ITet schermen en batonne ren ging vrij goed. Het trekken op degen en stok. daaren tegen werd met tact en vlugheid uitgevoerd» Daar is inderdaad flink en netjes gewerkt en niet een enkele, maar allen verdienen lof, vooral ook zij die nog zoo korten tijd bij //Lycurgus" zijn. in uo. G van het programma „Keur- en Samengestelde oefeningen aan de werktuigen," werd er eens recht getoond wat er door oe fening al niet van onze krachten verwacht kan worden. Ue Apotheose, die tot slot werd gegeven was zeer zinrijk en doelmatig bedacht, en doet den ontwerper allen eer aan. Met genoegen vernamen wij dat er den laatsten tijd cenige nieuwe werkende leden bij Lvcurgus gekomen waren en wij twijfelen niet, wanneer Lycurgus zoo blijft volharden, dan zal hij ook weldra het ongelukkige idee, dat vele menschen de Gymnastiek nog te dikwijls als kunstenmakerij en waaghalzerij doet Le- f u oprecht schouwen, overwinnen. Deze overwinning wenschen wij toe, Lvcurgianen! Gaarne brengen wij een woord van hulde aan de Heeren D. Roggeveen en Uoolwerff, voor hunne uitstekende leiding, waaraan Ly curgus toch ook voor een groot ge leelte zijn vorderingen te danken heeft. De uitvoering werd opgeluisterd en afge wisseld door de Ilarmoniekapel. Een aangenaam en opgewekt bal besloot dezen feestavond. Naar wij vernemen zal de heer Johs. Kinsbergen aanstaande Zondag hier een uit voering geven in het Noord-Hollandsch Kof fiehuis. Wie Johs. Kinsbergen is? Een leerling van Dr. Basch, de man die op het gebied van Physiek, Magie, Magnetisme en Electriciteit. ons meesterlijke en hoogst be langrijke proeven gaf te zien, en indien de heer Kinsbergen zijn meester evenaart, dan twijfelen wij geenszins of wij zullen op het het gebied der toover- en goochelkunst iets prachtigs en belangwekkends te zien krijgen Het rijk gekozen programma ten ninste belooft ons veel interessants. Op den tweeden kerstdag heeft de zang- vereeniging Aniicitia te Kolhorn, de godsdienst plechtigheid opgeluisterd met het zingen tfan eenige vierstemmige kooren, onder leiding van haren directeur, den heer G. A. Evenwel. Naar men verneemt, zullen eerstdaags de gebroeders Arents en Schepop, verdacht van moord, gepleegd op den Boerenknecht onder lleino, thans in hechtenis te Kleef, door Prui sische gendarmes te Zevenaar aangebracht wor den, 0111 verder door de rijkspolitie te worden getransporteerd. Te Leeuwarden is een jongman in arrest genomen wegens misbruik van vertrouwen tegenover een horlogemaker, dien hij voor bijna f 100(1 nadeel moet hebben toegebracht, door horloges enz., die hij van dezen onder zich had, ten eigen bate te verkoopen. Het eiland Marken is geheel onder water geweest, en de zee stond zóó hoog in de wo ningen opliet laagste gedeelte, dat de bewoners op de zolders moesten vluchten en zich daar op stoelen en tafels tegen 't water moesten be schermen. -Men schrijft uit Leiden Hier loopt het verhaal, dat de in het Zie kenhuis ten gevolge van vergiftiging overleden F. op zijn sterfbed bekend beeft deel te heb ben genomen aan een moord, een tjentol jaren geleden op een veldwachter gepleegd. De staaltjes welke men omtrent) de eindelijk ontdekte Leidsche giftmengster van hare familieleden kan hooren, grenzen bijna aan het ongelooflijke en toonen aan, dat zij alle menschelijk gevoel moet hebben uitgeschud. Ternauwernood had zij vernomen dat een zwager, schoonzuster, neef, nicht of een kind daarvan was ongesteld geworden, of zij bood dadelijk hare (welwillende?) diensten aan om de zieken te verplegen en er 's nachts bij te waken. Moest er een lijk worden „afgelegd" enz., dan was zij het die daarbij op den voorgrond trad. Hare hulp was buitengewoon. Vooreen lijdend wicht toonde zij zich zoo bezorgd dat het zelfs in hare armen den geest gaf. Een neef deelde ons mede, dat alleen van zijne vrouw de moeder, vader, twee broers en een zuster allen onder dezelfde ziektever se lijnselen waren overleden. Van de geheele familie bleven zij en een andere broeder over, welke laatste uit wanhoop, omdat hij nu toch zat, zou het dochtertje van 12 jaar even water maar zoo goed als alleen op de wereld stond, dienst