A L G E M E EIV A. DYEftTE 1X T i E- ZONDAG 14 SEPTEMBER. Ao 1SSA. ZELDEN TEVREDEN. J. WINKEL, TE SCHA GEN, Laan, Wijk D, No. 5. 2Sstc Jaargang. M ISil. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot s middags 12 ure, worden Adverlentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. Co) II. De volgende overlevering moge tot antwoord dienen Zeer lang geleden was er een man, die nooit tevreden was; noch met zijn lot, noch met de menschen, noch met den goeden God. Overal vond hij aanleiding, om dit of dat af te keuren, vooral was dit hel geval met het weêr, dat hem nu eens te koud, dan weer te warm wasnu eens regende het veel te lang naar zijnen zin en dan weer regende 't niet lang genoeg: beden scheen de zon veel te sterk en morgen liet de zon te lang op zich wachten. Kortom, altijd had hij wat op weer en wind aan te merken. In een der nachten tusschen Kerstmis en drie koningen zeide hij Wanneer ik zelf 't weer kon maken, zooals ik verkoos, dan zou 't er heel wat anders uit zien en land en oogst zouden vrij wat beter zijn En ziet, daar ging zijne deur open en er trad een man in zijne kamer, die door een hollen glans was omgeven en tot onzen prut telaar en bediller zeide: voortaan zal 't weêr voor uwe velden zoodanig zijn, als gij dit zelf wenschten dat gij voor 't beste houdtIlierop verdween de verschijning. Wie was gelukkiger dan de man toen hij zijn wensch op die wijze zag verhoord. Waar mede zou hij nu echter beginnen? Hierover nadenkende, was hij in 't eerst wel wat ver_ Roman van Friedrich Friedrich. H. Eger was zeer slecht gehumeurd, doch hoedde ach wel in Laura's tegenwoordigheid zijn misnoegen over de uitspraak zijner dochter te toonen. Eerst toen hij in zijn voor de poort der stad gelegen villa was ternggekomen en met zjjn vrouw de tuinkamer was binnengetreden, gat hij zijn ergernis lucht. „'loni heeft zich heden zeer onvoorzichtig en dwaas gedragen riep hij uit, terwijl hij gejaagd het ver trek op en neder liep. „Het past haar niet, een oor deel te vellen over de daad van den luitenant von Tilly, want zij weet niet, wat een man, die eergevoel en trots bezit, past!" „Lieve Anton, de oversto was toch van hetzelfde gevoelen," bracht de vrouw, in wier groote, bruine oogen een verstandige, zachte uitdrukking lag, hier tegen in. „*\N at geeft mij de overste!"ging Eger heftig voort. «Bij is tegen Tilly, omdat deze rijk is. Hij kan inder daad niet begrijpen, hoe iemand uit trots een paard *an doodschieten, welks waarde hooger is dan de hslft van zijn jaarlijksch inkomen. Ik wil hem niet Pa komen, hij is een bekwaam en eerwaardig °®cier, maar hij heeft geen vermogOD, hij is genood zaakt zich te beperken en dat heeft hem ook in zijne 'azichten bekrompen gemaakt. Bezat ik een zoon, dan lou ik mij er over verheugen, wanneer hjj hetzelfde eer gevoel bezat als de luitenant von Tilly." «En wanneer hij een even groote verkwister ware?" troeg zijne vrouw met lachend gelaat. *1. -ZOn ^em zu'k 66136 Pos'!ie verschaffen, dat hij erkwisten kon!" gaf de bankier ten antwoord, terwijl ^9 een hooge borst zette. „Ik zou Toni geen verwijt a en over haar ondoordacht gezegde, wanneer de erste dat niet had gehoord. "Wie geeft mij de zei da* hij het niet verneemt? Deze zou het kwalijk nemen en het gehoord. Wie geeft mij de zeker- - „y uei Dlel aan anderen vertelt en dat Tilly zou ^c.rBeenil® Boze zou het kwalijk nemen en het mij zeer onaangenaam zijn, wanneer hij mijn huis T°orlaan meed!" aarom su vroeg zjjne Boot aar!ltD herhaalde Eger en zag zijn echtgc- verbaasd aan. Toen zette Lij zijn wandeling door N 5 E l! W S- &LANDBOU W B L A I). UITGEVER: