A L G E M E E AD\'E KT E YT I E- Ao. 1SSA. 2Sstc Jaargang. ZONDAG A l EU w s- L A Iï B O U W BLA D. J. WIKKEL, Jiï 1745. ha i2T Gemeente Scha gen. Bekendmakingen, Nationale Militie. EerT\OLKSLEIDEiL VERKEERD BEGREPEN. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Adverlentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: T TC SC1T A GEN, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar ƒ3.Frauco per post f 3. GO Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor- i' den naar plaatsruimte berekend. ITet Hoofd van het Plaatselijk bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennis- se van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier der grondbelasting over hel dienstjaar 1884 op den 22 dezer door den Heer Pro vincialen Inspecteur in de Provincie Noord- Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invorderiug is over gegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 24 Januari 1884. liet Hoofd van het Plaatselijk bestuur voorn. G. LAN GEN BERG. LOTING. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Schagen. Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelto van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.1, voor de Eerste maal ter kennisso van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1883 voor de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangene aan schrijving van Zijne Excellentie don Hoor Commissaris dezer Provincie, dato 2 Januari 1884. No. sjs M. S., zal plaats hebhen op den 19en Februari a.s. des voor middags ton 0iure, ten Raadlmize dezer gemeente en worden zy welken daaraan moeten deelnemen, gelast, Historische Homan van Ferdinand Schifkorn. Uit het Duitsch. (8). ZESDE HOOFDSTUK. Op den hop van het hberbnhuis. Magyarische heerschapsplaatsen gelijkon allen op elkander als het eene ei op hot ander. Eon buitenge woon, langwerpig vierkant, waarvan de bovenste smalle zijde door het woonhuis wordt afgesloten en in de onderste de poort is aangebracht., terwijl de beide lange Zijdon door schuren en stallen zijn ingenomen; dat is het algemeene bouwplan, waarop ook het heeren huis van Kishegy geen uitzondering mankte. Ook do ijzeren ringen aan de stalmuren waren rijk vertegen woordigd, en dienen voor het vastbinden der paarden en runderen, die niet in den stal zolven plaats kunnen vinden. Antal's vernuft had evenwel nog een tweede prak- isch doel uitgedacht voor deze ringen, en werden op |jh voorstel die onderdanen van Kishegy, die men van het een of ander misdrijf verdacht of schuldig wist, aan deze dingen op „waardige w^jze" voorbereid tot een soort foltering, die in beulenscherts de technische uitdrukking „op droog zetten" heeft. In liet hartje van don zomer was namelijk de uitwerking der op de naakte muren zich vereenigende zonnestralen, in verbinding met de marteling der in de stallen tehuis behoorende steekvliegen, zeer geëigend, ook de meest verstokte en woeste zondaars murw te maken, zoodat dit toestel de volste goedkeuring van den landheer genoot, en welke straf nu ook zou worden toegepast op Unduna's zoon en zijn medegevangene Misko, „den kleinen duivel." Misko, een knaap van ongeveer vijftien jaren, boven dien klein, mager en zwak, bood in zijn tegen woordigen toestand een schouwspel, dat erbarmen wekte. Nog was er nauwelijks anderhalf uur vorloopen sedert hot begin van deze onnianschelijke foltering, en reeds hing de arme jongen mat, bleek en schijnbaar levenloos in den strik, en was een voorwerp van medelijdenden spot der op- 'en afgaande knechts. Des te opmerkelijker was daarom de houding van den tweeden gevangene, die onbewegelijk en recht op stond, als was er hier sprake van een revue op het exercitieplein, en bewees een buitengewone heer schappij over z\jn spieren te bezitten, daar hii zelfs .de pijnlijke steken der vliegen, die zijn gelaat bedekten, zonder eenige beweging verdroeg, terwijl zyn blik getuigde van wilskracht en fierheid. Zooals reeds gemeld is, droeg Roman niet de gewone om op don bepaalden tijd