nam. Toen hij eens voor vier dagen verlof had en zijné „tante" een bezoek bracht, werd ook hij weldra ziek. Soldaat zijnde, moest hij naar de infermerie, doch tante" smeekte ot zij haren neef bij zich aan huis mocht ver plegen. Er ging immers niets boven familie. Voor eenigen tijd moet haar dit zijn toegestaan. Thans ligt hij nog in het hospitaal. Ook bij een ander gezin in de Groenesteeg, de familie llamerhng, bestaande uit een zeven tal personen, openbaarden zich dezelfde ziekte verschijnselen, zonder dat de lijders aan dr. Van der Loeff, d e reeds kwaad vermoeden had, de gevraagde inlichtingen omtrent de door hen gebruikte spijs en drank konden geven. Deze familie is gelukkig herstellende. Een gerucht dat gisternacht weder lijken zouden zijn opgegraven, is gebleken onjuist te zijn. Te Leiden zijn, ondei toezicht der politie, de drie lijken uit het vergiftigde gezin van Frankhuizen op de begraafplaats bij de voor malige 11 eerepoort ter aarde besteld. Naar men verneemt, meldde zich vóór eenige dagen op de polikliniek van prof. Rosenstein de vader aan van de twee kinderen, wier lijkjes onlangs zijn opgegraven. De man leed aan eene verlamming in de vingers, waarvan de oorzaak volgens sommigen mede aan vergiftiging moet toegeschreven worden. Welke soort van vergift tot de gruwelda den gebruikt is, schijnt nog onbekend te zijn. Het gerucht dat de ongelukkige Hendrik Frankhuizen op zijn sterfbed zou bekend heb ben betrokken te zijn bij een moord, op een veldwachter gepleegd, is naar wij vernemen een volstrekt onwaar gerucht en vermoedelijk rondgestrooid dooreen persoon, die daarbij be- 1 mg heeft en zelf reeds moord verdacht werd. opzetten; zij plaatste daartoe den waterketel eerst op den grond, wist van de nitroglvcerene niets af zette den ketel daar boven óp; fijt gevaarlijke goed kleefde vast aan den ketel. Toen zij daarna dezen dan ook op het vuur plaatste, had de geweldige ontploffing plaats. Zeer ontdaan en verschrikkelijk gehavend is het kind ter verpleging overgebracht naar het academiseh ziekenhuis, de ruiten in hel huis zijn gesprongen, pannen zijn van het dak g slagen, in de kachel is een groot gat, terwijl in een der zijmuren van het huis eeu groote barst in ontstaan. De Surinaamsche inboorlingen, die op de tentoonstelling zijn geweest, zijn na eene voorspoedige reis den Gen November jl. in goeden welstand te Paramaribo aangekomen. B u i ten Jan dsrh I\f c airs. Woensdag is een kleine hoeveelheid dynamiet, welke door de Genie in de duinen onder Loosduinen is verbrand, een patroon ter grootte van een rolletje van 50 centen met zoo hevigeu knal ontploft, dat alle ruiten in het strandhuis te Loosduinen, ruim 5 minuten van de plek verwijderd, zijn gesprongen. De slag werd nog verre boven Monster gehoord. De kuil waarin het verbranden geschiedde, was ruim tweemaal zoo groot geworden als te voren. Omtrent het dvnamietschip, te Scheve nmgen gestrand, en zijn h tegenwoordig O O meldt was, bemanning iemand, die bij het laden aan het Vuil. het. volgende Zooals men weet bestond de bemanning uit een man van 75 jaar als kapitein, een be trekkelijk bejaard matroos met een houten been en een jongen van 18 a 20 jaar, waar van men het, zijn ontwikkeling in aanmerking nemende, betreurde dat hij in zulk een slecht gezelschap was verdwaald. Het waren alle drie Engelschende schuit was verbazend slechtverder was aan boord een zeer goede vlet en achter de schuit een zeer slechte dito. Blijkbaar werd aan boord veel gedronken, dat vertelde de jongen ookhij liet o. a. een groote blikken bus zien, die voor hem met whisky werd gevuld. Ilij vertelde verder, dat de kapitein en de stuurman bijna iederen dag dronken waren en dan gewoonlijk elkaar flink toetakelden. Ook liet de jongen doorschemeren, dat de ouden (de kapitein en de stuurman) een schoone gelegenheid zochten om het geheele vrachtje in de lucht te doen vliegen. Men gelooft, dat zij met hun 40,000 kilo kruit en G000 kilo gram dynamiet, het weêr ziende opkomen, de goede vlet hebben gevierd en de gevaarlijke kast aan hun lot hebben overgelaten. Het transport was van de firma Nobel, in Rhijn Pruisen, via