m
A L G E 11E E X
A i> V E 51 T E X T i E-
9 AUl
li
Ao. 1S83.
27slc Jaargang.
k
»osm<:iu>A<;
ril
I s
A S E L' W S-
L A XDBO l W B L A 5).
J. WIMvIX,
B2 GiSZBLSCHAPSJUFVaOIJW
.V. 1036,
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag en ZaterdagavondBij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adverlenlièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
1 Prijs per jaar"/3.Franco per pest f 3.(55)
T PC SCH A O K N"
Laan, Wijk D, No. 5.
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
iickctiriniakiug.
POLITIE.
Opgevangen:
in de gemeente Schagen:
een roodbonte IIOND (reu.)
Inlichtingen zijn te bekomen ter Secretarie
dier gemeente.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Schagen.
Gezien art. 219, 2de alinea der Wet tot
regeling van de zamenstelling, inrichting en
bevoegdheid der Gemeentebesturen, brengen
ter kennisse van de ingezetenen, dat de reke
ning dezer Gemeente over het afgeloopen dienst
jaar 1882 ter Secretarie voor een ieder ter
lezing is nedrrgelegd van af heden tot en met
den 21 Augustus e.k., van des voormiddags
tien lot des namiddags twee ure en hetzij in
druk, hetzij in afschrift., tegen betaling der
kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld.
Schagen den 8 Augustus 1883.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGEN BERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Slot Biitoriisitioiijïle (liyinnas-
tiekfecst te Amsterdam.
7 Aug. '83.
Amsterdam is in feestdosch. De eerste dngen
van deze tentoonstellingstijd waren dorpachtig
stilvergeleken bij het gewoel van vreemde
lingen die zich thans in onze straten bewegen.
Van heinde, er ver stroomen de bezoekers toe,
maar behalve dat, zijn we in feestelijke stem
ming; van den torentrans wappert de natio
nale driekleur; hier en daar merkt men een
troepje jonge mannen op wier nette uniform
de lichtblauwe pet, blauwe jekker en witte
pantalon, maar vooral wier gulle vroolijkheid
en losse bewegingen onmiddelijk doet vermoe
den dat het moderne Spartanen zijn. Inder
daad zoo is het. Het N. G. V. (Nederlandsch
Gymnastiek Verbond) geeft, bij gelegenheid
van zijn 13e openbare uitvoering, een interna-
Novelle
van
Oiistav SSitoker,
V.
„Ik zou niet gaarne tusschen u beiden twist en
tweedracht zaaien," zeide Hertha schuchtor, „want
ik houd hem niet voor een edelmoodigen vijand. Ook
hen ik niet zonder eigen schuld in dezen toestand
cekomen. Uw neef was mij niet vreemd, ik heb hem
reeds gekend, toen hij in de residentie studeerde,
toen reeds heeft hij mij vervolgd, waar h\j mij maar
za?' )7anneer hjj mij op straat ontmoette, drong hij
tfi! zijn geleide op, zonder dat het mü gelukte mjj
v»n hem te ontslaan. Halve dagen lang wandelde hij
vt>or mjjn venster heen en weer. De buren werden er
opmerkzaam op; rajin naam leed er onder; mijn arme
**e.ve vader kon mij niet beschermen. Eerst toen wij
van woning veranderden, verloor uw neef myn spoor,
ik had voor zijne vervolgingen rust, tot ik hem
nier zeer onverwacht weder aantrof. Ik had toen de
eerste ingeving van myn gevoel moeten volgen en
■ez.s sehoone plaats weder dadeiyk moeten verlaten,
niaf verscheidene gronden konden mij hiertoe
rnaLt-0/1 ho3,|iitemJIk dacht ook, dat uw neef
vin tU;'o'ijh hier WififJVn rekende op de bescherming
ermpjufvrouw Haller. Maar nadat ik zag, in welk
nji, gunst hij by haar staat, waagde ik het
1:°eu klacht te doen. VYel is waar twijfel ik
tionaal feest, waar ook eenige rappe zonen
van Schagen's burgerij eene waardige plaats
innamen, circa 80 vereenigingen met 1600
leden waaronder zelfs uit Pensylvanië in Ame
rika hebben aan de uitnoodiging gehoor ge
geven.
