9 MAAKT.
N 9 E l W S
9
Ao. 18S4.
28ste Jaargang.
1757.
Algemeen
A i» v e n i e i s e-
n
li A N DBOIj W B L A D.
J. WINKEL,
HERIJK.
HUI FA3SL--
Een VOLKSLEIDER.
f
Laan Wijk DNo. 5.
E
G cm een te Scha gen.
Bekendmakingen,
Nationale Militie
OPROEPING
\oor de eerste zitlin<r van den militieraad.
Dit blad verschijnt tweemaal per week oens
dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adverteniièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
TE 9CHAGEN,
Prijs per jaar Franco per post f 3.00.
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en "Wethouders van Schagen
Gezien art. 86, 87 en 88 der wet op do Nationale
Militie.
Galet op eene Missive van den Heer Militie-Commis
saris in dit district van den 19en Februari 1-84;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden.
Dat de eerste zitting van den Militieraad zal wor
den gehouden ten Raadhuize te Alkmaar, op Dinsdag
den llen Maart eerstkomende, des morgens te 11 uro.
Dat voor den Militieraad moet verschijnen:
lo. de vrijwilliger voor de Militie;
2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens zieke
lijke gesteldheid ofgebreken of gemis van de gevorderde
lengte;
3o. Hij die voor een loteling als plaatsvervanger o'
nummer ver wisselaar verlangt op te treden.
Schagen, den len Maart 1884.
Burgemeester en Wethouders voornem
G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie van den 2 Januari 1884, No. 14, (Pro
vinciaal blad No. 2.)
Gezien het Koninklijk besluit van 29 November 1883,
(Stbl. No. 161,) waarbij is bepaald dat in het jaar 1884
aan den herijk zijn onderworpen de maten en gewichten;
Brengen ter kennis van de ingezetenon, dat die
horjjk, binnen deze gemeente, zal plaats hebben voor
de gewichten voor fijnere wegingen, op Zaterdag 15
Maart a. s. des namiddags van 2 tot 4 ure; voor de
overige maten en gewichten, op Maandag 17 en Dins
dag 18 Maart, van des voormiddags 9 tot des namid
dags 3 ure, alles in het lokaal de Beurs" van W.
ROGGEVEEN Cz„ Wijk F, No. 36, ingang aan de Noord
zijde.
Schagen, den len Maart 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGEN BERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Op zekeren dag ontsnapte een papegaai uit
de schoone kooi, waarin de vogel eenige jaren
had doorgebracht.
Historische Roman van Ferdinand Schifkorn.
Uit het Duitscli.
(20). VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Het jaar 1848.
Volksvrijheid! Nooit was een woord belangrijker
dan dit! Gelijk de ijsvlakte na langen wintertijd
onder de warme stralen der zon wegsmelt van de
aarde, alzoo verdween ook na lange dienstbaarheid
de stij ve korst van domheid onder do verwarmende
adem der vrijheid van da harten der volken, sproten
bloemen en bloesems en veelbelovend jong zaad in
groote menigte, rijke vruchten belovende; toen stroomde
zwellende beeken en wateren door het land, terwijl
zij de laatste ijsketens verbraken, het aardrijk be
vruchtten, de verdroogde bronnen op nieuw vulden.
"Wel rukte ook menige overstroomende beek op zijn
weg bruggen en steggen weg, en menige vloed,
gejaagd door opsturende ijsmassa's, trad buiten zijn
oevers, terwijl hij met zijn jeugdige reuzenkracht niet
alleen de ijsblokken, maar ook menig nuttig gebouw
iu zijn diepte begroef; doch alleen vet blinde dwazen
vervvenschen lente en lentezon wanneer er een ebde
gemaakt wordt aan de lange heerschappij van dm
winter.
En lente was het geworden in de diepste dalen,
op de hoogste bergen der Karpatben. Verwonderd
rekten de menschen zicb de ledematen, die in den
langen wintertijd stijf en stram waren geworden. De
boodschap van den opstanding der volken was lot
bon doorgedrongen en in den beginne beschouwd
Behalve 't gemis zijner vriiheid had hij een
heerlijk leventje gehad. Vooral was zijne ij d el -
heid onuitstaanbaar geworden, want om zijne
fraaie, bonte kleuren had menige bezoeker
hem bewonderd.
