ZONDAG 23 MES. Ao. 18SA. 2Sstc Jaargang. M 1779 Alge ME EN A I> V E IV T E T I E- Een VOLKSLEIDER. N I E V \Y S- L A A I» O w 15 L A 1), J. WIMvEL, Nationale Militie. Gemeente Schagen. Bekendmakingen, PO Ei ITfl E, TE SCH AGENi Onderzoek van Verlofgangers te lande. Burgemeester en Wethouders van Schapen, brengen ter kennis van de in die gemeente verblyfhoudende Verlofgangers der Militie te land, behoorende tot de lichtingen 1880, 1881, 1882 en 1883, voor zooverre z(i vóór den len April 1884, in hot genot van bepaald verlof waren gestolddat zy zullen hebben tegenwoor dig te zyn by het onderzoek hetwelk zal plaats hebbên te Schagen, op Zaterdag, den 14en Juni 1884, des voormiddags ten half tien ure, len Raadhuize aldaar. Wyders worden aan belanghebbenden in herinnering gebracht de navolgende bepalingen uit de Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72. Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krygstucht voor het krygsvolk te lande zyn op de manschappen der Militie te land. die zich onder de wapenen bevi 'den, van toepassing en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie op al de by de militie te land ingelyfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zyn: lo. zoolang zy zich by hun corps bevinden; 2o. gedurende den tyd, dien het in art. 13d bedoeld onderzoek duurt; 3o. in het algemeen, wanneer zy in uniform zyn gekleed. Art. 140. De verlofganger verschynt by het onder zoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- eu uitrustingstukken, hem by zyn vertrek met ver- Historische Roman van Ferdinand Schifkorn. Uit het Duitsch. (40). VIJF-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Aan den Kruisweg. Een uur lang snelde de slede door den kouden, donkeren winternacht, zonder dat de drie meuschen, die er in zaten, eau woord met elkander gesproken hadden. Roman had zeer waarschijnlijk ook dan nog gezwegen, wanneer zyne opmerkzaamheid niet ware getrokken door den in de duisternis nauwelijks te herkennen weg; want Misko had hem nog geen woord modegedeeld van zijn o "derhoud met Iilona, en hij schreet dus hare stilzwijgendheid nog altijd toe aan het aangeboren vooroordeel der Magyaarsche, dat, door gevoelens van het hart en een reeks buitenge wone gebeurtenissen terugg' drongen, tengevolge der welbespraaktheid vaa Erösi en zijne verraderlijke beschuldigingen w der de overhand had gekregen. Misko achtte ook nu den tijd nog Diet gunstig voor d rg lijke roe ledeelinganzwijgend al gewoon lijk, zat de zonderlinge knaap naast Roman en scheen te sluimeren, of tenminste met zijne gedachten ver van tijd en plaats te verwij'en. Maar lllona zweeg, omdat het menschelyk hart, weinig gewoon aan het zalige gevoel van het hoogste geluk, hiervoor het moïielijkst uitdrukkingen vindt, en do gevonden uit drukking echter geen getuigen verdraagt, want, mag het ook bij den ecrsien blik vreemd schijnen, dat een zwakke vrouw, uit de gunstigste levensomstandig heden in de we-eld geslingerd, op een gevaarvolle reis in een streng konden nacht het volle gevoel van het geluk zou kunnen ondervinden, zoo is het daarom met minder waar en niemand te benijden, die zoo weinig uit het alledaagsche leven werd gerukt, dat hij deze kostbare onafhankelijkheid van deu ziel door Omstandigheden en verhoudingen van buiten af nooit zelf heeft gevoeld Deze zwijgende reis had zoo wat een uur geduurd, toen Misko zijn hand op Roman's arm legde en half luid zeide: „Wij moeten sneller rijden, heer." „De paarden houdeu bet niet uit, Misko, zij rustten Rechts weinige uren van af Kishegy!" antwoordde »oman. „i'ij moeten, heer!" hield Misko vol. „Gelooft gij aan eene vervolgingvroeg Rom3Di Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- darj— en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Adcertentièn in het s. n eerstnitkomend nummer geplaatst. nafzonden stukken één dag vroeger. Ter gemeente-secretarie alhier zijn inlich tingen te bekomen, omtrent een op 15 dezer op de markt gevonden zilveren Schaar. UITGEVER: Laan, Wijk D, No. 5. lof medegegeven, van zyn zakooeKje eu van zyn ver lofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastby gelegen provoost of liet naastby zynde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris wordon opgelegd aan den verlofganger: lo. die zonder geldige reden niet by het onderzoek verschynt; 2o. die, daarbij verschenen zynde, zonder geldige reden, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken, by het onderzoek niet in voldoenden staat worden be vonden; 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zyne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, by het onderzoek tegenwoordig, dan kan hy dadelyk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hy niet tegenwoordig en onderwerpt hy zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hy, op schrif- telyke aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den burgemeester der woonplaats van dien ver lofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastby gelegen provoost of het naastby zynde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 ver meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tyd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschynen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger die zich by herhaling schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141 be doeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor don mili tie-commissaris verschynt, of, aldaar verschenen zynde in het geval verkeert, sub. 2o en 3o van art. 141 ver meld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet vol doet aan eene oproeping voor de werkelyke dienst, wordt als desertour hohandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen allen wie dit aangaat om, door in achtneming van „Tk hoor iets," antwoordde hij. Roman sloeg de paarden, dat zij in galop over gingen en de slede ter nauwernood de bodem raakte. Na tien minuten deed de zweep geeu uitwerking moer en de afgematte dieren konden ter nauwernood in een draf voort. „Het is goed, heer," zeide Misko, „ik hoor nog maar één paard, de andereu bleven achter." Weinige minuten later vernam ook Roman duidelijk de hoefslagen van een paard. Spoedig naderde bet geruisch, en nu weerklonk het geroep: „Halt, honden, of ik schiet u neder!" Nogmaals beproefde Roman de paarden aan te zetten er floot oen kogel tusschen hem en Misko door. „De schoft zou het er op aan laten komen, en zijn eigen moeder doodschieten," morde Misko, terwijl hij den haan van zijn geweer overhaalde. „Ja, en daarmede is voor hem ook de maat vol," zeide Roman. „Zal ik?" vroeg Misko, terwijl hij op de slede knielde. Een tweede kogel doorboorde Roman's mantel. „Het paard u, de ruiter mij," antwoordde Roman kort. Misko's geweer knalde, dooh in hetzelfde oogeublik hield de slede stil, terwijl op nauwelijks acht schreden afstanis een paard in de sneeuw tuimelde, terwijl de ruiter reeds strijdvaardig de sabel zwaaide. In het volgende oogenblik kruiste Roman zijn sabel met die van dm ruiter. Erösi was een bekwaam vechter en zou onder andere omstandigheden geeu ongevaarlijk tegenstander zijn geweest; maar Roman's geoefende lichaamskracht scheen door Illona's tegenwoordigheid verdubbeld, bij den tweeden houw reeds vloog Erösi's sabel uit de hand en flikkerde Roman's kling boven zijn hoofd. „Roman, ontzie hem:" risp in dit oogeublik een zachte vrouwenstem, en de arm va den overwinnaar zonk als door een slag getroffen neder. „Leef, doch bedenk, dat g j uw levan hebt te dan ken aan de grootmoedigheid van ean Rnmanier," zeide Roman tot de.1 van woeJe schuimbekkenden man; toen sprong hj wedar op de slede en liet de een weinig uitgeruste paarden op nieuw draven. Misko luisterde nog oplettend naar ieder geluid.dat zijn scherp oor trof, doch de reis bleef ongestoord. Illona zat nu rechtop en mat gevouwen banden aan da achterzijde van da slede en keek naar deu hemel, door welks donkere, gescheurde wolken hier eu daar eou ster heeu ulouk Zjj gevoelde niets vau Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 0.05. Adverientiën van één tot vijf regels 0 75. iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. - '-v -ri- -J v -At?