A L G E M E E X A t> V E R T E\TI E- BOKDERDAG 30 AUGUSTUS. [lïl)jÏÏïE\Ttjlsrt[i V. 1732, Ao. 1SS3. TE SOU A GEN, Laan, Wijk D, No. 5. EEN GOUDEN ZIJNAALD. Be flHtenmtïomiic Tentoon stelling' te Amsterdam. JACHT. lloman van Itosciitlial-Klonïn. 17ste Jaargang. N J EU W S- L A X I) lï O L W R L V 1>. 4 Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advcrtcniièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: J. VVIXklX, Pnj3 pefJtiHr /3.Franco per pc si f 3.CO» Afzonderlijke nummers f 0.05. Adverlentiën van één tot vijf regels 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. =3^ Bekcmima kingcii. r.i;vo\r>i;\: onder de gemeente Schagen op den 2S dezer, Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie dier gemeente. XIII. 28 Aue. '83. De Rnrgemeester der gemeente Schagen, Brengt ter kennis van belanghebbendenhet navolgende: De Commissaris des Konings in Noord- IIolland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten, van 8 Augustus 18S3, No. 4; Gelet op art: 11 der wet van 13 Juni 1S57, (Staatsblad No. 87), Brengt ter kennis van belanghebbenden 1dat in Koorcl-Holland de jacht op klein wild, met uitzondering van die op iaisanten zal worden geopend op Zaterdag 1 September 1883met Zonsopgang 2. dat de jacht op faisanten zal worden ge opend op Maandag 15 October 1883 mede met Zonsopgang; 3. dat de korte jacht dagelijks, met uitzon dering van den Zondagen de lange jacht alleen op Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uitgeoefend; En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst, en voorts in elke gemeente der provincie Noord-Holland worden aangeplakt. Haarlem, den 15<ten Augustus 1883. De Commissaris des Konings voornoemd, Get: (SCHORER.) Schagen, den 21sten Augustus 1883. De Burgemeester voornoemd. G. LANGENBERG. Het herhaalde bezoek van den Koning en Vrij vertaald uil het Hoogduitsch. (3.) EERSTE HOOFDSTUK. Toen Theresa Möllenhofs brief had gelezen, keek zij nog een tijdlang het fijne, scherpe, krachtige schrift aan, dat haar nu van huis en hof verdreef. Doctor Börsum maakte een einde aan hare overpein zingen. „Ik ben verbaasd over de snelle informatiën van den erfgenaamzeide hy. „Ik zou wel willen weten met wien hjj hier in verbinding staat. Dat zou misschien ons wel den dief van het testament opliet spoor kunnen brengen. Want dat uw tante het docu ment niet heeft vernietigd maar dat dit stuk gestolen i" zoo eindigde de advokaat, „is in mijne oogen boven allen twijfel verheven'. „Weg is weg, heer doctor", antwoordde Theresa hierop. „Al onze vermoedens en overtuigingen kunnen ons hier niet helpendeze brief is voor ons de uitnoo- o'ging om den erfgenaam het veld te ruimen. "Wy zullen zoo spoedig mogelijk in dezen onzen plicht doen. Ik heb het vooruitzicht op een engagement," voegde zt) er kalm bij. rGij wilt weder in een circus gaan vroeg de advo caatmet bewogen stem. „"iet in een circus, mijnheer de Doctor, maar in w!f menagerie," zeide Theresa. „Van mijne kinds- -id af is het mijn beroep geweest, ik ben er mede P gegroeid en verdien daardeor rijkelijk om met mijn «ttocder er van te lever.." de Koningin nan de Tentoonstelling, heeft aan de publieke opinie goed gedaan. Z. M. heeft aldus het vooroordeel laten varen dat hem blijkbaar aanvankelijk tegen deze onder neming bezielde zoodat hij haar wel wat tegen wil en dank opendemaar thans is alles weer goed. Het is een verheffend schouwspel een Koning te midden van zijn volk te zien, en dat op eene wijze als hier geschiedde. Geen toespra ken of feestliederen, geen kompliinenten over en weer, geen buigingen en strijkaadjes, geen kunstmatige opwinding, geen tot tranen toe bewogen menigte, geen wapenrok zelfs met fran jes en