aldaar, tot dat einde aan wezig ie zijn, of, by verhindering, zich aldaar door hun vader, moedor of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelyk na de trekking van het Nummor de redenen van vrystelling weikon de Ingeschrevene mocht hobben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens BROEDERDIENST of op grond van te zijn EENIGE WETTIGE ZOON, zal hij op Woensdag, den 20en Februari des voormid dags ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burge meester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die dever- eischte getuigenis kunnen afleggen en het al daar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens BROEDERDIENST, zal hij mede voor zien moeten zijn van zijne geboorteacte en van d« geboorte acten van al zijne nog in leven zijnde broeders,-alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende broeders. By overlegging van laatstgenoemde stukken zullen door den Burgemooster bij den Kommandant van het korps waarby zyne broeders dienon of gediend hehben, worden aangevraagd de bewezen van werkelyke dienst of eon uittreksel uit hot Stamboek. Scha ge n, don 25on Januari 1884. Burgomeoster on Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. De Voorzitter van den Raad der Gemeente Schagen, gelet op het 2de lid van art. 7 dei- wet, regelende het kiesrecht, noodigt de inwo ners dezer gemeente uit, om, zoo zij behalve in deze gemeente, ook elders in de Directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15 Februari 1884, door overlegging van de bij kleeding zyner landslieden, en vormde de toegesnoerde rok met de grauwe in hooge jachtlaarzen verscholen broek eon soort jaehteostuum, dat 's mans voortrelfe- lyken lichaamsbouw sprekend deed uitkomen; de gelaatstrekken van don voormaligon soldaat echter gaven do eigenaardigheid weer der Rumeonsche schoon heid der mannen, in even hoogeu graad, als by Erösi de Magyarische; liet zou moeielyk te beslissen zyn geweest of de uitdrukking van zwaarmoedigheid ou rouw, die in den blik en op het hoog gewolfden voorhoofd van den Rumeniër lag, dan of het trotsche gevoel van eigenwaarde, de hartstochtely ke energie in het gelaat van den Magyarischoii edelman een schooner mannengelMt vormden. Roman Vanescu was leids als zeventienjarige knaap met den zoop van zyn vroegeren landheer, een jong levenslustig officier der iiuzaren, de wereld ingegaan, had hem als dienaar op zijn vacantiereizen naar Frank rijk en Italië vergezeld tot diens dood, welke den jongen ruiter in een duel verraste. Na deze treurige gebeurtenis by het regiment van zijn heer als gomeon huzaar ingedeeld, gelukte liet den begaafden jongeling door volharding on vljjt de hom ontbrekende kennis en beschaving machtig te worden on hii werd in betrek kelijk zeer korten tijd bevorderd tot wachtmeoster, in w<jlke betrekking hy verscheidene jaren tevreden en gelukkig leefde, terwyl hy de algemeene achting zyner superieuren genoot. Wie daarby weet, wat men toen ter tyd van een onderofficier in dit kader verlangde en hoe zoowel de theoretische als de praktiseho dienst op zijn schouders rustte, zal begrypen, dat Roman in dit tydsverloop leerde zich zalven te achten en niet alleen stipt te gehoorzamen, maar ook met overleg te bevelen, goiyk hy dan ook door den on vermoeiden vlyt waarmede zijn eenmaal opgewekten dorst naar kennis in de boeken bevrediging zocht, spoedig zyn standgenooten zoowel a's velen der toen ter tijd domme Magyarische officieren in geestelijke beschaving ver overtrof. Onder zulke verhoudingen had Roman tien jaar gediend, toen hem de dood van zyn vader en het verlangen zyner moeder bekend gemaakt werd, den eenigen zoon nog eenmaal in haar levon, al was het ook maar voor eenige dagen, te zien. Roman had het tehuis niet vergeten, doch was de herinnering daaraan in den loop der tijden onder al het arbeiden en studeeren min of meer op den achter grond getreden, temeer nog daar een schriftelijk ver keer met de zijnen onmogelyk was om de eenvoudige reden dat geen der