lieer Viruly Verbrugge te Rotterdam.
Met leedwezen en bijzondere deelneming
heb ik de laatste verslagen over de besmet
telijke Rundvee-ziekten gelezenzoo wel in
ons land als daar bniten in onze overzeesche
bezittingen, uwe opmerking dat het ook u
zoo'n genoegen zoude doen, als het. bestaan
daarvan tot het v rledene behoorde, doet
mij besluiten, UEdele door deze kennis te
geven, dat ik het zekere middel weet, om
dien ramp uit te roeien; aangenaam zal het
mij zijn, als UEdele verder met mij wil
kennismaken; in dat geval gelieve u zoo
goed te z'jn, op te geven, waar en wan
neer, UEdele mij wilt ontmoeten. Uw wel-
wil. dien. Bruinvis. Antw. Ontvang mijnen
dank voor uwen brief van 24 November.
Ik liet dezen lezen aan Zijn Excell. den
Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en
zoude UEd. aanraden u tot zijn Excell. te
wenden, die zeker meer dan ik in het be
lang van onsen veestapel kan doen.
28 Januari 1883copij van een tweeden brief
nan den WelEdelen Heer Viruly Verbrugge.
Niet dank voor den door UEdelen aan ruij
•gezonden briefneem ik de pen op, om UEd.
eens te schrijven datdoor mij met de hoogst
geplaatste der Maatschappij te bemoeien, mijn
idee een geheel andere wending aan mijn
voornemen geeft, b.v. aan uhad ik mij willen
aanbiedenals meestersknecht en mij tot zijne
Excellentie den Minister wendende, wat ik be
reids heb gedaangevoel ik mij gedrongen
mij volkomen voor meesterknecht uit te geven;
(UEd. heeft volkomen gelijk, dat wij daar door
veel meer nutdoen). Ik zie daar wel niet tegen
op, het tegendeel; het is mijn hoogste lust;
doch, heeft een minister wel zoo veel macht
om mijn doel te verwezenlijken Moeten niet
eerst al onze Kamerleden breedvoerig mijn
plannen weten, op dat de meerderheid er voor
stemme? In dit geval zoude mij niets aangena
mer zijn, dan dat mij een spreekbeurt gegund
werd, ten aanhoore van al deleden, ten einde
nader te beslissen.
Die iets goeds weet en uit vrees dat zijn
voorstel de meerderheid niet verkrijgtzwijgt
of niet durft voorkomen, met zulke menschen
komt men niet verder, daar houdt ik van.
Aangenaam zal het mij zijn, nog eens
een lettertje van UEd. terug te ontvan
gen. Uw Welw. Dien. Bruinvis.
Antw: In antwoord op den Uwe van 28
dezer heb ik de eer te berichten dat het
in mijn langdurige politieke loopbaan mij
nog nooit is voorgekomen dat een persoon
voor welke zaak dan ook, voor de kamer
leden, als zoodanig op eene daartoe belegde
bijeenkomst eene zaak kwam bespreken
en uitleggen. Ik geloof niet dat dit een weg
is, die als goed kan aanbevolen worden.
Ik zoude UEdele verders aanraden over
deze zaak te spreken met mijn collega
den Heer K. de Jong, te Hoogcarspel, zeker
bij U bekend. Deze heeft voor deze aange
legenheid zeker meer invloed dan ik, daar liij
ook een man bij uitnemendheid is en in de
kamers zeer gezien.
31 Januari 1883, Viruly Verbrugge.
1 December 1882, Copie aan den YVel-
Edelen Heer K. de Jong, Hoogcarspel.
Mug ik UEd. herinneren, dat ik U eeni-
ge jaren geleden te Hoorn ontmoet heb,
en met UEd. over de veepest gesproken,
daarbij tevens een Photografie van een koe ter
hand heb gesteld met de belofte van Uwe
zijde, dat ik die terug zoude ontvan
gen? Ik acht dien tijd nu gekomen, wijl ik
beloofd heb, om het plaatje den vierden
verplichten generaal" (voegde hij er zacht bij), „wan
neer gy u iets aan mynhoers toekomst liet gelegen
liggen, alleen reeds tor wille van den naam Ilaneko.''
