A L G E AI E E X
A 15 V E 11 T E X I I l>
winkel,
SCHUTTEN IJ.
PVBLÏCATIE.
Anngiite van verhuizing.
AAN DE GRENZEN.
Ao 18S3.
27ste Jaargang.
JK 1672.
DONDËRDAG
1
I E l W S-
L v x i> it o r w n l v i).
17 MÉL
Laan, Wijk D, No. 5.
Bekendmakingen.
Longziekte ouder het Rundvee.
Zeven en Twintigste Hoofdstuk.
juioc en dien hy toen onder do voet reed.
a i:
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens-
dat/- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
1 middags 12 nre, worden Adcertentiên in het
1 cerstuitkomend nummer geplaatst.
Inr/ezonden stukken één dag vroeger.
c
1 t
IT G K V E li
T K S C H A G E N
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Adverlenticn van één tot vijf regels 0.75.
iedere regel ineer 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
-4
BURGEMEESTER Cn WETHOUDERS van Scliagrnme; e i
mits <lez« opalle zoodanige Ingezetenendie op den Ion
Januari 1883 hun 25ste Jaar van ouderdom zjjn ingetreden
1 .eiiove t.8tic zoodanigeudie zich van Buitenlandsch in deze Oe-
inrente gevestigd hebben, voor zooverre zij nog in een
der Klassen van de Schutterij vallen, om zich tusscheii 15 Mei
cn 1 Juni aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente voor den
D enst der Schutterij te doe.i in>chrijven, zullende tot ont
vangst van hun aangifte te dier plaatse speciaal worden geva
ceerd op alle werkdagen des voormiddags van 9 tot 1*2 ure.
Tof naricht (ter belang hebbenden dient:
Dat als Ingezetenen iu deze worden beschouwd, alle Neder
landers, in het Rijk hun gewoon verblijf houdende, en alle
Vreemdelingen, in het Rijk woonachtig, welke hun voornemen
om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelogd.
Dat de aangifte tot Inschrijving iu alle gevallen voor de
Ingezetenen van de hierboven bedoelde ouderdom behoeven ge
daan te worden, ook dan zelfs, wanneer de belanghebbenden
L venneenen tot de vrij gestellen of' uitgestotenen tot den Schut
terlijken Dienst te llehooren, dat zij, die bevonden zullen wor-
f den zien niet voor den len Jmiij 1883 te hebben doen in-
M-hrijveu, door bet Plaatselijk Bestuur ambtshalve worden
ingeschreven, en ter zake van hun verzuim in een geldboete
vei vallen, tri wijl dezelve daarenboven zonder Loting zullen
worden ingdijfd. En wordt overigens de Ingezetenen aange-
maand oui zifh tijdig van een Geboorte-Extract te voorzien, eu
z'th nlzoo van hun juiste ouderdom te verzekeren, ten einde
de ln«hr|jving behoorlijk geschiede, en zij ateoo uiet kouicn
Ui vervallen iu de straffe hij de AVet U'paald.
SCHA GEN) den len Mei 1883.
Burgemeester en Wei houders voornoemd,
G. LANGENBKRG.
Le Secretaris»
DENIJS.
Voor afzonderlijk levende personen door
henzelven.
art: 12.
Overtreding van het vorig artikel wordt ge
straft, met eene boete van een gulden.
Schagen, 8 Mei 1883.
Burgemeester en Wethouders oornoenid
G. LVNGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Vervolg van Nos10G8 en 10 70.
Burgemeester en Wethouders van Sehagen,
brengen, voor zooveel noodig, met het oog
op het verzuim, betrekkelijk het doen van aan
gifte ter Secretarie, bij verhuizing binnen de
gemeente, der ingezetenen in herinnering, de
volgende artikelen van het politiereglement
dezer gemeente, als
art: 11.
Ingeval van vei huizing binnen de gemeente,
'zal daarvan, binnen acht aar/en, behooren te
worden kennisgegeven ter Secretarie der ge
meente, op den voet, als hierna is bepaald te
weten.
5 oor een geheel gezin, inwonende dienst
en werkboden daaronder begrepen, door het
hoofd van dat gezin.
oman van JOU ANK IS VAN DE WALL.
XXXI.
Ditmaal kon graaf Hancke de voorposten passeeren.
ten officier gaf hem een geleide, dat hem in het
leger bracht.
