A L G E II E E A DVERTE T I E- boadekdac; I MEI. Ao. 1884. Jti. 1772 I E l IV S- d: L A V I> B O l \V B L V I). J. YVIiXKEL, 28stc Jaargang. Gemeente Sc ha gen. Bekendmakingen. Aangifte van Verluii/ing. Een VOLKSLEIDER. TE SOHAGEN, ilinnenlandsch I\! ie mes Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag— en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen, voor zooveel noodig, met het oog op het verzuim, betrekkelijk het doen van aangifte ter secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente, der ingezetenen in herinnering, de volgende artikelen van het politiereglement dezer ge meente, als: Art. 11. Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal daarvan, binnen acht dagenbelmoren te worden kennis gegeven, ter secretarie der gemeente, op den voet, als hierna is bepaald, te weten Voor een geheel gezin, inwonende dienst en werkboden daaronder begrepen, door het hoofd van dat gezin. Voor afzonderlijk levende personen door hen zelveu. Art. 12. Overtreding van het vorig artikel wordt gestraft, met eene boete van één gulden. Schagen, 18 April 18S4. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. Historische Roman van Ferdinand Schifkorn. Uit het Duitsch. (34). EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Winteravonden. „Niet hier", zeide zij toon Roman zich naar den woonkamer keerde, en bracht hem naar een tweede kamer, waar vroeger Rosmunda haar verblijf had gehouden. Verbaasd aanschouwden Roman en Misko het ver trek, dat afgezien van het kleine venster en de lage zoldering, bijna op het slaapvertrek van een prins geleek, doch buitendien alles bevatte, wat een fijn gevoelig, liefderijk vrouwengemoed voor een zieke weet uit te denken. Wat wilt gij, mejufvrouw?" vroeg Roman bijna verschrikt over dit onverwachte bewijs van bezorgd heid voor zijn patroon, „ratjn hut in het woud staat voor mij gereed, eu ik kwam alleen, om u Doch IHona iiet hem niet uitspreken, maar drong den blijkbaar uitgeputte naar een leuningstoel, ondersteun de het machteloos achterover vallende hoold met een door baar eigenhandig bewerkt sluimerkussen, ont- sloe<* met een vriendelijken blik Misko en zeide toen° terwijl zij achter de stoel bleef staan, nwt zacht bevende stem en in do Duitsch* taal, die z.j gelijk elk beschaafd mensch in Hongarije volkomen machtig was: „Ik zou ook mijn recht als echtgenoote kunnen doen gelden, mijnheer Vanescu, want dat ben ik voor de wereldik zou er ook op kunnen wijzen, dat alle vrouwen van het dorp met recht mij zouden kannen verachten, wanneer ik uwe verpleging1aan et n aiu.er overliet, doch dit alles is bijsaak; ik zal mj] mijn recht ontzeggen en de kwade meoning tr trotseeren, wanneer gij hiermede beter gedien zij wanneer ik weet, dat gij in mij alleen de Mag)aas ziet, en! U daarom mijne verpleging onaange Illona zweeg, en wachtte in angstige spanning p het antwoord. Doch het duurde een geruimen tfid, voor Kom zich hersteld had van de verrassende en aangrijpen uitwirking dezer woorden. Al z#g 00 n'e gestalte van het liefelijke wezen, dat tot hem had gesproken, in do toon van hare klan nj anri,i£ zooveel gelukzalige goedheid, zulkeen rein, kinderlijk UITGEVER: Laan, "Wijk D, No. 5. Naar wij vernemen is onze plaatsgenoot de heer B. Sutherland, beambte aan liet sta tion alhier, als Stationchef benoemd op het halt-station Oostzaan, van de nieuwe lijn Zaan dam Hoorn. De tuinier Jakobus De krijger te Naald wijk heefl Zaterdag een mandje nieuwe aard appelen, voor den Koning bestemd,naar //Oranje