A D V E IIT E X T I E-
"öÖADERDAG
11 OCTOBER.
Ao. 18S3.
-7ste Jaargang;.
JK 1714.
Algemeen
m
X I EU W S-
&LAADBOI W BL.VÖ,
J. WIKKEL,
TK SCHAGEN.
Bekendmakingen.
een BOEKJE,
Ml
II innen la n (Is ch Nieuws.
Itonian van Etoscntlial-BSonin,
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens-
,jaij en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.00
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
VERLOREN:
te Schagen, op Donderdag den 4den dezer,
bevattende behalve eenige quitanties, een
muntbiljet van tien gulden.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen ge
ven, worden verzocht zich te vervoegen ter
Secretarie dier gemeente.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen
Brengen naar aanleiding van art. 203 alinea
3 der Wet vin 29 Juni 1851 (staatsblad N°.
85) ter openbare kennis, dat de Begrooting
der plaafselijke inkomsten en uitgaven voor
1884, zoo als zij aan den Raad der gemeente
is aangebodenop de Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing is nedergelegd tot
en met den 23en October a s. en dat een
ieder daarvan, tegen betaling der kosteneen
afschrift zal kunnen bekomen.
Schagen, den lOen October 1883.
Burgemeester en Wethouders voorud.
De Burgemeester,
G. Lancenberg.
De Secretaris,
Denijs.
Wij vei nemen dat de plechtige inwij
ding der nieuwe katholieke kerk alhier, zal
plaats hebben door Z. D. II. den Bisschop
van Haarlem, op Maandag 22 Oct. a. s.
Te Bergen-op Zoom zijn de vruchten zóó
overvloedigdat de perziken tegen één cent per
stuk worden verkocht.
Uit Groningen wordt het volgende gemeld
Toen de vlammen in den nacht van Zondag
op Maandag jl. reeds hoog uitsloegen uit het
Vrij vertaald uil het Hoogduitsch.
(15.)
ZEVENDE HOOFDSTUK.
In Einden viel het niet in het oog, dat de oude
Börsum op reis was; de oude makelaar was dikwijls
voor zaken afwezig, menigmaal weken achtereen en
zoo lette men er ditmaal ook weinig op.
Doctor Heinrich Börsum had zich hersteld hjj
moest nu als een man de dingen, die komen konden,
onder de oogen zien. Het testament was niet moer
in handen van zjjn vader, en eerst, wanneer het te
voorschijn kwam, zou kunnen worden uitgomaakt, van
waar het gekomen en waar het tot nu geweest was.
De schuiflade, waarin het document door Marie was
geborgenwerd door den doel or gebruiktvoor waar-
delooze afgelegde acten. De kast was altijd open, en
er werd meestal een vel papier daaruit gehaald om er
eenige berekeningen op te maken; het kon evenwel
ook zeer goed gebeuren, dat maanden lang dat kastje
niet opgetrokken werd, om er een oud blad papier
tn te bergen.
Dat kon Marie niet weten, zij hield die open schuif
lade, waarvoor de advokaat altijd zat te werken, voor,
de geschikste plaats, om te maken dat het testament
nem spoedig in het oog moest vallen.
Eerst was zij wel is waar van plan geweest het
document zoo maar losweg op zijn schrijftafel te
leggen, doch bedacht nog dat des morgens vroeg de
jj'tuaar kwam, misschien ook wel Börsums vader,
016 af en toe het vertrek van zijn zoon bezat
zij zouden het testament kunnen zien en dat
Vilde zjj natuurlijk vermijden.
Ei waren uu, sedert zij dat waagstuk had onder-
brandende perceel van den koekbakker Bolhuis,
waren de beide knechts nog slapende. Nau
welijks vernemen 4 studenten dit, of zij snel
len door rook en damp naar boven en heb
ben de voldoening, bedoelde personen, die
bewusteloos te bed lagen; met veel moeite
naar beneden te dragen en zoo aan een bijna
wissen dood te ontrukken.
Te Hoogeveen bevond zich dezer dagen
een uit Rusland verdreven Israëliet, die daar
van alles beroofd en wiens huis afgebrand was.
