Algemeen
Advertentie
DONDERDAG
l a D B O G W D L A e>.
23 SEPTEMBER.
AT i e u w s-
Uit AMSTERDAM.
M I8S4.
TE SCHAGEN,
Laan, "Wijk D, No. 5.
Gemeente Sc ha gen.
Bekendmakingen.
BEVOLKING.
Willem Bakker,
PATENTEN.
PATENTEN.
VII.
Ao 1SSA.
2Sstc Jaargang.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag— en Zaterdagavond. Bij inzending tot s
middags 12 ure, worden Advertentién in het
eerstnitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
J. WINKEL
Prijs per jaar/3..Franco per post 3.CO
Afzonderlijke nummers 0.05.
Adverientiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor-
I den naar plaatsruimte berekend.
laatst wonende te Spanbroek, thans alhier,
wordt in zijn belang aangemaand, zich zoo
spoedig mogelijk te vervoegen ter Secretarie
dezer gemeente.
Po Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene
kennis dat de patenten, aangevraagd in de maand
Mei j.i. tot uitoefening der beroepen van tapper, slijter
in wijnen, sterke dranken en bieren en koffiehuishouder
voor het dienstjaar 1884)85, onder overlegging van
bet aanslagbiljet, waaruit voldoening der helft van
den aanslag blijkt, ter pemeeontosecretarie door belang
hebbenden kunnen worden afgehaald, op alle werkdagen
des vooimiddogs van 9 tot 12 ure.
Schagen, den 16en September 1884.
Pe Burgemeester a. i. voornoemd.
C. DE PATER, Wethr.
Pe Burgemeester van Schagen brengt ter nlgemeene
kennis, dat de patenten, aangevraagd in do maand
Mei j. 1. voor liet dienstjaar 1884)85, ter gemeente
secretarie kunnen worden afgehaald, van af Zaterdag
den 20en September tot en met Vrijdag den 3en
October a. s., des voormiddags van 9 tot 12 ure; de
Roman van Friedrich Friedrich.
invallende Zondagen uitgezonderd.
Schagen, den 19en September 1884
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
(7). III.
De liandelsroad had de regeling aan tafel zelf
bepaald. Fijne menu's met breede gouden randen,
waarvan elk een meer of minder zinrijk opschrift
droeg, gaven de plaatsen aan. Eger hield van deze kaar
ten. Iljj wist wel is waar niet, van welke dichters
die spreekwoorden afstamden, doch de dichters waren
bij lum ock zeer weinig in tel, alleen bij zulke
gelegenheden waren ze toch te gebruiken. In zijn
bibliotheek pronkten wel is waar alle klassieken,
doch bij taxeerde ze alleen naar het getal banden
huuner werken. Zoo kwam bet, dat degenen, die hem
niet nader konden, van zijne beschaving een goede
meening kregen, omdat hij steeds met beslistheid
beweerde, dat Goethe als dichter grooter was aan
Schiller.
liet hoogst in zijn oog stond de conversatie-lexi
con, dat bad Goethe ook niet kuiinen doen.
Toni had haar plaats naast Tilli, en deze
beschouwde het geheel als zoo te bdheoren, dat
hem de eer te beurt viel naast do dochter des hui-
zes te zitten. Tegenover heui zat Kalinka. Hermann's
plaats bevond zich in de nabjjheid van den handels-
raad.
De spijzen waren met zerg gekozen, de wijnen
waren voortreffelijk. Eptr roemde met voorliefde zijn
kelder, hij prees zijn Johannesberger met het gelaat
van een echten wijnkei ner aan. en zijn tong was
misschien bet beschaafdste aan hem, want bi) zelf
wist niet of de JohauDesberger aan den Rijn of aan
den Donau werd verbouwd.
Toni bevond zich in onuitsprekelijk gelukkige
stemming; zij wist, dat zij niet naast deu geliefde zou
sitten, zij was er op voorbereid, en bet maakte baar
gelukkig, dat baar vader zich op vriendelijke wijze
met Hermann ouderhield. Zij was vroolijk en lachte
em het onderhoud van haar buurman, ofschoon zjj
dikwijls zijne woorden niet had gehoord.
