IV I E U W S- y lil. Ao 1884. 28ste Jaargang. 1 i 1) V E K T E A 1 1 E" L A B O U W B L A E). J. WINKEL, I AlgeMEE ZOADA* Gemeente Sc ha gen. Bekendmakingen. Willem Hakker, PATENTEN. PATENTEN. TE SCHAGEN, Laak, Wijk D, No. 5. Herhalings-Onderwijs. ZELDEN* TEVREDEN. *1S 1815. Dit blad verschijnt tweemaal per weck Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ureworden Advertenlièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Inaezonden stukken één dag vroeger.. BEVOLKING. laatst wonende te Spanbroek, thans alhier, wordt in zijn belang aangemaand, zich zoo spoedig mogelijk te vervoegen ter Secretarie dezer gemeente. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis dat de patenten, aangevraagd in de maand Mei j.1. tot uitoefening der beroepen van tapper, slijter in wijnen, stirke dranken en bieren en kotfiohiiishouder voor het dienst jaar 1884|85, onder overlegging van het aunslagbillet, waaruit voldoening der belft van den armslag blijkt, ter gemeeentosecretarie door belang hebbenden kunnen worden afgehaald, op alle werkdagen des vooi middags van 9 tot 12 ure. Schagen, den 16en September 1884. De Burgemeester a. i. voornoemd. C. DE PATER, Wethr. De Burgemeester van Schagen brengt tor algemeene kennis, dat do patenten, aangevraagd in de maaud Mei j. 1. voor het dienstjaar 1884(85, ter gemeente secretarie kunnen worden afgehaald, van at Zaterdag Boman van Friedrich Friedrich. <8). IV. In een ruim vertrek van de eerste verdieping van een in bet middeu der stad gelegen huis, zat cene oude vrouw. Haar nog dik, maar sneeuwit haar, do niet groote en gebogen gestalte, spraken van een hoogen ouderdom. Zij had inderdaad de tachtig reeds lang achter den rug, maar nog altijd droeg zij het hoofd recht op. Uit hare trekken sprak een groote goedheid des harten, maar tegelijk ook eeu vaste en duidelijke wil. Hare oogen waren strak en zonder uitdrukking op één punt gericht zij was blind. Tegenover de oude dame zat aan een klein tafeltje eeu schoon meisje vau ongeveer achttien jaren. Zjj las de blinde voor uit een couraDt. Zij bad de berichten over de stadsnieuwtjes geëindigd en vroeg nu, terwijl zij de groote courant een weinig liet zakken en den blik op de oude vrouw vestigde: „Moet ik ook bet politiek gedeelte lezen?" „Het zal u vervelen, kind," antwoordde de oode dame met zachte, vriendeljjke 6tem, .wij vrouwen begrijpen immers weinig van de politiek, maar loes slechts. Het boezemt mij toch belang in te verne men, hoe het er in de wereld naar toe gaat en wat de gemoederen in beweging brengt; mij zelve treft dat wel is waar niet, doch diegenen, aan wie mijn oud hart hangt, staan te midden der beweging." Het jonge meisje las verder, maar reeds na eeni- ge minuten richtte de oude weduwe, luisterend haar hoofd op en strekte haar hand naar de lezeres uit. .Houdt even op, Maric, ik hoor, dat mijn zoon komt ik verneem zijn schreden op de trap," zeide zij. Het jonge meisje zweeg, zij boorde niets, doch in bet volgende oogenblik klonk de schel aan do deur der woning. Een trek van blijdschap toog over het gelaat der oude. „Ik ken zijn stap zeer goedzeide zij half luid in zich zelve. Rauwelijks een minuut later werd do kamerdeur geopend en de groote, statige gestalte van een man net een bruinen ringbaard, die aan de zijden te- ds ®^rk grijsde, trad binnenhet was Dr, Albrecht Rüling. Bij snelde op de oude dame toe en vatte kaar hand, <Re zij hem bai lelijk toestak. UITGEVER: don 20en September tot en met Vrijdag den 3en Oc'ober a s., des voormiddags van 9 tot 12 ure; de vallende Zondagen uitgezonderd. Schagen, deti 19en September 1884 De Burgemeestet voornoemd, G. LANGËNBËRG. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het üerhalings-Onderwijs, aan de gemeente school aldaar, zal aanvangen, Woensdag 1 October a. s. des avonds ten vijf ure. Tot de Herhalingsschool worden alleen leerlingen toegelaten, die het gewoon School onderwijs genoten hebbenhet onderwijs wordt kosteloos gegeven. De leerlingen kunnen zich, medebrengende hun vaccine-bewijs, aanmelden bij het Hoofd der gemeenteschool, aan de gemeenteschool, op Maandag en Dinsdag 29 en 30 September e. k. des avonds van vyf tol zes ure. Schagen den 23 September 1884, Burgemeester en Wethouder voornoemd; G.LANGENBERG; de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij, die gelegenheid wenschen te verkrijgen tot af voer tan hunne erven van hemel- in ander waterin de riolen welke zullen worden gelegd in de Heerer•straat, en in „Goeden dag, moeder 1 Hoe gaat het met u riep hij. Het jonge meisje verliet stil bet vertrek. „Goed, mijn zoon, goed!" antwoordde do weduwe, terwijl zij de hand van haar zoon vast in de hare hield en hem op een stoel naast haar dee4 gaan zitten. „Gij zorgt er wel voor, dat het uw oude moeder aan niets ontbreekt," voegde zij er bij, terwijl zij haar vriendelijk gelaat tot hem wendde. „Bevalt u uwe nieuwe voorlezeres?* vroeg Rüling. „Ja, zij is een lief kind. Ik weet niet, of zij schoon is, maar haar stem heeft een woeken, wcldadigen klank; ik zou don gebeelcn dag naar haar kunnen luisteren en zjj is daarbij stil en bescheiden." „Dat verheugt mij," ging Rüling voort. „Zij is een goed meisje en ik ben er van overtuigd, dat zij u geen aanleiding tot ontevredenheid zal geven- Zij was bang, dat zij u niet voldoen zou, omdat zij in het voorlezen geen bedrevenheid bezat." „Ga ik dan door voor zoo vceleischend vroeg zijn moeder. „Neen neen, Marie was alleen beschroomd, omdat zij nog weinig onder vreemden had verkeerd," antwoordde Rüling. „Gij hebt te weinig aanspraken, want ik moet u immers elk klein gemak bjjna opdiingen." „Gij doet reeds te veel voor mij, Albrecht, veel te veel! (Jij raadt mijne wenschen, voor ik ze uitspreek; maar wat scheelt u, uw hand is warm, nw bloed is onrustig.' „Niets niets, moeder." „Toch wel, Albrecht. Sedert ik blind ben, is mijn gevoel verscherpt, mijn vingers zeggen mij, dat uw bloed niet zoo rustig vloeit als gewoonlijk." „Dat is mogelijk. Ik kom, om u het eerst van alle menschen een gebeurtenis mode te deelcn, die ook u treftHermann is verloofd." „Hermann Met wie?" riep de oude vrouw blijk baar verheugd uit. Hij was immers haar lieveling, dien zij zelve ter doop had gehouden. „Met de dochter van den handelsraad Eger," gaf Rüling ten antwoord. Het was, alsof er een donkere schaduw over het gelaat der blinde toog; alsof bet bloed dat zooevcu door de vreugde op haar gelaat te voorschijn was geroepen, nu plotseling naar bet hart terug week. „Ik ken baar Diet," zeide zij daarna. „Toen zij nog een kind was, heb ik haar niet gezien, en sedert ik blind ben geworden, zijn de kinderen volwassen." „Zij is een zeer schoon meisje, en Hermann be mint haar," ging Rüling voort. „De verloving zal eerst over eenige dagen bekend gemaakt worden." „Waar hebben zij elkai der Keien kennen?" vrceg Prijs per jaar ƒ3.Franco per post /"3.G0 Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den nnar plaatsruimte berekend. de te dempen slootenachter- en in de Meuwsiroat zich bij don opzichter dor gemeentewerken, dea hoer C. N. Vlaming hebben te v. rvoogen, tot het be komen van