Na zijne vlucht begaf hij zich naar't woud,
welks hooge hoornen hem uitlokten, om daar
zijn verblijf te vestigen. Hij vond daar eene
bijeenkomst van vogels, die allen hun gezang
wilden doen hooren, zooals hij vermoedde te
zijner eere. Zoo was 't evenwel niet. Ze zon
gen, zooals ze dat gewoon waren en iedere
vogel zong, zooals hij gebekt was.
De vreemde, prachtige vogel zag minachtend
neer op die andere dieren, die, ja, ook vogels
waren, maar in kleurenpracht zoover voor
hem moesten onderdoen. Hij overtrof ze daarin,
dat was waar, maar eenmaal zoover zijnde,
meende hij ook in alle opzichten boven hen
te staan en 't recht te hebben, om als be
voegd reehter hun gezang te beoordeelen.
Daar waren vogels bij, die inderdaad in
alle bescheidenheid meenden, dat ze niet on
aardig zongen, al gaven ze zich dan ook niet
uit voor volleerde zangers, voor meesters, wier
roem door alle mogelijke nieuwspapieren werd
uitgebazuind.
De vink deed zijn best eu sloeg dat het
een aard had. De voorname papegaai kon er
evenwel niet veel moois aan vinden en sprak
onverholen zijne opinie uit, terwijl hij 't air
aannam vati een uitmuntend kenner.
Zoo hadden reeds eertige vogels proeven van
hunne bekwaamheid afgelegd, zonder bij den
examinator genade te kunnen vinden, toen de
bastaardnachtegaal verscheen en zich liet hooren.
Watzouhij nu wel zeggen? Hij kon toch niet
alle waardij aan dit gezang ontzeggen en zijne
uitspraak luidde dan ook, dat deze vogel het
bij eenige oefening tot een tamelijke hoogte
zou kunnen brengen, maar nu liet het nog
o 7 o
veel te wenschen over.
Die arme- vogels! Dat was eene teleurstel
ling Maar ze hadden nog ééne hoop. Er was
er nog een, die hun trots was. Dien zouden
als een wonderverhaultje, dat wel mooi was om te
liooren, doch toch nimmer bewaarheid kon worden,
maar toen de berichten van dag tot dag bepaalder
luidden en natuurljjker werden, toen staken oud en
jong de hoofdeu bijeen, kwam er hoop in hunne harten
en werden er wenscben uitgesproken, die men voor
weinige weken Heli zelvon niet had durven toeroepen.
Te Blasc dorp waren op den roep van Ayram Jan-
ku, een kleinzoon van den ouden boeren-aanvoorder
Horja, op den 15 Mei 30000 Iiumeniërs bij elkander
gekomen, otn na eene slavernij van achthonderd jaren
hunne rechten als menscb te doen gelden. Op dezen
grooten algemoenen partijdag echter zouden in alle
door Rumeuiërs bewoondo distrikten bijzondere ver
gaderingen vo'gen, om naast het gemeenschappelijk
programma de bijzondere behoeften en belangen te
bespreken en de voorloopige m latregelen te nemen.
Alzoo geschiedde het ook op een der laatste dagen
van Mei op een der schoonste hooglanden van de
noord-oostelijke belling der Karpathen, die, in de na-
hijheid van taliijke plaatsen gelegen, tegebjk een vrijen
blik in de rondte verschatte, en daardoor een nadering
van ongewenschte getuigen beraoeielijkte.
Op bet groene zachte aarden tapijt van den kegel-
vormigen bergtop, legerden zich reeds bij het aan
breken van den dag Kumeenscho landlieden in tal -
looze groepen, waarbjj zich van tijd tot tijd nieuwen
voegden, terwijl de spits van den bergtop gelijk een
redenaarsgestoelte onbezet bleef.