Lobith naar Maassluis ge transporteerd en daar overgelaten. Zaterdagmiddag is te Scheveningen het n aangespoelde kruit van de Echolyun verkocht. De geheele partij, vertegenwoordigende een waarde van M. 20,000, bracht slechts f 224 op Zaterdagmiddag had er ten huize van den brugwachter te Katwijk a/d. Rijn eene geweldige ontploffing plaats, 't welk nader bleek te zijn ten gevolge van dynamiet Een der zoons, oud 14 jaar, had eene geringe hoeveelheid gevonden langs het strand te Kat wijk aan Zee en zou dat eens naar hij zegt laten zien aan zijn ouderen broeder, als deze thuis kwamzijn vader had hem ge- ZEJSTGt-EXj AHNTID. Ondanks de tnsschenkomst van Amerika en van Victor llugo die tot Koningin Victoria een verzoek om gratie gericht had- is O'Donnell, Carey's moordenaar, Dinsdag morgen binnen de muren der Londensche ge vangenis Newgate opgehangen. Zooals men weet, heeft O'Donnell een onderhoud gehad met zijn vrouw, die hij eenigen tijd geleden had verlaten, en welke de verre reis van Ame rika naar Eng. lend maakte om den ontrouwen cchtgcnoote een laatst vaarwel te zeggen. Ook de broeder van den veroordeelde bezocht hem herhaaldelijk; blijkbaar waren zij innig aan elkander gehecht. Het laatste gesprek had jl. Zaterdag plaats. Ofschoon beiden zeer ontroerd waren, wist de veroordeelde zich het best te heheerschen. O'Donnell was na zijn veroordee- ling een model-gevangenekalm, onderworpen sedert jaren van dien en gedwee. Dat hij mocht rooken en pruimen, was voor hem een groote troost. Te 7VS Dinsdagmorgen bevonden zich slechts weinige personen in den omtrek d -r gevangenis. Naar gelang echter het oogenblk der terechtstelling naderde, groeide de menigte aan. lal van politieagenten waren op de been, om bij een eventueele demonstralie ters'ond krachtig op te treden, wat intusschen niet nooflig was. De gevangene was Zondag-avond vroeg gnan slapen; als gewoonlijk was hij bedaard en zelfs welgemoed. Te G uren Dinsdag-morgen ver scheen de aalmoezenier in zijn cel, reikte hem de laatste Teerspijs toe, welke O'Donnell met innige godvrucht nuttigde, en bleef tot het laatste oogenblik aan zijn zijde. Terwijl de beul hem boeide, was O'Donn dl, wel is waar een weinig bleek, doch overigens scheen hij rustig, en hij glimlachte zelfs. Met vasten tred ging hij door de verschillende gangen der gevangenis, die naar de plaats der terechtstelling leidden. De aalmoezenier liep biddende naast hem, en achter hem trad de autoriteiten en een der uers. O'Donnell l zegd„leg het zoolang achter de kachel ter droogmaking." Terwijl de familie nog aan het middagmaal beul, gevolgd door eemge paar vertegenwoordigers der pers. bleef zijn ontroeiing volkomen meester, ook bij het beklimmen van het schavot, en toen hem de witte kap over het hoofd werd ge trokken. Waarschijnlijk is de dood oogenblik- kellijk geweest. O'Donnell heeft op het schavot geen verklaringen afgelegd, en ook liet hij voor zoover kan worden nagegaan, die niet achter, alleen betuigde hij mondeling zijn spijt dat, hij na het vonnis'zich tegenover het hof onbetamelijke taal had veroorloofd Toen de zwarte vlag op den muur der ge vangenis werd geheschen, het sein voor hen die buiten stonden, dat aan de gerechtigheid was voldaan, liep een dof gemompel door de nienig'e; doch bij die uiting van wrevel over de terechtstelling is het gebleven. T TT ZEIK IJ* IC. Omtrent den brand te Kor.stantinopel, die een school heeft in de asch gelegd, nu ldt de correspondent van het Berliuer laijehlatt als ooggetuige het volgende: Een nieuw brandongeluk, veel schrikkel ijker dan het jongste in de voorstad Ilanikoi heeft in de Turkscbe hoofdstad de stadswijk Galata getroffen. De kinderschool aldaar voor Duitsch spre kende Israëlieten is tijdens het onderwijs afge brand. Op het oogenblik, dat de brand uit barstte, bevonden zich 45 kinderen in lokaal van welke ongeveer de helft gered De haastig toesnellende buren hielden dekens en kleeden op. Wie van de kleinen, nog niet door de rook verstikt, het venster wist te be reiken en moedig naar beneden sprong, er gered.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1883 | | pagina 2