V L G E H E E V
A I> V E IV T I I I E
rv
I E l >V S-
d; L a v ii o i w i? l a ii.
87 M
t
Bekendmaking.
\o 1883.
27ste Jaargang,
IG/i).
S t1 ff A E
ZOMÏAG
ii
Dit blad verschijnt tweemaal per week Wocns-
t/ar/- en ZaterdagavondBij inzending tot. 's
middags 12 nre, worden Adoertcnticn in het
cerstuitkomeml nummer geplaatst.
Inr/czondcn stukken één dag vroeger.
UI TG EVER:
J. WIMvKL,
TK SCH A G E N
Laan', Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post F 3.60*
Afzonderlijke 'nummers f 0.05,
Advertentien van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer 0.13. Groote letters wor^
den naar plaatsruimte berekend.
Ii E AA 1 E VIA U.
Het hoofd "an het plaatselijk bestuur der
Gemeente Schagen brengt bij deze ter ken-
nisse van de ingezetenen dier gemeente, dat
de kohieren N° 0, 7 en 8 voor de belasting
op het Personeel, dienstjaar 18S2/83 op den
22 dezer door den Heer Provincialen Inspec
teur in de Provincie Noord-holland is execu
toir verklaard en op heden aan den Heer Ont
vanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezetene, welke daarbij belang heeft
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten
einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit
nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 24 Mei 1883.
Het hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.
G. LANGEXBERG.
M
nv
OVER
UIL O li EXE DIX O E V.
IV.
Hoezeer datgene, wat in de voorgaande
opstellen gezegd is, waar is, blijkt uit eene
reeks van beschouwingen, niet alleen uit zulke,
die betrekking hebben op zeer geringenllc-
daagsche benoodigdheden, maar ook uit zulke, j
die met de grootste ondernemingen in ver
band staan.
Wanneer Lucullus de handen in een zou
slaan, omdat onze ambachtslieden hun morgen
drank uit Indie kunnen bekomen, en Lode-
wijk de veertiende het geloof aan zijne groote
macht zou verliezen, omdat tegenwoordig
menschen uit den geringen stand zich een
genot kunnen verschaffen, dat hij met al zijne
grootheid nooit voor zich alleen kon hebben
dan weten wij, dat dit alleen ontstaan is,
omdat zij als alleenstaande personen naar
bevoorrechte en voor hen alleen verkrijgbare
genietingen streefden en onze tegenwoordige
tijd ze alleen als gemeenschappelijk kan aan-
AAN DE GRENZEN.
Roman van J O HANNES VAN DE WALL.
XXXIV.
Dertigste Hoofdstuk.
Den volgenden morgen ontving graaf Haneke zijn
aanstelling tot ritmeester. In den wilden tuimel dor
zaken, die nu den dictator bestormden, had deze hem
niet vergoten.
Alle liefdesgedachten moesten voor het oogenblik
wijken, want de dienst begon. De jonge ritmeester
begaf zich in het leger, om zich aan te melden en om
daar dan te blijven. Hij trof den generaal te paard aan,
hij had de voorposten rondgereden; de voorposten dor
Russen stond op een myl afstand tegenover de zijnen.
De generaal was over deze nabijheid bezorgd, daar
verspieders het bericht bra-hten, dat de vijand aanzien
lijke versterkingen ontving.
Een zeer bijzondere verrassing wachtte graaf Haneke
hier nog; toen hjj aanreed om zich te molden, bemerkte
hy dat de generaal een uitstekend paard bereed,
graaf Haneke en zijn hinnokende hengst herkenden
in dat paard de vos-merri Arabella, vroeger het eigen
dom van den ritmeester van lirandenstein, dat hem
dezen winter op zulk een ongehoorde wijze afhandig
gemaakt was.
Doch het was nu den tijd niet om lang te peinzen.
De generaal hoorde zyn melding aan, en de overste
Czapki, de kommandant der gezameniyke ruiterjj en
graaf Hancke's overste, verzocht hom, zich dadelijk
bieden. Wanneer het waar is, dat de voor
rang van den rijkdom boven de armoede
daarin bestaat, dat men zich door 't geld
genoegens kan bezorgen, die de arme zich
moet ontzeggen, dan is 't ook even waar, dat
de arme in den tegei.woordigen tijd door de
algemeenheid der genietingen zich in eenen
gunstiger toestand bevindt, dan de rijke in oude
tijden.
