Buitcnlandsch ïlieiurs. EGYPTE ITALIË- met gezang, en het duivenpaar in smachtende liefde kirt. Dan weder verhaalt ons Raphael, (Bas) hoe de viervoetige dieren, leeuwen, tijgers, paarden, schapen enz., elk naar zijnen aard en op zijne wijze, hunne blijdschap te kennen geven over al het schoone der aarde; totdat eindelijk de mensch naar het beeld van God geschapen daar staat, als man, als koning der natuur. Weder verheft zich der hemelenkoor en zingt: Voleindigd is het groote werk," enz. Het derde deel vangt aan met eene solo van Uriël (Tenor) waarin gewezen wordt op het gelukkige paar //Adam en Eva", zooals ze daar op 't innigst verbonden, hand aan hand, het Paradijs aanschouwen. Nu tot het besef gekomen hunner onmis baarheid voor elkander, instinktmatig gevoe lende dat alle genot van weinig waarde wordt, wanneer de gelegenheid ontbreekt dat ook aan anderen mede te deelen, zingen zij elkander toe: //Met U verdubbelt zich de weelde, met U veredelt zich de vreugde. Met U is zalig.heic( het leven. TI zij het toegewijd Nu laat de Engel Uriël (Tenor)' nog een maal zich hooren en zijne stem is eene waar schuwende ,/Volzalig paar! en zalig te allen tijd; als valsche waan U niet verlokt tot meer begee- ren, dan gij hebt, en meer te weten, dan gij moogt". Ten slotte verheft zich der engelen koor en eindigt i, Des hecren roem blijft tot in eeuwigheid Amen!" Met den kaatsten nagalm van 't orkest, ver dwijnt het ideale en worden onze gedachten teruggevoerd in de werkelijke wereld. Bijna zouden wij geneigd zijn, Eva verwij tend te vragen, waarom de waarschuwing van den engel Uriël, door haar werd in den wind geslagen? Waarom zij geen weerstand bood aan de verleiding om van de verboden vrucht te etengevende alzoo aanleiding om de wereld te maken tot wat ze na duizende jaren ge worden is: schoon, zeer schoon maar geen Paradijs. De heer W. Schcrmerhorn te St. Maarten is benoemd tot Hoofdingeland van de Uitwate- rende sluizen in Kennemerland en Westfries land, en lsten candidaat op de voordracht tot benoeming van een Hoofd-Heemraad van de Ilondsbossche en Duinen tot Petten. In eer. tuin in den Stormpolder bloeien niet alleen de aardbeien, maar bij sommige planten heeft zich ook de vrucht op den kouden grond ontwikkeld, ter grootte van een kleinen knikker. Uit Scheveningen meldt men Men berekent dat er nog circa 30000 kilo dynamiet in zee ronddrijft, afkomstig van de //Echo". Dagelijks, om zoo te zeggen, spoelen er van dat gevaarlijke goedje hier nog al ta melijk groote hoeveelheden aan. LI. Zaterdag werd door de politie alhier eene vrij groote einde heen to gaan. Blijde, haar zoon gered te weten, was de oude \rouw nogmaals in het dorp naar haar zieken gegaan, wier hutten vlak aaa deu straatweg lagenDoor het paai dengetrappel aan het venster gelokt, keek zij op de straat. Een lichtstraal verlichtte de ruiters, ea barmhartige Hemel! midden onder hen zag zij het bleoke, vertoornde gelaat haars zoons! Zonder zich ook maar een oogenblik te bedenken, ijlde zij de ruiters na, en begaf zich ook naar hot heerenhuis. Nauwelijks een half uur had zij te loopen, doch twen zij aan liet doel was gekomen, scheea zij wel tieu jaar ouder geworden te zijn. Schuw weken de knechts bij Uduna's verschijning ter zijde, want haar starenden blik en verwrongen ge laat en in den wind fladderend haar, vervulden deze ruwe menschen met een bjjgeloovige vrees. Zonder een woord te spreken, was zij ovor don hof naar het huis gegaan, vast besloten, uiet eerder llloua en haar vader vau haar smeekend te verschoonen, tot jnen haar een zoon zou hebben teruggegeven. Haar zij vond de deur reeds g sloten door Antal, die vaneen der knechts van haar komst ondorricht was, on te vergeets bleef haar geklop, gelijk ha ,r luid gesmeek. Arme moeder! Vol vertwijfeling in het hart, wendde zij zich naar den uitgangmaar dit buitengewone leed, de gedurende een geheel leven opgehoopte verbittering streed in dit gemartelde gemoed dezer vrouw, die anders haar lot zoo rustig en kalm verdroeg, en voor baar voet de drempel overschreed, keek zij nog eenmaal naar het in een zee van licht gehulde huis, om haar krachtige stem uiet meer smeekend maar waarschuwend en dragend gelijk een vertoornde profetes te verheffen. „Wee u, wier hart vau steen, wier zin van hoogmoed ontzenuwd is!" riep zij, „de Almachtige ziet op u en op ous,en Gr 'al