A L G E II E E X
Adverteatie-
DONDERDAG
27 DECEMBER.
Nicawjaaraenscicn
Ao. 1883.
27stc Jaargang.
JK 1736.
i* I F. U W S-
&LA\dboi W B L A D.
J. WIKKEL,
TE SCHAGEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
kunnen, evenals in de vorige
jaren, in DEZE COURANT ge
plaatst worden, tegen den prijs
van 25 Cts. per advertentie.
Bekendmakingen.
Nationale Militie,
OPROEPING
OUDE CENTEN.
IS in n en lands ch 1\' ie mes.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 nre, worden Advertenlièn in het
eer8tuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertcntien van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Zij die zich met 1 JANUARI
'1884 wenschen teabonneeren op
de Scliascr Courant,
ontvangen de deze maand nog te verschijnen
nummers gratis, terwijl zij tegelijk ook recht
krijgen op een in kleuren gedrukten Wand-
knlei der 1884, die aan mijne geachte abonnés
wordt aangeboden.
J. WINKEL,
Uitgever der Schager Courant.
Sfi
£1»
POLITIE.
VERMIST:
op de markt te Schagen van 13 December j.
een vet schaap,
rood gemerkt op neus en kop alsmede
met een onduidelijk teermerk over het schoft.
Zij, die hieromtrent inlichtingen kunnen geven,
worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente
secretarie aldaar.
tot do inschrijving voor het jaar 1884, volgens de wet
van 19 Augustus 1801, (Staatsblad No. 72.)
Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet
hohbende op het bepaalde by Artikel 19dor wet op do
Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No.
72), herinneren by deze de belanghebbende Ingezetenen,
aan hunne verpligting tot liet doen van aangifte voor
de dienst hy de Nationale Militie, met verwijzing naar
het bepaalde by do Artikelen 15 en 20, alsmedo 16, 17
en 18 der Wet, luidende:
Art 15. Jaarlijks worden voor de Militie inschreven alle
mannelijke ingeretenen, die op den eersten Januari van het
jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder
of, zijn beiden overleden, wiens v<»ogd insrezetcu is volgens de
Wet van 28 Juli 1850, (Staatsblad No. 44).
iiIiiirjÏFAïïïsnir
Itoiiinn van BlHScntlial-Itonin.
Vrij vertaald uil het Hoogduitsch.
(37.)
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Het was in de laatste dagen van Augustus; de dag
was helder en er heerschte een zomorsche warmte,
doch by die noordelijke kusten van Duitschland trekt
dan reeds door de natuur dat zeker iets, dat in zyn
droomerige stemming aan den naderenden herfst doet
denken. De lucht was beneveld, de zon gaf een geel
achtig flets licht. Het koren was gemaaid en op de
uitgestrekte stoppelvelden liepen de schapen te grazen.
De zon trok langzamerhand alle nevelen tot zich en
het werd een schoone dag.
Theresa zat in den tuin op den heuvel, onder do
heide lindeboomen. Haar blik zweefde over de vlakte
en over den Dollart.
Het water lag stil, had een staalblauwen kleur, er
was geen schip te zien, geen wolkje trok voorby, er
heerschte een zeldzame stilte en rust in de natuur.
„Hoe rustig, hoe vreedzaam is de natuur," zeide The
resa zich zelve, „en welk een onrust en welk een
woelen heerschte er nu niet in de harten der menschen,
alleen van diegenen, die ik ken.