kwasten, maar een stil burgertenue had Neerlar.d's vorst uitgekozen om zich in zijn hoofdstad te vertoonen, of liever op de Ten toonstelling. Maar het meest werd de Konink lijke luister verhoogd door de tegenwoordig heid onzer beminnelijke Koningin, de Trots, de Roem der Natie; waar deze lieftallige vrouw zich vertoont, gaat een vreugdekreet op uit het volk. Maar ons Vorstenpaar, ja geheel ons Vorstenhuis weet zich, waar het er op aankomt bemind te maken. Nu weer met de Varna-bewe ging staat het huis van Oranje in do eerste rij om hulp te verleenen. Maar wij dwalen af. Het was ook zulk een opwekkend schouwspel dat vorste lijk bezoek, vooral aan de Snrinaamscheinboor lingen. En dan die primitieve cadeaux: een zwarte popeen wandelstok en een sigaren koker en het gezang dier eenvoudige lieden, dat was bepaald aandoenlijk. Natuurlijk werd ook ons Volkslied aangeheven in het Engelsch-, onze Surinaamsche broeders en zusters zijn nog niet al te best met de taal van het moe derland vertrouwd; er was ook een tijd toen de slavernij nog in volle fleur was, maar er kwam ook een oogenblik, dat die werd afge schaft, en toen begeerden al de zwartjes en bruintjes Koning Willem toe te zingenen bij die gelegenheid werd het: „Wien Neer- landsch bloed" voor hen in 't Engelsch vertaald en was sedert ook hun lied bij feestelijke gelegen heden. Verder werd door II.II M.V. bezocht het gebouw van Tuniseen der meest merkwaar digste afdeelingen onzer tentoonstelling, 's Zon dags moet men niet probeeren er binnen te komen, want dan staande menschen schouder „Maar hoe mejufvrouw?" zeide de advokaat mot bevende stem. „Uw beroep schijnt my juist verschrik kelijk toe, afgezien van het gevaar, waaraan gij dage lijks zijt blootgesteld, sluit u deze positie immeis buiten de soliede burgerfamiliën en isoleert u van alles, wat zacht en vrouwelijk is, en brengt u in den kring der kermisklanten. Neem mij dit woord niet kwalijk, mejufvrouw, het is omdat ik hartelijk deel neem in uw lot, dat ik het uitspreek. Ik heb in de drie jaren van uwe tegenwoordigheid alhier gelegen heid gehad, u nader te leeren kennen. Gij zijt tot iets edelers geroepen, gjj hebt u in dozo jaren een hoogere beschaving toegeëigend, en met welk eon v-ljjten vol harding, eene betere vorming u gegeven; en nu wilt gü weder terugkeeren tot die carrièrewaaruit gjj zijt geraakt door eene gelukkige wending in uw lot „Mijnheer, ik ben een menageriekiud," antwoordde daarop Theresa, „en zie de zaak geheel anders in dan gij. Een toeval bracht mij van dezen levensweg af, een tooval brengt mij er weder op. Deze rustpers heb ik gebruikt, mijne veronachtzaamde opvoeding te verbeteren, en ik beken, dat hij zeer goed beviel, als kleine slotvrouw op het eigendom mijner tante te wonen. Een luim van het lot opende voor mij dit vooruitzicht, de ertenis nam het weg, het is voorbij en nu hoop ik een even tevredenflink en geschikt menageriekind te worden, als ik dit geweest ben!" „Zuik een zachte dame een dierentemster!" Ik kan het niet gelooven, ik kan het mij niet voorstel len," zeide de advokaat pijnlijk aangedaan, „het schokt mij diep, het maakt mij waarliik toornig. Gij, zoo lieftalllig, zoo beschaafd, zoo zachtzinnig, zoudt uw leven doorbrengen met wilde bee3ten te temmen, vrees aan te jagen, te slaan met den zweep, gruwzaam te tuchtigen, opdat zij eiken avond vol ontzetting tot u opzien, wanneer gij i:i de tooi troadt, en zy met aan schouder „en liaie" tot midden op het voorplein. Men vindt in die Tunesische afdee- ling prachtig rooskleurig marmerwaarvan het bijzondere is, dat het is opgedolven uit da stee ïgroeven van Shemtonin de nabijheid van het onde Carthago gelegen en eeuwen lang verlaten nl. sedert