(li IS
Ao. 1SS4.
28stc Jaargang.
rsn
A I E u w s-
L V N DROL AA" B L A I>.
J. WINKEL,
Bekendmakingen,
Een VÖLKSLEÏDER.
1752.
Algemeen
Advertentie-
DÖADERDAU
r
21 FEBRUARI.
COLLECTE.
1
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertcntièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
TE SCHAOEN,
Laan, Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.G
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advcrtentiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel"" meer 0.15.'Groot e letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Scha gen.
POLITIE.
Cicvo ii sl e ii
op Dinsdag den 19en Februari j.1. in de ge
meente Schagen, een charivari, behoo-
rende aan een horlogeketting.
Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter
gemeente-secretarie aldaar.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis der ingezetenen, dat in
den loop van de volgende week, alhier
eene Collecte zal worden gehouden, ten behoeve
der Maatschappij van Weldadigheid, welke
nuttige instelling dringend behoefte heeft aan
geldelijke ondersteuning.
Schagen, 13 Februari 18S4.
Burgemeester en Wethouders voornoemd;
G. LANGEN BERG,
de Secretaris,
DENIJS.
Staatsloterij.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter algemeene kennis, dat, bij resolutie
van den Minister van Financiën, d.d. 31 Ja
nuari j.1. No. 80, Afd. Registratie, krachtens
de daartoe door den Koning verleende machti
ging is vastgesteld de 315e Staatsloterij, be
staande uit 21000 loten, 10500 prijzen en 2
premiën, overeenkomstig het plan aan gezegde
resolutie gehecht.
Schagen, 19 Februari 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG,
De Secretaris,
DENIJS.
Historische Roman van Ferdinand Schifkorn.
(15).
Uit het Duitsch.
ELFDE HOOFDSTUK.
Nachtbeelden.
Tegen middernacht reden vijf mannen den heerenhof
van Kishegy in. Een van hen was aan het paard
gebonden en gekneveld, en werd op bevel van den
aanvoerder der ruiters dadelijk door de knechts zonder
omwegen in een dier kelders geworpen, die voor zulk
doel zijn bestemd en voorzien zijn van duf en vuil
stroo.
Zooals Misko vermoedde, was Roman in ern hinder
laag geraakt, die hem door Antal met behulp der
Pandoeren was gelegd, nadat hij in de nabijheid van
Uduna's hut de boschbrand als lokaas had aangestoken.
Verblind door het helle schijnsel van het vuur, wilde
Roman juist de hut binnengaan, toen hij door ver
scheidene gelijktijdig uitgeworpene strikken tegenge
houden werd en onzacht tegen den grond werd
geslingerd, terwijl hij snel door de aanvallers zwaar
gekneveld werd.
Zoodra de voor de tweede maal gevangene in
verzekerde bewaring was gebracht, begaven zich do
Pandoeren in bet heerenhuis om het verdiende loon
te ontvangen, terwijl Antal zich met een tevreden
lachje over de met tapijten belegde trappen naar de
eerste verdieping begat.
Hier ruischten nog altijd de zinverrukkende rhyth-
men van den volksdans, wapperden donkere lokken
en zjjden gewaden, vonkelden zoete blikken en dia
manten, schitterden met gouden snoeren voorziene
Attila's, kletterden en glinsterden zilveren sporen.
Niet minder levendig ging het er naar toe in de
speelzaal: onder gejubel en vloekeD, lachen en plagen
rolde het goud en zilver over tafel, werden de
glazen gevuld en geledigd, werd steeds meer gevraagd,
B in n en landsch 1%ieuws.
Schagen. Naar wij vernemen is onze
plaatsgenoot de lieer Dr. Ensing, tevens belast
met het waarnemen der gemeente praktijk te
Haringcarspel, met ingang van 1 Maart a s.
Omtrent het bezoek van ZEx den Com
missaris des Konings, Schorer, aan Callantsoog,
wordt ons nader bericht, dat dit geenszins het
kanaal betrof, maar wel de duinen aldaar, die
door de laatste stormen nog al aanmerkelijk
schijnen geleden te hebben.