Hij is weduwnaar (zijne vrouw overleed zes
maanden geleden op Ned. grondgebied) en
vader van vijf kinderen. Hij had van ver
schillende personen aanbevelingsbrieven bij
zich, onder andere ook een van den burge
meester van Assen en was vergezeld van een
tolk uit Utrecht, die hem hielp bij het ver-
koopen en uitventen van zijne kramerijen. Hij
nam echter volstrekt geen aalmoes aan. Toen
nu de Rus 1.1. Dinsdag wegens het Israëlie-
tisch Nieuwjaar de Israëlietische kerk te Assen
bezocht, nam de tolk de gelegenheid waar
om zich met al de koopwaren te verwijderen.
Twaalf weken lang had hij den Rus ter zijde
gestaan en waszoo het scheen buitengewoon
eerlijk. Ifet geval verwekte algemeene deel
neming; echter heeft men nog niets van den
verdwenene vernomen.
Voor eenige dagen had een bezoeker
van een koffiehuis op het Rembrandplein te
Amsterdam de onvoorzichtigheid zijn portefeuille
nadat hij daarin iets geschreven had, bij zijn
vertrek op de tafel te laten liggen.
Toen hij bij zijn thuiskomst het verlies be
merkte begaf hij zich eerst naar het koffiehuis,
waar men hem geen inlichting betreffende het
verlorene kon gevenen daarna naar het
politiebureau, waar de portefeuille reeds aan
wezig was en waarvan een bericht aan zijn
adresdat in het boekje genoteerd stondwas
afgezonden. De waarde, die hij er in geborgen
had, een bedrag van ongeveer f 1000 aan
bankpapier, was evenwel verdweuen, op één
nomen, reeds eenige dagen verloopen, en het viel
haar eindelijk op, dat haar koene daad nog niet het
gewenschte gevolg bij Heinrich had uitgewerkt, ja dat
hjj, want zjj sloeg hem aandachtig gade dat hij
er nog droefgeestiger uitzag dan vroeger zij meende
hiervoor evenwel eene verklaring te vinden in de ge
jaagdheid waarmede de oude Börsum was afgereisd en
hetgeen zjj zeer goed had bespeurd. Ongelukkig kwam
zjj niet op de gedachte, dat Heinrich het document
nog niet had gevonden.
„Toen zjj hem op zekeien dag na den middag een
kop koffie bracht, nam zjj al haar moed bijeen, om
van het testament te spreken."
„Nu, mijnheer," begon zij, „nu zal toch zekerlijk de
jufvrouw het huis hier en alles krijgen.
„Wat weet gij daar dan van vroeg Hoinrich bleek
en ontsteld. „Hebt gij iets gehoord?"
Hjj keek haar zoo verstoord en angstig aan, hjj
sprak zoo heftig, dat Marie geheel ontsteld terugdeinsde.
„Ik heb niets gehoord," antwoordde zij zacht en
beschroomd. „Het was slechts een vermoeden, een
gezegde van mij."
Heinrich stelde zich weder gerust.
„Ik bid u," zeide hij ongeduldig tegen Marie
„spreek er alleen van, als gjj iets zekers weet, plaag
mij anders niet met uwe vermoedens."
„Ik zal er nooit meer over spreken," antwoordde zij
hoorbaar, terwijl zij beurtelings bloosdeen verbleekte,
„wanneer gij het niet gaarne hebt," en hare hand beefde
en in hare oogen welden tranen, die zjj met geweld
terugdrong.
„Zoo meen ik het niet," stelde Heinrich haar gerust,
terwijl hem zijne heftigheid berouwde.
„Ik heb alleen maar willen zeggen, dat gij mjj niets
anders moet mededeelen, dan hetgeen gjj werkelijk
gehoord hebt, dat zou voor mij wel eens van veel
belang kunnen zjjn."
Nu begreep Marie weder niet wat de jonge man
meende. „Wat verwachtte hij dan te hoorer.? vroeg
zü zich zelve af, „over zijn vader misschien"?"
bankbiljet van f 25 nadat nieu er, zonderling
genoeg, in had achtergelaten.
De portefeuille was, als op straat „gevonden,"
aan een politieagent ter hand gesteld.