den tijd der Romeinen. Z j waren heer en meester, zooals men weet, ook van Atiika's Noordkust, maar moes*en wijken voor den inval der Vandalen in Nu- midiö; dit was een eenw of wat vóór onzn jaartelling. Na dien tijd werd Tunis een root- nest en alzoo van de beschaafde wereld af gesneden. Maar wat gebeurde er? Een gewe zen slaaf, dien de Bey ten geschenke gekregen had, gaf het land aan het handelsverkeer te rug, nadat hij zelf tot minister en generaal was opgeklommen. Zooals men weet staat Tunis thans weder onder Eransche bescher ming en de invloed van dit kunstlievende land is ook merkbaar in de smaakvolle drapeering en uitstalling in de afdeeling Tunis. Gaan wij thans weder eens naar het hoofd gebouw, dan moeten wij met veel lof gewa gen van de Russische afdeeling, die waarlijk naast de Eransche eene plaats verdient. Tref fend is het op te merken met hoeveel warmt» in dit koude land kunst en nijverheid worden beoefend. Groepen in brons toonen zooveel talent, maar tevens zooveel gevoel, dat men zou wanen in het gloedrijk Italië te zijn. Wat verder in deze Russische afdeeling de aan dacht trekt, is het malachiet of groen, zwart geaderd marmer, waarvan bij ons te lando wel oorknopjes en ringetjes gemaakt worden maar geen tafels en dergelijke groote voor werpen. Ook in jaspis en lapis lazuli (ee i prachtige donkerblauwe steen) is hier veel schoons, evenals in bont-artikelen, waarvan voor een aardig duitje aanwezig is. We zijn hier niet ver van Italië. Dit land valt ons in zijne expositie tegen uitgenomen de heelden-galerij van Antonio Frille te Flo rence. Prachtige groepen zijn hier aanwezing van Cararisch- en Castellina-marmerwelke sneeuwwitte en kunstig bewerkte beelden en groepen schitterend voorkomen tegen den zwarten achtergrond of muur. Niet alleen vindt verbeten woede en angst sidderend uwe be>elea vol gen! Gjj kunt niet terugkeeren tot dit beroep, mejufvrouw. Gy kunt u daarin niet gelukkig gevoelen." „Mijnheer Börsum, gy verstaat niets van het vak", zeide Theresa nu lachende. „Mijne leeuwen en tijgers want ik zal in dezelfde menagerie weder er ne betrekking vinden, die ik voor drie jaren verliet hebben geen vrees en schuwen my niet, zy houden van my, zy zien met eerbied tot mij op, zij lezen bezorgd in mijne oogen, of ik over hen tevreden ben, dan of ik boos op hen ben. Ik draag de zweep slechts als teeken van myn stand, als zichtbaar werktuig om te wenken, als een soort scepter. Ik heb nog nooit een dier geslagen." Theresa zeide dit met door geestdrift zacht gekleurde wangen en een eigenaar- digen schitterenden, helderen blik van haar groot grauw oog, dat den advokaat deed sidderen. In dio oogen lag een onweerstaanbare, betooverendo macht. De jonge rechtsgeleerde sloeg voor haar blik zyn otgen neder. _En is het niet het moeten, die onafwysharo noodwendigheid, die my van hier drijft?" ging The resa ernstig voort, mag ik den erfgenaam hier afwach ten en van zyn genade myn lot verbeiden? Is liet dan niet waardiger, dat ik de wereld in ga, op eigui voeten sta en met de bekwaamheden en kennis, die het lot mij gegeven heeft, mijn brood ga ver tienen. „Het is nog niet onbetwist noodzakelijk, dat gij van hier gaat," zeide de advokaat na geruimeu tijd ernstig nageidacht te hebben. „Gij behoeft dien heer nog niet het veld te ruimen. Het testament is gestolenhet kan weder te voorschijn komen. Gij kunt een proces beginnen om tyd te winnen meende doctor Börsum. .Een proces kost veel geld en wy zyn zonder mid delen, heer Docter,"antwoordde Theresa, ,en wanneer wy de zaak verliezen?" voegde zij er met ernst by. „Laat het daar maar op aankomen, maak u daar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1883 | | pagina 1