuecken,
4. Solo voor fluit, 5. Omhoog, door G. A. Heinze,
6. De Groene Krans door M. A. Craeijvanger,
7. Tausend und eine Nacht Walzer, door Joh.
Strauss, 8. In 't Bosch, door W. Smits, 9. Wa
tertochtje, door P. G. Renaud Wz, 10 Variati-
ons Sur „je suis le petit Tambour" solo pour
violon door F. David, 11. Vrede des GemoeJs
door C. C. A. de Vliegh en 12. Potpourri uit
de Opera „de Regimentsdochter" (zang) door Do-
nizetti.
Aangaande de bijzonderheid met de kal
veren van den heer P. v. d. Oord verzoekt men
ons nu medetedeelen dat van de 19 koeien de
heer v. d. O. nu 18 kalveren'van het mat n lijke en
1 van het vrouwelijke geslacht heeft gehad.
De praamschipper J. D., te Stadskanaal,
die met zijn schip hij het vallaat van Van Deest
lag, had arsenicum gehaald en hiervan een boter
ham gesmeerdom het ongedierte te verdelgen.
Deze boterham stond in een kastje. Toen de vrouw
een oogenblik de kinderen alleen had gelatennam
een kind van ruim 3 jaar er een stukjeaf, terwijl
hel jongsle van 11 jaar er de boter aflikte. Toen de
moeder het ontdekte, gaf deze het water met zout,
maar tevergeefs. Gelukkig bevond zich dokter De
Ruijter in" de onmiddelijke nabijheid. Hij begaf zich
dadelijk aan boord en liet tegengift halen. Door
een gelukkige aanwending van het tegengift
kwam het kind tot braking, zonder welke het
gewis was bezweken. Moge dit voorbeeld het
laatste zijn.
Zekere vrouw v. O., in de Plantage te
Tiel, eene volgelinge der millioenen jutt'rouw, be
gon een paar maanden geleden aan de bewoners
van hare buurt en vooral aan de winkelierster,
bij wie zij hare winkelwaren haalde, op de stel
ligste wijze te verzekeren, dat zij binnen kort
van een rijken oom, die op reis vanlndië naar
hier was verongelukt, een groote erfenis zou krij
gen. Zij deed dit verhaal daarna bijna eiken dag
en telkens met zooveel sluwen tact, dat eindelijk
niemand in de buurt aan de waarheid van het
verhaal twijlelde.
Toen zij hiervan eenmaal de overtuiging had
en ondervond dat men haar reeds met zekere
onderscheiding begon te behandelen, en met al
les waaraan zy behoefte toonde, wilde bijstaan,
maakte zij daarvan gebruik en borgde achtereen
volgens voor ruim 170 aan winkelwaar.
Eindelijk had zij tijding gekregen om terstond
in den Haag te komen, ten einde de erfenis in
ontvangst te nemen. Zij vervoegde zich nu, als
razend van blijdschap, in allerijl hij hare winke
lierster, en deze moest nu nog zorgen, dat zij fat
driegeiyk spook, geen droombeeld van zyne opgewon
den fantasie, dat Marta gisteren in liefde tot hem
had opgezien, dat haar mond de boteekenisvolle
woorden had gesproken: „Ik bemin u, want gy zyt
een dapper man?"
Bevond hy zich niet heden nog onder den invloed
van den rykeiyk genoten wyn? - Zyn slapen klop
ten zoo hevig en zyn pols sloeg zoo gejaagd, dat hy
vreesde, dat hy zyn verstand zou verliezen!
Zoo voortrydende kwam alles weder in zyn geest
op: hoe men haar omringde, hoe alle anderon, die
anders hem werden voorgetrokken, nu ter zyde moes-
ton blijven. Hoe de oogen der vrouwen glinsterden,
hoe zy onze Ulanen loofden en hen toedronken.
Daarna de muziek en de üans; hoe hy Marta's taille
omvatte, hoe hare oogen de zynen ontmoetten, hoe
hare hand in de zyne rustte.
"Wat hy gesproken had en wat zy hem had ge
antwoord, hem beloofde in die zalige, weinige minu
ten, het was zoo overweldigend, zoo over groot
hy kon het niet begrypen, niet gelooven, het drukte
hem ter neder en deed hem duizelen.
Onstuimig draafde hy over het veld voort. Do koude
wind, die tegen zyn gelaat woei en de regen die hem
in het gezicht sloeg, zy waren een weldaad voor hem.
Maar hoe hy ook voortjoeg, de vrede des gemoeds
herkreeg hy niet, want de liefde zat hem diep in het
harte gewikkeld.