Maandag 18 Februari werd in het lokaal
Harmonie te Alkmaar uitgevoerd door de
aldaar bestaande afdeeling der maatschappij van
Toonkunst, Haydn's Oratorium: De Schepping;
onder directie van den heer Paul C. Koerman
met medewerking van de volgende solisten
Mevr-, Winter-Puiards (Zutphen) sopraan.
Den heer J. J. Rogmans (Amsterdam) Tenor
u ii F. Driessen (Leiden) Bas.
Met begeleiding van 't orkest van Stumpff,
Amsterdam.
De uitvoering van dit kunstwerk en de
wijze waarop zij geschiedde geven de afdeeling
van Toonkunst ten volle aanspraak op de
dankbaarheid niet alleen van allen die daar
tegenwoordig waren en die het onwaardeer
baar genot smaakten dat alles te hooren en
te genieten, maar in 't algemeen van allen
die, overtuigd van den beschavenden en ver
edelenden invloed der muziek, er ongetwijfeld
prijs op zullen stellen, dat meesterwerken als
de Schepping en dergelijke, waarmede keunis
te maken gewoonlijk slechts het voorrecht kan
zijn van de inwoners der groote steden, ook in
wijden kring bekend worden. Wat ontegenzeg
gelijk ten gevolge moet hebben, dat liefde
voor de kunst en de gave om kunst van kunsten
makerij te onderscheiden, ook ons plattelands
bewoners meer en meer eigen zal worden.
gewonnen en verloren.
Ook lllona was weder teruggekeerd in den kosfo-
Ijjken droom der liefde, en, ouder het ruischen der
muziek, gestreeld door de vleioude woorden der liefde
dacht zij ter nauwernood meer aan het korte voorval
dat haar uit hare zaligo droometijen had opgeschrikt.
En in deze zalige onnadenkendheid was het jonge
meisje zoo schoon en beminnenswaardig, dat Eiö?i, trors
desceptiek van een wereldman die over verzadigd is van
der vrouwen gunst, meer dan eens vergat, dat I ij
alleen de rol van een liefhebbend bruidegom wilde
spelen.
Zoo was het dan heden alleen Jelonda, die ontrouw
aan haar anders hartstochtelijk wezen, geen zin voor
wijn en spel, muziek en dans scheen te hebben en
ODrustig door de zalen wandelde, en zelfs met verdeelde
opmerkzaamheid luisterde naar Czecz, die in zijn gedrag
steeds dringender werd. Eindelijk bemerkte ba3r
bespiedend oog, hce Erösi juist door een bediende
uit de zaal werd geroepen. Czecz moest de vurige
lofrede staken, die hij hield cp do bekoorlijke band,
welke hem zooeven juist voor eon vermetel woord
had gestraft, want de schoone dame verliet hem
eensklaps, cm in een ander vertrek Erösi te ontmoeten.
Alles in orde," zeide deze, terwijl hjj Jelonda den
arm bood, om haar naar de zaal terug te voeren.
„Werkelijk?" vroeg zij blijde.
„Ab, gij hieidt dien grooten knaap wel voor eon
soort razenden Roland of gehoornden Siegfried?"
„Toch niet, maar ik vreesde inderdaad een strijd
met hem."
„Bah, mijne Pandoeren hebben hunne kunstgrepen?
„En wat bebt gij over hem besloten
„Horgen voor het aanbreken van den dag ral hij
voor den vrederechter gebracht worden, waar men hem
in den grond de vermetelheid zal afkeren, zjjn oog
te durven opheffen naar eene edele Magyaarsehe."
Jelonda's blikken vlamden in het gevoel van be
vredigde wraak, en om haar roode lippen speelden
een lachje, waardig aan eene Romeinsche bij den
Nadat de introductie ons gebracht ha 1 in
de vereisclue stemming om wat er volgen zou
naar behooren te vatten, schetste ons Raphael
(bas-solo) de aarde zoo; 1i die was, de eerst»
dag der schepping ongevormd en woest, een
bajert zonder orde of regelmaat, zonder leven.