legen, maar gelukkig herrinner.le hij zich, dat het nog niet gesneeuwd had. Hij wensch- te derhalve, dat een dikke sneeuwvlaag zijne velden mocht bedekken. Nieuwsgierig wachtte hij af, wat er gebeuren zou. De verschijning had waarheid gesproken, want toen hij buiten kwam, sneeuwde 't er vroolijk op los en al zijne akkers werden daar mede ruimschoots bedekt. Hij liet deze sneeuw tot aan de maand Maart op de landen liggen, vervolgens bestelde hij droog weer en daarna bij afwisseling zonneschijn en wannen regen, nu en dan ook een onweer, en volgens zijne meening had hij alles zoo uitmuntend ingericht, dat het niet beter kon. Jahij was er trotsch op, want zijne akkers onderscheidden zich van alle anderen en groeiden en biociden, dat het een lust was, om te zien, en hij, de bekwame bestuurder van dat alles, liep alle dagen heen en weêr in 't volle gevoel van zijne waarde. Nu kwam eindelijk de oogsttijd. Wat al volle wagens verzamelde hijJazijne wagens waren vol, maar de korenaren leverden zoo goed als niets op. Overvloed van stroo maar geen vrucht Hoe nas dat mogelijk! Wel, de wijze man had om sneeuw en regen, droogte en zonneschijn gevraagd, maar met al zijne groote geleerdheid had hij één voor naam punt over 't hoofd gezien. Hij had den wind vergeten Deze overlevering leeft nog in de herrinnering en is bij de bewoners op 't platte land in hot vertrok voort. ,Ga zitten, Louison," zeide hij toen, terwijl hij zelve in een fauteuil ging zitten Hij noemde zjjne vrouw, sedert hij handelsraad was geworden, steeds Louison, omdat hem dit deftiger toescheen, dan de gewone naam Louise. „Ga zitten herhaalde hij nog eens. „Ik zal u zeggen, waarom het mij hinderen zou, wanneer de luitenant von Tilly zich door Toni's uitdrukking beleedigd zou gevoelen. Toni is op den leeftijd, dat ik aan haar toekomst moet denken. Ik zal haar eene positie verscliaflen, die harer en mijner waardig is." „Lieve Anton, ik raad u aan," antwoordde zijne vrouw hierop, „dat gij dit aan Toni's hart zoudt overlaten „Val mij niet in derede!" riep de bankier geërgerd uit. „Ik ben niet dwaas genoeg, om mij te verlaten op het hart van een jong meisje. Gelooft gij, dat ik alles aan hare opvoeding ten koste beb gelegd, om ten slotte een schoonzoon te ki ijgen, die niets bezit Zulke zwakheden zijn mij vreemd. Ik heb rijkere en betere ervaringen, dan Toni daarom zal ik voor haar den geschikten echtgenoot kiezen, en ik ken er geen, die daartoe beter geschikt is dan Tilly. Laat'mij uitspreken. Zjjn rijkdom is belangrijk, hij behoort tot een oud adelijk geslacht, en wanneer hij van plan is zijn militaire loopbaan te vervolgen, wat mjj zeer aangenaam zou zijn, dan zal het hem wel niet ont- loopen, dat hjj eens tot generaal opklimt, want men heeft voor deze hooge betrekkingen juist mannen noodig, die rijk zijn en ze derhalve waardig kannen vertegenwoordigen. Tilly leeft een weinig los, dat wil ik bekennen, hij gaat dikwijls te ver, maar bij is jong, en ik ben er vast van overtuigd, dat hij eens een zeer bedaard, en verstandig man zal worden. De most waarvan de beste wijn komt, gist en schuimt het sterktste." „En wanneer Toni's hart nu reeds gekozen had vroeg zijn wederhelft. De handelsraad richtte zich schielijk in zijn stoel op. Doordringend vestigde hij zijn blik op zijne vrouw. „Ik versta u niet!" riep hij uit. „Ik bekommer mij niet om haar hart of zou haar keus op Tilly gevallen zijn „Neen. Y oor zoover ik haar ken, zal zij dien nim mer liefhebben." „W icn wien bemint zij dan vroeg Eger. II ij zeide dit stotterende, het scheen alsof hem de adem daartoe ontbrak. Prijs per jaar f3..Franco