De generaal die allen invloed haatte, keek den spre
ker kalm in het gelaat en zeide met waardigheid:
„lk zal doen, wat billijk is verlaat u daarop."
Toen keerde liij zich om.
„Waiigorski! Ik bid u, neemt gij onzon vriendin
bescherming. Gij zult my wel verontschuldigen graaf
Hancke, maar het zal van daag een hoeten dag wor
den; mijn t(jd behoort my niet. "Wij zullen later wel
eens kennis maken."
Hij drukte den Ulaan de hand en boog zich, ten teo-
keti, dat hy ontslagen was.
Generaal Langiewicz zag hem na.
„Eene mannelyke verschijning en een goed, open
gelaat," zeide hij tot zijno omgeving. „Wat bewoog
hem den keizerlijken dienst te verlaten en in onze
gelederen plaats te gaan nemen? Hy ziet er niet
naar uit, dat hij schulden zou hebben, hy is ook niet
aanmatigend, en ik zou zeggen, dat hy my zeer bizon
der herviel, zoo er niet eon schaduw over zijne trekken
verspreid lag, die my te denken geeft."
„Het is altijd een moeielijko stap, generaal, den eenen
rok uit en den andere aan te trekken,"antwoordde
de overste Czapki, do bevelhebber der ruiterij.
„Gij hebt geiyk. Ik deel don nieuw aangev. orvene
bij uw corps in. Er is daar immers een plaats open?"
„Voor flinko lieden, wel meerdere."
„Voor zyn degelijkheid sta ik u borg,zeide nu vorst
December aan een buitengewoon liefhebber
op te zenden, dus wees s. v. p. zoo goed
het plaatje per omgaande post aan mij op
te zenden.
AntwIndien ik indertijd het bewuste
plaatje van U ontvangen had om het na
bezichtiging terug te zenden, zou dat zeker
reeds dadelijk gebeurd zijn; thans herinner
ik mij, dat ik het vernietigd heb omdat het
door miskleur, waarschijnlijk door vochtige
plaats, zijn waarde had verloren. Ik kan
dus aan uw verzoek tot mijn leedwezen niet
voldoen.
December 1882, Copie eener brief aan
Zijn Excellentie den Minister van Binnenland
sche zaken.
Ten gevolge van een schrijven door mij
aan den Wel Edel Geb. Heer Viruly Ver
brugge en daarop ontvangen antwoordben
ik zoo vrij mijne diensten aan UEd. Zijne
Excellentie aan te bieden; aangenaam zal het
mij zijn, op de plaats te verschijnen, waar
UEd. Zijne Excellentie verkiest, het liefst
op een oogenblik als er niemand op U
wacht.
Antw: Het antwoord hield in: dat Zijne
Excellentie iederen Zaterdag voor mij te spre
ken is, ingeval het door de Staats Courant
niet is afgesteld.
Op een aanvraag twee koeien naar mijn
zin, op de tentoonstelling te plaatsen, was
het antwIn antwoord op uw geacht schrij
ven hebben wij de eer II te berichten, dat
tengevolge der alhier in 1884 te houden
Internationale Landbouwtentoonstelling de
gelegenheid om op onze tentoonstelling
levende dieren ten toon te stellen niet wel
kan worden gegeven, te meer daar de ten
toonstelling vijf maanden geopend blijft.
Hoogachtend. Het Comité van uitvoering,
voor de Internationale Koloniale en Uit
voerhandeltentoonstelling te Amsterdam '83.
Mijn bezoek bij den Minister had een
verzoek tengevolge dat ik mijne gedachte
op papier zoude brengen, ten einde daar-
eens ernstig over na te denken
3 Januari. Aan Zijne Excellentie den Heer
Minister van Binnenlandsche Zaken.