Nassau-oord" opgezonden. De trekkingen van de Sericn 11-15 der loterij der Internationale Koloniale en Uitvoer handel-tentoonstelling is nu vastgesteld op 25 dezer, in het lokaal Odéon. Een honden-scheerster te 's Hage is de zer dagen door het kantongerecht aldaar vcor de 113e maal wegens dronkenschap veroordeeld. Iemand te Tietjerk in Friesland heeft in weinige dagen niet minder dan 200 kievits eieren gevonden, die hij gemiddeld voor 20 cents per stuk verkocht. De landverhuizing uit ons land naar Amerika schijnt eer toe dan af te nemen. Uit Stedum in Groningen vertrekken eerstdaags 50 personen naar de Nieuwe wereld. In een ooievaarsnest te Delfttrahuizen vond men een tweetal otters, die daar hun i,verheven" logies hadden k'air gemaakt. Om „Langbeen" genoegen te doen en niet tot ver trek te dwingen, verdreven de inwoners van vertrouwen, dat Roman er bijna door overweldigd werd. „Bij den Homol, mejuffrouw," z»ide hij eindeljjk, „hoe komt gij toch op die zonderlinge godachte, dat ik U zou kunnen haten, gij, mijn beschermengel, in het kwaadste uur mijns levens 1" „Een magyaarscbe beschermengel," merkte Illona op. „Ach ja, mejufvrouw, nu begrijp ik veel, wat mij vroeger onbegrijpelijk was; doch gij vergeet, dat ik bijna tien jaren hebt geleefd in bet buitenland, waar men zulk een Rassenhaat niet kent, waar de menschen wel is waar naar rang en stand gescheiden zijn, doch men „Niemand zoo kinderachtig en dwaas is, een ed, 1 man minder hoop te plaatsen, omdat hij een Rume- niër is," viel Illona hier den spreker in de rede. „Toch niet, mejufvrouw," zeide Roman hartelijk, „gij doet mij zelfs onrecht; bier, naar de verhoudingen buiten onze schade zich tot zulk een treurig contrast scherpten, zal hij nog zelfs zwaar vallen, de Ma?y- aarsche edelvrouw en u geheel te vergeten, dóch wanneer men mij op zulk eene behoorlijke w|jz,e met een goed toonbeeld voorgaat, dan wil ik het ook be proeven, in u alleen de goedhartige, goede vriendin te vereeren." En om te bewijzen, hoe ernstig dit zijn voornemen was, nam hij het handje, dat toevallig over een dor leuningen van de stoel nederhing, en dat hom ditmaal ook niet onttrokken werd, niettegenstaande bij het nu verscheidene malen met vurige kussen bedekte. Welke heerlijke winteravonden volgden op dezen dag! Mochten daar buiten de stormen loeien en de sneeuw zich bergen hoog opstapelen, des te gezelliger zag het eruit in de warme lichte kamer, werd er met belangstelling geluisterd naar do vertellingen van een man, die niet alleen veel had gezien, maar ook veel over het gebeurde nagedacht had. Rome, Parijs, Londen, steden die Roman m"t den zoon van den vroegeren landheer had bezocht, verhieven zich met hunne trotsche gebouwen, hun eigenaardige leefwijzen en handelingen voor hare verbeeldingskracht, vooral echter Weenen, de levenslustige keizrrstad, waar Roman door een bevrienden kameraad in kringen was ingeleid geworden, waar, intelligentie, gegoedheid en burgerlijke eenvoudigheid onderling vereenigd, het echte beminnenswaardige karakter dor Weeners ver tegenwoordigden. Met opgewondeuhe.d schilderde Roman de heerlijke Prij-j per jaar 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentièn van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. 