inlichtingen,, omtrent de voorwaarden w .aiop do vergunning tot dion afvoer zal woideu ver leend vóór den 3 en Óctoher a. s Het daarna aan Burgomeaster rn Wotbouders into- dieni n verzoek, moot de verklat-iug inhouden dat adies- santen dan afvoer in de riolen verlangen overeenkomstig do hun door den gemeenle-opzicbter m> d.'gedeelde voorwaarden, on zijn meezonden vóór 6 Octobei e. k. Schagen, dou 26 September 1884. Burgemeester en WetliomKrs voornoemd, O. LA AG EN BERG, do Seoetaris, Di.NlJS. (O)— In liet, tweede huisgezin heeft iets geheel anders plaats. Voor dat de man met de zuur verdiende penningen in zijne woning is aangekomen, moet hij reeds gedeeltelijk voldoen aan de onweerstaanbare kracht der gewoonte om Zaterdag—avond te houden. Dat moet er vol gens hem 't eerst af, en dat mag dan ook waarlijk wel. Nu is 't daarenboven al zeer licht mogelijk, dat in de bekende kroeg nog eerst iets valt af te rekenen voor 't geen in den loop der week is genoten en voor welke voldoening de waard, als man van zaken, wel zal zorgen, voordat hij de begeerde liart- de weduwe „Op partijen, op bals; ik vermoeide niet, dat Her mann haar lief had, de vorloviug heeft mij dus tauie* ljjk overrompeld." „Eu zij is niet naar uw zin." Rüling zweeg. Hij trok zijn hand langzaam uit die zijner moeder, en stond op. „De ouderdom ziet met andere oogen dandejeagd," zeide hij toen ontwijkend. „Ik heb geen recht mij te mogen mengen in de gemoedszaken van mijn zoon, ik koester slechts een wensch: dat hij gelukkig inogo worden." „En gij twijfelt er aan, dat deze wensch vervuld zal worden," zeide de oude vrouw. „Ik hoor het aait uw stem, die klinkt geheel anders, wanneer gij iets heugelijks mededeelt." „Ik twijfel er niet aan, alhoewel ik een zekere vrees niet onderdrukken kan," ging Rüling voort, terwijl hij langzaam, om zich zclven te doen bedaron, bet vertrek op en neder liep. „Hermann is gued en braaf. Wanneer ik hem een verwijt zou doen, dan is het dit, dat hij meer luistert Daar zijn hart, dan naar zijn hoofd, en wij moeten bet lovcu meer met ht>t verstand dan met het govoel beschouwen." r„Hij is nog jong," zeide de oude viouw gerust stellend. „Hij zal den rechten weg door het leven wei vinden, gelijk gij dien gevonden hebt." „Zeker, wanneer hij dien alleen zoeken en kiezen kan. Maar wanneer er hinderpalen in den weg komen, wanneer hij ernstige besluiten moet nemen, dan vrees ik, dat hij geei^.-kracht genoeg bezit, zich zeivcn alleen te gehoorzamen. En zulke vnooielijkhedeu kunnen en zullen niet uitblijven. Ik heb hem zeiven er nog geen woord over gesproken, want ik wil zijn geluk niet bederven. Tegenover u mag ik alles zoggen, wat mijn borst benrfüwt, gij bebt mij dikwijls het beste geraden en kunt dit misschien ook nu." „Spreek, Albrecbt spreekt," riep de oude vrouw uit. „Mijn hoofd is zwak, maar wanneer men zoo oud is, als ik ben, dan overdenkt men bedaard." „Ik vrees, dat er voor Hermaun groote moeielijk- heden zullen komen uit do positie, waarin ik sta en staan moet tegenover zijn aanstaanden schoonvader. Men noemt mij een tegenstander van den handel.— raad; ik ben het n ooit tegenover zijn persoon geweest ofschoon ik ook niet met hem zijn sympathiseer, maar ik ben alleen opgetreden tegen zijne ondernemingen omdat ik dit mijn plicht achtte, want zij waien meest allen vuil. Natuurlijk zal hij voortaan ver langen door mij te worden outzien; hjj heef! reeds, ofschoon op zoogenaamd schertsenden toon, dit aan liumuuu te kenucu gegeven, en Hermann zal in een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1