* nuiiiie veipiiciiUngeii, zicu voor onaangenaamheden en straffen te vrijwaren. Schagen, den 23en Mei 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. Het hoofd van het plaatselyk bestuur der gemeent Schagen, brengt by deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, dat de kohieren No. 6 en 7 over de Belasting op het Personeel over het dienstjaar 1883]84 op den 20 dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-holland zyn executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zyn overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarby belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zynen aanslag behoorlyk acht te geven, ten einde alle geiechtelyke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, don 23 Mei 1884. Het hoofd van hét Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGENBERG. De Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen, maken hiermede bekend, dat naar aan leiding van Art. 184 en volgende van het plaatselyk Politie-reglement dezer gemeente, betreffende de dienst plichtigheid by de Brandspuiten alhier, alle geëmploy eerden by die spuiten den ouderdom van 50 jaren bereikt hebbende en verlangen uithoofde van lichaams gebreken of zwakke gezondheid hun ontslag te beko men, worden opgeroepen, om zich tot dat einde, vóór of uiterlyk op den 31 dezer, van 's morgens 9 tot 12 ure, ter secretarie der gemeente aan te geven en hunne herkenningsteekenen terug te brengen, zullende na dien tyd, de zich niet aangemeld hebboride personen nog voor oon jaar worden gecontinueerd. SCHAGEN, don 24 Mei 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Do Burgemeester, G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. de strenge koude, zag niet de treurige woestheid nav bet winterlandschap, wint in haar was liet warm en zonnehelder, rozen bloeiden eu verspreidden haar geur en nachtegalen zongen tedere minneliederen. Na een sledevaart van twee uren hield de slede nogmaals stil; men was aan een kruisweg gekomen, en zich half cmkeerende, vroeg Romau „Waarbeen beveelt gij, mejufvrouw, dat ik u breng?" Daar boog de gevraagde zich voorwaarts, logde beide handen op de breede schouders van den vrager, en fluisterde hem zacht in hot oor„Kunt gij uw dwazo vrouw vergeven, zoo neem haar dan met u, waarbeen het ook zij, zij zal u haar gebeele leven lang danken door gehoorzaamheid en trouwe lietde!" „Illona I" riep Romau dronken van vreugde uit, doch zijn mond werd gesloten, en Misko nam de slappe teugels uit de handen vau zijn heer en zonder verder te vragen, stuurde bij ze naar de grenzen. De sluwe knaap liet de moe gejaagde dieren stap voets gaan, opdat ze loopende voort konden uit rusten en lachte vergenoegd in zich zeiven; misschien' dacht hij aan de oude spreuk: „zwijgen is goud," misschien had hij ook mat zijn aangeboren fijn instinct vermoed, dat de grenzen ben aan alle moeiolijkliedeu zouden onttrekken, en verheugde hij zich in het van de vaderen overgeërfde profetische talent. Dit is de geschiedenis, die ik gednrende mijn ver- blijfin Kishegy vernam, in welke het mij in zooverre ge lukt was door te driugon, in do zonderlinge lotgevallen der personen, dio in eenige betrekking hadden ge staan tot mijne ongelukkige, krankzinnige gastvrouw, want dat deze en mejuffrouw Jelonda een en dezelfde persoon waren, zal wel geen bijzonder betoog be hoeven. Wat er later uit de vluchtelingen is geworden, waarheen zjj gegaan waren, of zij nog leefden, wist niemand mij te zeggen. Wel is waar was Misko een jaar na de vlucht nog eens in Kishegy geweest, doch hij bewaarde tegenover een ieder het stilzwijgen en zijne werkzaamheid bepaalde zich alleen hiertoe, dat hij de verplaatsbare voorwerpen uit Illona's laatste woaing in Kishegy en eindelijk ook den ouJeu Morkulu, met zich nam, nadat deze zyn betrekking als rechter, onder goedkeuring van alle dorpsbewoners, op Donatn had overgedragen. Sedert dion tijd was reeds lang de nienwe politieke organisatie van het lan 1 io werking getreden en stond Kishegy ouder het meuschliovend bestuur van eeu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1