Tilly gevoelde zich door Toni's vroolijk gelach
buitengewoon aangevuurd. Bij dronk veel, sprak
'®el, verheugde er zich ovtr dat de referenda-
met het vervelende gelaat zoover van hem ver
edeld zat en riep den schilder over tafel heen toe:
HerhaÜngs-Onderwijs.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
het herhalings-Onderwijs, aan de gemeente
school aldaar, zal aanvangen, Woensdag 1
October a. s. des avonds ten vijf ure.
Tot de Herhalingsschool worden alleen
leerlingen toegelaten, die het gewoon School
onderwijs genoten hebbenhet onderwijs wordt
kosteloos gegeven.
De leerlingen kunnen zich, medebrengende
hun vaccine-bewijs, aanmelden bij het Hoofd
der gemeenteschool, aan de gemeenteschool,
op Maandag en Dinsdag 29 en 30 September
e. Je. des avonds van vyf tot zes ure.
Schagen den 23 September 18S4,
Burgemeester en Wethouder voornoemd;
G. LANGENBERG;
de Secretaris,
DENIJS.
22 September '84.
De Septembermaand brengt een ommekeer
in het leven der Amsterdammers. Het is trou-
BespottelijkEn wanneer ik nog drie Sabine's had,
zou ik ze alle drie dood schieten 1"
„Ban zouden er nog drie artikels over u in de
Courant verschijnen,'1 gaf Kalinka ten antwoord.
„Voor mij bestaat er geen artikel! PahEllendige
courantenschrijvers riep Tilly en ledigde zijn vol
champagneglas in een teug.
„Waarde mejufvrouw, hoe denkt gij over de cou
rantenartikelen!11 vroeg hij nu aan Toni. „Niet waar
bespottelijk, alles dom tuigt Ik kan tien paaiden
doodschieten, dat gaat geen schrijver aan!"
Toni had met heimelijk verlangen naar haar gelief
de gezien, om een blik van hem op to vangende
vraag van haar buurman had zij dus in het geheel
niet verstaan, en lachend antwoordde zij: „lk beu
het geheel met u eens."
„Fameus, fameus!" riep Tilly zegen vierend uit en
hield den schilder zijn glas toe: „Kalinka, het is
alles bespottelijk.
Men stond van tafel op, in een nerensalon weer
klonk het geluid van een vleugelpiano, een lid der
opera wilde cenige liederen voordragen, de dames
spoedden zich naar het salon.
.Kom mede," zeide Kalinka, terwjil hij de hand
in den arm van den luitenant legde en hem met
zich mede nam naar de tuinkamer. „Hier hebt ge een
sigaar. Het zingen verveelt mij, vooral na den eten.
Hebt gij vuur? zoo!"
lilly was bem dadelijk gevolgd en blies roet het
gelaat van een overwinnaar den rook der sigaar met
welbehagen uit.
„Tilly, zij is heden avond bekoorlijk," gjng Ka
linka voort, „ik heb haar geschilderd, ik geloof
icderen trek te keDnen, doch zoo schoon als beden
heb ik haar nog nooit gezien."
„Fameus, fameus!» riep de luitenant uit, bij wien
de rijkelijk getto; en wijn nawerkte, „ik heb mij
prachtig geamuseerd Er zit vuur in het meisje dat
lachje op mijn eer, lameus!"
„Zij is een schoonheid," zeide de schilder. „Ik
geloof een goed oog te bezitten om dit te kunnen
becordeelen, ik meende dat gij veel belang ia haar
steldet, waarom hebt gij haar laten ontglippen
Tilly stond eensklaps stil
„Laten ontglippen?» herhaalde hij, alsof hij die
wooiden niet goed had verstaan.
„Natuurlij^! Gij moet er al zeer weinigoogen voor
gehad hebben, anders zou het u niet hebben kuuuen
ODtgaan, wien haar blik steeds zocht."