In de omstreken van Breda houdt zich,
nu eens in de eene dan in de andere ge
meente, een persoon op, die voorgeeft van
adelijke afkomst te zijn en genaamd Jean
Bapthist Cu villier baron d'Oostacker. Hij zegt
mede wees te zijn en in onmin te leven met
zijn voogd, die zijn goederen beheert. Hier en
daar heeft hij zich ook voor een beestenkoo-
per uitgegeven. Hij spreekt vier talen, is goed
pianist en violist, wat hij bewees door zich in
het koffiehuis „Casino" te Ginneken te laten
hooren. Doch bij al deze hoedanigheden bezit
hij er minder goede, namelijk die van de goe
gemeente zóó slim beet te nemen met geld
en voeding, dat er geen termen bestaan om
hem aan te houden. Een onderzoek heeft reeds
aan het licht gebracht, dat hij van zeer een
voudige afkomst en zonder fortuin is. Men
wachtte zich dus elders.
In Zeeland las men in 1821 de courant
op schoolsoms zes weken lang dezelfde.
Er kwamen hier en daar kinderen op school,
alleen om eene les op fe zeggen en brachten
daarvoor mee, een duit.
Mocht het kind ook een schrift willen schrij
ven, dan gaf het een oortje contante beta
ling.
Men verdeelde op 't land de schoolkinderen
officieel incleutersschrijvers en cijferaars.
Naar wij vernemen heeft R. v. d. Hulst,
die zich, als de vermoedelijke dader van den
moord op Mina Koes, vóór twee jaren te
Zuidwolde gepleegd, in arrest bevindt, zijn
misdaad bekend. Op den bowusten Zondag
ochtend was hij van huis gegaan, teneinde
eenig geld machtig te worden tot betaling van
de huur van zijn huisje, en toevallig kwam
gemelde Mina Koes hem tegendie hij zeer
goed kende. Hij eischte het geld van haardat
zij bij zich had, waarop een worsteling volgde,
Eu het hart vol deelneming en kommer verliet zy
hem met weemoedigen blik.
Toen Hoinrich we Ier alleen was, liet hy zuchtend
zyn hoofd op zijn hand rusten. Zün vader was nu se
dert acht dagen weg, en hy wist nu, dat het testa
ment in zyn bezit was geweest, dat hij volgens wet
en plicht gedwongen was, don rechter hiermede be
kend te maken, en hy had het nogaltyd niet gedaan.
Hy streed sedert dien rampzaligen morgen dag en nacht
onafgebroken met zyn geweten en de liefde voor den
vader, met de plicht, die zyn ambt hem oplegde, on
het behoud van den eerlijken naam zyns vaders en de
eerlijkheid van zijn geslacht, dat tot heden onder de
eersten der stad behoorde en wiens roep, tegenover
het gerecht, tot nu steeds onbevlekt was. Hy had zyn
vader wel voor een koopman gehoudenmaar niet tot
zulk eene handeling in staat geacht, als het verduis
teren van het testament aan diefstal dacht hy nog
niet eens en nu had zijn vader hem hekend, dat
hü het testament had gehad en daardoor den wet
telijke erfgenamen onrecht aangedaan, ten bate van
dien slechten mensch en dat alleen uit zelfzuchtig
heid, om zoo aan zijn geld te komen, dat hy nog van
dien ontaarden zoon moest hebben. Zijn vader ver
scheen hem nu in een hatelyk licht, en toch zeide hy
tot zich zeiven, dat zijn vader niet hebzuchtig, gie
rig was, hy had het geld niet liet om dat het geld
was, hij wenschte alleen zyn vermogen te vergrooten,
opdat het hem, den zoon, eenmaal ten goede zou
komen; hy was een goed, liefderijk vader en nu
moest hjj heengaan om hem zyn eerlyken naam
te ontnemen en hem voor het geheele land aan den
kaak te stellen nu moest hy een schandelijk proces
in het leven roepen, dat hem, zyn vader, waarschijn
lijk in het tuchthuis zou brengen - en hoe stond hy
dan tegenover het meisje, dat hij beminde,tegenover
Theresa! Hoe zou hij haar oiit onder de oogen
durven komen, als de zoon van een misdadiger'?
Bij deze gedachten kreunde hii luide. „Ik kan niet,
ik kan niet," en hy kromp smartelijk ineen. „Eu toch