zijnen noch een andere Rume niër in het dorp lezen of schryven kon. Door de moederlyke boodschap was nu met één slag de herinnering levendig geworden aan zijn tehuis, het zonnige heuvelland niet zyn weiden ca dalen, het de wet gevorderderde bewijsmiddelen te doen blijken. Schagen, den 25en Januari 1884. De Vooratter voornoemd, G. Lajsgiinbk.rO. ui. Het voorbeeld, in 't vorige nummer mede gedeeld, is helaas! niet eenig,' niet overdreven en aan de werkelijkheid ontleend. Zonder nu nog te vragen, welken indruk dit op de geef ster zelve maakte, daar niets smartelijker is dan miskende goedheid en misplaatst vertrou wen, brengt dit daarenboven nog een twee den indruk teweegop de publieke opini. Mij, die van nature geen al te sterken aandrang tot weldoen bezit, verliest nu geheel en al de begeerte om van 't zijne iets af te zonderen ten bate van hen, die bedriegen en armoede voorwenden, om in beklag te komen en per slot van re kening zich te goed doen. IJij, die genegen is, om zijne medemenschen te helpen en te ondersteunen, wordt angstvallig, wantrouwend, trekt de hand meer dan eens terug en 't ge voel van menschenliefde krijgt zulk een ge weldigen schok, dat hij, bedroefd, omkeert op zijnen weg. En verdienen de menschen, die zoo schan delijk handelen, dan niet zulk eene gestrenge straf? Moet men dan toch maar voortgaan, om, niettegenstaande zulke bedriegerijen, die feite lijk niet anders kunnen genoemd worden dan schaduwrijke en koele boukonwoud, do met mos be-,^ dekte hut en vooral hot beeld dor geliefde, oudo vrou^.«#i Het verlansen naar zjjne geboorteplaats werd nu zoo sterk, dat hij, trots allo schoono voorstellen va;i-*ij;i# *5r., superieuren, zyn ontslag nam on do torugrois naar huis aanvaardde. Toch lag-aan dit besluit niot alloen eon plotseling verlangen naar huis ton grondslag, maar een wel over wogen, heerlyk plan, waarvan do uitvoering ook wol ondór den vroegeren bezitter van Kishegy geen zwa righeden zou hebben ontmoet. Roman had name lijk gedurende»zyn diensttijd een niet onaardig som motje opgesp'aard, waarmode hy voor zich o:i zijne moeder de loenplichtigheid en hot tiendrecht wilde af- koopen, de ouderlyke hut als eigendom verwerven en voortaan als vry man met de oudo vrouw loven. Dit alles overdacht do man nu, die daar op den hof van Kishegy gobooid smachtte, en dit maakte hem gevoelloos voor smaad en kwelling. Ja, oen lachjo van bittere' verachting spoelde nu om zjjn mon i. want een nieuw beeld vertoonde zich aan zyno verbeelding. Daar zag hy zich zolven met het geweer op den rug op een smal pad wandolon en naast zich oen vrouw- van wonderbare schoonheid; do. blanke, zachte hand lag opzijn arm, de donkere lokken raakten ziju vorhit gelaat aan. Vermoeid zonk do schoone vrouw op liet zachte mostapyt neder. „Wilt gy my een dronk frisch water geven, mijn vriend?-1 En reeds knielt hij aan de zydo der bokoorlyke gestalto noder; dankend drinkt zij uit den gevuldon jachtbeker; dankend lacht zy hem toe en laatzy hem de ivoorwitte kloine tanden, tusscbon de koraalroods lippen zien, dankend ziet haar groot, donker, smachtend oog tot hem op. „Domna, het is etenstijd, men wacht u in het heerenhuis." O dwaas, driedubbolo dwaas, was dit do taal die men van u verwachtte? Wist gy niet, dat zulk een vrouw aUtea beminnen of halen kan? Vergat gy, dat gy een Run.e.iiër waart, dat wil zeggen het speeltuig-dat do hand der meesteres koost of slaat, vertroetelt of verniotigt, naar luim en begeerte? O toch, hji wist dit alles, hy had niets vergeten, maar al had hy ook zyn hoofd ondor den val' yl moeten leizgon, nimmer zou zyn mond een woord van teoderheid ge sproken hebben tegen deze trotsche, schoone Magyaren- vrouw, die hy uit den grond zyner ziel verachtte. „Gy zult u wegens den we-rspannigen beugel uw eetlust bederven, Mihaly, maak het ten minste kort," zeide mejuffrouw Jelonda tot haren begeleider, terwyl zy met hem, gevolgd'door liet kleine gezelschap, den hof betrad. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1