„Wien? Wien?" riep de luitenant.
wens eene eigenaardige maand. Oude lui zeg
gen immers, dat, nu de „r" in de maand is,
men baai goed moet gtan dragen, een overjas
aantrekken enz. Tot nog toe waren deze maat
regelen vrijwel overbodig, daar de thermomett r
dagelijks Juli-warm te teekent. Wij voor ons
betreuren dit niet; want, als het weer omslaat.,
zeggen de geleerden, kunnen wij wel eens
plotseling in den winter zitten, waarvan wo
nog lang genoeg plezier kunnen hebben, of
verdriet, zooals men 't nemen wil. Ondernemers
van publieke vermakelijkheden denken er echter
anders over. Zij toch hebben alle hunne lokalen
met September heropend. Zooals men weet
was dit de aloude Kermis-maand, ett al is
dat z. g. „volksvermaak" nu als zoodanig van
de lijst geschrapt, toch worden nog hier en
daar Kermis-stukken gegeven, een licht kostje,
hoofdzakelijk berekend op de lachspieren der
toeschouwers. Zelfs de Koninklijke veree-
niging „het Nederlandsch Tooneel" doet aan
deze traditie mede, en koos daarvoor uit het
blijspel „Een Damesdokter". Het, stuk is aller
grappigst. In een gesticht van adellijke dames
moet een nieuwe dokter benoemd worden, om
dat de oude, dood is. De preutsche juffers
stellen zich voor dat een man van rijpen leef
tijd zal verschijnen en natuurlijk getrouwd.
Toen echter de nieuwbenoemde een baardeloos
jonkman blijkt te zijn niet een koket kort
jasje aan, brengt dit niet weinig sensatie te
weeg, die echter weer tot bedaren komt, toen
de doctor vertelt, dat hij gehuwd is. Maar
„Den referendaris Ruling."
„Haha! Bespottelijk! Een referendaris!"
„Gij vergeet, dat hij een schoon man en zeer ver
mogend is."
„Onzin, ik wil er met n om wedden."
„Neen,Tilly, ik wed heden niet, omdat ik mij tr»
veilig op mijn oogen kan verlaten. Zij bemint d n
referendaris, en hij bemint haar. En do hand. Israad
stemt er in toe, want in zijn vriendelijkheid tegenover
Hüling lag een toon, dien ik niet beschrijven kan,
maar die mij in deze volle zekerheid geeft."
„Kalinka, bespottelijk? Zij zal toch niet eon referen
daris willen trouwen
„Waarom niet? Warneer hij haar bevalt?"
„Onzin! Dat duld ik niet. Ik zal hem uitdagen
en doodschieten 1"
„Halt!" zeide de schilder op ernstigon toon. „De
referendaris is geen Sabine, met wio gij geheel naar
hartelust kunt leven. Gij zijt hier gast evenals Küling
en moet het gastrecht eerbiedigen. Ik zou u geen
woord gezegd hebben, wanneer ik niet vooruit wist,
dat gij u zoudt behèerschen. De voorzichtigheid vor
dert het. Nog is immers de verloving niet openlijk
bekend, nog is u de gelegenheid niet afgesneden, naar
de hand van een schoon meisje to dingen."
.Ik ken den handelsraad, hij is een man van zaken,
en wanneer gij om de hand zijne dochter werft,dan
zal hij zorgvuldig overwegen, hoe zwaar uw vermogen
is en hoe zwaar dat, hetwelk de relerendaris heelt to
verwachten."
„En Toni?" vroeg Tilly op wat bescheidener toon.
„De bankiersdochters zijn Trn afhatr jeugd er aan
gewend, met getallen te rekenen en naar vermogen
te schatten! Dat is baar miatstaf'
De luitenant wierp zich op ten bank neder, terwijl
de schilder voor hem bket staan en zijne donkere
oogen doordringend op hem lier rusten. Hij bevond
zich in een eiger.aardigen toestand. De gedachte, dat
de referendaris het schooue meisje zou kunnen
bezitten, was hem onverdragelijk en ook wist hij
niet, of hij zelve Toni eigenlijk lief bad. Hij was er
nog niet toegekomen, zijn t art ernrtig te onderzoeken,
het was altijd tusschen Toni, de barones Orttio en
eenige andere dames vrool jk heen pn wedergtflad.lerd,
hij had er nog met aan gedacht om te trouwen, m i»r
hij geloofde, bij al deze dames een zeker voorrecht
te genieten.
„Kaln.ka, waarom vraagt gij niet om haar hand?'*
vr< eg hij eensklaps.
De schi.der lachte hard op.