een dag komen, op welken de sterkeren sidderen voor de zwakken, en weder een dag op weikeu de verzadigde hoogmoed zelf uw verderf zal beieideu, wee u allen! Uw stam zal ver Uduna's waarschuwing eindigde hier met eeu vree- Belijke gil, terwijl zij levenloos ter neder stortte. Au tal boog zich o\er de roerlooze. partij geborgèn, doch in sterk bevroren toestand. Men is te Leiden begonnen met het stellen van het hardsteenen voetstuk voor het gedenkteeken van Leidens ontzet. Twee heeren te Utrecht hebben op hun sociëteit met kaartspel een goede twintig duizend gulden onder elkaar verspeeld. Toen kregen ze ruzie. Om die ruzie over dat speelgeld uit te maken, is toen een «raad vau eer benoemd." In dien raad van eer hebben twee leden der rechtbank, de een als voorzitter de anderen als secretaris zitting genomen. En nu heeft één lid, die de conclusie van dezen eereraad onjuist vond, beel de zaak gepubliceerd. Te Vucht heeft deze week een man zijne vrouw door ophanging van het leven willen berooven. Nadat hij zijn gruwelstuk volvoerd had, riep hij in allerijl de buren bijeen, en wilde hen diets maken, dat hij zijn vrouw hangende had gevonden. Zijne pogingen mislukten echter, want toen de toegesnelde buren de vrouw uit haren benarden toestand bevrijd hadden, bleek dat zij nog leefde, en later haar echtgenoot als den volbrenger van deze daad aanwees. In het riviertje de Ada, nabij Steenwijk is onlangs een buikvormige aarden kruik gevonden, die van lang vervlogen tijden spreekt. Óp de kruik zijn een manshoofd met kolossalen baard, benevens eenige kleinere figuurtjes af gebeeld men leest voorts op dat antieke stuk ,/Drinck vnd est, Gode nit vergest" Een brutale dief en inbreker heeft in de atgeloopen week te Adorp in Groningen in een vertrek van E. S. een raam opgeschoven en f 200 genomen uit den zak, dien de meid naast zich in bed had liggen, zonder dat zij iets van den diefstal bemerkte. Daarna werden de beddeur en kamerdeur met stoelen en goederen versperd en de vloer bedekt met allerlei kleêren om er zacht over te kunnen loopen. Toevallig werd de vrouw des huizes, in een aangrenzende kamer slapende, wakker en wekte toen haar man, die met een sabel, nog overgebleven van het beleg van Delfzijl, uit het bed sprong. De dief dit vernemende, brak nog eerst de linnenkast open, waaruit hij een zilveren ambtspenniug nam en koos het hazen pad, zonder door de bewoners te zijn gezien. Een bankbiljet van f100, dat in een land- bouw-almanak was geborgen, werd niet ont dekt; evenmin bemerkte de dief, dat boven op de kast f 12,50 lag, die den volgenden morgen aan iemand moesten betaald worden. De vloer voor het open raam was bezaaid met afgebrande lucifers, die men hier en daar ook tusschen de op den grond verspreide kleêren vond. Z. M. den Koning is uit Kralingen een voorjaarsgeschenk gezonden dat wel zeldzaam mag heeten. Den warmoezier C. M. Van Zanten aldaar, is het gelukt reeds versche postelein te winnen, waarvan hij de eerste pluk Dinsdag per Ilollandsch spoor aan Zijne Majesteit zond. „Nu, oude woudheks, gij zult voor eerst wel niit eerlijke menschen betooveren," meende hij. „Wat was d it voor een gil, Antal?" klonk het uit eeu der vensters van het heerenhuis. „Niets, genadige freule een oude bedelares, die voor de houden schrikte," haastte Antal zich te ant woorden. Een zwaar voorwerp viel er op den grond. „Geef dit aan de arme, Ar,tal, heden mag geen vragende afgewezen worden," klonk het nogmaals van boven. „Waarlijk, ik heb heden mijn geluksdag, of liever mijn geluksnacht," mompelde Antal, terwijl hij den inhoud onderzocht van het geldtaselije, dat voor Uduna bestemd was. „Grijpt aan en in de schnur met de oude," riep hij daarna de knechten toe, die nieuwsgierig om Uduna's lichaam stonden, half schuw en half blijde, want de woudheks bad alrijd iets voor gehad boven hen. „Legt haar uetjes op zuiver stroo," voegde Antal er bij, opdat zij ons morgen vroeg niet behekst, wauneer zij op een bezem naar huis rijdt." De knechts lachten en gehoorzaamden en toen bekommerde zich niemaud meer om de oude vrouw, die toch zoovelen had bijgestaan en die misschien een kleine lafenis had noodig gehad om we Ier te herstellen van hare verdooving teweeggebracht, door een hevigen stokslag vau Antal. Alleen de vurijro hemelboden kwamen, om de bleeke trekken van de ar.ue vrouw to zie'die harr leven