Welke machten er in ons binnenste wonen, wy we
ten het zelf niet, voor wy beproefd worden. Eerst
wanneer de mensch door den storm wordt aangeval-
soenlijk op reis kon gaan. Met de meeste welwil
lendheid werd daaraan voldaan. Zij kreeg van
de winkelierster voor ongeveer f 40 aan kle
dingstukken en eenig geld. En waarom ook
niet? zij zou immers bij hare terugkomst alles
wel dubbel goedmaken! Reeds den volgenden
dag ging zij netjes uitgedost op reis, achterla
tende haren man en eenige kinderen, die allen
nu eenige dagen geleden mede do gemeente
hebben verlaten, en thans weer vereenigd met
vrouw en moeder samenwonen in een andere
stad, alsof ze nooit een rijken oom hadden be
zeten.
De winkelierster, die sedert Goeden Vrijdag,
den dag waarop de rijke erfgename vertrok,
niets meer van haar heeft vernemen, heeft
thans eene klacht tegen haar ingediend, wegens
bedriegelijke oplichting.
Vrijdag avond omstreeks 9 uur ha l op de
Biltstraatte Utrecht een droevig ongeluk plaats.
De ruim 80jarige weduwe S., die fusschen de
rails liep, werd door den van daar ten 8 uur
40 min. naar Zeist vertrekkenden tram overre
den, niettegenstaande de koetsier hevig beide en
schreeuwde. Er werd zoodanig geremd, dat de
tram als het ware overeind stonrf, doch heb
ongeluk kon niet verhoed worden- De vrouw
bleek stokdoof te zijn. Zij was onmiddelijk een
lijk. Ingeroepen geneeskundige hulp mocht niet
baten.
Men schrijft uit Amsterdam aan het R. N. B:
De middengalerij van het tentoonstellings-ge-
bouw, die voor eenigen tijd nog zoo'n kolossaal
aanzien hadwat lengte en breedte betreft, heeft
nu veel daarvan verloren, doordien het over
zicht gebroken isdoor de vele kioskentem
peltjes en uitstalkasten, die men er reeds in
heeft geplaatst. Die verschillende gebouwtjes zien
er keurig uit en hebben de afwisselendste eu
grilligste vormen. De vloer van de galerij is
slechts gedeeltelijk gelegd, en kan nog niet ver
der afgewerkt worden, daar men dien meest
openlaten voor do rails, waarover de verschil
lende goederen naar de afdeelingen worden ver
voerd. Eerst als dat afgeloopen is, kan men
aan het afwerken van den houten vloer gaan,
hetgeen dus wel een van de laatste werken zal
wezen. In de zijgalerijen is men druk bezigi a:i
de ornementatie der afdeelingen en het schilderen
daarvan, alsook ain het decoreeren. Yan die
afdeelingen is Nederland het verst gevo.derd,
dan volgt China eu daarna België. Yan de an
dere landen is nog niet veel te z;en, daar schijnt
alles in eens te moeten verrijzen. In de fransdie
afdeeliug is een kantoor gevestigd, waar voor
de exposanten alle mogelijke inlichtingen ver
krijgbaar zyn. Voorzeker een voorbeeld, dat de
navolging waard is. De kisten en koffers, vaten
len, wordt het bewezen, of de zuilen, waarop hy tot
nu gevest stond, vast zyn, en in den stryd nut zyne
hartstochten en het lot wekt het geringste onze be
langstelling op.
Spoedig kwam de ruiter aan het dichte bosch en
moest dus van richting veranderen: eerst scheen hy
naar Grawolin te willen, doch zich eensklaps iets her
innerde wendde hy het paard in de richting van den
grooten weg.
Er was eene gedachte in hem opgekomen: gisteren
avond hadden de Kozakken hem daar aangevallen,
hy wilde zoeken of hy nog eenig spoor van hen kon
ontdekken. Na een klein kwartier kwam hy op de
plaats, waar gisterenavond de schermutseling had
plaats gehad. Met verbazing zag hy daar een dood
paard, dat reeds half door een paar va gabonden was
gesloopt, die de huid voor een goeden buit aanzagen.
Het was biykbaar een Kozakkenpaard.
„Wat doet g(j daar?" riep graaf Hancke de vaga-
bonden toe, die op zyn geroep verschrikt opsprongen,
terwyl zjj de bloodige messen in de hand hielden en
den officier angstig aanzagen.
„Padam do nóg, Pan oflïcer!genadeeen
dood paard; wy trekken het de huid af. arme kerels
die wy zyn," zeide een van hen, terwyl de ander naar
zyn muts greep.
„Wanneer vondt g(J het paard vroeg graaf Hancke.
„Van morgen vroeg, heer Jeremias Majewski, de
snfid zeide ons, dat hier een dood.kozakkenpaard lag;
gisteren avond was hier geschoten; toen gingen wy
heen om het te villen."