't dorp de indringers, die 't met den dood moesten bekcopen. In Jonre en Lemsterland vertoont zich evenals het vorige jaar, de kalverziekte weer. Sommige boeren zijn niet in staat genoeg van deze dieren op den haal te krijgen, met hoe veel zorg zij ook te werk gaan. Tot nu toe schijnt maar geen afdoend middel gevonden te zijn om deze ziekte met vrucht te bestrijden. Te Brielle is per stoomboot een mand je aangebracht met het volgende curiense adres: Aan den Heer A. H. bei het porps sor pe dis ter 1 com pa sie te Brielle met een man je. De bestelling is aan het rechte adres bezorgd. Te Smilde is een lam van den landbou wer V., dat in de weide liep te grazen, door een troep kraaien aangevallen en verscheurd. Een tweejarig meisje te Scheveningen is, tijdens hare moeder afwezig was, bij het eten van een gebakje, dat haar in de keel schoot, gestikt. In de vergadering van Hoofdingelanden en Heemraden, den 23sten dezer te Medem- blik onder voorzitterschap van don dijkgraaf, den heer C. Donker, gehouden, is besloten voor f 150.000 deel te riemen in den voorgenomen aanleg van een locaalspoorweg van Hoorn naar Medemblik, en tevens om eene subsidie van f 3000 toe te zeggen voor de verande ring van den duiker te Rustenburg in eene schutsluis van zoodanige wijdte, dat zij tjalken tochtjes in do schoone omgeving van Woenen, dia vroolijke tooneelen bij de geïmproviseerde tafels onder Gods vrijon hemel, of bij een opkomend onweder, den sjovialen, gemoodeljjken toon der mannen, als da bescheidenheid der vrouwen en meisjes, die, dikwijls voorbeeldoloos opgevoed, niet zelden meesteressen waren in muziek en taal, ofschoon zij met iedereen op de hartelijkste wijze omgingen, zonder ooit haar weten of kunnen op don voorgrond te dingen, Dat was voor Illona, die tot du too alleen had verkeerd in dea kring van hare meestal ruwe of over beschaafde standgenooten, inderdaad een geheel niauwe wereld, on zij begon te vermoedon, dat een Magyaarscbe landheer dan toch niet het sluitnunfc dar schepping is en ook een Magyaarscbe jonkvrouw niet het volmaakste en begeerenswaardigsto vrouwe lijke wezen dezer wereld was, zooals men haar altijd had doen gelooven. Ja. in zulke oogenblikken kwam zij zich zelve zeer onbeduidend en klein voor, en in zulk eene stemming zeide zij eenmaal met den angstigea blik van een kind. „O, nu begrijp ook ik; het was alleen de moeder, die U hier aan de plaats bond, doch nu zult gij zeker zoo spoedig mogelijk terugkeeren naar dio plaatsen, waar gij zoo gelukkig waart eu waar misschien voor U nog grooter geluk bloeit." Roman echter schudde lachend het hoofd, keek lang in de zoote, donkere kinderoogen en antwoordde toen met kalmo beslistheid: „Wel zijn het goede, hoog beschaafde menschen, wel is diegene gelukkig, die zijn werkkring vindt in den omgang met henen tegelijk in het brandpunt van het geestelijke loven van een groot rijk, doch, afgezien daarvan, dat mis schien niemand ongestraft de onzichtbare banden verbreekt, welke den menscb aan zijn vaderland binden, zoo is bet toch ook zeker niet de zaak van een werkzamon man, zich gemakshalve daar te plaatsen waar men hem niet noodig heeft; in een overbevolkt zeer beschaafd land is het noodwendig en roemrijk daf men voor zijn daden een ruim veld zoekedocli niet zoo hier, waar nog alles te doen is, waar de bodem van het land, evenals de geest van het volk nog geheel braak liggen, waar zelfs aan de overwel digende kracht ruimschoots gelegenheid tot beproeving, is geboden; neen, mejuffrouw, ik blijf ook dan, wau- neer mij hier geen grooter geluk wachten zou." Ja, het waren schoone winteravonden in de kleine, armoedige hut van den Ruracniër, avonden vol bloemen geur en zonnegloed, trots sueeuw eu storm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1