voor haar zoon had gegoven, en de rollende donder vervulde hemel en aarde met schrik. Maar in het hoerenhuis van Kitshegy hoorde of verstond men de taal des Hemels niethier klouken nog altijd de bedw lmende klanken van den Czardas, goltden nog altijd de lokken en dj zijden gewaden fonkelden nog altijd verlokkende blikken en diamanten, glinsterden de met gouden snoeren bezette attila's, kletterden de zilveren sporen, juichten de dansonden, dronken vau schoonheid en wijn, hun oorverdooveud „Eljcu I Eljeu J" "WORDT VERVOLGD. De landbouwer A. Van Noot, wonende aan de Neksluis bij Leiden, heeft den 14en Februari reeds drie koeien in het land gestuurd. Het feit behoort voor dezen tijd van het jaar tot de zeldzaamheden. De heer E.G., eigenaar van eenige huizen te Amsterdam, had eenigen tijd geleden vrien- schap aangeknoopt met C. A. P. Deze verzocht hem bij een bezoek de eigendomsbewijzen van zijne huizen te mogen zien en wist toen op arglist ïge wijze een weg te nemen, waarmede hij zich naar den notaris Van der Vegt begaf. Hij deel zich daar voor als G, de eigenaar van het huis en vroeg f 6000 hypotheek. De notaris wilde de gelden gaarne verstrekken P. moest echter nog een paar dagen wachten. Het verzoek om een dadelijk voorschot van f 1000 werd mede uitgesteld. Eene voorloo- pige acte van volmacht werd intusschcn opge maakt en door P. met den naam van G. onder teekend. Toen de notaris echter den werke- lijken heer G. een bezoek bracht, bespeurde hij, dat men hem misleid had, en toen P. de verlangde som in ontvangst kwam nemen, be speurde deze dat de politie hem reeds met verlangen verbeidde. Hij werd naar de cel gebracht. De trekking van de seriën 1120 der tentoonstellingsloterij te Amsterdam, die Vrij dag zou plaats hebben, is uitgesteld tot 25 April e. k., wanneer tevens de prijzen der seriën 2130 en de hoofdprijzen zullen worden uitgeloot. Weer moeten 259 runderen, toebehoo- rende aan verschillende veehouders te Schiedam, worden onteigend en afgemaakt, als verdacht van longziekte. Naar men verneemt, zal de opening voor het publiek van den lijn Zaandam Hoorn omsteeks 20 Mei a. s. plaats hebben. Eenige dagen vroeger zou de lijn feestelijk worden geopend. Waarschijnlijk zal nog den 25en dezer voor IIH. MM. den koning en de koningin eene soirée musicale ten paleize gegeven worden. Dezer dagen kocht, op een verkooping in Noordholland, een koopman in oudheden voor f 32 een Chineesch porcelein bordje, waarvan de rand van achteren geheel rood was (genaamd eierschaal) en van binnen gekleurd met voorstellingen van Chineesjes en scheepjes hij verkocht het den anderen dag aan een an tiquaar te Amsterdam voor den prijs van f 820, zoodat de opkooper een aardig winstje maakte. Hieruit kon men weder zien, dat men de oud heden niet te lichtvaardig van de hand moet doen. Volgens een bericht aan de Observer heeft een kleine afdeeling Egyptische soldaten Zaterdagmorgen den khedive in het paleis Ab- din een petitie aangeboden, waarin zij prote steerden tegen het zenden van Egyptische troe pen naar Soedan en het afdanken der Engel- sche officieren vroegen, die in landaard en gods dienst vreemdelingen zijn. Sir Evelijn Wood werd in het paleis geroepen en de rebellen verklaarden hem, dat zij de gevoelens van het geheele Egyptische leger vertegenwoordigden. De rebellen zijn gearre steerd en geboeid naar de gevangenis gebracht. -Aan de Times wordt uit Soeakim gemeld, dat de opstandelingen bij het inbezitnemen van Sinkat twee honderd vrouwen en evenzooveel kinderen laaghartig hebben vermoord. Generaal Gordon is te Shandy, halfweg tusschen Berber en Khartoem, gelukkig aan gekomen. Omtrent het gisteren onder de telegram men gemelde voorval betreffende een aanslag op den koninklijken trein tusschen Montalto en Corneto, heeft de burgemeester van Cor- neto per telegraaf aan de Populo Romano en de Opinione gemeld, dat in den nacht van 16 op 17 dezer, de karabmier Baricchio een aanslag door eenige onbekenden op den trein, waarin zich de koning bevond, beraamd, heeft verijdeld door de vreemdelingen met geweld van den spoorweg te verwijderen. De gemeen teraad van Corneto isj^ onmiddellijk bijeenge weest en heeft eenparig besloten over deze euveldaad zijn leedwezen te kennen te geven en den karabinier een belooniug van 500 lire toe te kennen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 2