Zaterdagavond had op fantastische wijze de
ontvangst plaatseerst op de Beursdoor het
Bestuur van het N. G. V.daarna ging het
in optocht met fakkellicht verlichte chassinetten
en de vaandels vooroponder schitterende
muziek naar het Raadhuis dat voor deze ge
legenheid was geïllumineerd.Otize burgemeester
sprak de genoodigden op hartelijke wijze toe,
wijzende op het oude Sparta, terwijl wij nu
niet slechts ontwikkeling van het lichaam maar
tevens van den geestbeoogden Mr. D. Josephns
Jitta, een jong advocaat en president van
den Bond, beantwoordde 's burgemeesters rede
in bezielde taalen na hem voerde de heer
Cnperus, voorzitter van den Belgischen Gym
nastiek bond en lid van den gemeenteraad van
Antwerpen, het woord. De Belgen zijn gemoe
delijke en hartstochtelijke lieden tevens. Tel
kens, wanneer de eene of andere gebeurtenis
hen met hunne noordelijke broeders te zamen
brengt, wordt hun het gemoed vol. Zoo was
het ook hier.
De heer Caperus verheugde zich niet alleen
recht hartelijk in deze internationale rennie,
maar wierp tevens een blik in 't verledene,
toen er nog geen muur stond tusschen noord
en zuid, toen het «tot over de Kempen" één
volk van broeders was. Daarom was het hem
een genoegen die noordelijke broeders en als
vertegenwoordiger te dezor pl atse, den Bur
gemeester de hand te drukken. Inmiddels ging
de Champagne rond en onder 't genot van
een fijne sigaarverlieten de gasten Amstel's
gastvrij raadhuis, na een driewerf „hoerah!"
en een «leve de Burgemeester en de Gemeen
teraad van Amsterdam". Eene groote menigte
stond langs den weg geschaardonder hen
waren sommigen uit het grauw, dat steeds
overal bij is, maar wijselijk op een afstand
gehouden wordt. Ook thans hadden zij geene
invitatie gekregen om zich in den stoet te
mengen blijkbaar had men zelfs verzuimd hen
mede te deelen wat er eigenlijk gaande was.
er niet aan, of mejufvrouw Haller zou zicii mijner
hebben aangetrokken; maar ik hoorde dat ook mijne
voorgangster hare bescherming genoot en toeli
was het einde, dat zjj hare betrekking moest laten
varen. En daarvoor vreesde ik hot meeste; zulk eeu
spoedige verandering zou mjj ook niet tot aanbeveling
strekken en ik zou ten slotte dan weder rnyne ouders
moeten lastig vallen, in plaats van hen tot steun te
zijn. Deze overwegingen mogen my evenwel niet langer
leiden. Ik ben het aan myn eer verschuldigdmejuf
vrouw Haller om myn ontslag te verzoeken. Dat zal
wel ondankbaar tegenover u schijnen, aan wion ik
niet alleen deze betrekking, maar nog veel meer
verplicht ben, want ik weet, van wien myn vader
dat edelmoedig geschenk heeft ontvangen, ja, ik weet
het! Tot nu zweeg ik daarover, omdat gij zelve uwe
edele handeling gehuld hebt in de duisternis van het
geheim. Gij wildet niet herkend zyn, en dezewensch
was mij heilig. Maar nu, daar \vy spoodig zullen
scheidenmoet ik het eindelijk zeggen dat ik in u
den reddenden engel dor mijner vereer en myn hart-
dringt my, u een woord van innigen dank te zeggen!"
Egbert had gaarne den dank afgewezen. Maar toen
zy hem haar fijn wit handje reikte kon hy de ver
zoeking niet weerstaan.
„Ik ben geen engel!" riep hij weemoedig uit, „ik
ben slechts een mensch en toon dit, terwjjl ik deze
hand. in plaats van haar terug te wyzon, aanneem,
om haar te kussen."
Hy bracht zyne gloeiende lippen aan de teedere
handdie h\j in de zyne voolde trillen. Toen hij ein
delijk die hand weder losliet en Hertha aanzag, was
haar gelaat hoog rood gekleurd. Doch eensklaps week
het rood terug voor een buitengewone bleekheid, en
over Laar gelaat verspreidde zich een smarteiijken ernst,
H'erover verstoord, begrepen die lieden
b. v. niet, waarom de weg was afgezet en
meenden zich desnoods met geweld een baan
te breken. Een paar steenen werden er uit do
s*.raat gehaald en vlogen over .le hoofden van
het publiek, een agent van politie werd ge
raakt, maar overigens liep dit intermezzo dat
in Amsterdam trouwens niets vreemds is, zon
der ongelukken af.