Hoe.zal Wolfgang nu wel te moede zyn? Wat zal
de oude Börsum nu gevoelen, wat de ongelukkige
Marie en wat de vrijgelaten doctor Börsum Het
is tech merkwaardig." zoo peinsde zij verder, „welk
een diep gevoel had ik voor den man in de gevange-
iia, hoe streefde ik er uit alle macht naar, dathy vry
zou komen, hoe kwam my toen zyn persoon zooedel
2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari
van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield;
3n. Hij, van wiens onders de langstlevende ingezeten was,
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk ver-
ij f houdt
Voor ingezeten wordt niet gebonden de vreemdeling hrhnn-
rende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de verplichte
krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen;
Art 20. Hij, die eerst na hel intreden van zijn 191e jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20-ten ingezeten wordt, is
verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te
geven hij Burgemeester en Wethouders d'r Gemeente, waar de
inschrijving volgens Art. 16. moet gesehir den.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
lo. Van een ongehnwde in de gpmeente, waar de vader, nt,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd
woont
2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente
waar hij woont;
3«. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten's lands gevestigd
is, in de Gemeente, waar hij woont:
4o. Van den buiten 's lands wenenden zoon van een Neder
lander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land
woont, in de gemecn*e, waar zijn vader of voogd net laatst in
Nederland gewoond heeft
Art 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven:,
1». De in een vreemd rijk aohtergel-leveu zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is:
2o. De, in een vreemd Rijk verblijf houdende onderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten;
Art 18. Kik die volgens Art 16 behoort te worden in
geschreven, is verplicht zich daartK hij Burgemeester en Wet
houders aan te geren, tussehen den lsten en den Sisten JA
NUARI
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zijn vader,
of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn heiden overlcdin,
zijn voogd tot het doen van die aangifte veiplir.ht.
Burgemeester en Wethouders voornoomd, brengen
tovens ter konnisse van de belanghebbenden: dat tot
de inschrijving gelegenheid zal bestaan van 1 tot 31 Ja
nuari aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dage-
ïyks, uitgezonderd des Zondags, van des voormiddags
9 tot des namiddags 4 ure.
Schagen, den 22on December 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
Do Secretaris,
DENIJS.
TTct TToofd vnn het Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Schagen, brengt bij deze ter ken-
nisse van de ingezetenen dier gemeente, dat
het kohier van het Patentregt. voor het tweede
kwartaal van het dienstjaar 1838/84 op den 19
dezer door den lieer Provincialen Inspecteur
in de Provincie Noord-holland is executoir
verklaard en op heden aan den Heer Ontvan
ger der directe belastingen binnen deze ge
meente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft
zoo verheerlykt door het ongeluk, voor on nu,
sedert ik weet dat hy vry is, gevoel ik in het geheel
geen behoefte hom te zien. Hoe verlangde ik naar het
oogenblik waarop ik zou vernemen, dat zyn onschuld
bewezen was, hoe beangst en bezorgd maakte ik my
over hem, hoe was myn hart by hom in de gevange
nis en deelde hol in zyn kommer! En nu is myn hart
stil, stil voor hem, zoo kalm, rustig, als dat landschap
voor my en ik vreos byna hem weder te zien,
„waarom dan toch?" vroeg Thorosa zich zelve af. „Om
dat Ik weet, dat de man my lief hooft en ik ik
heb hem niet lief," antwoordde zy.
„Hot was modogevoel, medelydondheid, aandeel in
zijn lot, dat hij om mijnentwege leed, wat zyn gemoed
in spanning hield, mij die ontroering veroorzaakte on
op myn drukte. Nu hij vrij is, ben ik bovredigd en
komt er geen verlangen by myop. hem te ontmoeten.
Hot zal den armen man leed veroorzaken, en ik zou
er veel voor willen geven, kon ik hem dit besparen
het is een bitter loon voor al datgene, wat hy voor
ons gedaan en om onzentwille geleden heeft. O, het
leven is hard het gaat met zyn onwankelbare schre
den, voort het ziet niet waarheen het gaat, het strooit
geluk en ongeluk blindelings uit, en op wien zyn
gaven vallen, wordt groot ot gaat ten onder. Wat heb
ik gedaan, dat het mij dezen rijkdom in de schoot
werpt en my bovendien de liefde geeft van dien man
uit het verre Indië, tot wien mijn hart zich voelt aan- j
getrokken, gelyk ik dat nu weet. nadat het onrustige j
gevoel voor den advokaat is verdwenen. Wat heeft I
die man gedaan, dat het lot zoo veel leed op hem laadt?