De ondergeteekende vindt het een aangename
plicht, uwe Hoogheid op papier nadere in
lichtingen te geven, omtrent zijn plan ter
voorkoming van besmettelijke ziekten onder
het rundvee,n.m: Na een vermoeienden strijd
gestreden te hebbenis het mij gelukthet
vee dat minder en niet vatbaar isvoor be
smetting van het andere te onderkennen en
om daar een flinke uitbreiding van te maken,
heb ik noodig: vijftig melkgevende koeien mét
hun toebehooren, om met die melk zooveel in
mijn vermogen is, bij voorkeur jonge stieren
aantefokken, die naar mijn zin zijn, des noods
met bijvoeder een getal van honderd a twee
honderd stuks in 't jaarwel e door de boe
ren te koop gepresenteerd wordendoor den
een omdat ze te vroeg en door den ander
omdat ze te laat geboren zijn; ook wel
omdat ze geen goede bullenstal bezitten, en
de boerin tengevolge tegen de onaangename
reuk is. In geval ten tijde van den verkoop
der stieren te weinig koopers komendam
de meeste stierenhouders arm zijn, ze dan,
aan de laatstgenoemden ter leen afstaanvoor
den tijd zoo lang zij ze ter leen willen heb
ben zij zullen in het eerste levensjaar veel
kostendoch ik geloof dat ze met het tweede
of derde jaar om te slachten meer waar 1
zijn; alleenlijk zoude mijn bedrijf-kapitaal
iets grooter moeten zijn, alzoo verzoek ik
Uwe Excellentie mij daartoe de middelen te
Jablonowski, „hy was de adjudant van het regiment
AartshertogUlanen."
De generaal overlegde een oogenblik en zeide toen:
Wij zullen zien. Daar komen menschen." Zyn
omgeving keek naar de aangeduide richting. Een wa
gen mee een militair escorte naderde.
Een ruiter vloog vooruit en sprong bij de groep
oliicieren uit den zadel. Het voorhoofd van den gene
raal betrok de hand werd aan het zwaard gebracht.
„Do verrader!" riop een heldere stem achter hem.
Zonder zich om te koeren, zeide de generaal zacht,
doch ook bevelend:
„Stil, Henryka!"
In dien wagen zat met bleek, ontstuimig gelaat, de
exdictator Mieroslawski; zyne oogen gluurden vol nijd
naar de orde in het leger. Die kleine officier echter
met de üjne hooge laarzen, een wijden roeden hröek
aan, de Kontederaska met de roodo witte kokarde oo
het hoofd en den wit! en mantel ovor de schouders
die zoo even gesproken had, was Henryka Pustowój-
tow, de vriendin van den generaal; zy was zijn men
tor, zijn trouwe schaduw, die later met hem de kasa-
mattou van Krakau en Josephstadt deelde.
Lil haai wel is waar niet schoondoch sprekend
gelaat blikte het donkere, vurige oog, toorni" naar
Mieroslawski.
Wordt vervolgd.
verschaffenen neem ik de vrijheid te hopen
dat mijn voorstel spoedig in behandel;
kome; (wel is liet mij onverschillig in wd^
provincie, en best of slecht land, doch liefo
aan spoor of kanaal) ten eerste omdat f|e
verkoop van boerenplaatsen, iederen ni.oand
minder voorkomt, en daar ik gaarne mijn
eigen architect wilde wezenten einde een
doelmatige veestal te maken en ten tweedé
daar over eenige maanden, de bouwstof welke
ik wil gebruiken niet meer te verkrijgen is
P.S.Ik had eerst een zeer uitgebreid ver!
haal geschrevendoch de vrees dat ik van
uwen tijd te veel vergde, besloot ik W
vooreerst hierbij te laten, doch ik zal erp]e;.
zier in hebben als ik op de boerderij ben'
te toonen, dat ik ook weet, hoe Artij
te Amsterdam, zoo'n zwaar donker f>0ni
kalf teelde van een koe uit de Deemster?*
nu niet meer, dat ik weet hoe men schapen
kan bevrijden voor opdrogen, voor leegloopen I
en voor de botziektewelke laatste nu ineerl
millioentjes kost, en hoe de varkens Uevrijdl
blijven van de ziekte; op LandbouwgebiedI
heb ik ook stilletjes eenige proeven sinds I
jaren genomen, waarvan sommigen wel ver-1
dienden in het licht te komen.