De feeststoet trok verder en tegen elf uur
bevond men zich in de groote gehoorzaal van
Natura Artis Magistra, waar prof. B. J. Stok-
visch eene krachtige welkomstgroet uitsprak.
Hij wees er op, dat schoonheid van vorm z:ch
moot paren aan schoonheid van den geest, en
alzoo een harmonisch geheel uitmaken. Storm
achtig werd deze rede begroet en na een ge
zellig zamenzijn en eindeloos getoost, ging men
laat in den nacht naar hnis.
't Was Zondag geworden. Door den graau-
wen morgennevel, boorde een fletsche zonne
straal, maar het oranje-zonnetje liet zich wach
ten, de atmosfeer bleef dampig.
Dit deed echter aan de vroolijke stemming
geen afbreuk. Wel trok men tegen den middag
zwijgend op, maar deze stilzwijgendheid had
meer haren grond in de Zondagswet dan wel
in de stemming der feestgenootcn.
's Middags diner in Artis, 's avonds «jool"
in 't Paleis voor Volksvlijt, waar da Neder
landers zich door hunnen prettigen geest weer
deden kennen. Buiten viel een motregenhet
geen echter niet belette dat allen zich naar
Maison Stroncken ten dans begaven. De ge
legenheid was veel te kleinmaar tochmis
schien juist hierom, amuseerde men zich kos
telijk.
Maandagavond had een «venetiaanschc gon-
dcltocht" plaats. De Amsterdamsche «gondel"'
bestaat uit een zolderschuit; in een achttel
dezer vaartuigen, guirlandes gewijs met vlag
gendoek en oranjevnan omzoomd, op sleep
touw genomen door twee havenbootjes en
voorafgegaan door een bootje der havenpolitie,
begaf zich deze ofïicieele trein, waaraan hon
derden gymnasten deel namen, door Amstel's
grachten. Er heerschto een opgewekte geest
aan boord. Bij het varen onderlangs het oefe
ningsschip «de Wassenaar" was het aan na-
als had zy zooovon juist een bittere teleurstelling
geleden.
„Mijne koudheid heoft u gekronkt, mejufvrouw
Hertha," zeide Egbert geroerd, „ik lees het in uwu
trekken. Gy gelooft, dat gij don eenen vervolgor zyt
ontkomen, alleen om in het net van don ander to
vallen. Doch dan bedriegen u mijne gevoelens, 011 da i
gevoelt gij voor my nitts van datgene, wat ik van hft
eerste oogenblik af voor u gevoelde, toon ik uw lief
gelaat zag. Wauneer gij voor mij even beangst zyt
als voor myn neef, dan is er slechts oen woor 1 noo-
dig en ik zal u nimmer weder lastig vallen."
„Uw oordeel is onrechtvaardig,"antwoordde Hertha
na oenig aarzelen .maar ik ken mijne plaats. Ik kwam
hior heen, om te dienen Mijne goode mooder gaf mij
de goede les mede op mijn pad,dat ik moest vergeten,
wat ik eens was, en altijd er aan moest denkon, wat
ik nu ben.
Ik ben hier een arm, vreemd moisjo, op wie gij
niets anders moogt neerzien, als
„Neen Hertha," viel Egbert haar spoodig in de rode,
„spreek niet van neerzien op.Ik zie veeleer totu op. O, g'j
vermoedt misschien niet, welke waarde ik er aan hecht,
to v.oten, wat ik by dit vreemde arme m6isjo wei
geld. Daaromtrent zekerheid to hebben, zou m\j ge
lukkig of ongelukkig kunnen maken."
Hertha was ontroerd en scheen tot geen antwoord
to kunnen besluiten. Egbert's smeekende blik bevrijdde
evenwel haar tong uit de verlamming.
„tYat gy my geldt?' vroog zy, hem hartelijk
aanziende. „Ik zal het u zoggen. Gy zyt voor myeeu
lichtstraal in con duister bestaan; pij zijt weder het
eerste edele wezendat my myn geschokt geloof aan
de menschLeid heeft teruggegeven. Dankbaarheid i
vereering zullen mij aan u "verbindenzoolang ik adem