Vroeger zou het den rijksten man nooit in
zijn hoofd zijn opgekomen, om ecnige uren
in één uur af te leggen en tegenwoordig prut
telt een geringe en wordt hij ongeduldig,
wanneer de trein eenige minuten te Iaat aan
komt Met de toenemende bevrediging nemen
ook in der daad de behoeften toe en hoe meer
men in een uur kan verrichten endoorleven,
des te onverdragelijker wordt elk uitstel, elk
wachten van eenige minuten, 't Blijft der
halve in alle gevallen een merkwaardig ken-
teekeu van onzen tijd, dat hij de genietingen
des levens op eene wijze aanbiedt, die geheel
de tegenovergestelde is van vroeger.
Wie deze gedachte zijne aandacht waardig
keurt, die zal daarin als eene uitgemaakte
waarheid terug vinden, wat in onzen tijd op
een zeer speciaal gebied nog vnenigen hevi-
gen strijd veroorzaakt. Er zijn nog heden ten
dage vele verdienstelijke, waardige mannen,
die in don waan verkeeren, dat datgene, wat
men democratie noemt, niets anders is dan
eene uitvinding van staatkundige partijen,
maar wie het onderscheid tusschen den vroe-
geren en tegenwoordigen tijd nauwkeurig na
gaat, die zal tot de overtuiging komen, dat
er eene waarheid duidelijk te voorschijn treedt,
die op het uitgebrei 'e gebied des levens reeds
eene daadzaak is geworden, namenlijk deze,
dat het voornaamste kenteeken van onzen tijd,
de industrie, a leen duor het algemeen verkrijg
baar maken der levensgenietingen in staat is,
het verhoogde levensgenot te doen ontstaan.
IToe wij de zaak ook beschouwen, in 't
groote zoowel als in 't kleine blijkt de waar
heid, dat het algemeen maken der levensge
nietingen, of met andere woorden het demo>-
cratiseoren daarvan, de hoofdtaak is van onzen
tijd. Alles wat onze machines en fabrieken
maken, al die duizenden paardenkracht, die
naar zyn eskadron te begeven en dat streng onder
handen te nomen; zun voorganger, een zekere Fran-
kowski, was niet zeer te vertrouwen geweest, voegde
hy er by.
Zeldzame gebeurtenis, dat hy het erfdeol van dien
onwilligen man moest aanvaarden, die hem met alle
toekonen van het hevigste ongenoegen do ongeveer
1UO man sterke afdeeling overgaf en zich toen met
een „Psa Krem" tusschen de tanden op zijn:geel paard
uit de voeten maakte.
Biyde, van den brutalen knaap verlost te zy'n, in
specteerde de graaf oppervlakkig zyn kleine troep,
maakte zich met do officieren bekend, en beval een
tent voor hem op te slaan, waarin hy zyne goederen
en zich zei ven kon bergen.
Twee uren later was hy geheel en al geïnstalleerd
en begon met yver zijn dienst.
Terwyi hy de paarden en de bewapening monster
de, kon hg van het wat hoog gelegen ruiteryieger
zien, hoe een onafzienbare menschenmenigte het leger
naderde.
Ieder Poolseh edelman, al is hy ook van den gering-
sten adel, gelooft een geboren generaal te zijn. Spoe
dig zag Langiewicz ten gevolge hiervan dan ook de
strenge legerorde verstoord. Graaf Haneke kon blijde
zyn, want dio baantjes-jagers zouden anders niets
voor hem overgelaten hebben. Alle wachten waren niet
in staat geweest, dien vloed van Krakauer pronkers we
derstand te bieden. Achter hen volgdbn wagens- met
heeren en dames, burgers en handeiSlieden. Het
gefronst voorhoofd zag de generaal hen aankomen,
wel vermoedende dat deze lieden hem menige onge
legenheid zouden bezorgen.