Het was een scboon beeld. Die krachtige gestalte
der bergmannen in hunne schilderachtige, lichte
kleeding op het frissche, door donkere dennen om
geven groen der vlakte, boden een prachtig landelijk
tafereel aan, waarvan de bekoorlijkheid verhoogd werd
door de grootsche omgeving, zoowel als door de
ze nog eens doen opHeden en dan zou die
gestrenge rechter wel anders spreken. Zoo
verscheen dan de nachtegaal, de koning dor
zangers, maar och! in welk gewaad De konink
lijke pracht vergeleken bij dat eenvoudig ge-
vederte zonder kleur, zonder glat.s. In 't vuile
gevoel van dien eenvoud deed de lieve nachte
gaal het anders zoo geroemde gezang hooren,
maar zelfs zijn slaan kon den kenner niet be
koren. Nu waren ze ten einde raad en vroegen
elkander af hoe hun gezang dan toch wel
moest zijn. Zij hadden steeds hun best gedaan
en waren tevreden met de hun g schonkene
gaven, want ze wisten niet beter, of ze had
den menigeen een aangenaam oogenblik ver
schaft.
Zij raadpleegden niet elkander, totdat een
hunner op eenen verstandigen inval kwam.
Makkers! zei hij, we zijn misschien te ver
waand geweest en hebben ons verbeeld, dat
we al heel wat waren. Nu heeft de komst
van dien voornamen vreemdeling onze oogen
geopend en ons doen hooren, hoe zuinig liet
nog met ons is gesteld. Laat ons hiervan tot
ons nut en voordeel partij trekken. Laat ons
nederig zijn en ons wenden tot dien begaaf
den, hooggeleerden man, die niet anders dan
een professor in zijn vak kan zijn. Laat ons
trachten, hem zoo ver te brengen, dat hij zich
verwaardigt, 0111 ons op den rechten weg te
brengen, 't Kan niet, anders, of hij moet de
kunst in perfectie verstaan. Geeft hij ons les,
wie weet, hoe ver wij 't dan nog brengen.
Met onverdeelden bijval werd het voorstel
juist niet begroet. De vernedering, die som
mige vogels hadden ondergaan, want hoe
wel naar hunne eigene meening nederig, waren
ze toch nog wel wat ijdel konden ze niet
zoo dadelijk verkroppen eu ze beweerden dus,
dat deze voorname veel te hoog was geplaatst,
om hun leermeester te willen zijn. De meer
verstandigen ondersteunden evenwel het voor
stel en drongen er met alle macht op aan, om
zulk een zeldzaam voorkomende gelegenheid niet
voorbij te laten gaan en toen nu de anderen ook
heerlijkheid van een zonnigen mei-morgen. Ernstig
en plechtig verhief zich aan de Rutneensohe grenzen
de met sneeuw bedekte kruin van don berg Pietru,
omgeven vau zij ie vasallen, in den biauwen aethcr,
terwijl aan de tegenovergestelde zijde het paradijs
achtige Iiatsedordal lag uitgestrekt, vau den horizont
afgesloten door het gebergte van dien naam, wiens
hoekige steeoen kroon in de morgenzon fonkelde, als
ware die uit zuiver goud en diamanten vervaardigd.
Te rniddon van de hier verzamelde menschen bevon
den zich Roman en zijn kleine vriend Misko.
Roman droeg gelijk alle aanwezigen de landelijke
kleeding, alleen in zooverre gewijzigd, als dit de
fijnere smaak van ee 1 beschaafd man en soldaat vor
derde, doch Misko hal met betrekking tot zijn klea-
viing geen voorbeeld genomen aan zijn boscheriuer,
maar was iu da versterkend; berglucht in zijn persoon
zeer tot z;jn voordeel verandert, zoodat na de be
leefde groeten, waarmede Romau door alle aanwezon-
den werd vereerd, ook den Zigeuner kuaap meuig
vriend-lijk hooldkmkje te beurt viel.
Oi er het algemea.u waren het afgevaardigden der
landelijke gemeenten, die door de onargebroken be
moeiingen van Roman op dezen dag verzamelden,
waaronder ook nog een dozjjn veitegenwoordigers van
het Saksenvolk, die te midden der verzame ing dui
delijk kenbaar waren aan den donkeren stof en ger-
maausche snit hunner kleeding, doch nog meer door
hun herkulescho lichaamsbouw, met welken vergeleken
nameljk de Rumeuiërs dwergen schenen.
En nog altijd kwamen er nieuwe pelgrims aan. te
paird en te voet, zoodat deze hoogvlakte ten slotte
veel geleek op een ongehoord groote dom, sterk be
zet met goloovigen.
WORDT VERVOLGD.