Dan wordt ons door verschillende solo's
in heerlijke melodie voorgesteld hoe het licht
door God geschapen, eene omkeering teweeg
bracht hoe het uitspansel gevormd, de wateren
gescheiden werden, hoe zeeën ontstonden en
liet droge land, aarde genaamd, bewoonbaar
werdhoe door een woord van den Schepper
planten, hoornen en bloemen in het aanzijn
werden geroepentotdat op een woord van
Gcd, dat er lichten zouden zijn om dag en nacht
van elkaar te scheiden, en in een zeer schoone
Tenor-solo het schitteren der sterren, het op
komen der zon en in steeds toenemende schoon
heid het opgaan en zweven in de nevelen van
den nacht, der maan, geschilderd wordt.
Daarna verkondigt een koor van engelen
het opgaan vati den vierden dag met heerlijk
lofgezang
tfI)e heem'len verhalen den lof des Ilceren
enz."
Dan volgt een trio van de engelen, Gabriël,
Uriöl, Raphaël, eindigend
//Door heel de wereld ruischt dat woord,
aller oor doordringend, overal gehoord".
Dit trio en het daaropvolgend koor
/,De heem'len verhalen den lof des ITceren
en 't breede vlak der aard' toont Zijner handen
werk", was indrukwekkend schoon en ik twijfel
niet of er waren er meer met mij die zich
voor een oogenblik in eene andere, betere
wereld verplaatst gevoelden.
In het tweede deel komen de levende we
zens ter wereld. De visschen in het water, do
vogels in de lucht, enz.
Uitnemend schoon was de solo van Gabriel
(Sopraan) waar de leeuwerik de morgen groet
aanblik van d.n doodstrijd van eon verslagen gladiator"
Gedurende dit gesprek hadden zij de danszaal
betreden, waar juist een Czardas eindigde, eu do
laatste akkooideu van het orkest verstom len. Daar
weerklonk van den hof zulk oen smartelijke kreet,
dat het geheole gezelschap een huivering door dele
den voer, zooals eens moet geschied zijn in het Schotsche
Koningsslot bij de verschijning van Blanco's bloedigcn
schim. Jelonda overzag tnet ééa blik het gezelsehap;
lllona was afwezig. „Muziek, miju vriend, muziek
fluisterde zjj Erösi toe.
„Mijn zoon! waar is mijn zoon!" zoo werd er buiten
geroepen, „o gij, die alles bezit, wat menschen ge'ukkig
maakt, geef een arme moedor haar eeoige, haar alles,
den
Het laatste woord werd overstemd door het geraas
van het orkest en als van een grooten ramp bevrijd,
begroetten de gasten de muziek met luid gejubel eu
haastten zich, de gestoorde vreugde met des le groo'.cr
teugen te genieten.
„Een oude gekke vrouw!" zeido Jelonda lachende
tegen de omstanders en hiermede was de gehield
stoornis vergeten.
Alleen Petö was naar het open venster van
de voorzaal getreden en zig een slanke vrouw-
met smekend omhoog geheTen armen, in het
midden van het hofpleiu staao, nu eens door de
duisternis onzichtbaar, dan weder spookachtig verlicht
door het steeds menigvuldig r wordend hem lvuur.
.Arme vrouw!" mompelde hij voor zich heen, „gij
kondt even goed wolven, om het stuk vkeack
bidden, dat zij tusschen hunne tanden hebben."
Toen nam hij schielijk zijn aanteckenboek uit de
zak en schreef een zijner schoonste gedichten, dat
door den uitgever met goud betaald werd en door
de kritiek nit de hoofdstad geprezen werd als een
onwederlegbaar bewijs, dat het Magyaarsehe volk ten
der meest ontwikkelden was.
Doch Uduna, de arme moeder, sloeg vertwijfelend
de banden voor het gelaat en keerde zich om, len