Van hot kamp werd zoodoende geheel en al een
de stoom ons geeft, al die massa's goederen,
die de treinen alle dagen met onbegrijpelijken
spoed vervoeren, zijn niet in 't leven geroe-
fien tot bevrediging van behoeften van etike-
e personen, die, in de b teckenis van vroeger,
over rijkdommen beschikken en in staat zijn,
om die uitgaven te doen, die men verkwis
ting noemt, maar die reusachtige vervaardi
ging en dat fabelachtige snelle vervoer dóód
alle landen is alleen mogelijk geworden, om
dat zij de behoeften van duizenden en nog
maals duizenden bevredigen.
Alles wat voor de g-oote massa der men
schen wordt daargesteld, krijgt daardoor dcil
stempel van grootsch en verheve en over
treft het merkwaardige en grootsche, door de
oudheid voortgebracht. De Pyramiden van
Egypte zijn kinderwerk in vergelijking bij du
tunnels door den Mont-GVnis of don Sf.
Gotlmrd. Wanneer daardoor in eene behoefte
voor eene groote menigte wordt voorzien, d.au
zal die spoorweg maatschappij iedere week
meer menschea vervoeren over de Alpen, dan
Ilunnibal zich in zijnen beroemden tocht over
die bergen ooit zou hebben kunnen Voorstellen,
liet zou mij te ver voeren, als ik al de reu
zenwerken der 19e eeuw stuk voor stukging
4 -t
vergelijken bij 't geen door de oude volkeren
werd verricht en dat later als wonderen dei'
wereld werd beschouwd. En hoe is dit alles
mogelijk? Waarin ligt vro-namelijk het on
derscheid tusschen den ouden en den nieuwen
tijd? Alleen daarin, dat in oit le tijden een
enkel persoon, de onbeperkte heerscher over
millioenen, deze millioenen dwong, om zijnd
behoeften en zjne persoonlijke Wenschen te
bevredigen, terwijl tegenwoordig het omge
keerde plaats heeft; al liet grootsche, wat
thans wordt gemaakt, wordt voor de millioe-
uon en millioenen mensehen, en voor hunne
algemeene deelneming in het genot en het
gebruik tot stand gebracht. -
Maar dit is ook alleen dan mogelijk, wan
neer er een verband bestaat tusschen hetgeen
de mensehen voortbrengen. Men kan alleen
dan een gemeenschappelijk genot voor rriilfi-
oenen menschen (laarstellen, wanneer ieder
individu ook in datgene, wat hij maakt, voor
dc belroeften van anderen zorgt.
jaarmarkt gemaakt. Dames wandelden tusschen de'
troepen, naast de kruitwagens sloegen marketentsters-
hunne stalletjes op, en in de kavalerie-stallen smok--
keiden cTie- pronkers hunne paarden in, waar ze met
de dienstpaarden het voeder opvraten.
Do wapperende, rood-witte vaandol'tjos dér Lianen
oefenden een zeer byzondore' aantrekkingskracht uit
op de dames.
Zoo- hoorde graaf Haneke eensklaps zyn naam noe
men en zich omkeerendé zag hy Hoieno van Krus-
czewski. Zij kwam met haar gezelschap om hem toe.-
„Gy zult ons wel toestaan, b"sto graaf, dat wy liet
ons hier een weinigje gemakkolyk maken. Overi
gens gelukgewenscht met uwe bevordering,'* zeido
nu mynheer van Qarczinski, die den graaf Qrabowski
medebracht.
De dames hadden korfjes met proviand medegebracht:
men improviseerde nu een pichniek.
„Ziet eens uit dat is Pustowojtow, wanneer ik
mfj niet vergis dè vriendin van onzen dictator
zyn schaduw," zeide Qarczinski en wees lachende naar
een sieriyk ruiter, die op eenigen afstand hem voorby
reed.
„Gy vergist u," antwoordde iemand, „deze is niet
Pustowojtow, want zij draagt nooit oen sluier zooals
die daar ginds."
„Maar wié is dat dan?"
„Nu; zulke voorbeelden w«rken aanstekelijk; van
öb meerderen slaat het over op de minderen. Aan da
mes is in het léger geen gebrek.?
„Dank u, mijnheer!"Blijft gy ook hier?" weg
Helena met nadruk.
Zonder zijn oog ook 'maar een sekonde van de'
onbekonde vrouweiyko ruiter, die in mannen kloedé-