Men zag hier, dat generaal Langiewicz een bekwaam
r soldaat wa.s en orde wist te houden,
f .Daar is de generaal" zeide de officier, terwyl h(j
t Va ï0*1 cc" 1~'roei' officieren weos, die l>ü een groote
t ii Klei oom stonden. Ordonnansen reden af eu toe; hier
i o°orschte eene groote bedrijvigheid.
I ep" belangstellenden blik keek de graaf in de
*angeduide richting: daar stond de man, die over zyn
!,;iaste lot zou beslissen, de voormalige Pruisische
J'ombardier en leeraar aan do Pootsche krijgsschool te
,"neo. zyn toekomstig overste voor weinige
L e.agon nc^ con onbekend meusch, heden een beroemd
f generaal.
^nn. het geluk hom niet even goed toelachen, en
ou hij dan niet mogen terugkeeren, om Alarta aan
naar gegeven belofte te herinneren?
I r< t*\t «ön geda-hten-gang; een hem bekende
i ',«>S bl'rong liem haastig voorbij, zonder hem op
i 'nor en' diezelfde mijnheer Krankowski op zijn geele
\Y Ue' !"et Xi'fn 1-U toenmaals twist liad geliad op
b oen Uubbcl-poct aaii^Luun.Oü \u zucht do officier
Eer ik nu tot het opgeven <ler ken-
tee.keneu overga, deel ik mijne lezers nog de
volgende zank mede:
in het juin 1808 besloot de lnndbouwver-
gadering te Winkel, twee Engelsche stieren te
koopen, niet het hoofddoel om demelkopbrengst
te verbeteren. Daar evenwel het echte ras daar
voor veel te duur was, heeft zij in 1870 be
sloten ceist eigen vee te veredelen. Eene com
missie van negen personen werd benoemd om
ieder in zijne wijk niet mijne medewerking de
beste melkgevers uittezoekenen wanneer de
eigenaars de jonge stieren niet wenschten te
behouden tot den herfst, deze op te koopen
om dan hieruit eene keuze te doen.
Na p. m. duizend koeien gezien te hebben
waren bijna allen uit de commissie niet mij er
sterk voor om vooral die runderen in het oog
te houden welke naar mijn oordeel vrij waren
van besmettelijke ziekten, dus ook van de
longziekte, die weder vrij wat in den omtrek
heerschte.
De laatste persoon,niet welken ik rondging,
vertelde dat ook hij eens, nu reeds geruimen
tijd geleden, onderzijn vee longziekte badge
had, en dat hij bij het sterven van een beest,
telkens ééne koe liet in- of opschikken, welke
dan de overgeschoten e brokken op at en toch
volstrekt niet ziek werd. Hoewel hij hiervan
nu geen afstammelingen meer had, wist hij,
door met belangstelling mijne opmerkingen te
hooren en op mijne aanwijzingen te letten,
ten slotte zelf reeds te vinden, welke runde
ren minder of niet vatbaar waren voor long
ziekte. Tegelijk met deze etenschappen vond
hom hier even te wachten en vorwüderdo zich toon
met haastige schreden naar de linde.
Dicht by deze post stond een gebrekkige kar, die
aan een venter in snaps en eetwaren behoorde.
In hunne korte pelzen, gedeeltelijk ook gekl'eod in
hemd en broek, de vierkante Konfedoratka vlug op
het hoofd, stonden die kleine kerels daar mot het
glaasje in de hand, in druk gesprek met elkander,
lachende, aardigheden vertellende, uitgelaten als kin
deren.
Eensklaps viel graaf Hancke's oog op een ouden
jood, die mot de flesch by de krygers rondging. By
den hemel! dat was dezelfde oude, dien hy toen op
don weg had aangetroffen en dien korporaal Tarcza
aanduidde als dengene, die het vospaard van den rit-
ïnoester had gestolon.
In hetzelfde oogenblik bemerkte hy ook het rood
achtige haar van Reb Pinkus, die insgelijks druk bezig
was, en hy herkonde in hem duidelyk den nachtelyken
aanvoerder, die hen toen zoo om den tuin leidde.
Die kerels zjj houden het allen met de Polen,"
mompelde hy en vergat, dat hy zelf nu tot hen be
hoorde.
rDe generaal laat u verzoeken, zeide nu de terug-
keerende officier.
Met een woord van dank reod de graaf nu langzaam
naar de groep, onder de linde. Terwyl hy naderde, zag
hü ook een bekend gezicht daaronder. Naast een in
eengedrongen man stond vorst Jablonowski; die ineen
gedrongen man was de generaal Langiewiecz.