Wordt vervolgd.
Binnenlandsch Nieuws.
Bij eene verkiezing te Wieringerwaarfl
voor een lid van den gemeenteraad, werden dj
hoeren J. D. Schenk en \V. Teengs in herstem-1
ming gebracht.
Bij eere aanbesteding van het jaariijhsclj
onderhoud der gemeentewerken in den poi3
Zijpe werd de heer ii. Schuijt van Alkmaar!
aannemer voor de som van f' 1570, terwijl tfe'l
heer C. Swarthof van St. Maartensbrug voorl
f 3300 het ojihoogen en onder proviel brengen
van defi weg in den polder F. werd gegund.
Van de 226 hoogstaangeslagenen iu Noord
holland wonen 175 te Amsterdam, 17 te Haar-1
lem, 6 te Heemstede, 5 te Bloemendaal, 4 t»l
Velzen, 2 te Haarlemmermeer en Koog aan dal
Zaan, en 1 te Alkmaar, Avenhorn, Barsinger-I
horn, Beemster L'ennebroek, 's Gravenland, Hei-I
loo, Hoorn, Huizen, Krommenie, PurmereiideT
Schoten, Sijbecarspel, Weesp en Wormerveer.
Vrijdag zijn uit Harlingen talrijke
verhuizers naar Amsterdam vertrokken, om u-rJ
volgens per Zaandam naar Amerika te stoom I
Onder deze emigranten was eene jonge dochter,I
die op kosten van haren beminde overkomt,
hem in het belootde land te trouwen. Hars
zuster was onlangs reeds op die wijze uitge
huwelijkt. Die manier van doen schijnt meer
gevolgd te worden. Ook vertrekken weer een
zevental boerenknechten naar Utah in den staal
New-York, daar gehuurd door Engelsche grond
eigenaars.
Een Haagsche veehandelaar werd
een zoogenaamden kwartjesvinder medegenoiiK
om dat geldstukje te verteren. De herbergt
nengekomen, zag hij drie mannen spelen:
werd uitgenoodigd om tegen een rijksdaalde
hartenboer te vinden, en tot tweemaal won bj
Maar toen men de derde maal om f 25 z:
spelen, antwoordde onze veehandelaar heel leut
„ik heb nu f 5 verdiend en zal daar van avoai
mijn vrouw eens lekker voor tracteeren; f
zullen het er nu maar bij laten, anders
jullie geen cent over."
Als eene bijzonderheid wordt uit Mi®
sen gemeld, dat aldaar een paar in ondertr®
is opgenomen, beiden doofstom.
Uit een bericht van een der inspecte®
van de gestichten voor krankzinnigen hier
lande, den heer dr. Bamaer, blijkt, dat op1
Januari 1882 zich 4533 krankzinnigen bew
den in de 15 gestichten van Nederland,
Voor het gerechtshof te AmsterdawM
terecht gestaan de schildersknecht ltijk i>ir
den, te Baarn, beschuldigd den 5a Febr. p
kind te hebben vermoord, waarvan zijn 4
tertje Evertje, even te voren in zijne
tegenwoordig, was bevallen. De afschuw^
omstandigheden, waaronder deze misdaad*
gepleegd, waren oorzaak, dat op requisitoir,
het O. M. de zaak met gesloten deuren W
deld werd. Volgens de AniwterdaniJ
heelt het O. M. levenslange tuchthuisstraf
den beschuldigde geëischt.
Door een Volendammer span w
eerste ansjovis in de Zuiderzee gevangen
stuks ongelijk van groeiie.
De landbouwer G. Kram, te Veen«B
er reeds nu in geslaagd aardappelen tu J
en wel zonder broei eas. n aar van
grond. De smaak is tamelijk goed.
t,1 ;u'
Een grijsaard van 83 jaren, j;
Corput genaamd ui woonachtig t0. teu
heelt zicli Zaterdag in den buiteusiuF
door verdrinking liet leven ^enernen-JU
even te voren oen paar sergeants ou
elezun medegedeeld dat hij zich guU