Wat toch heeft de arme maagd misdaan, dat haar
hart door die onbeantwoordde liefde moet verteren
Theresa was zeer ernstig en weemoedig gestemd,
toen haar broeder verscheen en haar het bezoek van
doctor Börsum moldde.
Heinrich volgde Mario bijna op den voet, liy was
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten
einde alle gerechtelijke vervolgingen welke
uit nalatigheid zouden voortvloeijen, te ontgaan.
Schagen, den 24 Dceember 1883.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.,
G. LANGENBERG.
De Burgemeester van Schagen, herinnert
de ingezetenen, dat de oude koperen centen
en halve centen met den laatslen dezer maand,
buiten omloop worden gestelden die centen
daarna, lol den 31on Januari/ 1884, tegen
gangbare munt kunnen worden verwisseld,
aan de kantoren der betaalmeesters, ontvan
gers en commies-ontvangers der directe belas
tingen, invoerregten en aecijnson. Hij noodigt
de ingezetenen uit, zich door tijdige verwis
seling; voor nadeel te vrijwaren.
Schagen, den 27 December 18S3.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Op den avond van den tweeden kerstdag
had alhier in het locaal van den heer C. Kos Pz,
de uitvoering plaats van de Gymnastiek en
Schermverceniging „Lycurgus" alhier.
De werkzaamheden namen een aanvang met
het zingen van een Turnerslied, waarna men
overging tot het programma.
Om elke oefening te bespreken gaat natuur
lijk niet en bepalen wij ons alleen tot de voor
naamste indrukken welke wij van het werk en
de turners ontvingen.
Het was inderdaad een prachtig gezicht
deze gespierde knapen, in hun Rondros num
daar te zien marcheeren en werken, h e alle
bewegingen en toeren met zekere beslistheid
en vastheid in blik en greep werden uitge
voerd hoe //strijd en volharding" op hun ge
laat te lezen stond.
Vooral het gymnastisch gedeelte voldeed
ons het meest.
opgeruimd, zyn tred tyas vlug en veerkrachtig eu uit
zyn bleeko gelaatstrekken zagon een paar bruine oogen
dweepend en vol hoop voor zich uit.
Therera's hart klopte geweldig, toen do man zoo
onverwacht nu voor haar stond. Haar ziel was vorvuld
met bedroefdheid on haar adem was onrustig. Zij stond
op, mot ter nedergeslagon blik trad zy Heinrich
tegemoet.
hebt u zoo over my bezorgd gemaakt," zeido
Heinrich mot bovendo stom, 011 greep Therosa's hand
die zy hem onwillekeurig liet.
Zyn hartelyko handdruk werd door haar evonwol
niet beantwoord, nog altyd hield zy den blik naar den
grond geslagen.
Heinrich beschouwde dit als het gevolg van bedeesd
heid en ging voort:
„Hoe gelukkig maakt mij uwe deelnoming, zy was
my een ster der hope in den nacht, die my omgaf,
ik keek tot hom op golyk de zinkende drenkeling naar
den redder, die hem de hand reikt."
„Het verheugt my dat gy vry'zyt," zeide Therosi
met bevende stem. „Ik had diep medelyden met u,
den valschelyk beschuldigde, van wiens onschuld eu
eerzaamheid ik ten volle overtuigd was, en ik streed
voor myne overtuiging."
Heinrich zag Theresa by dezo zoo eigenaardig kalm
uitgesproken woorden doordringend aan een onbe
stemd angstig gevoel maakto zich van hem meester.
Zyn hart scheen een oogenblik stil to staan.
„Alleen medelyden?'' vroeg hy haperend.
.Medelyden, deelneming in uw onverdiend lot, har-
telyk medelyden," zeide Theresa zacht.
Hy werd bleek, sidderde, hot was hem te moedo alsof
de grond onder hem verzonk en zyn knieën knikten.
Hy keek Theresa onderzoekend aan.
Hy ontmoette haar smartelyken blik.
SLOT VOLGT.