Hy ^I00g van het paard en keek naai iemand om,
die het zou kunnen vasthouden. Op een wenk \an
een officier ylde een ordonnans toe en nam hem de
teugels af.
hij het beeld zijner oude koe Weer terug eti
herkende dat. W èl een bewijs, dat hij gebruik
van een eigen' stier en aanfokking van eigen
vee, de goede kenmerken of teekenen bij het
nageslacht niet spoedig verloren gaan.
(Volgde nu eene beschrijving van drie photo-
graphiën van rundvee, welke beschrijving uit do
aard der zaak hier moet wo den overgeslug< n.)
Nu zult gij, waarde lezer! bij eigen ondei-
zoek ondervinden, dat het eene rund dit goeds
heeft en het andere dat. Zeker! Doch, hoe
wel dit zoo is, houd ik voor mij een goed
voorstel (het voorste g.deelte eener koe),
voor het voornaamste. Hoogst zeldzaam
is 't, dat bij een goed voorstel het achterstel
verkeerd is. Maar, hoor ik u zeggen: Wat
heeft het achterstel er meê te te maken? De
smetstof komt toch vóór in, en het hangt
alleen hiervan af, hoe die niet smetstof be
zwangerde lucht gezuiverd wordt, eer zij met
de longen en de bloedige hui in aanraking
komt!
Ik stem u dit toe, omdat ik liet niet u
eens ben, en geloof dat er een aanmerkelijk
en duidelijk zichtbaar verschil is tusschen do
reuk- cn smaakzenuwen van een nan besmet
telijk ziekte gestorven en die van een hiervan
vrijgebleven rund. Hiermede is toch het tw ee
derde gedeelte van den kop opgevuld, en ik
verzeker u, dat in een kop v.ijwat ruimte
voor het een en ander is.
N.13. Mogten soms belangstellenden, met
deze schriftelijke mededeelingen en aanwijzin
gen niet te vredenverlangen practisch on-
derrigt te ontvangen, zoo verklaart schrijver
dezes zich bereid dit te geven. Voor eiken
persoon, die dit verlangt, stelt, hij zich be
schikbaar tegen betaling van ƒ10 per dag.
BRUINVIS.
Hiermede is het werkje van den Heer Ver'
hoeve Bruinvis, in 1863 r/eschreven ten einde
en laten wij nu eenit/e brieven vol/enwelke in
het belang der zaak, door den Heer Bruinvis
aan verschillende autoriteiten zijn t/eschreven.
Ook de antwoorden daarop (/even wij lacr ten
ult/emcene nutte.
Mijne Ileennü
Het is mij aangenaam UI. nader te mogen
inlichten
24 Xov. 1882, copij eenerbriefaan denWelEd.
De yeneraal trad nu op graaf Hancke toe terwyl hy hem
streng aanzag.
„Wat voert u tot mij?" vroog hy beloofd.
Vorst Jablonowski die nu graaf Hancke herkonde,
fluisterde den generaal iets in het oor, waarop deze
met vriondeiyk gelaat graaf Hancke do hand bood.
„Graaf Hancke is myn naam," zeide deze, met hoog
rood gelaat.
„Wees van harte wolkom, heer graaf; Mannen als
gÜ, kan Polen gebruiken."
„Het is myn plan, my zeiven en myn zwaard aan
Polen ter beschikking te stellen, heer generaal," be
gon de Ulaan.
„Nog eens welkom! Een geschikte plaats zal
spoedig voor u gevonden zyn, indien uw eerzucht na-
meniyk geen te boogen vlucht neemt," viel de gene
raal hem in de rode.
Do graaf boog zich en antwoordde bescheiden, maar
ma' nelyk:
„Niet de eerzucht voort myn hierheen, maar do
wensch om te stryden. En elke plaats, die gy my
geeft, is my welkom."
Nu trad ook de vorst een schrede nader en zeide,
terwyl hy hem de hand gaf:
„Ik weet niet, of gy u myner herinnert."
„Z>er zeker, Doorluchtigtaeid," antwoordde de graaf,
„Wanneer verliet gy Wicelowiec, en hoe gaat het
mot do bewoners?" vroeg hy.
Voor do graaf kon antwoorden, wendde hij zich tot
den generaal en zeide:
„Wij jagen elkander bij myn lieer ven Boriowski
op Wicelowiecgraaf Hancke lag daar iu kwartier.
Zoowol dienstzaken als particuliere aangelegenheden
doden mij daar dikwijls vertoeven. zoudt m:j