per post 3.GO Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Duitschland bekend onder den naam van den man, die den wind had vergeten. Of nu zij, die met deze overlevering bekend zijn, zich deze les steeds ten nutte maken, en nooit morren, nooit klagen, 't nooit beter willen weten, dit is eene andere vraag, waarop ik 't antwoord niet bepaald kan geven, maar wel gissen. Het zal met hen wel geheel op de zelfde wijze gaan als met en bij ons. Toch kan 't geen kwaad, dat dit verhaal uit de oude doos nog eens te voorschijn wordt gebracht. Wanneer de ontevredenheid zich alleen uitte met betrekking tot het weêr, ochdan zou 't nog wel gaan. Er is geen onderwerp, dat meer behandeld word en meer geschikt schijnt om behandeld te worden. Zit in welk vervoermiddel gij ook kunt bedenken en als iedereen daar zit met gesloten mond en geen onderwerp van discours schijnt te durv n behandelen, dan is er altijd nog een, dat men aan durfc en men laat een uitroep of gezeg de of oordeel over 't weêr hooren en dan komen in den regel de tongen los, zelfs de meest bedeesde heeft in dit opzicht moed. Maar hoe dit ook zij, al die gesprekken, aldat morren sticht nog zoo heel veel kwaad niet en wel om de eenvoudige reden, dat men zich on derwerpen moet, dat men er niets aan kan veranderen en voor die ijzeren noodzakelijk heid bokt men en 't blijft dus bij klagen. Maar van veel ernstiger aard wordt die ontevredenheid, wanneer ze op een ander gebied wordt overgebracht en punten betreft „Zij heeft het mij va n morgen toevertrouwd. Gis teren avond op het bal van den consul heoft zij haar hart weggeschonken." „Aan wien aan wien?" „Aan Hermann Rüling. „Aan aan den zoon van Albrecht Rüling aan den referendaris „Aan denzelfde." De handelsraad sprong met meer haast uit zijn stoel, dan men van zijn zwaarlijvigheid zou hebben verwacht. Het bloed was hem naar het hoofd gestegen, hij snakte naar adem. „Nimmer nimmer!" schreeuwde hij op doffen toon. „Zulk een smaad zal ik Dimmer dulden!" „Zulk een smaad?" herhaaldo zijne vrouw op verwijtenden en gerekteu toon. „Hermann Rüling is oen zeer eerwaardig on algemeen geacht jongraensch, en daar gij, zoo het schijnt, de waarde der menschen naar bun vermogen schat, zoo behoef ik er u zeker wel Diet aan te herinneren, dat zijn vader zeer rijk is en hij diens eenigen zoon is. Ik geloof niet, dat gij nog iets bij zijn vermogen zult behoeven te voegen." „Ik spreek niet van zijn vermogen 1" riep Eger uit. „Die man wordt nimmer nimmer mijn schoonzoon 1" „Waarom niet?" „Ik ben niet verplicht n de redenen daarvoor op te geven," antwoordde de bankier op minachtenden toon. „Toch wel. Ik verlang het zelfs." De handelsraad zag zijn vrouw verbaasd aan. Hoe kwam zij, die altijd tegenover hem oen zekere bo- scbroomdheid aan den dag legde, er nu toe, hem haar verlangen te kennen te geven. „Gij verlangt?" herhaalde hij met een spottend lachje. „Gij zijt in de keuze uwer woorden zeer ongelukkig geweest, ik wil aaunemen, dat gij er niet bij hebt nagedacht, anders zoudt gij het wel niet gewaagd hebben, ze te bezigen." „Ik heb er nauwkeurig over nagedacht en herhaal ze," antwoordde zjjne vrouw. „Ik ben er aan gewoon dat gij mij nooit om raad vraagt, omdat ik geer» vermogen heb bezeten, toen ik u mijn hand schoDk; gij hebt mij daarover dikwijls genoeg een verwijt gemaakt en te kennen gegeven, dat alles, wat gij bezit, alleen aan n behoort. Ik geef dit toe en heb mij steeds daar naar geschikt. Bij Toni is dit iets anders. Zij is mijne dochter even goed als de uwe, ik beb even veel recht op haar en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1